King Kongeen spion in de tuin van de prins Feiten &Meningen DONDERDAG 19 NOVEMBER 1992 2 Doek in doojpotajfaire weer opgehaald Op 17 juni 1986, een snikhete zomerdag, valt het doek over de affaire-King Kong. Op de Rotterdamse begraafplaats Crooswijk wordt bij het krieken van de dag het graf geopend van Christiaan Lindemans, beter bekend als King Kong. Na een paar uur spit- en borstelwerk is er zekerheid: de stoffelijke resten in het graf zijn inderdaad van Lindemans. Geruchten als zou de beruchte dubbelspion kort na de Tweede Wereldoorlog naar een ver buitenland zijn ontsnapt, zijn daarmee voorgoed uit de wereld. Burgemeester Peper, die het graf heeft laten openen op verzoek van de Haarlemse mevrouw B. Thöne-Siemens (zij werkte begin 1944 enige tijd met King Kong samen), kan opgelucht adem halen. De King Kong-dossiers gaan de kast weer in, een deel van het mysterie is opgelost. Zesenhalf jaar nadat de King Kong- dossiers de kast weer in gingen, haalt de Rotterdamse historicus Bob de Graaff het doek weer op. In zijn boek King Kong, spion in de tuin, dat volgende week verschijnt, komt De Graaff met belangwekken de nieuwe gegevens. Niet over de doodsoorzaak van Lindemans maar over zijn verraad en de gevolgen daarvan. De Graaff rekent definitief af met de suggestie dat Lindemans een onbeduidende rol zou hebben gespeeld. King Kong was een spion van kaliber, een steragent van de Duitsers, zo concludeert hij op grond van uitvoerig speurwerk in Britse, Canadese, Amerikaanse en Nederlandse archieven. De Graaff werpt ook nieuw licht op de con tacten van Lindemans in de periode sep- tember-oktober 1944 met de Britten, Cana dezen en Nederlanders, in het bijzonder met het hoofdkwartier van prins Bemhard. Het blijkt allemaal nog veel erger te zijn ge weest dan Haarlems Dagblad al in 1986 wist te melden op grond van (toen nog) geheime documenten. Lindemans is, nadat hij de geallieerde luchtlandingen bij Arnhem had verraden, zelfs zes weken lang verbindings officier geweest tussen de Canadezen en de staf van de prins. Britten en Nederlanders hebben geblun derd door de inschakeling van King Kong. Zij konden weten dat hij fout was. Ook prins Bernhard. „Meer dan eens werd de prins gewaarschuwd voor Lindemans, maar hij weigerde daaraan consequenties te ver binden tot enkele dagen vóór de arrestatie van King Kong," schrijft De Graaff. Volgens hem was op het hoofdkwartier van de prins sprake van „een ergerlijk ge brek aan security. Lindemans werd in de positie waarin hij zich vanaf eind septem ber bevond, als een kat op het spek gebon den." De Rotterdamse historicus laat ook geen spaan heel van prins Bemhards latere be wering dat hij eigenlijk niets moest hebben van King Kong. Er was volgens De Graaff juist sprake van 'gevoelens van vriendschap van de prins jegens Lindemans'. Prins Bemhard wees er later op dat hij altijd nogal goed van vertrouwen is geweest; een levenshouding waardoor hij zien veel geluk kiger voelt, maar waardoor hij er naar eigen zeggen soms wel 'op een enorme manier' ingevlogen is. Historicus De Graaff: „Dat is een stand punt dat men als privé-persoon kan huldi gen. Maar prins Bemhard behoort tot het Nederlandse koningshuis. De tragiek van mensen in posities vergelijkbaar met die van de prins is dat zij zien niet kunnen ver oorloven er telkens 'op een enorme manier' in te vliegen, ook niet als ze zich daarbij ge lukkiger voelen. Een dergelijke opvatting was bovendien bijzonder riskant voor ie mand die de post van Bevelhebber der Ne derlandse Strijdkrachten bekleedde en ver antwoordelijk was voor levens van ande ren." Volgens De Graaff „is de ware rol van Lin demans in de zes weken voorafgaande aan zijn arrestatie (eind oktober 1944) tientallen jaren verzwegen en met listen en leugens omgeven. Uit loyaliteit met de prins en het koninklijk huis is de relatie tussen de Bevel hebber der Nederlandse Strijdkrachten en de dubbelspion te lang verdoezeld. Voor zo ver dit van officiële zijde geschiedde, is daardoor de geloofwaardigheid van de Ne derlandse autoriteiten geschaad." Even terug in de historie. Lindemans werkte tijdens de oorlog aanvankelijk als spion voor de geallieerden. In het voorjaar van 1944 ging hij ook voor de Duitsers wer ken, zonder dat de geallieerden dat wisten. Zijn verraad kostte honderden mensen het leven. In de loop van '44 rezen er bij de Britten en Nederlanders verdenkingen te gen de dubbelspion. Toch werd Lindemans op 14 september 1944, aan de vooravond van operatie-Mar- ket Garden, als agent van de geallieerden vanuit België voor een belangrijke missie naar bezet Nederlands gebied gestuurd. Een Duitse patrouille (rechts) loopt door de heroverde Utrechtsestraat in Arnhem. Vlak daarvoor was hij in contact geweest met de Britse geheime dienst, met de Cana dese Special Forces en met een of meer le den van de staf van prins Bemhard, die des tijds nog in België zat. De staf van de prins verklaarde King Kong betrouwbaar. Een Brits-Nederlandse blun der van jewelste, want de bewijzen voor Lindemans contacten met de Duitsers la gen voor het oprapen. Al eind augustus 1944 beschikten de Britten over een gede codeerd Duits bericht waaruit bleek dat Lindemans dubbel spel speelde. Deze vitale informatie werd echter veronachtzaamd. Lindemans ging op de avond van 14 sep tember '44 door de linies en meldde zich bij de Duitsers, eerst in Vught, daarna in Drie bergen. Hij verstrekte hen cruciale gegevens over de op handen zijnde grondoperatie en over de aanstaande luchtlandingen bij Am- hem/Nijmegen. Maar de Duitsers geloof den hem niet erg. Zij namen geen speciale voorzorgsmaatregelen met het oog op de gemelde luchtlandingsoperatie. Op dit punt FOTO ONBEKEND bleef het verraad van Lindemans dus zon der gevolgen. De mededelingen van Linde mans over de grondoperatie leidden wel tot een reactie. De Graaff heeft aanwijzingen gevonden dat de Duitsers maatregelen trof fen die de geallieerde opmars aanzienlijk hebben vertraagd. Na de terugkeer van Lindemans uit bezet gebied bestond er zowel bij de Britten en Canadezen als bij de staf van prins Bem hard twijfel over zijn betrouwbaarheid, maar Lindemans wist de verdenking weg te nemen. Hij werd nadien zelfs zes weken lang ingeschakeld als verbindingsofficier tussen de Canadezen en de staf van de prins. Hoewel de prins het later ontkende, liep Lindemans in die dagen het hoofdkwartier in en uit. De Graaff: „De prins heeft diverse raadgevingen tegen contacten met King Kong in de wind geslagen. Er bestond tus sen prins Bemhard en Lindemans een ami- caliteit, die de prins, bekend om zijn goed gelovigheid en loyaliteit jegens mensen die hij als zijn vrienden beschouwt, blind maakte voor de onbetrouwbaarheid van de dubbelagent." In zijn werkkamertje op de vijfde verdie ping van de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag, licht De Graaff toe waarom er, zes jaar nadat de pers al een heleboel had ont huld over King Kong, toch nog aanleiding was voor een boek. „Als historicus houd ik me onder meer bezig met inlichtingen- en veiligheidsdiensten, spionage en contras pionage dus. In 1987 wilde ik een artikel schrijven over het Bureau Nationale Veilig heid, de voorloper van de Binnenlandse Veiligheidsdienst." „Omdat deze dienst aanvankelijk sterk leunde op de Canadese field security, kwam ik voor archiefonderzoek in de National Ar chives in Canada terecht. Daar lieten ze me toen vol trots een aantal brieven zien van Nederlanders die hadden geïnformeerd naar gegevens over King Kong. De Canade zen hadden daarop geantwoord dat ze niks hadden.'' „Het leek mij aardig daar toch eens naar op zoek te gaan. Op die manier ontdekte ik iets nieuws: dat Lindemans eind septembe r/oktober 1944 had gewerkt voor de Belgi sche groep-Verstrepen, die in contact stond met de Canadezen. Ik ben daarna ook in andere archieven gaan speuren. Het ver baasde me hoeveel nieuws er nog uit kwam. Zo is er uiteindelijk een boek uit ge rold." Uit het boek blijkt dat er aan Brits-Neder landse kant een schrijnend gebrek aan 'se curity' is geweest, waardoor Lindemans z'n gang kon gaan. „Ja, het is zelfs zo dat de Britten al voordat ze King Kong inschakel den over informatie beschikten dat hij een dubbelspion was. Op 22 augustus 1944 de codeerden ze een rapport van Hermann Giskes, de Duitse contraspionagechef in Nederland voor wie King Kong werkte. Uit dat bericht bleek dat Lindemans van de Britten verkregen informatie had doorge speeld. Dat was in Londen bekend, maar ze hebben het niet doorgegeven aan de vel- deenheden in België en bevrijd Nederland." Prof. Lou de Jong concludeerde al in 1980 dat Lindemans 'Arnhem' heeft verraden, maar dat de Duitsers er eigenlijk geen acht op sloegen. Onderschrijft u die visie? „Zijn verraad staat vast, dat ben ik met De Jong eens. Wat de luchtlandingen be treft heeft het inderdaad nauwelijks gevol gen gehad. Maar voor de grondoperaties wel degelijk. Dank zij de inlichtingen van Lindemans konden de Duitsers anti-tank- eenheden inzetten. Daardoor is de opmars van de geallieerden aanzienlijk vertraagd." „Hoe Lindemans precies aan zijn gege vens is gekomen, is niet met zekerheid te zeggen. Ik heb' geen aanwijzingen kunnen vinden dat hij zijn informatie heeft opge daan bij de staf van prins Bernhard, al heeft hij daar vóór 'Arnhem' wel contact mee ge had. Het gaat overigens te ver om te zeggen dat 'Market Garden' alleen door King Kongs verraad is mislukt. Wel heeft dat verraad mijns inziens in de beginfase een cruciale betekenis gehad, groter dan tot dusverre is verondersteld." De Graaff noemt in zijn boek nog een tweede spion die 'Arnhem' kan hebben ver raden: Karl-Heinz Kramer. „Dat blijkt uit een verhoorrapport van Walter Schellen berg dat ik ontdekte in de Canadese Natio nal Archives. Schellenberg was in de laatste fase van de oorlog belast met Duitse spio nage in het buitenland. Schellenberg voert het verraad van 'Arnhem' als een van de successen van die spion Kramer op. En dat was tot nu toe in Nederland onbekend." Lees verder op pagina 3 Christiaan Lindemans, alias King Kong ARCHIEFFOTO DE BOER Op het Onderlangs in Arnhem zoeken SS-grenadiers naar buit tussen de uitrustingsstukken en de wapens die Britse parachutisten daar hebben achtergelaten. FOTO BUNDESARCHIV Prins Bernhard verlaat als bevel hebber van de Nederlandse Strijd krachten het afdelingshoofdkwar tier in het Brabantse Deurne. FOTO RIJKSINSTITUUT VOOR OOR LOGSDOCUMENTATIE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 2