Anti-semitisme weer 'salonfahig' Cubanen gaan economische crisis met humor te lijf We moeten inschikken om plaats te maken voor buitenlanders Feiten &Meningen DONDERDAG 12 NOVEMBER 1992 2 WIM STEVENHAGEN HAVANA «AP Een veelgehoorde mop in Cuba gaat over een Amerikaanse agent die na een geheim bezoek aan Havana het volgende ver slag uitbrengt: „In Cuba bestaat geen werkloosheid, maar nie mand werkt. Niemand werkt, maar de produktie is altijd op peil. De produktie is op peil, maar de winkels zijn leeg. De winkels zijn leeg, maar de men sen hebben alles wat ze nodig hebben. Iedereen heeft alles wat hij nodig heeft, maar ze klagen allemaal. Ze klagen allemaal, maar iedereen gaat naar het Plein van de Revolutie om pre sident Fidel Castro toe te jui chen. Na afloop gaan ze naar huis om verder te Idagen." Het is slechts een van de vele anekdotes en moppen die de Cubanen elkaar vertellen in een poging zich met humor te wa penen tegen de ergste economi sche crisis sinds Castro 33 jaar geleden aan de macht kwam. Op de bon Na al zwaar te zijn getroffen door het 30 jaar oude Ameri kaanse handelsembargo, is Cu ba na de ineenstorting van het communisme in Oost-Europa en de Sovjetunie nog eens 85 procent van zijn handel en hulp kwijtgeraakt. Het pijnlijkst wordt Cuba ge troffen door de tekorten aan olie en conserven. De Cubanen hebben de planken in de over- heidswinkels steeds leger en de rijen voor winkels waar nog wel iets te krijgen is, steeds langer zien worden. Rood vlees is moeilijk verkrijgbaar en kip is een ware delicatesse, evenals melk. In antwoord op de tekorten heeft de regering economische maatregelen getroffen die de in druk wekken dat het oorlog is. Nog nooit waren zoveel artike len op de bon. Zelfs brood is ge rantsoeneerd. Hetzelfde geldt voor water en elektriciteit Fluistertoon Om elektriciteit uit te sparen zijn duizenden wetenschappers, journalisten en andere vaklie den met verlof gestuurd. Ze ontvangen 70 procent van hun salaris en nu ze niet produktief kunnen zijn, vullen ze hun tijd met klagen over de crisis, spe culeren over de toekomst van Castro en het vertellen van moppen. In een samenleving waar het hebben van een afwijkende me ning als een misdaad geldt, is humor een goede manier om uitdrukking te geven aan onvre de met het politieke en econo mische systeem, zonder open lijk kritiek te uiten op de rege ring van Castro. Zelfs in huiselijke kring wor den moppen op fluistertoon verteld, vooral als ze gaan over de man die simpelweg wordt aangeduid met 'El'. Een mop die het goed doet gaat als volgt: Castro en zijn broer Raul, de minister van de fensie, bevinden zich met z'n tweeën in een ruimte. „O, mijn god", roept Raul op een gege ven moment uit. Waarop Castro zegt: „Raul, ik heb je toch al ge zegd dat je me niet zo hoeft te noemen als we onder elkaar zijn?" Voederen In andere moppen wordt voor uitgelopen op de val van Castro en een beeld geschapen van hoe hopeloos de toestand onder zijn bewind is geworden. Een ervan gaat over George Bush en Michail Gorbatsjov die in het jaar 2020 nog eens terugkijken op de Koude Oorlog. „Wat is er eigenlijk geworden van dat ei landje Cuba en Fidel Castro, die ons zoveel problemen bezorg de?", vraagt Bush aan Gor batsjov. „Ik weet het niet", zegt Gorbatsjov. „Laten we er naar toe gaan om het uit te zoeken." Bij aankomst blijkt Havana te zijn veranderd in een dichtbe groeid woud. Het enige levende wezen dat ze aantreffen is een man, gekleed in een lendedoek, die met twee stenen vuur pro beert te maken. „Als deze ste nen niet willen vonken", zegt hij, „dan zal de regering zeker vallen." Een van de meer cynische moppen tot besluit: Vóór de revolutie stond op de borden in de dierentuin van Havana: "Het voederen van de dieren is verboden". Later werd die tekst vervangen door "Pak geen voedsel af van de dieren." En tegenwoordig staat staat er: "Het eten van de dieren is ver boden." Voorzitter Joodse Raad Bubis: Op dreigbrieven staat tegenwoordig een afzender Bomaanslagen en brandstichtingen op joodse gedenk plaatsen, telefonische terreur en dreigbrieven bij joodse gemeenten, hakenkruizen en antisemitische kreten op joodse graven en gebouwen. Is het militante en ideologi sche anti-semitisme teruggekeerd op het Duitse politieke toneel? Wordt het anti-semitisme weer salonfahig! BERLIJN HANS HOOG EN PUK CORRESPONDENT Ignatz Bubis, een 65-jarige ma kelaar in onroerend goed uit Frankfurt en sinds twee maan den voorzitter van de Centrale joodse Raad in Duitsland: „Het ziet er wel naar uit." Hij geeft aan waaraan hij die indruk ont leent: Vroeger kreeg ik bijvoor beeld sporadisch dreigbrieven, maar die waren allemaal ano niem. Sinds een paar weken ko men er veel meer en hel ergste is dat de afzender erop staat." „Maar niet het anti semitisme is toegenomen, dat was er altijd al. Helaas komt deze latent aan wezige stroming steed6 meer aan de oppervlakte. Het maat schappelijk systeem is nog in staat de situatie meester te blij ven, maar de waarschuwingen mogen niet langer worden ge negeerd." Volgens Bubis is de toestand nog niet zo geëscaleerd dat jo den weer bang moeten zijn. „Velen zijn wel ongerust. Ze zijn gaan nadenken over die schen dingen van de begraafplaatsen en aanslagen op voormalige concentratiekampen. Ik hoop dat de democratie zich te weer zal stellen tegen dit extremisme en ik hoop dat de situatie wat kalmer zal worden. Anti-semi tisme hebben we momenteel overal in Europa, behalve dan in uw tolerante land. Maar het alarmerende in Duitsland is, dat het met geweld gepaard gaat." Licht ironisch voegt hij eraan toe: „Geweid tegen levende jo den hebben we nog niet. Trou wens die zijn niet zo makkelijk te vinden, want het zijn er nog maar 40.000 op een bevolking van 80 miljoen." Gepakte koffers In de joodse gemeente van Ber lijn leeft die angst voor de toe komst wel degelijk. In gesprek ken wordt duidelijk dat veel mensen al weer op gepakte kof fers zitten. Bij de traditionele herdenking van de Reichskris- tallnacht van 9 op 10 november 1938 de eerste grote pogrom was de grote zaal van het joodse centrum overvol. De voorzitter van de joodse ge meente in de Duitse hoofdstad, Jerzy Kanal, zegt dagelijks ge confronteerd te worden met de bange vraag van gemeenteleden of ze nog wel een toekomst in Duitsland hebben. „Een maand geleden zou mijn antwoord nog hebben geluid: natuurlijk, deze democratie is krachtig genoeg om dit geweld van extreem rechts aan te pakken, maar Kanal: „De mensen zien name lijk dat de verantwoordelijke or ganen, justitie en staat, deze ontwikkeling geen halt toeroe pen. De politici moeten hard optreden en ophouden over randverschijnselen te praten. Ik Ignatz Bubis: „Geweld tegen le vende joden hebben we nog niet. Trouwens die zijn niet zo makke lijk te vinden, want het zijn er nog maar 40.000 op een bevolking van 80 miljoen." FOTO AP» BERND KAMMERER roep de burgers in dit land op niet langer te zwijgen en de straat niet aan het gepeupel over te laten." Vreemden Voor Jerzy Kanal, een rustige 60-plusser, is de grens van het aanvaardbare al lang overschre den. Als voorbeeld noemt hij Rostock, waar de politie wel kei hard optrad toen een groep ra dicale Franse joden demon streerde, „maar niet in actie kwam toen rechts-extremisti- sche jongeren flatgebouwen in brand staken om zo mensen le vend te verbranden." Kanal: „Waarom heeft dat nog steeds geen politieke conse quenties gehad? Zijn het dan al leen joden die niet accepteren dat pogingen tot doodslag niet strafrechtelijk worden vervolgd? En doelend op de inmiddels afgetreden CDU -politicus Schmidt uit Rostock, die had gesuggereerd dat Bubis als jood eigenlijk in Israël thuishoort, zegt Kanal: „In Duitsland wo nende joden af te schilderen als vreemden om hen blijkbaar het recht te ontnemen'op misstan den te reageren, is een schan daal." Ook Bubis ziet als een van de grootste gevaren dat de Duitsers de joden als vreemden blijven zien. Gepeupel Beide joodse voorlieden zijn ab soluut tegen de verandering van het liberale asielartikel in de Duitse Grondwet. Kanal: „Als in de jaren dertig landen het recht op asiel in hun Grondwetten zouden hebben gehad, waren ontelbare joodse levens gered." De Berlijner over de steeds bre der wordende politieke meer derheid om dat grondwetsarti kel te veranderen: „Wie nu on der druk van het geweld op straat artikel 16 ter discussie stelt, geeft toe dat het gepeupel Vernielingen op een joodse begraafplaats. de politieke richting in dit land bepaalt." Bubis: „Een verandering van de Grondwet is niet noodzakelijk. Veel eerder zou men gebruik moeten maken van de al aange nomen wetten om de procedu res te versnellen. Er zijn te wei nig ambtenaren, heette het, na dat in de praktijk was gebleken dat het resultaat van een snelle re behandeling vrijwel nihil was. En dat in een land waar drie miljoen mensen werk zoeken..." Hij vreest dat de oppositiepartij SPD uit opportunisme ook door de bocht gaat en toestemt in wijziging. De liberaal Bubis ver dedigt beslist niet de ongecon troleerde stroom buitenlanders. Natuurlijk moeten dat er min der worden, vindt hij. Mensen die niet vanwege hun ras, religie of politieke overtuiging worden vervolgd, dienen volgens hem na een juridische procedure snel te worden teruggestuurd, maar werkelijk vervolgden moe ten het recht op asiel houden. Zwijgende meerderheid Kanal en Bubis vinden dat de massademonstratie van afgelo pen zondag in Berlijn het begin moet zijn van het verzet van de grote meerderheid tegen het ge weld van extreem-rechts. Daar bij mogen de mensen zich vol gens de twee niet laten afschrik ken door de paar honderd link se autonomen, die met hun eie ren, zakjes verf en stenen voor een onuitwisbare smet op dit massale volksprotest tegen vreemdelingenhaat zorgden. Ignatz Bubis maakt zich zorgen FOTO EPA over de toekomst, maar daarbij spelen de skinheads en rechtse fanatici een minder grote rol dan de proteststemmers en de zwijgende meerderheid. Tegen het geweld van de neo-nazi's moet de staat in zijn ogen nu eindelijk net zo hard optreden als vroeger tegen de Rote Armee Fraktion. Op de vraag wanneer voor Ig natz Bubis de grens is over schreden en hij Duitsland ver laat, geeft hij na enige aarzeling een concreet antwoord: „Ik ga als ik het gevoel heb dat de poli tieke partijen en de regering niets tegen dit extremisme on dernemen. Nu heb ik dat gevoel nog niet. Ik stel wel vast dat de politici niet energiek genoeg optreden." ROTTERDAM PtM FORTUYN Een koude winderige novemberdag. Het NOS-joumaal is present. De staatssecretaris van justitie, de socia list Kosto trekt een doek weg van een bord achter prikkeldraad in de Bijl mermeer. Op dat bord prijkt de naam van grenshospitium. Buiten het prikkeldraad een handjevol mili tante demonstranten op afstand ge houden door de politie. Binnen het prikkeldraad wat verkrampt lachen de heren die samen met Kosto op de foto gaan. Het gebouw ligt naast de Bijlmerbajes en is omgeven door manshoge hekken en veel elektroni ca. Hier mogen de illegalen voortaan wachten totdat ze uitgeprocedeerd zijn. De staatssecretaris van justitie werkt er hard aan de procedure in te kor ten, opdat ze zo snel mogelijk het land weer kunnen worden uitgezet. Een enkeling mag, zoals u weet, blij ven. Het lijkt net een gevangenis merkt één van de journalisten tegen Kosto op. De staatssecretaris rea geert geprikkeld. Het grenshospi tium is helemaal geen gevangenis. Immers, eenieder die er in zit, mag er zo weer uit als hij dat wil. Alleen moet hij dan wel linea recta terug gaan naar het land waar hij vandaan komt. In dat geval wil de staatssecre taris hem zelfs nog wel een handje helpen. De manier waarop dit alles wordt gepresenteerd is vanuit een koel be rekenende technocratisch - bureau - cratische houding. Kosto presenteert zich graag op die manier en groeit met name de laatste tijd in deze rol. De moedige harde emotieloze socia list die het aandurft om illegalen zonder pardon het land uit te gooien op het moment dat de regels dat toestaan. Hitler-Duitsland De journalist herinnert Kosto aan de jaren dertig toen vluchtende joden door autoriteiten zoals hij onmiddel lijk bij de grensovergang weer wer den teruggestuurd naar Hitler-Duits- land. Dan gebeurt er iets merkwaar digs. Mijn verwachting was dat Kosto terecht boos zou worden over deze vergelijking, want die gaat im mers net een brug te ver. Maar nee, Kosto wil niet oordelen over de toenmalige gezagsdragers en maant ons zelfs tot begrip omdat die ge zagsdragers van toen niet konden weten wat wij nu weten. Verbijste ring maakt zich van mij meester. De jounalist ging met zijn opmerking helemaal geen brug te ver. Kosto toonde gewoon begrip voor die toenmalige bureaucraten. En mis schien heeft hij daarin nog wel gelijk ook. Zijn wij zo veel anders dan toen als het er echt op aan komt? Het ziet er niet naar uit. Het geroep om harde maatregelen tegen illegalen is niet van de lucht. De autoriteiten ver dringen zich momenteel bij de me dia om er ieder vanuit hun eigen perspectief nog een schepje boven op te doen. Politici, burgemeesters, ministers en hoofdcommissarissen van politie, ze zijn allemaal present en de een drukt zich nog krachtiger uit dan de ander. En ze worden er om geprezen, want het is zeer moe dig van Wim Kok en Felix Rotten berg dat zij zich ferm uitlaten over de illegalen. Illegalen moeten het land uit vinden zij. Zo eenvoudig zit dat. Maar wat houdt die moed eigenlijk in? Van de illegalen hoeven ze niet bang te zijn. Die houden zich na al dat tumult wel koest. En van Janmaat hebben de dames en heren poltici ook niets meer te vrezen. Ze hebben een deel, zeker qua toonzetting, van zijn poli tieke programma overgenomen. Janmaat kan dik tevreden zijn en kan Kok, Rottenberg, Kosto, Bolke- stein en nog wat van dit soort heren als zijn begunstigers inschrijven. Ze bereiken daar overigens wel mee dat er niet meer op de partij van Jan maat, de Centrumpartij, gestemd hoeft te worden. Een aantal van die thema's is tenslotte al overgenomen door grote politieke partijen als de PvdA, de WD en het CDA. Samaritaan Daar zit ook iets wrangs in. Zeker als het gaat om het CDA en de PvdA. Het CDA heeft tenslotte bij tijd en wijle de mond vol gehad van aller hande varianten op de bijbelse para bel van de barmhartige Samaritaan. De PvdA heeft een lange internatio nalistische traditie van het opkomen voor groepen mensen die onder drukt worden. En uitgerekend de PvdA loopt nu voorop in woord en in daad als het erom gaat de illega lenproblematiek hardhandig aan te pakken. De redenen waarom politici als Bol- kestein, Rottenbergen Brinkman zich steeds krasser uitlaten, laat zich gemakkelijk raden. De illegal en-pro blematiek speelt zich immers niet af in de woonsteden van de midden klasse en de rijken. Hun verwarmde garages worden niet bewoond door illegalen. Nee. Illegalen kruipen in bij hen die hier min of meer legaal verblijven met als gevolg een pro bleemconcentratie in die toch al moeilijke stadssaneringswijken. Daarnaast maken politici zich mees ter van de angst van de middenklas se. Een klasse, die tegenwoordig overal bang voor is. Om 's avonds op straat te lopen of om een illegaal tegen te komen. Kortom bang, doodsbang voor het stedelijk leven dat ook in Nederland zijn harde kanten begint te kennen. Het antwoord op deze angst van de middenklasse en de te verwachten spanningen in de stadssaneringswij- ken is vooralsnog spierballentaal; want het mag nu ook weer niet te veel kosten. Met deze spierballentaal wordt overigens wel het gevoel van onbehagen dat er is verder aange wakkerd. En dat vormt op zichzelf weer een aardige voedingsbodem voor een es calatie. We zitten heel dicht aan te gen een neerwaartse spiraal. Van po litici zou je mogen verwachten dat ze deze spiraal trachten te breken in plaats van op de golven mee te gaan. Geen oplossingen Ondertussen bestaan ervoor het il- legalenprobleem absoluut geen een duidige en eenvoudige oplossingen. Sterker nog, we zullen hebben leren te leven met de paradox dat illegaal verblijf in ons land verboden is en dat we tegelijkertijd met illegaal hier verblijvende personen zullen moe ten samenleven. We hebben de regel dat illegalen hier niet mogen verblij ven nodig om het probleem van te veel illegalen in te dammen. We zul len met hen hebben te leren leven, omdat we ze doodeenvoudig niet te gen kunnen houden. We kunnen ze niet tegenhouden omdat de proble men in Oost-Europa, de voormalige Sovjetunie en Afrika van dien aard zijn dat ze niet op korte termijn kun nen worden opgelost. Sterker nog, het is reëler om te ver wachten dat het aan de oost- en zuidgrens van Europa nog veel moeilijker gaat worden. Naarmate de instabiliteit daar toeneemt zal ook de druk op grenzen toenemen. Steeds meer mensen in het Oosten en het Zuiden zullen hun geluk wil len gaan beproeven in die grote rijke stad: West-Europa. En daartegen helpt niets, zelfs geen elektronisch hek rond ons deel van Europa. In de Verenigde Staten kun je dat letterlijk zien. Er staat een zwaar be waakt hek tussen Mexico en de VS en toch is de eerste taal in het zui den van California al lang niet meer het Engels, maar het Spaans. Dag in dag uit weten stromen Mexicanen de VS binnen te dringen en vestigen zich in de buurt van hun voorgan gers. Iets soortgelijks staat ons vanuit het Oosten en het Zuiden te wachten. Het probleem wordt nog versterkt doordat onze economieën en culturen steeds internationaler georiënteerd raken. Schiphol loopt gewoon vast indien we daar alles en iedereen gaan controleren en alle reisdocumenten moeten onderzoe ken op hun geldigheid. Je kunt niet èn een open op de wereldmarkt ge oriënteerde economie willen hebben die heel veel welvaart brengt en te gelijkertijd je grenzen hermetisch sluiten. Dat is uitgesloten en zoals gezegd het bewijs voor deze stelling is te bezichtigen in de VS. Duitsland Daar komt nog bij dat we al piepen voordat we gebeten worden. Duits land maant ons inmiddels om ons deel van de problematiek op ons te nemen. Naast de talloze vluchtelin gen worden er naar schatting zo'n 40.000 personen per maand door het illegale circuit in Duitsland opgeno men. Dit reeds gedurende een aantal jaren. Duitsland begint het maxi mum zeer dicht te naderen. Landen als Italië, Frankrijk en Spanje heb ben al heel veel Afrikanen legaal en illegaal moeten opnemen. De bin nengrenzen verdwijnen in de loop van 1993 er dan zal ook Nederland zijn bijdrage hebben te leveren. Dat wordt ons helemaal niet gevraagd, dat gebeurt gewoon. De situatie in ons land is op dit mo ment nog verre van explosief en toch maken we al heel veel kabaal. Het zou ons eens wat bescheidener moeten maken in ons oordeel over onze oosterburen. De racistische rel len daar zijn natuurlijk afschuwelijk, naar je kunt ook zeggen dat het ge zien de omvang van de problema tiek nog wel mee valt. En dat er ken nelijk ook heel veel Duitsers zijn die proberen om met de illegalen samen te leven. We zullen dus moeten in schikken om plaats in te ruimen in ons keurige vaderland voor de vesti ging van grote aantallen buitenlan ders. Tegelijkertijd moeten we proberen om met behulp van onze wetten en regels de toestroom van buitenlan ders te kanaliseren. We kunnen pro beren om het probleem van in ons land verblijvende illegalen beheers baar te houden. Als we daarin slagen hebben we het maximale bereikt. Dat vergt veel pappen en nat hou den en een niet al te rechtlijnig op treden. Dat is een moeilijke bood schap voor politici. Kennelijk te moeilijk! Prof. dr. Wilhelmus S. P. Fortuyn is Bijzonder Hoogleraar Arbeidsvoor waardenvorming aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam. Paraat W92-- STE.L ve VIJAN7 VALT ONS LAW &IMN6K1 W JÊ \1E#C U&T 3°°° MANSCHAPPEN- WAT {P£-JE. PAK)- ...eex) eftef sch&JI/£NI KJAAP. HOT NRGHWÊIS" &LAV WAAftN IR MOM VtaoNTpusriNéj uirsp&eK ó\j&t HtT F6Jr PAT zo'N chaos

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 2