Golf van verzet tegen Roemeense president Ion Iliescu voorspeld
Feiten &Meningen
VRIJDAG 9 OKTOBER 1992
Daags na de nacht van 9 november 1989 beleefde Willy Brandt
de mooiste dag van zijn leven. Op de puinhopen van de neerge
haalde Berlijnse Muur de meest macabere uiting van de Kou
de Oorlog scandeerden honderdduizenden zielsgelukkige
West- en Oostduitsers zijn naam. Brandts gedachten zullen on
getwijfeld zijn teruggegaan naar augustus '61 toen hij op dezelf
de plek als burgemeester van Berlijn zijn ontgoocheling over de
deling van de stad onder woorden probeerde te brengen.
Willy Brandt belichaamde voor ve
len, samen met Konrad Adenauer
(de eerste bondskanselier na het na
zi-tijdperk) en de huidige president
Richard von Wciszacker, de 'goede
Duitser' wiens verleden vrij was van
nazi-smetten en die Duitsland zijn
menselijke gezicht teruggaf.
Het politieke zwaargewicht Brandt
was even geliefd als gehaat. Voor zijn
fans was hij een halve heilige, voor
zijn tegenstanders een politieke gok
ker en aartstwijfelaar. Een man die
zijn politieke ideeën van het ene op
het andere moment kon wijzigen als
de situatie daartoe aanleiding gaf.
Daardoor voor velen een opportu
nist, voor evenzovelen een politicus
met inzicht.
Brandt stond pakweg een halve eeuw
in de politieke schijnwerpers en
daardoor ook in de zoeklichten van
de pers, die met een zekere regel
maat gewag maakte van minder wel
riekende zaken omtrent 's mans pri-
véleven; van vrouwen en drank, tot
zelfmoordpogingen en banden met
CLA en KGB. Vooral de rechtse pers
schuwde geen middel bij de pogin
gen hem politiek een kopje kleiner te
maken. Brandt ging die confrontatie
op cruciale momenten uit de weg
door de eer aan zichzelf te houden
en de functie die hij op dat moment
vervulde neer te leggen.
De anti-Brandt-campagne wierp zich
ook gretig op Brandts anti-fascis
tische verleden. „Wie was die emi
grant Herbert Frahm? Een verrader
die in Spanje vocht en in Noors uni
form tegen de Duitsers heeft gestre
den." Vanuit zijn rechtse bastion in
Beieren deed de CSU-politicus Franz
Jozef Strauss er nog een schepje bo
venop. „Een ding mag je de heer
Brandt toch wel vragen: wat heeft u
twaalf jaar in het buitenland gedaan?
Wat wij hier hebben gedaan, weten
Het verleden van Brandt was dan wel
een nadeel in eigen land maar op het
internationale vlak een groot voor
deel. „Het was niet het slechtste visi
tekaartje wat ik had af te geven", rea
geerde Brandt droogjes.
Schuilnaam
De politieke carrière van de in 1913
in Lübeck geboren Herbert Ernst
Karl Frahm Willy Brandt was tij
dens de Tweede Wereldoorlog zijn
schuilnaam begon al vroeg. Via
vertrouwensposities in de socialisti
sche jeugdbeweging werd hij op 27-
jarige leeftijd lid van de SPD (Sozia-
listische Partei Deutschland). Nadat
Adolf Hitler in 1933 aan de macht
was gekomen, vluchtte Brandt naar
Noorwegen, waar hij zich vooral be
zig hield met voorlichting over het
nazi-regime en steun aan het Duitse
verzet. In 1937 vocht Brandt enkele
maanden aan de zijde van de Inter
nationale Brigade mee in de Spaanse
burgeroorlog.
Nadat de nazi's hem in 1938 zijn
Duitse nationaliteit hadden afgeno
men, werd Brandt Noors staatsbur
ger. Tijdens de Duitse bezetting van
Noorwegen verbleef hij enige tijd in
Duitse gevangenschap zonder te
worden herkend. Brandt, die zich na
een studie geschiedenis had be
kwaamd in de journalistiek, vertrok
naar Zweden, waar hij tot het einde
van de oorlog als verslaggever werkte
en actief was in een groep van ge
vluchte Duitse sociaal-democraten.
In 1948 Brandt had vanaf 1945 in
Duitsland gewerkt als correspondent
voor Scandinavische kranten
kreeg hij de Duitse nationaliteit terug
en werd zijn pseudoniem als zijn of
ficiële naam aanvaard.
Brandt zette zijn voor de oorlog be
gonnen politieke carrière voort en
werd via het bestuur van de SPD, de
eerste Duitse Bondsdag (parlement)
en het Berlijnse Huis van Afgevaar
digden in 1957 burgemeester van
Berlijn. In die functie maakte hij een
van de meest cruciale momenten
mee in het naoorlogse Duitsland: de
bouw van de Muur tussen het weste
lijke en oostelijke deel van de stad. In
zijn in 1989 verschenen autobiogra
fie Erinnerungenomschrijft hij de
deling als een van zijn bitterste erva
ringen.
Rooms-rode coalitie
Brandts poltitieke ster bleef gestaag
stijgen. Eind 1966 verliet hij zijn bur
gemeesterspost om in een door Kurt-
Georg Kiesinger geleide rooms-rode
coalitie (CDU/CSU en SPD) vice-
bondskanselier en minister van bui
tenlandse zalmen te worden. Drie jaar
later stond hij als bondskanselier aan
het hoofd van een coalitie van zijn
eigen SPD en de liberale FDP. In die
functie maakte hij een begin met de
met zijn naam onlosmakelijk ver
bonden Ostpolitik
Zijn pogingen de relaties tussen Oost
en West te verbeteren, mondden uit
in verdragen met de DDR, de Sov
jetunie en Polen en leverden Brandt
in 1971 de Nobelprijs voorde Vrede
op. Meest in het oog springend detail
van die Ostpolitik is de knieval die hij
in 1970 buiten het protocol om
in de Poolse hoofdstad Warschau
maakte voor het monument ter na
gedachtenis van de in de Tweede
Wereldoorlog omgekomen joden.
Slechts 41 procent van de Duitsers
vond de knieval terecht. Die Ostpoli
tik als geheel viel ook niet bij ieder
een in goede aarde. Kritici voor
het merendeel van rechts meen
den dat Brandts toenaderingen een
oplossing voor het Oost-West-vraag
stuk alleen maar vertraagden. Voor
standers wezen er echter op dat het
Oostblok zich dankzij Brandt nooit
helemaal heeft kunnen isoleren van
de rest van de wereld.
Zelf legde zich echter neer bij de rea
liteit: twee staten op Duits grondge
bied die voor elkaar geen buitenland
konden zijn. Ze konden verdragen
met elkaar uitwisselen, maar geen
ambassadeurs.
Nobelprijs
De wereld bleek een andere kijk te
hebben op het beleid van Brandt dan
de Duitse politici. Een jaar nadat hij
voor zijn Ostpolitik de Nobelprijs
had ontvangen, dienden de christen
democraten een motie van wantrou
wen tegen hem in. Brandt overleefde
de motie, maar schreef toch verkie
zingen uit. Vol vertrouwen leidde hij
de SPD naar haar grootste overwin
ning: 45,8 procent van de stemmen.
De rood-liberale coalitie mocht
doorregeren, de SPD was de grootste
fractie in de Bondsdag.
Een jaar na de ratificatie van het ver
drag met de DDR en het sluiten van
een zogenoemd normalisatieverdrag
met Tsjecho-SloWakije viel voor
Brandt in 1974 een deel van het poli
tieke doek. De DDR, het land dat in
zijn politieke leven zo'n belangrijke
rol heeft gespeeld, zorgde er indirect
voor dat 'der Willy' werd gedwongen
zijn functie neer te leggen. Zijn per
soonlijke secretaris, Günther Guillau-
me, bleek een DDR-spion te zijn. In
zijn ontslagbrief aan president Hei-
nemann voegde Brandt er in een PS-
je aan toe: 'Wees niet boos'.
In Erinnerungen kijkt Brandt met
wrok terug op zijn aftreden. Volgens
hem hebben de Oostduitsers hem
geen loer willen draaien, maar waren
rechtse krachten binnen de West-
duitse inlichtingendienst er op uit
hem beentje lichten.
Begin van het einde
Hoe het ook zij, het verval van een
Duits 'monument', was ingezet. Hij
bleef echter lid van de Bondsdag en
schopte het op internationaal vlak
nog tot voorzitter van de Socialisti
sche Internationale. Bovendien aan
vaardde hij het voorzitterschap van
de Onafnankelijke Commissie voor
IntemationaleÓntwikkelingsvragen,
de zogenoemde Noord-Zuid-Com
missie. Maar zijn rol in de schijnwer
pers van de Duitse politiek leek uit
gespeeld.
Ook zijn laatste officiële politieke
functie in Duitsland, het voorzitter
schap van de SPD, raakte hij in 1987
kwijt naar aanleiding van een schan
daal. De benoeming tot SPD-woord-
voerder van de partijloze Griekse
Margarita Mathiopoulos, een vrien
din van de familie Brandt en boven
dien verloofd met de CDU-woord-
voerder van president Von Weiszac-
ker, werd door Brandts opponenten
in eigen gelederen aangegrepen om
zich te ontdoen van hun leider. Of
zoals Brandt het zelf zei: „Er zijn par
tijgenoten die nog een rekening met
mij menen te moeten vereffenen".
De SPD benoemde hem als pleister
op de wonde wel tot erevoorzitter.
Maar het boterde al lange tijd niet
meer tussen Brandt en de meer cen
trumrechtse sociaal-democraten. De
oud-bondskanselier was naar hun
mening te progressief geworden in
zijn poging de SPD te behoeden voor
fors stemmenverlies. Brandt wilde de
opmars van de Groenen tot staan
brengen door een aantal ideeën van
de milieupartij over te nemen om
jeugdige Idezers te trekken. Een deel
van de sociaal-democraten zag dit
als een ruk naar links.
Hoewel hij geen hoofdrol meer
speelde, bleef Willy Brandts achter
de schermen als grijze eminentie ac
tief. Het is geen geheim dat zelfs
bondskanslier Helmut Kohl (CDU)
hem diverse keren bij staatszaken
betrok.
Vlak na het neerhalen van het IJze
ren Gordijn wist Brandt opnieuw de
schijnwerpers op zich gerichten.
Staande voor het Berlijnse Rathaus
Schöneberg, waar hij ooit zij aan zij
had gestaan met president Kennedy,
nam hij het uitbundige gejuich in
ontvangst, terwijl Kohl werd uitgeflo
ten en zich nauwelijks verstaanbaar
kon maken. Kohl, de 'bondskanselier
van de eenwording', moest het afleg
gen tegen de 'vader des vaderlands'.
Brandts bewonderaars zagen voor
hem een nieuwe rol weggelegd:
voorzitter van een Raad van Duitse
Eenheid of staatshoofd van het her
enigde Duitsland. Daarvan is het
echter niet gekomen. Brandt heeft
deze functies ook niet nodig gehad
om de geschiedenis in te gaan als de
belangrijkste Duitse politicus van na
de Tweede Wereldoorlog.
Burgemeester Willy Brandt (midden) samen met de Amerikaanse president John. F. Kennedy en de Duitse
bondskanselier Konrad Adenauer (rechts) in juni 1963 op weg naar de Berlijnse Muur. In de burgemeesters
kamer had Kennedy zijn historische woorden die moesten klinken als Ich bin ein Berliner' uitentreure geoe
fend. foto anp
Buiten het protocol om knielde bondskanslier Brandt in 1970 in de Poolse hoofdstad Warschau neer bij het
monument ter nagedachtenis van de joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog omkwamen. foto anp
Een van de mooiste dagen uit het leven van Willy Brandt: De Muur is gevallen. foto reuter
BUKAREST RUNA HEUINCA
CORRESPONDENT OOST-EUROPA
Zondag gaan de Roemenen naar de stem
bus voor de tweede ronde in de presi
dentsverkiezingen. De strijd gaat tussen
zittend president Ion Iliescu en Emil Con-
stantinescu, universiteitsprofessoren
kandidaat voor de Democratische Con
ventie, een oppositiebeweging van twintig
partijen. Iliescu, die in de eerste ronde al
47 procent van de kiezers achter zich
kreeg, geldt als veruit favoriet.
Maar Roemenië gonst van de geruchten
over vervalste verkiezingsuitslagen. De be
wijzen daarvoor zijn tot nu toé beperkt.
olgens de oppositie was aantoonbaar ge
knoeid in het kiesdistrict Dolj. Daar had
den meer mensen gestemd dan er stemge
rechtigd waren. Maar achteraf blijkt uitge
rekend de vertegenwoordiger van de De
mocratische Conventie een fout te hebben
gemaakt bij het invullen van de uitslagen.
Toch sterkt het feit dat al met al drie mil
joen stembiljetten ongeldig zijn verklaard
en de uitslag van de parlementsverkiezin
gen er anderhalve week na dato nog niet is,
de oppositie in haar overtuiging.
Dinsdag vond in Bukarest de eerste pro
testmars plaats. Daarbij kwamen zo n tien
duizend mensen opdagen. Er wordt al
voorspeld dat een overwinning van Iliescu
tot een golf van anti-regeringsdemonstra
ties zal voeren, net als in de maanden na
de revolutie in december 1989.
De vraag is alleen wie die protesten moet
leiden. De grote motor van de protesten in
het eerste jaar, de Studentenliga, is op ster
ven na dood. „We doen nog wat aan belan
genbehartiging", zegt Cornel Hofman, wis-
kundestudent en sinds het eerste uur be
trokken bij de studentenbeweging. Maar
het wordt volgens hem steeds moeilijker
om mensen op de been te krijgen.
De schuld voor die ontwikkeling geeft hij
aan de man die internationaal werd gezien
als de verpersoonlijking van de democrati
sche oppositie: Marian Munteanu, de stu
dentenleider die in juni 1990 het zieken
huis werd ingeslagen toen mijnwerkers op
verzoek van Iliescu een einde kwamen ma
ken aan de maandelange studentende
monstraties.
Eind vorig jaar richtte Munteanu zijn eigen
politieke organisatie op, de Beweging voor
Roemenië. De term 'beweging' wordt geas
socieerd met de Legionairs Beweging, een
andere naam voor ae fascistische IJzeren
Garde tussen de twee wereldoorlogen.
Dat is geen toeval. Munteanu's partij ver
toont zowel in haar ideologie als in haar
structuur overeenkomsten met de legio
nairs. Hoewel de voormalige studentenlei
der iedere band met het fascisme van de
hand wijst, heeft hij tijdens reizen naar
Duitsland, Frankrijk en de Verenigde Sta
ten contacten met gevluchte legionairs ge
had.
Munteanu ontvangt ons in zijn kantoor,
zittend onder de Roemeense vlag en een
Christusbeeld dat wordt geflankeerd door
twee portretten. De ene is Mihai Eminescu,
een 19e eeuwse dichter die in Roemenië
geldt als nationale poëet. Door de IJzeren
Garde werd hij vooral vereerd vanwege zijn
extreem nationalisme.
Daarnaast hangt Petre Tutea, filosoof en
ooit ideoloog van de legionairs, reden
waarom hij na de oorlog in de gevangenis
belandde. Na 1989 vond Tutea veel bewon
deraars in de studentenbeweging. Muntea
nu deelde een tijd lang een huis met hem.
De inmiddels overleden Tutea had, net als
dictator Ceaucescu, veel eerbied voor Vlad
Tepes, de Roemeense veldheer die model
stond voor Graaf Dracula en die ooit enke
le tienduizenden Turkse soldaten op palen
liet spiezen.
Munteanu. zoals altijd met baard, maar
met veel korter haar dan vroeger, wijst alle
beschuldigingen van fascisme van de hand
als verzinselen van zijn tegenstanders. „We
hebben een doctrine van nationale demo
cratie", zegt hij. Maar wat dat is, blijft in
het vage, behalve dat hij van Roemenië een
christelijke, dat wil zeggen orthodoxe staat
wil maken.
Er zijn volgens hem in Roemenië geen pro
blemen met de minderheden, zolang die
maar Roemeens praten wat 2,5 miljoen
Hongaren alleen doen als het echt moet.
De nationaliteit is volgens Munteanu de
fundamentele identiteit van de mens.Als
we die vernietigen, vernietigen we de es
sentie van ons bestaan."
Als hij over zijn organisatie praat, heeft hij
het over zuiverheid, puurheid, eerlijkheid
en inzet. Hij richt zich met zijn partij op
jongeren, omdat die nog een onbezoedeld
verleden hebben. Wie lid wil worden, moet
zich daarvoor opofferingen getroosten:
nieuwe leden moeten een examen afleg
gen, hun inzet wordt na een zekere tijd be
oordeeld. „We hebben een iipago van or
de, we eisen discipline van onze leden",
zegt hij.
Bij de verkiezingen anderhalve week gele
den kreeg Munteanu niet meer dan 4.000
stemmen. Maar zijn grootste aanhang
vindt hij juist onder die mensen die twee
jaar geleden op het Universiteitsplein de
monstreerden voor meer democratie.