Cultuur Kunst NNM opent depots Nederland verrast op matte Buchmesse Uitersten van de natuur uitgedrukt in dans Felix-kansen voor Noorderlingen C70e wonder ing DONDERDAG 1 OKTOBER 1992 21 REDACTIE CEES VAN HOORE RUYGROK (CHEF) SASKIASTOEIINGA Meulenhoff neemt uitgeverij Bert Bakker over FRANKFURT CEES V Uitgeverij Bert Bakker wordt overgenomen door Meulenhoff. Nog geen drie jaar nadat Bert Bakker zich uit Kluwer had we ten los te wurmen, is het zwaard voor deze uitgever ge vallen. Dat maakte Meulenhoff bekend op de Frankfurter Buchmesse, die gisteren is be gonnen en tot 5 oktober duurt. Bakker liet zich op de Frank furter Buchmesse niet in de kaart kijken, maar zijn collega's konden zijn teleurstelling wel inschatten. „Dit is toch héél erg", zei Gemma Nefkens van uitgeverij Van Oorschot. Direc teur Maarten Asscher van Meu lenhoff beschouwt het meer als een financiële manoeuvre. „Geen noodgreep, dat zeker niet. Maar het lag nu eenmaal in de lijn der dingen besloten. Aan het fonds verandert verder niets, al moeten we natuurlijk wel goed opletten dat er geen kneuzen blijven". Bert Bakker „Je bestaat toch bij de gratie van het lezerspu bliek. We moeten een miljoen gulden salaris per jaar neertel len en daar moet je voor op draaien. Ik denk dat er wel wat selectiever moet worden ge werkt. Maar niemand, en dat is de ellende, weet natuurlijk welk boek je wel of niet moet uitge ven. Er zijn veel boeken geweest waarvan ik dacht: ik stop ermee, en juist dat boek werd een best seller". Tim Krabbé maakt zich niet druk over de overname. „Ik heb altijd een goed contact met Bert Bakker gehad en dat blijft zo. Ik voel daar niet zoveel bij". Krab bés roman 'Het gouden ei' viert op het ogenblik triomfen in Eu ropa. „Ik blijf daar heel nuchter onder. Het is natuurlijk een soort jongensdroom als je ro man wordt verfilmd, maar ik heb niet meer de verlangens van een jongen. Ik hoef geen sportwagen meer". Tam De overname door Meulenhoff was eigenlijk de grootste verras sing van de Frankfurter Buchmesse, die volgens velen dit jaar nogal tam is. Veel uitge vers zijn weggebleven. De Duit se uitgevers hadden dit jaar te kampen met een omzetdaling van 40 procent en daar kon zelfs de prachtige openingsrede van Octavio Paz niets aan doen. De Nederlandse auteurs doen het intussen niet slecht. Peter van Straaten gaat met zijn teke ningen en teksten internatio naal. „Ik denk dat mijn humor toch vooral Angelsaksisch is, maar ik ga nu in onderhande ling met Frankrijk. Dat moeten we afwachten. Je moet nu niet denken aan bestsellers en zo, maar het is een aardig afzetge bied. Voor het boekje 'Doe ik 't goed?', dat in het Engels is ver taald als 'How was it for you?', is een behoorlijke markt. „Dit soort themaboekjes die over seks gaan, willen ze wel hebben. Maar de gewone teke ningen voor het Parool niet. Mijn tekeningen over het lite raire leven gaan goed. De ver houding tussen lezers, uitgevers en auteurs is over de hele we reld dezelfde. Denemarken, Noorwegen, Zweden, Engeland, Amerika en Frankrijk nu dus. Eigenlijk toch wel een unicum voor een tekenaar". Van Straaten: „Ach, Rien Poortvliet doet het ook goed. Weet je, die dingen gaan buiten mij om. Ik heb een goeie smoes om van de Buchmesse weg te blijven. Maar ik vind het leuk. Het is één van de weinige keren dat de uitgevers allemaal samen zijn. Maar het is natuurlijk wèl een soort Babel". Bij de Bezige Bij doet men goede zaken. Vooral met Mu- lisch' roman 'De ontdekking van de hemel'. Redacteur Erik Menkveld: „In Duitsland wordt het al vertaald. Engeland heeft een optie en Italië eveneens. Men is heel enthousiast, maar men schrikt wel van de omvang, 900 bladzijden". Bij Nijgh en Van Ditmar flore ren de zaken niet minder. Di recteur Joost Nuijssen: „Lies- beth Koelen gaat samen met Noam Chomsky een boek voor ons schrijven. De Amerikaanse uitgevers wisten niet hoe ze het hadden". Volgend jaar staan Nederland en Vlaanderen in de belangstel ling op de Buchmesse. Dat is nu al te merken. Martin Ros, één van de toonaangevende men sen bij de Arbeiderspers, noem de de buitenlandse belangstel ling in dat verband 'hitsig'. 'Rien', de nieuwste dansvoor stelling van Coup d'Amour, is gebaseerd op het werk van de schilder Rien Poortvliet en dus op de natuur, de dieren, het frisse buitenleven en de jacht. Bij het werk van Poortvliet denk je aan duidelijke plaatjes en het ligt voor de hand deze ook te verwachten in een theatervoor stelling met deze beelden als uitgangspunt. Coup d'Amour heeft echter voor een andere oplossing gekozen. Er worden wel wat attributen gebruikt, zoals een geweer, een pijl-en- boog, stukken bont en kleding die aan de jacht doen denken, maar de sfeer en de visie die de makers met 'liefde voor de na tuur' yerbinden, wordt vrijwel alleen door dans uitgedrukt. Jorge Filio opent de voorstel ling met een solo van wijde, krachtige bewegingen die voor namelijk op de grond worden uitgevoerd. Daarna komt Adéla van der Weide met een volgen de solo. Zij danst niet op de grond, maar wil juist naar bo ven: op spitzen en gehuld in bont beweegt ze zich breekbaar voort. Met haar vleugelgebaren straalt ze onschuld uit, die ech ter iets spannend bedrieglijks krijgt door het geweer dat ze draagt. Hiermee is in het begin al het spanningsveld opgeroepen waarin de voorstelling zich af speelt. De duetten en groeps- dansen zitten tussen de twee ui tersten van de openingssolo's. Diverse gebaren ervan keren in de hele voorstelling terug. Ook de ambivalentie van de on schuld en het geweer komt sterk tot uitdrukking. Danser Wim Kannekens vertelt een verhaal van een trouwe hond die hem eens het leven redde, maar die later ziek werd en afgemaakt moest worden. Een mens houdt van de na tuur, maar de natuur is ook hard en wreed. Spel en jacht lig gen in de natuur direct naast el kaar. De duetten en groepsdan- sen die volgen zijn speels, vro lijk, gymnastisch, vooral in de eerste helft. Met een vleugelge- baar laten de dansers zich op de grond vallen om daar soepel golvend verder te bewegen. Ze gaan met elkaar om alsof ze heel druk bezig zijn spelletjes te doen. Maar in de tweede helft wordt het spel zwaarder. Dit ge deelte wordt ingeleid met een volgend verhaaltje van Wim Kannekens: als de mens terug naar de natuur wil, moet hij het dier dat nog in hem voortbe- staat, wakker roepen. Maar wie het dierenleven opzoekt, ont moet ook wedijver, vervolging, vlucht. In het slotduet van Andreas Denk en Desirée Schneider is er dan ook duidelijk een slachtof fer gevallen. Schneider voert een prachtige slappe dans uit met Denk, die duidelijk de krachtige jager uitdrukt, maar ook aangedaan is door de dood in dat lichaam dat in zijn armen ligt. Een dramatisch sterk duet. Tristana Q Een man en een jL J vrouw ontmoeten elkaar. Luis Bunuel zegt: „Hij verandert ten goede, zij ten kwade". T TtfoKy Ti SXiT ÏE1 ■?- Natuurhistorische topstukken te zien in Pesthuis Meer dan negen miljoen objecten heeft het Nationaal Natuurhistorisch Museum (NNM) al in zijn bezit. Toch kopen de conservatoren, anderhalve eeuw verzamelwoe de ten spijt, er nog geregeld fossielen bij. Veel van die fossielen zijn van zondag 11 tot en met zondag 25 okto ber te zien in het I^idse Pesthuis. Het pronkstuk van de tentoonstelling is een vier meter hoge Edmontosaurus, een dinosauriërskelet dat het NNM voor zo'n 600.000 gulden in de Verenigde Staten heeft gekocht. Het muse um kon het miljoenen jaren oude reptiel aankopen met de baten van de dinosauriërtentoonstelling van twee jaar geleden. len uit de periode van de dino sauriërs, maar ook zoogdieren. We hebben een oervis en een oervogel. Er zijn hele grote, maar ook hele kleine dieren bij. Verder laten we dieren zien die pas kort geleden zijn uitgestor ven of waarvan we zeker weten dat dat gaat gebeuren. Een voorbeeld hiervan is de Spix' Ara. Er leeft nog één vrouwtje van in het Braziliaanse regen woud. Een stelletje biologen houdt haar van dag tot dag in de gaten." In de eerste zaal die het pu bliek betreedt, komt de nieuw- gekochte Edmontosaurus te staan. Conservator John de Vos zegt over 'zijn' fossiel: „Hij ziet eruit als één dier, maar het ske let is opgebouwd uit de resten van verschillende exemplaren." De Edmontosaurus was een planteneter met een snavelach tige, tandeloze bek. De Vos: „Waarschijnlijk at hij zoals een koe dat doet. Hij rukte gras en Het NNM besloot de uitreiking van de European Museum of the Year Award op 10 oktober te ge bruiken als aanleiding om de depots voor twee weken te ope nen. Minister d'Ancona (WVC) is uitgenodigd om de prijs in het Pesthuis uit te reiken. Die plechtigheid is niet voor het pu bliek toegankelijk, maar als 'gastheer' wilde het NNM de ge beurtenis toch niet onopge merkt voorbij laten gaan. Daar om presenteert het museum ge durende twee weken een aantal topstukken uit de collectie. Na de tentoonstelling gaan de ma gazijnen weer dicht en werkt het museum in stilte verder aan de heropening in 1997. Woordvoerder Frits de Leeuw legt uit wat er in het Pesthuis te zien is en welke keuzes er ge maakt zijn: „We wilden dieren uit verschillende tijdperken la ten zien. We tonen dus reptie- blaadjes af met zijn tong en maalde dat dan fijn met enorme zware kiezen. Een herkauwer was hij zeker niet. want dat principe is pas miljoenen jaren later in de evolutie 'uitgevon den'." Een ander topstuk in de col lectie is een oerpaardje van zo'n 60 miljoen jaar oud. De Vos zegt hierover „Het is een dier ter grootte van een flinke hond. De wetenschappelijke naam is 'Propalaeoterium', maar dat mag iedereen zo weer verge ten." Opmerkelijk is dat in die periode alle zoogdieren nog erg op elkaar leken; de oerpaarden verschillen dus weinig van de andere dieren die toen op aarde rondliepen. Het verschil met het moderne paard is echter groot: „Het paard van nu heeft maar één teen, een hoomige hoef. Het oerpaardje had nog vier te nen voor en drie tenen achter; in de loop van de evolutie zijn die op één na tot stompjes gere duceerd", aldus De Vos. In een van de andere zalen kan de bezoeker straks een oli fantsvogel aantreffen, een dier dat drie meter lang was en zo'n vijfhonderd kilo woog. De Leeuw: „Deze vogels kwamen voor op Madagaskar en konden het zal niemand verbazen niet vliegen. Ze hadden giganti sche eieren! Skeletten zijn erg zeldzaam, maar in Leiden heb ben we er één. De olifantsvogel is pas omstreeks 1700 uitgestor ven." Het liefst een SieMatic keuken van Goedhart Bouwhuis Bezoek onze showroom met de meest komplete SieMatic presentatie van de hele regio. Goedhart Bouwhuis, Hoorn 126o (tegenover Avifauna), Alphen a/d Rijn, of mook een afspraak: lel. 01720-22100 utrecht»maken voor de beste Europese Film van het jaar. Twaalf andere AJex van Warmerdams film De inzendingen zijn al afgevallen. Noorderlingen behoort tot de Johanna ter Steege. de enige laatste negen films waaruit de Nederlander die ook via de jury van de Europese Filmprij- speelfilmcompetitie een Felix zen (de Felixen) de keus gaat won (voor Spoorloos), heeft op nieuw de kans bekroond te wor den. Dear Emma, Sweet Böbe - de film van de Hongaar Istvan Szabo waarin ze de hoofdrol speelt - werd eveneens geplaatst in de selectie voor bote film van het jaar. v „Het is bij mij met kunst net als met JJ7fruit: wat ik het laatst geproefd heb vind ik het lekkerst. Als ik zo'n lekkere sappige perzik naar binnen heb gewerkt, vind ik dat de heerlijkste vrucht die er bestaat. Maar is het laatste een rijpe banaan geweest, dan vind ik die het lekkerst. Door mijn opleiding aan het conservatorium ben ik meer gericht op wat mijn oren waarnemen en minder visueel ingesteld. Ik heb meer geleerd om te luisteren dan om, zoals een schilder, te kijken. Niettemin ben ik een mens die graag mooie dingen ziet en beleeft. Dit gebouw hier, het voormalige gemeentehuis, hebben we ruim twee jaar geleden betrokken. Het werd in 1938 gebouwd door architect Blaauw. Toen al schreef een krant hoe gedurfd het was van gemeente en architect om een dergelijk gebouw helemaal buiten het centrum van de plaats neer te zetten. Het getuigt van visie om een gebouw een dergelijke ruimte te geven. Het is hier net Versailles. Dat park waarin het pand staat. Helaas wordt het park doorsneden door een weg, maar zowel vóór als achter kijk je uit op een park. Doordat het gebouw zo'n ruimte heeft komt het meer tot zijn recht. Ze zijn hier in Alphen de hele boel aan het volbouwen. Nu komt er een beeldenroute, maar eigenlijk is er bijna nergens in Alphen een goeie plek om een beeld neer te zetten. Dan zie je ineens een kunstwerk staan op zo'n vluchtheuvel, doodzonde. Dit gebouw is een van de weinige dat nog mooi in zijn entourage staat. Het ademt rust en statigheid. Als een oud- Hollands huis. De geometrie ervan bevalt me zeer. Dat is misschien wel een stokpaardje van me, maar alles is hier in verhouding: lengte, breedte en hoogte. Tegenwoordig maken ze weliswaar prachtige gebouwen, maar de plafonds ervan zijn te laag. Terwijl de mensen steeds langer worden en de gemiddelde lengte van recruten tien jaar geleden al 1.80 m. was, is de hoogte in openbare gebouwen en huizen almaar omlaag gegaan. Het gevolg is dat je het in winkelcentra en openbare gebouwen gewoon benauwd krijgt. Die plafonds drukken op je. Het mooie van d In deze rubriek komen al dan niet bekende streekgenoten aan het woord die hetzij direct hetzij zijdelings met kunst of cultuur te maken hebben. Zij praten over een kunstvoorwerp waaraan zij bijzondere waarde hechten. Van de snuifdoos van oma tot het grijsgedraaide muziekstuk en alles wat daar tussen zit. Vandaag spreekt Leo Peijs, directeur van de streekmuziekschool in Alphen aan den Rijn, zijn bewondering uit. dit gebouw is dat zelfs in een betrekkelijk kleine ruimte de plafonds hoog zijn. Dat je kunt ademen. Het gebouw daagt ook uit. Je moét hier wel mooie muziek maken, want het klinkt zo geweldig. En het leent zich voor tentoonstellingen. We hebben er wel zeven of acht gehad, inmiddels. Op het ogenblik exposeert Lidy van der Spek hier met haar prachtige wandkleden. Zo komen mensen met beeldende kunst in aanraking die normaal gesproken nooit een museum of galerie binnengaan. Toen we hier in trokken hebben we een tentoonstelling georganiseerd voor elf Alphense kunstenaars. Het thema was natuurlijk muziek. Prachtige werken zijn hier toen te zien geweest. Eén ervan, eert sculptuur van Frits Garenfeld, is ons geschonken. Dat staat hier bovenaan de trap. Hij heeft het gemaakt van een boom die hier in het park stond en bij de storm van januari 1990 is omgewaaid. Het stelt een soort metronoom voor. Bovenop staat een ei. Als ik daar langs loop, moet ik er steeds aan denken dat een ei het begin is van alles: alles wordt in het menselijk hoofd het ei uitgebroed. Ook dit gebouw. En dat sculptuur past prachtig in dit gebouw. Zoals het daar staat bovenaan die trap, belicht door die rand glas-in-lood. Vanzelfsprekend heb ik ook lievelingsmuziekstukken. Daar kan ik echt van genieten. Maar dit gebouw is een deel van m'n leven. Hier werk ik en breng ik het grootste deel va de week door. Het was liefde op het eerste gezicht. annemiek ruygrok foto lock zuydcrouin

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 21