'Liefde is als een
enorme hete oven'
Benoite Groult gaat voortdurend op herhaling
Van Assen: diepgang en tempo
Cultuur&Kunst
De
Beeldgedichten: een
praatje bij een plaatje
DONDERDAG 12 NOVEMBER 1992
REDACTIE CEES V
Jeanette Winterson en het zoeken naar de heilige graal
Jeanette Wintersons nieuwste roman 'Written on the
body' is een ode aan de liefde. Daarin gaat ze heel ver.
Niet in het beschrijven van de lichamelijke aspecten er
van, wat dat betreft blijft de 32-jarige Winterson net als in
eerder werk terughoudend. Maar wel in de acceptatie
van wat nogal eens als onappetijtelijk wordt gezien.
AMSTERDAM TINEKE STRAATMAN
Halverwege het boek verdiept
de naamloze verteller zich in
een aantal korte hoofdstukken
in de „cellen, weefsels, stelsels
en holten'' van het lichaam van
de geliefde, de beeldschone
roodharige Louise met de
crèmekleurige huid. Zakelijk
weergegeven medische gege
vens, waarbij geen detail wordt
geschuwd, vloeien ongedwon
gen over in poëtische passages
waarin de adoratie voor de ge
liefde wordt uitgesproken. Het
effect is bijzonder. Het is alsof
Winterson het met huid en haar
accepteren van de geliefde
op zich een bijna cliché matige
uiting van verliefdheid tot in
zijn uiterste consequenties
heeft doorgedacht. De bewering
van de verteller dat niets aan de
ander weerzinwekkend is wordt
er in elk geval onaantastbaar
door.
Rauwe onderbuik
bevestigt Winter
son, die voor de promotie van
de Nederlandse vertaling enige
dagen in Nederland is, dat ze
zien met het uitbundige loflied
op de stoffelijkheid van het li
chaam heeft willen afzetten te
gen de in het christelijke westen
zo gangbare scheiding tussen li
chaam en geest. „Ik wilde het li
chaam verheerlijken, doordrin
gen in de rauwe onderbuik, en
er tegelijkertijd de kwetsbaar
heid van aantonen. Lichaam en
geest zijn één. Daarmee wil ik
niet beweren dat de geest niet
belangrijk is, integendeel. Het
bijzondere van de mens is juist
dat hij niet alleen streeft naar li
chamelijk plezier. Anders zou
den we ook niet zo'n bewonde
ring voelen voor al diegenen die
het lichamelijke opzij zetten
voor een leven van de geest."
„Bovendien, voor een kunste
naar is geestelijk leven onont
beerlijk. Waarom zou een schil
der anders honger lijden om
verf te kopen? Natuurlijk is het
waar dat we vanuit de katholie
ke middeleeuwen het idee heb
ben meegekregen dat het li
chaam niet belangrijk is. Aan de
andere kant, de hang naar ma
teriële zaken maakt mensen on
gelukkig, onzeker. Ik acht het
mijn taak als kunstenaar om
duidelijk te maken dat er ook
zaken zijn die de ziel kunnen
voeden. Ik weet dat het belang
rijk is om mijn lezers door fysie
ke details te raken, maar ik wil
ook verder gaan."
Dat verder gaan in de zin van
aandacht voor het geestelijke
uit zich in 'Written on the Body'
vooral in het onderzoeken van
de cliché-taal die we gebruiken
om gevoelens van liefde te ver
woorden. Wat Winterson „de
doorgezakte fauteuil van de cli
chés" noemt. Die clichés zorgen
voor de problemen. Hoe, zo
vraagt de verteller zich af, vind
je een scherp omlijnde ver
woording voor een scherp om
lijnde emotie als je in een tijd
leeft waarin 'ik hou van jou' al
tijd een citaat is.
Met de ongeremde schets van
een mateloze liefde is 'Written
on the Body' in zekere zin een
terug naar af. Naar het af van
'Oranges are not the only fruit',
waarin behalve over de lesbi
sche bewustwording ook uit
voerig wordt gerapporteerd
over het knellende religieuze re
gime van een pinkstergelovige
pleegmoeder. Aan het einde van
dat debuut verlangt de ik figuur
Jeanette naar iemand die „fel is
en van me zal houden tot de
dood en weten dat liefde net zo
sterk is als de dood. Ik wil ie
mand die me zal vernietigen en
door mij vernietigd worden."
Dat verlangen naar een absolu
te liefde uit het debuut vindt
zijn anker in de nieuwste ro
man, maakt de cirkel rond. Te
meer omdat de twee tussenlig
gende boeken, 'Sexing the
Cherry' en 'Passion', juist gin
gen over de onmogelijkheid van
Jeanette Winterson: „Voor een kunstenaar is geestelijk leven onontbeerlijk. Waarom zou een schilder anders
honger lijden om verf te kopen?" foto cpd/jiluanedelstein
de ware liefde.
Eerder dan de cirkelgang die
Winterson daaarmee in mijn
ogen heeft gemaakt ziet de au
teur een spiraal in haar literaire
ontwikkeling. Een omhoog
gaande spiraal waarin de din
gen die haar bezighouden
steeds weer terugkomen. „De
grote vragen komen nu een
maal altijd terug. Liefde, of het
verlies ervan, neemt in ons le
ven de belangrijkste plaats in.
Mijn taak is het om dat feno
meen te onderzoeken en te be
grijpen. Het is een speurtocht
naar de heilige graal. We weten
dat we die niet kunnen vinden,
op zijn best kunnen we slechts
vermoeden hoe de perfecte lief
de eruit ziet, maar ik geloof er
wel in. Misschien ook omdat ik
op dit moment die liefde i
Written on the Body, uitgege
ven door Jonathan Cape en ge
ïmporteerd door NUsson
Lamm kost 56,80. De Neder
landse vertaling, Op het li
chaam geschreven, wordt uit
gegeven door Contact en kost
29,90.
RECENSIE ASTRID VAN DEN BERC
Benoite Groult: Het leven zoals het is.
Uitg Arena. Gebonden, 39,50.
Marion werd al jong weduwe.
Dat was, begin jaren vijftig, een
gelukkige omstandigheid voor
een meisje van vijfentwintig. Ze
was bevrijd van de bevoogding
van haar ouders, stond niet
meer onder die van haar echt
genoot, had een appartement
voor haarzelf en een beroep
waarvan ze kon leven. Vrijheid
dus. Na twee jaar hertrouwt ze
met een man die er een minna
res op nahoudt. Marion weet
het, maar zegt niets uit angst
om hem te verliezen. Uiteinde
lijk neemt ze een beetje wraak
op hem.
't Kan goed zijn dat het bo
venstaande menigeen bekend
voorkomt. Het is een korte
schets uit Het leven zoals het is,
de nieuwe roman van Benoite
Groult, maar iemand die de
bestsellerlijsten een beetje bij
houdt heeft iets dergelijks al
minstens twee keer eerder kun
nen lezen. En wel in de twee
boeken van Groult die eerder in
Nederlandse vertaling versche-
Een bekend gezegde is dat
schrijvers in hun hele leven ei
genlijk maar één boek schrijven.
Groult is wel de verpersoonlij
king van dit gezegde. In Zout op
Benoite Groult: voorkeur
mijn huid en Een eigen gezicht in Het leven zoals het is een
voert de Franse schrijfster een- hoofdrol speelt. Een vrouw die
zelfde vrouw ten tonele, als die worstelt met de ontrouw van
haar echtgenoot en zich in de
armen van een man stort die
haar alleen lichamelijk aantrekt.
Deze man is onveranderlijk een
heerlijk 'mannetjesdier', die
vindt dat intelligentie niet iets is
om je voor te schamen, maar
waar je uitstekend zonder kan.
Deze man heeft eveneens
onveranderlijk een vertede
rend slechte smaak. Hij houdt
van uitbundige Hawaï-shirts en
kitscherige souvenirs. „'Hand
made', voegde hij er opgetogen
aan toe, terwijl hij me op de ket
tingen van geverfde schelpen
wees, alsof de menselijke hand
een fantastisch instrument was
geworden dat in onbruik was
geraakt." Dit zinnetje komt uit
Het leven zoals het is, maar het
zou net zo goed passen in
Groults andere romans. „Lou
was niet geïnteresseerd in intel
ligentie, vooral niet bij een man!
vermeldt Groult triomfante
lijk in Een eigen gezicht.
Een andere sterke overeen
komst tussen de drie romans
van Groult die in het Neder
lands zijn verschenen (in totaal
schreef ze er meer dan tien) is
de verheerlijking van de zee en
alles wat er mee samenhangt:
vis, vissers en vissersmentaliteit.
Dezelfde contrasten duiken tel
kens op: het grijze Bretonse
weer aan de weerspannige Bre
tonse kust tegenover de uitbun
dig warmte van de eilanden in
zuidelijke zeeën. Met de uitein
delijke vertederde voorkeur
voor het eigen, wat achterlijke
Bretagne, zoals een moeder al
tijd haar eigen lelijke zoontje
mooier vindt dan het prachtig
ste kind van een ander.
In Het leven zoals het Is is
het contrast uitgedrukt door de
wereldreis die de negen perso
nages op een luxejacht maken.
Begin- en eindpunt voor Ma
rion is 'good ol' Bretagne.
Ook maar al te afgezaagd zijn
de passages in Groults werk,
waardoor de schrijfster de naam
heeft gekregen een feministe te
zijn. Niet alleen afgezaagd om
dat ze in al haar romans terug
keren, maar vooral omdat
soortgelijke uitspraken al sinds
het eind van de jaren zestig
door de wereld echoën. Een ar
gument ter verdediging van
Groult zou kunnen zijn dat Het
leven zoals het is in 1972 in
Frankrijk verscheen. Ze heeft de
pech dat het boek nu pas in Ne
derlandse vertaling verschijnt.
Inmiddels zijn de 'feministische
passages' in het werk hopeloos
achterhaald.
Groults nieuwste boek in Ne
derlandse vertaling, dat in feite
het oudste is dat hier wordt uit
gegeven, kan beter ongelezen
blijven als je haar andere werk
al kent. Aan degenen die nog
onbekend zijn met haar werk
zou ik willen zeggen: Pik er
maar één uit, maakt niet uit
welke, want ze zijn inwissel
baar. Ik heb in ieder geval geen
voorkeur. Voor geen enkele.
JEUGDLITERATUUR RECENSIE
CASPER MARKESTEUN
'De gemaskerde wreker' door Klaas van
Assen, uitgeverij Querido. 22,90.
'De sprong van de jaguar' door Theo
Hoogstraten, uitgeverij Sjaloom,
24.90.
'De ondergronders' door Margaret Ma-
hy. uitgeverij Querido, 24,90.
Vorige week vrijdag was er in de
Koninklijke Bibliotheek in Den
Haag een massaal bezocht sym
posium over jeugdliteratuur.
Ook Evert Hartman gaf acte de
présence. Hij zei in zijn werk
voortdurend op zoek te zijn
naar een evenwicht tussen
diepgang en tempo. Te veel van
het eerste geeft volgens hem
langdradigheid, te veel van het
tweede levert oppervlakkigheid.
Enkele onlangs verscheden
boeken bezitten dat volgens
Hartman zo nodige evenwicht.
Klaas van Assen, die vorig jaar
al een belofte inhield met zijn
debuut Gu/innie, maakt die be
lofte helemaal waar met zijn
prachtige De gemaskerde wreker
voor lezers vanaf tien jaar. Een
absoluut bijzonder boek over
een zo mogelijk nog aparter jo
chie. Dani valt uit de toon: hij is
een snel en oorspronkelijk den
kertje en nogal lelijk. De enige
klasgenote die wat in hem ziet
is een meisje dat Gwinnie
heet. Dani's vader |o is een
soort recycling-lorrenboer, zijn
moeder Marrit is schoonheids
specialiste en hun paard Para
dijsvogel is berucht vanwege
zijn walmende scheten. Met de
ze en nog een paar andere inte
ressante verhaalfiguren maakt
Van Assen een tegelijk humoris
tisch, gevoelig, lichtvoetig, zeer
goed leesbaar verhaal met flit
send origineel taalgebruik.
Tempo en diepgang vechten
om voorrang.
De sprong van de jaguar is het
beste boek van Theo Hoogstra
ten tot nu toe. Minder gruwelijk
dan Ijzige poppen, veel beter ge
schreven dan De Ramp. Voor le
zers vanaf de brugklas een boei
end verhaal dat zowel in tijd als
ruimte ver weg is. Een fraai, ge
loofwaardig historisch verhaal
dat drieduizend jaar terug
speelt.
Als uitgangspunt heeft het de
hypothese dat het hoog ontwik
keld Indianenvolk de Olmeken
uit Mexico, wel eens heel vroeg
Europa ontdekt zou kunnen
hebben. Een hoofdrol is wegge
legd voor slaaf Pintar, die op
passer is van Nezar, de jaguar
die als mascotte mee op reis
gaat om de goden gunstig te
stemmen. Het verhaal heeft niet
de haast traditioneel goede af
loop, maar eindigt in het laatste
hoofdstuk met een tijdssprong
naar het heden, waar het open
einde van daarvoor ingevuld
wordt.
Dat niet alleen Renate Dor-
restein uit de weg kan met het
thema van de ontaarde moeder,
laat Margaret Mahy zien in De
ondergronders. De elfjarige Tris
woont met zijn vader in een uit
hoek van een stukje Nieuw-
-Zeeland, verstoken van alle
comfort. De moeder van Tris
heeft op een kwade dag genoeg
van 'dat romantische gedoe' en
stapt op om nooit meer terug te
keren. Het verhaal begint een
voudig en rustig, maar wint
naarmate het einde nadert aan
ingewikkeldheid en tempo. Dan
wordt ook duidelijk dat de rela
tie die Tris krijgt met het meisje
Winola, die uit het nabije kin
dertehuis is ontsnapt, com
plexer is dan je op het eerste ge
zicht vermoedt.
Vijf van de zeven verhalen uit
De koe die van het leven hield
van Els Pelgrom verschenen
reeds eerder in kranten of boe
ken.* Hoewel lezenswaard ge
noeg, biedt deze nieuwe Pel
grom niet haar bekende
driesterrenkwaliteit. Meer een
aardig tussendoortje. Het lange
verhaal De Galjard is veruit het
best. In zes afleveringen wordt
telkens een stukje beschreven
uit het lange leven van een wa
termolen.
Erotiek
„Ik ben tuk op clichés". Zo be
gint Dany Laferrière één van
zijn verhalen in de bundel Eros
hima. Inderdaad: van clichés
staat dit boek bol. Het is dan
ook de vraag hoe clichés kun
nen worden vermeden in een
verhalenbundel die alleen maar
over erotiek gaat. Sinds het
Hooglied en de Kama Sutra
werkjes die al duizenden jaren
oud zijn is het onderwerp
uitgeput; je vraagt je af waar die
behoefte om er steeds opnieuw
over te schrijven vandaan komt.
Seks is van alle tijden en de
handeling op zich is nooit noe-
menswaardigveranderd.
Het blijft een feit: erotiek kun
je beter bedrijven dan beschrij
ven. Als literair onderwerp is de
geslachtsdaad hoogstens ge
schikt als kapstok voor interes
santere beschouwingen. In
Eroshima zijn die niet te vin
den, al zijn het nu eens geen
blanken, maar een (Haïtiaanse)
neger en Japansen die het met
elkaar doen.
Verder poetst Laferrière de
gebruikelijke clichés nog eens
op: seks en dood (de Bom), seks
en geweld, seks op ongebruike
lijke plaatsen (de metro, een da
mestoilet), seks en lustopwek-
kend eten (vis), lesbische seks,
seks en Rita Hayworth. Zo zie je
maar weer: alle rassen op aarde
denken er hetzelfde over en La-
ferrières beschouwingen zijn
dus ten ene male oninteressant.
Terug naar de Karna Sutra maar
weer.
Dany Laferrière, Eroshima.
Vert. Christ van de Poel. Uitg.
Kritak-Goossens,1992. Prijs
29,50 gld.
WILFRED SIMONS
echt in brede kring populair ge
worden. Dat komt vooral door
dat de Franse geleerden veel be
langstelling hebben voor het
dagelijks leven in ver vervlogen
tijden. Dat spreekt lezers veel
meer aan dan jaartallen of sta
tistieken, waarachter het werke
lijke leven maar al te vaak
schuilgaat (al mag niet gezegd
worden dat Franse historici
geen jaartallen gebruiken en
geen statistieken kunnen ma
ken!).
Eén van de historici die aan
deze 'nieuwe' geschiedenis
heeft bijgedragen, is George
Duby. Hij is nog altijd heel ac
tief, maar toch achtte hij blijk
baar het moment gekomen om
zijn leven te boek te stellen in
een 'intellectuele autobiografie':
De geschiedenis gaat door. Een
écht levensverhaal is het niet,
want of Duby een vrouw heeft
en kinderen komen we niet te
weten. Wel valt er veel te lezen
over Duby's promotie-onder-
zoek en over zijn werk aan de
universiteit van Aix-en-Proven-
ce en aan het Collége de France.
Ook legt hij uit hoe hij beïn
vloed is door de twee intellectu
ele reuzen van het Franse histo
rische bedrijf: Lucien Febvre en
Mare Bloch.
De geschiedenis gaat door is
helder geschreven en vlot ver
taald. Maar om Duby's intellec
tuele levensverhaal goed te kun
nen volgen moet de lezer toch
wel thuis zijn in een vak dat his
torici 'historiografie' noemen:
de geschiedenis van het eigen
vak. Ik betwijfel of Nederland
veel van zulke lezers telt.
George Duby, De geschiede
nis gaat door. Het verhaal van
een historicus. Vert. Eef Grata-
ma. Uitg. Van Gennep 1992.
34,50 gld.
W.S.
Georges Dubv E
GESCHIEDENIS GAAT
DOOK
Geschiedenis
Franse historici hebben in deze
eeuw het aangezicht van de ge
schiedwetenschap veranderd.
Natuurlijk waren er altijd geïn
teresseerde leken die de studies
van vakhistorici lazen, maar
met de opkomst van de menta
liteitsgeschiedenis is het vak pas
die over Bruegels beroemde
schilderij 'De val van Icarus'
handelen. De auteur vond een
aantal gedichten over vazen. Hij
gaat onder meer op beeldge
dichten van Kopland en Van
Toom in. Ook verbindt hij de
poëzie- en de beeldende kunst
van Lucebert met elkaar. Aardig
is een beschouwing over het
wezenlijk belang van Anthonij
de Vries' illustraties bij 'De Ge
dichten van den Schoolmees
ter'. Van Deel zorgt dus voor
veel variatie, misschien wel te
veel. Ook beschouwingen van
een heel ander slag kregen na
melijk een plaats in de bundel.
Er is een zeer kritisch stuk
over J. C. van Schagen, de dich
ter die de weg naar de prulle-
mand niet wist te vinden. Zijn
kunstopvatting wordt samenge
vat met de leus 'Zijner is de vol
strekte hutspot' en Van Deel le
vert sterke argumenten voor
een 'teenkrullende gêne' die bij
hem opkomt als hij Van Scha-
gens wérk leest. Hij tracht ook
Guido Gezelle van zijn troon te
stoten, deze zou te veel priester
in plaats van dichter zijn ge
weest.
Verder polemiseert Van Deel
met hen die het wagen „lache
rig te doen over de studie neer
landistiek." Het boek wordt be
sloten met een fraaie bespiege
ling over een antiek beeld dat
zomaar in een tuin op het
Griekse eiland Naxos ligt. Hij
heeft er ook eens een gedicht
gewijd, het artikel is er een
Uit 'De gemaskerde wreker' van Klaas
RECENSIE HANS WARREN
T. van Deel Als ik tekenen kon. Essays -
200 pag /Geïllustreerd/f 39,50 - Querido,
In 1988 verscheen de door dich
ter en criticus T. van Deel sa
mengestelde bloemlezing met
verzen over beeldende kunst 'Ik
heb het Rood van 't Joodse
Bruidje lief. Het onderwerp laat
hem en anderen niet los.
Het zogenoemde 'beeldgedicht'
komt ook uitgebreid ter sprake
in zijn onlangs verschenen es
saybundel 'Als ik tekenen kon'.
De verhouding tussen poëzie en
andere kunsten is en blijft een
interessant onderwerp. Maar in
de praktijk zijn de beeldgedich
ten zelden indrukwekkend.
Heel wat dichters hebben op
een gegeven moment de be
hoefte van hun bewondering
voor een bepaald schilderij blijk
te geven. De goede bedoeling
ten spijt, ontstijgt zo'n vers niet
vaak het peil van een praatje bij
een plaatje. We zien maakwerk
in plaats van bevlogenheid.
Het is geen toeval dat S. Vest
dijk bijzonder veel gedichten
over beeldende kunst heeft ge
schreven. Hij is bij uitstek de
dichter die niet van inspiratie
afhankelijk was. Voor zijn ijver
kan men niet anders dan waar
dering hebben, maar in het al
gemeen staat er nauwelijks
spanning op zijn werk. Vestdijk
is onbetwist de hoofdpersoon in
het boek dat Van Deel publi
ceerde. Hij deed diverse aardige
ontdekkingen, wist handschrif
ten te ontcijferen die volstrekt
onontcijferbaar lijken.
In 'Als ik tekenen kon' wor
den ook gedichten besproken
Het
taar fascineert meer dan hel
vers zelf, zoals dat bij beeldge
dichten pleegt te gaan. De
sterkste aanwijzing dat er iets
mis moet zijn met dit poëtisch
genre.
net uit