'Mode heeft niets met leeftijd te maken,het is een mentaliteit' Leven en wonen Werk van jonge ontwerpers bij DAD Geweldige toekomst voor zakcomputers Wie niet sterk is moet slim zijn tig' MAANDAG 26QKTOBER 1992 21 Vlak na de oorlog waren er nog helemaal geen stilisten. Nu bepalen ze bijna de hele gang van zaken in de mode wereld. Bij confectie-ondernemingen geven zij de collec tie vorm en bij tijdschriften kiezen foto-stilisten de kle ding die de modellen dragen. Ze hebben, kortom, veel invloed op ons kleedgedrag. Reden voor een gesprek met twee stilisten: Betty Schilp, al 27 jaar bij C&A en Ingeborg Roelands, sinds twee jaar in dienst van het kledingwaren- huis. Het is niet eenvoudig om een definitie van hun beroep te ge ven, zeggen beide stilisten. Ie dereen geeft er een eigen invul ling aan. „Het vormgeven van een collectie voor een doel groep of het bedrijf waarvoor je werkt", omschrijft Ingeborg tenslotte. Uitgebreid Op de styling-afdeling van C&A werken vier mensen. Zij nemen ieder een deel van de collectie voor hun rekening. Ingeborg Roelands heeft bijvoorbeeld Ec- co (vrijetijdskleding), de positie kleding en de sportkleding in haar portefeuille. Voor ieder seizoen maken de stilisten een basiskleurkaart en met thematische collages geven ze aan wat in het komende sei zoen de trends voor de verschil lende doelgroepen worden. Daarmee gaan ze naar de inko pers en in overleg met hen wordt de collectie samenge steld. Bij C&A ontwerpen de stilis ten ook een deel van de collec tie en de dessins. Daarbij ma ken ze veel gebruik van de com puter. „Een fantastisch hulp middel", zegt Betty Schilp. „Vroeger moest je alles met de hand inkleuren met viltstiften. Nu kunnen we veel sneller wer ken en de ontwerpen gedetail leerder uitwerken. En dat bete kent weer dat we bij de fabri kanten een betere prijs kunnen maken." Moeilijk Want bij een grootwinkelbedrijf als C&A draait het natuurlijk vooral om de winst. De collectie moet dan ook zoveel mogelijk mensen aanspreken. Ingeborg Roelands: „Je moet steeds blij ven kijken wat de klanten leuk vinden. Dat is veel moeilijker dan wanneer je bijvoorbeeld voor Puck Hans werkt, want dan behoor je zelf tot de doel groep. Wij werken bovendien met een beperkt budget, dat maakt het extra moeilijk. Ie hebt maar een klein gebiedje om je creativiteit op bot te vie ren, maar ik vind het eigenlijk juist wel leuk om op zo'n ma nier aan banden gelegd te zijn. Het aardige is dat kleding van C &A veel wordt gedragen. Zelfs als je in Zuid-Frankrijk op va kantie bent, zie je nog mensen in kleding die je hebt ontwor pen." De stilisten van C&A halen hun inspiratie en informatie overal vandaan: ze bezoeken beurzen en winkels in het bui tenland en ze bekijken mode tijdschriften. Maar ook films, beelden kunst en toneelvoor stellingen kunnen ideëen ople- Ingeborg Roelands: „Zelfs als je in Zuid-Frankrijk op vakantie bent, zie je nog mensen in kleding die je hebt ontworpen. foto thom van veren. In het buitenland kijken de stilisten altijd goed hoe de mensen zich daar kleden. „Je bent als stilist eigenlijk altijd met je vak bezig", zegt Inge borg. „Ook als je met je vrien den naar de film gaat, kijk je daar toch met andere ogen naar. Dat gaat voor een groot deel onbewust, hoor. Ik let ei genlijk altijd op wat mensen aan hebben." Vooruit Om de collecties op tijd in de winkels te krijgen, moeten de stilisten een jaar vooruit wer ken. „Daarom is het voor ons wel eens moeilijk om voor ons zelf leuke kleding te vinden. Wij zijn in ons hoofd i jaar verder. Nu zijn we bijvoor beeld al bezig voor de volgende zomer", verklaart Betty Schilp. Daarom ook hebben de stilisten wel eens moeite om inkopers enthousiast te maken voor een bepaalde trend. „Je moet zoiets alsmaar herhalen en maar ho pen dat het een keer blijft han gen. Maar je kunt het natuurlijk ook nooit zeker weten, wij kun nen alleen maar in iets geloven. Soms ben je net iets te vroeg, dan zeggen wij bewust tegen de inkopers, dat ze nog even moe ten wachten." Dat ongewisse vindt ze juist spannend. „Je kunt nooit met je ogen dicht iets zeggen. Het is een leuk, gecompliceerd vak." Betty Schilp heeft in de lange periode dat ze in de mode actief is, heel wat zien veranderen. Zij opende destijds in Amsterdam de eerste boetiek in Nederland. Ook werkte ze bij Voss, het late re Foxy Fashion. „Een styling- afdeling was er vroeger hele maal niet. De inkopers maakten gewoon een keuze uit de collec tie bij de fabrikanten. En alles werd gedicteerd vanuit Parijs. Nu bepalen mensen zelf wat ze dragen. Het modebeeld is veel individueler geworden. Mode heeft niks meer met leeftijd te maken, het is een mentaliteit. Het is er wel veel ingewikkelder op geworden." '4-play' van Eric Djie 'Meubel van het Jaar' Bezoekers (detaillisten) van de Utrechtse Meubelbeurs kiezen elk jaar weer hun 'Meubel van het Jaar'. Dit keer ging het slaap-zitmeubel '4-play' van Eric Djie met die titel aan de haal. Djie heeft dit felgele meubel in eigen beheer geproduceerd. Uitgangspunt voor zijn ontwerp was dat een functioneel meubel ook mooi kan zijn. „Functionaliteit hoeft niet ten koste te gaan van de esthetiek" vindt Djie. Hij treedt hier mee in de voetsporen van Otto Wagner, die rond de eeuwwisseling stadsarchitect van Wenen was. Die stelde het nog veel sterker: „Wat niet praktisch is, kan ook niet mooi zijn". Djie heeft tijdens de beurs gemerkt dat mensen zijn bank mooi vinden maar niet zien dat je er met een lichte hefbeweging een bed van kunt maken. Doordat onder de achterste poten wieltjes zijn aangebracht is de bank ook heel mobiel. Eric Djie toont het praktische van zijn meubel. Meubelen, verlichting i van ontwerpers en meubelfabrikanten uit heel Europa zijn tot en met 21 november te zien bij de Rotterdamse vormgevingswinkel DAD (Dutch Art Design, Binnerotte 77). Het agentschap Heneka en Goldschmidt maak te voor deze overzichtstentoonstelling een keuze uit het werk van onder meer Niek Deuze, Cubic 3 Design, het duo Gartouste en Bonetti en Jan Bevemage. Op de tentoonstelling bij DAD is Niek Deuze vertegenwoordigd met twee vitrine kasten, enkele tafels, lampen en mondge- blazen glaswerk. Ook richtte hij de expositie in. Hij combineert 'traditioneel Hollands werk met modern design'. Hij maakt daar bij gebruik van glas, roestvrijstaal, messing en kersehout. Bijzondere aandacht gaat uit naar de 'gekke dingetjes' van het Nederlandse duo Cubic 3 Design. Hun ontwerpen zijn al door musea aangekocht en ze maakten opdrach ten voor de Tweede Kamer en de PTT. De wandkleden, lampen en spiegel van Cubic 3 Design doen theaterachtig aan: grillige men, vrolijke kleuren en clowneske ontwer pen. De op drie poten steunende vuurklok valt met het felle oranje en geel op door de gloedvolle uitstraling. De hoge, strakke vloerlamp Trix van Mar cel Wanders (van het ontwerperskwartet WAAC's) lijkt een kassucces te worden. Het opvallende ontwerp is in zes zachte klei te koop en past zien door zijn eenvoud elk interieur aan. De Belg lan Bevemage maakt minder 'gangbaar' werk. Met de één en tweezits Talking Chair grijpt hij in en vorm terug op de jaren zestig. In de oranje pluche-achtige stof en een zilve kleurige plastic uitvoering kan vanwege de ronde vormen niet worden geluierd. „Ik ben ervan overtuigd dat er een grote markt is weggelegd voor de zak computer", zegt dr. David Potter, pre sident van de Engelse Psion-onderne ming. Die mening onderstreept Te rence Trainor van Hewlett Packard. In de toekomst zal de consument kun nen beschikken over een heel archief, de volle rekencapaciteit en alle com municatiemiddelen. En dat alles sa mengebracht in één zakrekenma- chientje. Psion voert samen met Hewlett Packard de markt van echt intelligen te zakcomputers aan. Zowel de HP-95 van Hewlett Packard als de Series-3 van Psion zijn te vergelijken met de XT-computer van vroeger, maar dan met een gewicht van 300 gram. Beide complete, maar kleine computers werken zeker een maand op twee penlite-batterijen. Beide machines zijn volledige 16- bits computers, die weliswaar een klein scherm hebben, maar wel bijna hetzelfde bieden als een bureaucom puter. Een complete PC is niet m nodig, geheugen in de vorm van heugenkaarten is er in overvloed, er men kan de 'PC' altijd bij zich dragen Een beetje volledige HP of Psion kos ruim 1000 gulden. Om het succes te vergroten denki Terence Trainor aan programma's die compleet in chips zijn 'gebakken', mi niatuur harddisks en geheugenkaart jes. Het liefst geheugenkaarten vol gens de PCMCIA-standaard. Dezelfde standaard, met 64 pennetjes, maaki het mogelijk naast creditcard-achtige geheugens ook programmakaarten en grote harde schijven aan te sluiten. Trainor verwacht een geweldige groei van de zakcomputermarkt als deze machientjes gecombineerd kun nen worden met pagers/piepers en draadloze communicatie. De HP-man sluit niet uit dat een zakcomputer in de toekomst ook als telefoon gebruikt kan worden. SPREEKUUR Voorpaginanieuws de afgelopen weken, gevallen van polio. Eerst sporadisch, later meer. Daarbo- enop een oproep van de over heid tot massale vaccinatie, die later weer werd ingetrokken. Resultaat: onrust en onzeker heid. Polio of kinderverlamming (po liomyelitis anterior acuta) wordt veroorzaakt door een virus. Vi russen behoren tot de kleinste infectieuze deeltjes. Ter illustra- rode bloedcel heeft een diameter van 7,5 micrometer, i is niet groter dan 0,3 micrometer, (een micrometer is één duizendste millimeter). Het is niet verwonderlijk dat zulke minuscule levende deeltjes niet zijn zich zelfstandig te rderen. Virussen hebben daarvoor een gastheercel nodig. Het celmechanisme dat zorgt de fabricage van eiwitten wordt door het virus gekaapt en t, in plaats van eigen eiwit die nuttig zijn voor de gast heer, viruseiwitten maken. Deze virusonderdelen van eiwit wor den in de cel in elkaar gezet tot nieuwe virussen, die weer cellen gaan bestormen. Het poliovirus komt via de mond het lichaam binnen en vermeerdert zich in de darmen. Het wordt met de ontlasting uit gescheiden en kan lange tijd in de riolen en in het oppervlakte water in leven blijven. Verreweg de meeste besmettin gen verlopen zonder dat de ge troffene er iets van merkt. Hij is echter wel besmettelijk voor an deren. Als iemand die met het virus besmet is toch ziek wordt, is de kans heel groot dat het al lemaal beperkt blijft tot een 'griepje'. In een minderheid van de gevallen laat het virus zich van zijn gevaarlijkste kant zien en veroorzaakt verlammingen. Het dringt vanuit de darm het lichaam binnen en begeeft zich naar het zenuwstelsel. Het virus kan daar de zoge naamde motorische voorhoom- ceilen aantasten en vernietigen. Dat zijn zenuwcellen die zien net buiten het ruggemerg be vinden en fungeren als een schakelstation tussen het cen traal zenuwstelsel en de spie ren. Als dit schakelstation kapot is, kan een zenuwimpuls niet meer aan de spier worden door gegeven en is de spier verlamd. Deze door het poliovirus ver oorzaakte verlammingen zijn blijvend. Het virus geeft bij verschillende leeftijdscategorieën een ver schillend patroon als het tot verlamming komt. Kinderen onder de vijf jaar bijvoorbeeld houden er in typische gevallen een verlamming aan een van de benen aan over, oudere kinde ren tot een jaar of vijftien een verlamming aan beide benen of een arm. Volwassenen worden het zwaarst getroffen met een blijvende verlamming van alle vier de ledematen. De verlam ming kan zo ernstig verlopen, dat de ademhalingsspieren worden getroffen en de patiënt overlijdt; maarliefst 15-30%van de volwassenen overleeft het niet, en 2-5% van de kinderen treft hetzelfde lot. Hoewel de kans dat het virus een verlamming veroorzaakt heel klein is, zijn de gevolgen als die verlamming optreedt zo ernstig, dat de overheid heeft besloten het poliovaccin op te nemen in de 'cocktails' die via de consultatiebureaus aan zui gelingen worden gegeven. De toegenomen hygiëne heeft samen met deze vaccinaties er voor gezorgd dat polio geen 'kinderziekte' meer is in de zin dat ieder kind besmet wordt, omdat het virus zo algemeen voorkomt. Polio is een ziekte geworden die alleen nog in epi- demietjes de kop opsteekt bij mensen die zich niet hebben la ten inenten. Er is in Nederland nog nooit een geval van polio geconstateerd bij iemand die wel was gevaccineerd. Polio is in de (sub)tropen een dagelijkse metgezel, toch staat poliovaccinatie staat niet op de lijst met verplichte vaccinaties voor tropische landen. Daar moet u dus zelf om denken. Dit machientje is een complete XT-computer. TUIN Stilist is nooit met kleding klaar Wat te verwachten was: zelfs gedu rende de zachte winter van het afgelopen jaar zijn er veel aardewerk sierpot- ten stukgevroren. Ik heb al eens geschreven: potten en kuipen zijn mooi maar vragen veel zorg. In oktober is er al kans op een flinke nachtvorst, dus moet het kuipgoed snel onderhanden worden genomen. Eenjarig goed gaat op de komposthoop, de pot wordt leeggemaakt, schoongespoeld en op de kop te drogen gezet. Als de pot kurk droog is mag hij op een droge plaats overwinteren. Vorst kan dan geen kwaad. Alleen als de pot is volgezogen met water, is er kan op beschadiging omdat ijs een groter volume heeft dan Behalve eenjarige planten, heb ben we vaak ook niet geheel winterharde planten zoals Ole ander (Nereum) geraniums (Pelargonium) lampepoetser (Callistema) Datura en nog meer van de halve exo- ten. Sommige daarvan kun nen een enkel graadje onder nul verdragen maar veel van deze planten hebben toch betere overle vingskansen waarin het niet vriest. Het is vaak moeilijk een geschikte plaats te vin den voor al dat uit de kluiten gewassen spul. Er is één troost: een vrij donker hoekje is geen bezwaar omdat ze toch niet groeien in de wintermaan den. Het gaat er alleen om ze in leven te houden. Dus flink in- snoeien en dan een plekje waar het niet vriest maar ook niet te warm is, Verder af en toe (om de drie weken bijvoorbeeld) iets water. Blijft het probleem hoe we grote kuipen en potten verslepen. Het is misschien handig ze op een gladde mat de schuiven en dan zo over gras, grint en terras naarbinnen te slepen. Lezersvraag Van MEVROUW ZONDEREN uit HAARLEM ontving ik een nauwkeurige beschrijving van de aandoening op de bladeren van haar pereboom. Ik heb sterk de indruk dat het hier gaat om roest, een schimmelaantas ting. Als het mijn boom was, dan zou ik de stam in de winter goed afborstelen met een oplos sing van kaliumpermanganaat, dat bij de drogist te koop is. Het spul ziet er bijna paars uit, maar kan weinig kwaad en is niet gif- Zodra er blad is gevormd, zou ik om de 14 dagen spuiten met een aftreksel van paardestaart (Equisetum): 40 gram in onge veer 2 liter water een half uur koken, 48 uur laten trekken, ze ven en aanvullen tot 10 liter. Als dit te bewerkelijk is dan 1 gram kaliumpermanganaar op 10 liter water. Dit kleurt de bla deren wat paars. Spuiten om de 14 dagen, 's avonds als het blad vochtig is. Vooral de onderkant van de bladeren raken. Dit alles werkt preventief. Mochten er toch aangetaste bladeren zijn, dan die in elk ge val verwijderen en verbranden. Veiligheidshalve kan men een blad opsturen naar de Planten- ziektenkundige Dienst, Geer- tjesweg 15 in Wageningen en vragen om een milieuvriende lijk advies. J. SCHENKEVELD uit ZOETER- WOUDE heeft problemen met de braam. Uit de brief krijg ik de indruk dat het hier gaat om doodgewone schimmel die bin nen een paar uur alle rijpe vruchten aantast. Daarom pluk ik mijn braam elke dag, zodra de plant een beetje droog is. Verder lijkt het zinvol om de braam goed te snoeien. Alle tak ken die gedragen hebben mo gen weg, en de lange nieuwe jonge takken die zich dit jaar hebben gevormd worden aan gebonden op de plaats van de oude takken. Zijn er te veel tak ken, dan mogen er ook een paar jonge weg. Wat de grondsoort betreft: veengrond is doorgaans aan de zure kant. Dus nooit met turf mesten, wel met gladde, liefst zelf gemaakt compost. Een beetje gedroogde koemest is ook goed. De moeilijkste brief is die van mevrouw ZONNEVELD uit VOORSCHOTEN. De zoge naamde wurmpjes zijn niets anders dan rupsjes waaruit fruitmotjes ko men. Kleine vlindertjes die in de scheme ring actief zijn. Deze vlindertjes zijn van mei tot augustus actief, met name in de maand juni. De rupsen van de mot overwinte ren liefst op de stam. Als men vanaf juni vang- banden van jute of golfkarton rond de stam aabrengt op on geveer 30 centi meter hoogte van de grond, dan zullen ze daarin schuilen. Ze vormen een witte cocon die men eens per week kan verwijderen. Na de bloei kan men proberen de motjes te vangen in blikken met een mengsel van 1 deel stroop op 10 delen water. De blikken moeten 5 centimeter hoog wor den gevuld en worden afgedekt met gaas met een maaswijdte van 5 millimeter. Niet groter, omdat anders ook bijen in dit zoete mengsel verongelukken. De blikken moeten regelmatig worden ververst. Mevrouw VAN ZOELEN uit LEI DERDORP heeft een grootbladi- ge begonia die met trossen roze bloemen bloeit. Maar elk najaar houdt de plant op met groeien en bloeien. Dat doet de mijne ook en ik denk dat ze dan ge woon genoeg heeft van de klei ne pot met de uitgeputte aarde. Daarom begin ik tijdig te stek ken, gewoon op water. Deze be gonia stekt zeer gemakkelijk en dan begin ik opnieuw met drie mooie stekken in een nieuwe pot, met nieuwe aarde. Mevrouw HOLLEBEEK uit LEI DEN heeft twee soorten clema tis, die vrolijk door elkaar heen groeien. Ikzelf zou dat prachtig vinden maar mevrouw Holle beek wil orde op zaken stellen. Dat kan volgend voorjaar. Dus nu de clematisstruiken insnoei- en tot op ruim een halve meter, de grond goed afdekken met compost. Volgend voorjaar de jonge uitlopers tot orde roepen en ervoor zorgen dat de grond rond de clematis niet door de zon wordt beschenen. Hij houdt van schaduw op zijn voet. Komt er bij u al tuinierend of wandelend in de natuur een vraag op? Greet Buchner zal proberen voor u het antwoord te vinden. De vraag kunt u op sturen naar Damiate Dagbla den, Postbus 507, 2003 AP Haarlem La.v. de redactie LE VEN EN WONEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 21