'Ineen
dodencel is
het dagelijks
sterven'
Belbezorging
cl
kill
ZATERDAG 14 NOVEMBER 1992
ZATERDAGS
BIJVOEGSEL
Onze Taal
Marly Orleans met een foto van de ter dood veroordeelde Amerikaan Sam Johnson.
Sam lohnson, inmiddels vijftig, werd in 1981
ter dood veroordeeld, omdat hij een blanke
politieman vermoord zou hebben. De zwarte
Newyorker bezocht toevallig voor de eerste
keer de zuidelijke staat Mississippi, een van
de racistische staten van Amerika. Hij is er
nooit meer weggekomen. Uit processtukken
en uit verhalen van anderen blijkt volgens
Marly Orleans dat een van de andere man
nen die bij Sam was, de politieman heeft
doodgestoken. „Hij draaide opeens door."
Sam die dit probeerde te verhinderen, raakte
besmeurd met bloed. Zijn vrienden kregen
vijftien jaar en Sam die door de dader aange
wezen werd als de schuldige, de doodstraf.
De weduwe van de politieman zei dat ze pas
rust zou hebben als Sam geëxecuteerd was.
„Sam is in de ogen van de mensen uit Mis
sissippi een Yankee-nigger. Die vinden ze
nog erger dan de zwarten uit hun eigen
buurt." Marly is er van overtuigd dat hij on
schuldig is. Maar ook als zij die overtuiging
niet had, zou ze Sam hebben geholpen. „Wat
iemand ook gedaan heeft, ik ben tegen de
doodstraf. Oog om oog, tand om tand, vind
ik het slechtste principe dat er is.
Marly zou in de ergste gevallen, bij voorbeeld
als duidelijk vast staat dat iemand een gevaar
is voor de samenleving, eerder pleiten voor
levenslange opsluiting. „Je loopt dan tenmin
ste niet het risico dat onschuldige mensen
door de staat vermoord worden."
Bidden
3In haar flatje in Maastricht liggen, netjes ge
sorteerd, meer dan vierhonderd brieven van
Sam. Vijf jaar lang heeft Marly hem trouw el
ke week teruggeschreven. Sinds enkele jaren
bidden ze ook twee keer per dag samen.
Daarvoor hebben ze een ingewikkelde tijds
constructie bedacht die er voor zorgt dat ze,
ondanks het tijdsverschil, tegelijk kunnen
bidden. Johnson is daardoor wel om vijf uur
's nachts aan de beurt. „In de dodencel heb
je toch geen dag- en nachtritme. Dat peertje
brandt vierentwintig uur per dag. Sam gaat
slapen als hij moe is."
Maar het kost haar moeite om die belofte
na te komen. „Het loopt echt uit de hand. Ik
kan me niet uit gezelschap blijven terugtrek
ken met de1 mededeling: Sorry hoor. ik moet
even bidden."
Ook maakt ze maandelijks bijna honderd
dollar aan hem over. „Hij heeft zelf nog niet
eens geld om een stuk zeep te kopen. De
Amerikaanse justitie gaat er van uit dat de fa
milie wel alles zal betalen." Cynisch: „Toeval
lig komen die gevangenen niet uit de rijkste
families. Bovendien woont die van Sam een
dertig uur durende busrit van hem vandaan."
Drie keer heeft ze hem nu bezocht Samen
met haar echtgenoot. „Zonder mijn man had
ik dit allemaal niet aangekund. Hij heeft me
af en toe terug moeten Duiten, als hij merkte
dat ik er te veel in opging. Na mijn man bete
kent Sam meer voor mij dan wie ook."
Bezoek
Sams advocaat Clive Stafford Smith regelde
haar bezoekjes. „Ik kreeg een zogenaamde
paralegale status. Ik mocht de hele dag bij
hem blijven." Dat 'bij hem blijven' was ech
ter relatief. Via een luikje in de bezoekers
ruimte konden ze met elkaar praten en af en
toe eikaars hand vast houden. De Parchman-
gevangenis omschrijft ze als een ruimte waar
we hier nog geen vee in zouden stallen. „Als
het regende kwam het water aan zijn kant
van het luikje bijna tot aan de knieën. Aan de
bezoekerskant hadden ze emmers neergezet.
En achter het deathrow-complex zag je de
schoorsteen van de gaskamer."
Zijn medegevangenen zaten er volgens haar
als zombies bij. „Zo worden ze ook behan
deld. Alsof ze al dood zijn. De meesten zijn
psychisch helemaal aan de grond. Zitten in
een dodencel is dagelijks sterven. Sam heeft
zich door de steun die hij uit de hele wereld
kreeg op de been kunnen houden. Maar als
hij depressief was, schreef hij niemand meer,
behalve mij. Van de anderen die met hem
corresponderen, kreeg ik telefoontjes met de
vraag wat er met Sam aan de hand was."
Tijdens een bezoek aan Sam kreeg ze te ma
ken met de beruchte K9-groep. Een groep
van buiten de gevangenis die elke week een
inval doet om de gevangenen te treiteren.
„Alles wordt met harde hand overhoop ge
haald en gevangenen worden naakt aan de
tralies geketend. Dat was echt afschuwelijk.
Overal hoor je geschreeuw en gebonlc Sam
en ik hadden het geluk dat we in de bezoe
kersruimte zaten. Niemand weet precies
wanneer ze komen."
Haar laatste trip naar Mississippi was on
draaglijk spannend. „Mijn man wilde op een
gegeven moment weg. Hij vreesde voor mijn
leven. Zeker toen ik daar ook nog op de tele
visie geweest was." De plaatselijke sherrif
'een creep van een vent', had dreigementen
in haar richting gemaakt die er op neer kwa
men dat een blanke vrouw die steun geeft
aan een zwarte gevangene, het scum of the
earth' is, het grootste tuig op aarde.
Bedreigend
Tijdens de rechtszitting die ze bijwoonde
wierp de weduwe van de politieman, gefian-
fOTO WIDDERSHO VEN
keerd door twee zwaar bewapende, bevrien
de agenten Marly steeds dodelijke blikken
toe. „Elke seconde van de zitting was ik bang
dat er eentje door zou draaien en Sam zou
neerknallen. Ik vrees ook voor zijn leven als
hij vrijkomt."
Ze zegt nooit in de Verenigde Staten te kun
nen leven. „Ik zou er nog niet begraven wil
len worden. Dat systeem is tot op de bodem
verrot. Apartheid is heel normaal daar."
Met de democraat Bill Clinton als nieuwe
president is ze wel blij, hoewel hij zich opstelt
vóór de doodstraf. „Maar liever een demo
craat die voor de doodstraf is dan een repu
blikein." Het afgelopen jaar zijn door de
nieuwe crime-bill26 mensen in de Verenigde
Staten ter dood gebracht. „Ze willen de do
dencellen leeg hebben. Om ze vervolgens el
ke dag weer met nieuwe gevangenen te kun
nen vullen. De criminaliteit wordt er echt
niet minder door." Ze hoopt door de verkie
zing van Clinton dat de democratische rech
ter Mario Cuomo uit New York het nieuwe
hoofd van het hoogste gerechtshof in de Ver
enigde Staten wordt. „Van hem is bekend dat
hij tegen de doodstraf is."
Toekomst
Voor de toekomst van Sam heeft ze al grote
plannen. „Hij is een geboren schrijver. Elke
keer vraag ik hem om eindelijk zijn boek t
af te maken. Mensen kunnen dan uit de
ste hand lezen hoe het is om in een dodencel
te leven. Bovendien vind ik het financiële
peet ook belangrijk. Het valt voor ons niet
meer op te brengen om alles te betalen.
Laatst heb ik weer een nieuwe tekstverwerker
voor hem gekocht, omdat ze zijn oude had
den vernield."
Voor Marly Orleans is Sam de laatste ter
doodveroordeelde met wie ze heeft gecorres
pondeerd. „Zoiets kun je niet je hele leven
blijven doen." Ze vindt zelf niet dat de hele
zaak uit de hand gelopen is. „Ik had met Sam
geen andere keus." Wel heeft ze zich voorge
nomen om weer 'normaal' te gaan leven.
„Maar zoals vroeger zal het natuurlijk nooit
meer worden."
Mocht Sam Johnson ooit vrij komen, dan is
hij van plan om in Maastricht te gaan
Dicht bij de mensen die hem de laatste jaren
De Post heeft de nieuwe tarie
ven bekendgemaakt zoals ze in
1993 gaan gelden. Grote adver
tenties van een halve pagina in
alle dagbladen. Ik bereken dan
meteen hoeveel brieven ik voor
de prijs van zo'n advertentie
had kunnen versturen. Maarzo
moet je niet denken. De Post
komt naar de klanten toe en
die klantvriendelijkheid mag
wel wat kosten.
Omdat ik een trouwe klant ben
van onze posterijen en wekelijks
heel wat brieven schrijf, heb ik
die advertentie goed bekeken. Het was een
heel verhaal, met plaatjes en tabellen, maar
alles erg duidelijk. Daardoor weet ik nu dat er
or mij eigenlijk niets verandert. Een gewo-
brief blijft voorlopig 80 cent kosten en ik
schrijf alleen maar gewone brieven. En hoe
wel er gesproken werd over een 'omvangrijk
marktonderzoek' om meer te kunnen 'inspe
len op de wensen van de klanten", werd er
gezegd over weer fatsoenlijk bezorgen
op maandag, noch over een vlottere bezor
ging, zodat er ook in dat opzicht weinig hoop
is op verbetering.
Als ik de advertentie goed begrijp, gaat het
vooral om een 'vereenvoudiging'. Die vereen
voudiging bestaat hierin, dat de Post voort -
i onderscheid gaat maken tussen busbe
zorging (dat is wat de postbode in de bus
doet) en belbezorging (dat is waarvoor de
postbode moet aanbellen). Onder belbezor
ging vallen bij voorbeeld pakjes, buitenmo
delbrieven en aangetekende stukken.
Omdat belbezorging een splinternieuw
woord is, mogen we daar wel even bij stil
staan. Belbezorging. daar is niets op aan te
merken, al weet ik nog niet waar het me aan
doet denken. Iets tussen lijkbezorging en bel
lenblazen in. Maar hoe langer ik er over na
denk, hoe meer ik besef dat alleen het woord
maar nieuw is. Want het was toch al lang zo,
dat de postbode voor een pakje of een aange
tekend stuk aanbelde? Er verandert dus hele
maal niets.
Was het nou nodig geweest om voor iets dat
niet verandert, wat al honderd jaar hetzelfde
gebleven is, zo'n grote dure advertentie te
plaatsen? Alleen om te vertellen dat het
voortaan 'belbezorging' heet. Uit de kleine
lettertjes is op te maken dat die belbezorging
wel fiks duurder wordt. Blijkbaar is het daar
allemaal om begonnen. De postbode die
moet aanbeller
moet voortaan
Het zij zo.
Ik had trouwens al een hele poos de indruk
dat dit bellen de postbode zwaar op de maag
lag. Het overkomt mij namelijk geregeld dat
ik van die gele briefjes krijg met de medede
ling dat ik niet thuis was en dat ik mijn pakje
of aangetekende brief 's middags op het
postkantoor kan komen halen, terwijl ik wel
degelijk thuis was! Blijkbaar een postbode die
alleen maar geleerd heeft voor busbezorging.
Of een volledig bevoegde postbode met
haast, die liever mij naar het postkantoor laat
fietsen dan dat hij bij mijn voordeur even
t wachten. Menselijk, maar toch niet
juist
Ik heb dan ook geen bezwaar tegen belbezor
ging noch tegen het woord, noch tegen het
verschijnsel. Ik kan zelfs billijken dat er een
hoger tarief voor wordt gerekend. Dat was
trouwens altijd al zo. Maar alleen op één uit
drukkelijke voorwaarde. En dat is, dat er dan
ook inderdaad gebeld wordt!
bedacht dat hij zich dan met werk
voor Amnesty International en schrijvend i
leven kan houden. Gaat ze dan een drie
hoeksrelatie beginnen? Lacht: „Nee, mijn
man is er natuurlijk ook nog Maar ik vind
dat Sam er gewoon bijhoort. Een leven j
der hem is voor mij ondenkbaar geworden."
Maastrichtse schrijft
en bezoekt ter dood
veroordeelde
wt-
ll
I',
wrohr
rJ
ls Sam geëxecuteerd zou zijn,
was een gedeelte van mij met
J^hem gestorven." Haar ogen
kijken indringend. Amper terug uit de Vere
nigde Staten heeft de Maastrichtse Marly Or
leans tijd nodig om alle emoties te verwer
ken. „Wat ik heb meegemaakt is met geen
pen te beschrijven."
Haar belevenis begon met een
documentaire op televisie. „Ik
wilde eigenlijk een ander pro
gramma zien. Maar toen ik het
toestel aanzette, zag ik een ge
boeide zwarte man. Hij zat veer
tien jaar in de dodencel. Dat was
de eerste keer dat ik met de
doodstraf werd geconfronteerd.
Slapeloze nachten had ik er van.
Dezelfde vragen bleven door
mijn hoofd flitsen. Hoe voel je je
met steeds dat zwaard van Da
mocles boven je hoofd? Dat moet
toch een nooit eindigende nacht
merrie zijn. Met wat ik nu na vijf
jaar weet, zeg ik: het is nog erger
dan dat."
De zwarte man bleek Willie Dar-
don en al vrij snel schreven Mar
ly en hij brieven naar elkaar. Een
jaar later werd het zevende exe-
cutiebevel echter werkelijkheid
en op de televisie hoorde ze dat
hij dood was. „Ik dacht: dat doe
ik nooit meer. Willie was in een
korte tijd zo vertrouwd gewor
den. Een terdoodveroordeelde
schrijft namelijk pijnlijk open
hartige brieven. En dan houdt
het opeens op."
Maar de 46-jarige Marly Orleans
kon niet meer ophouden. Door
een documentaire over de de-
athrow, het cellenblok voor ter-
doodveroordeelden in de staats
gevangenis Parchman in Missis
sippi viel haar oog op Sam. Via
een solidariteitsgroep kwam ze
aan zijn adres en binnen een
mum van tijd kreeg ze een brief
temg.
„Het was liefde op het eerste ge
zicht. Ons contact via brieven
was al snel heel intens. Alsof we
elkaar al jaren kenden. Ondanks
zijn eigen ellende was hij altijd
heel erg geïnteresseerd in hoe
het mij ging. Vaak had ik het ge
voel dat hij me meer steunde
dan ik hem."