Jungleroc
in
Phum Bavel
ZATE
BIJVOEGSEL
EINDREDACTIE: WILLEM SCHRAMA
ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1992
Een Nederlandse blauwhelm ont
moet twee Rode Khmer-strijders.
„Ze maken spottende gebaren
naar ons. Dat is heel frustrerend."
VORMGEVING: FRED VAN GELDEREN MARCO KROES RUUD VOGELESAN"G
Nederlandse mariniers vervelen zich
in de Cambodjaanse modder
MAURICE WILBRINK
Het is half zes, schemerduister
nog, als trompetgeschal de
vochtige stilte verscheurt. On
der de klamboes van de Delta-compagnie
klinkt licht gekreun, afgewisseld met luid ge-
gaap. Mariniers in ondergoed turen in hun
laarzen om te zien welke tropische variëtei
ten daar 's nachts in zijn gekropen. Op weg
naar het washok, over de door hen zelf ge
bouwde steigers, roepen ze elkaar iets te
monter 'goedemogge' toe. Zo meteen krijgen
ze boterhammen met Thaise pindakaas!
Als de hele compagnie gereed is voor het
dagprogramma, is de temperatuur alweer ver
boven de 30 graden. In de dikke, klamme
lucht beginnen de mannen aan hun patrouil
le, waarvoor de Band Wagon 206 - spreek uit:
Bievie - wordt gebruikt. Een klein rupsvoer
tuig dat voor polaire omstandigheden in
Noorwegen werd ontworpen en nu de red
ding is voor de mariniers die zich door soms
kniediepe gele Cambodjaanse modder moe
ten voortbewegen.
Grote, gespierde Hollandse jongens lopen
even later tussen fijn gebouwde, kleine Cam-
bodjanen. Met hun witte voertuigen, blauwe
baretten, hun rustige, voorkomende gedrag
stralen de mariniers hun boodschap uit: wij
zijn de vredebrengers, vertrouw ons, werk met
Geschrokken
De Delta-compagnie vormt samen met nog
twee compagnieën het Nederlandse mari
niersbataljon dat in het westen van Cam
bodja toezicht houdt in een gebied, dat 'sec
tor 1wordt genoemd. Daar moeten ze strij
dende Cambodjaanse groepen ontwapenen,
de bevolking helpen, stabiliteit brengen. Dit
alles in het kader van de grootste VN-opera-
tie aller tijden, bedoeld om na twintig jaar
oorlog vrede te creëeren in Cambodja.
De mannen van Delta zitten in Phum Ba-
vel, een dorp dat weer een beetje tot bloei
komt nu de spanningen in het gebied afne
men. De mariniers waren zich rotgeschrok-
ken, toen ze er een paar maanden geleden
arriveerden. Korporaal Brian Lee pel: „We wa
ren een beetje verpest door die drie weken
aan het Thaise strand, waar we aan de tropi
sche omstandigheden konden wennen. Het
was daar lekker luxe. Toen kwamen we hier
en er was helemaal niks. Wat een armoe."
In Phum Bavel hebben de mariniers in hun
beste traditie een eigen wereldje geschapen.
Na weken zweten hadden ze hun mariniers
dorp op palen gereed. Keuken, slaaptenten,
eetruimte, washok - alles op anderhalve me
ter hoogte om ongedierte zoveel mogelijk
buiten te sluiten.
Tijdens de ochtendpatrouille in het dorp
trekken de Nederlanders nu minder bekijks
dan in het begin. „De bewoners zijn hier een
beetje tot rust gekomen, ze zijn gewend ge
raakt aan onze aanwezigheid", zegt een ma
rinier. In het gebied waar de Delta-com
pagnie zit, wordt nu minder geschoten, het
economisch leven komt wat op gang, en de
infrastructuur verbetert langzaam.
Aan hun belangrijkste taak zijn de mari
niers echter nog niet toegekomen. Ze hebben
de cruciale opdracht om de meest stugge en
agressieve partij in het Cambodjaanse con
flict, de Rode Khmer, te betrekken in het vre
desproces. De Rode Khmer heeft een groot
deel van sector 1 onder controle en weigert
de Nederlanders toegang. Ook heeft deze
guerrillabeweging nog geen kogel ingeleverd
- de andere drie partijen laten zich daarom
maar deels ontwapenen, omdat ze bang zijn
vooreen Khmer-overmacht.
In Phum Bavel heeft de Delta-compagnie
te maken met drie van de vier Cambodjaanse
partijen. Er lopen soldaten rond van het
Cambodjaanse regeringsleger CPAF en strij
ders van het KPNLF (door de Nederlanders
'Witte Khmer' genoemd). Daar omheen zit
de Rode Khmer.
In het gebied stikt het van de mijnen die in
de regentijd door het water vaak nog worden
verplaatst In bijna elke hu.t ligt wel een wa
pen. Het wantrouwen van alle betrokken par
tijen onderling en jegens de VN-eenheden is,
gevoed door jaren van oorlog, groot. De Rode
en Witte Khmer zitten hier erg dicht op el
kaar, in een aantal gevallen is er zelfs sprake
van familieverbanden.
De Nederlanders proberen daar op in te
spelen. In de afgelopen maanden hebben ze
heel geleidelijk hun bedoelingen duidelijk ge
maakt aan de plaatselijke gemeenschap. Ze
hopen dat hun boodschap zo uiteindelijk ook
doorsijpelt in de zeer gesloten wereld van de
Rode Khmer.
Frustraties
Verder naar het zuiden zit de Bravo-com-
pagnie in Sok San, dat letterlijk 'plezierig' be
tekent. Hier hebben de mariniers een stuk
oerwoud weggehakt en is met hulp van de
plaatselijke bevolking een kampje opgezet.
Ook hier laat de Witte Khmer zich ontwape
nen, maar ligt de Rode Khmer dwars.
Sok San, zo hebben luchtfoto's uitgewezen,
ligt slechts zeven kilometer verwijderd van
het hoofdkwartier van de Rode Khmer. Dat
hoofdkwartier, waar ook Rode-Khmerleider
Pol Pot zich regelmatig zou ophouden, wordt
omgeven door tanks, artillerie en mortieren,
plus een groot aantal divisies van het Khmer-
leger.
Het contact met de Rode Khmer is hier nog
frequenter dan elders in sector 1, maar ook
dat heeft niet geleid tot een doorbraak - de
Khmers houden hun territorium hermetisch
gesloten. Inlichtingenofficieren proberen al
drie maanden in kaart te brengen hoe sterk
de guerrilla in dit gebied is, maar ze zijn niet
erg opgeschoten.
Volgens kolonel Huijssoon, stafofficier in
de Cambodjaanse hoofdstad Phnom Penh,
neemt de greep van de Rode Khmer op de ei
gen eenheden af, naarmate ze verder weg lig
gen van het hoofdkwartier. Buiten sector 1 is
In beslag genomen wapens worden tijdelijk onder de grond bewaard, voordat ze worden vernietigd.
zelfs sprake van een spontane demobilisatie.
„Gemiddeld 25 tot 30 Rode Khmers per week
leggen elders in het land zelf de wapens neer.
Maar bij de Nederlandse mariniers heeft zich
nog niemand gemeld."
Het weigerachtige gedrag van de Rode Kh
mer is een bron van frustratie voor de mari
niers. Marinier André Tummie' van der
Waal: „Ze maken van die spottende ge
baartjes naar ons. Ze weten gewoon dat we
niks terug kunnen doen." Korporaal Teun
Hol: „We kunnen hun gebied niet in, en de
andere partijen waarschuwen ons ook om
dat niet te doen."
Seng Ly Ouk, luitenant-tolk van de Bravo-
compagnie, vertelt dat de Rode Khmer de
Nederlanders meerdere malen hebben be
dreigd. De Khmers houden ook van de sick
joke: „Ze zeggen me: die Nederlanders zijn zo
groot, die zijn heel gemakkelijk te raken."
De tolk werd geboren in Cambodja, en
vluchtte in 1982 naar Thailand toen hij het
leger in moest. Seng Ly Ouk verloor in de ja
ren '70 een groot deel van zijn familie, tijdens
het terreurbewind van de Rode Khmer. Hij
vertrouwt de Khmers nog steeds absoluut
niet. „Ze zijn gevaarlijk, ook voor Nederland
se mariniers die hier vred es bedoelingen heb
ben. Ik ben altijd gereed terug te slaan, als
dat nodig is."
Schietpartijen
Een belangrijk deel van het werk van de ma
riniers is dan ook de eigen bescherming. Het
bamboekamp in Sok San maakt van de bui
tenkant een erg vredige indruk, maar in de
slaapvertrekken wordt meteen duidelijk hoe
serieus men de gevaren neemt. Tot anderhal
ve meter hoge, met zandzakken versterkte
muren moeten slapende mariniers bescher
men tegen een aanslag.
Er wordt constant wacht gelopen - niet al
leen om dieven buiten het kamp te houden,
maar ook omdat er in de omgeving te veel
In Cambodja ivordtde nieuwe wereldorde uitgeprobeerd: 15.000
VN-militairen proberen het land na jaren oorlog rijp te maken
voor vrede en democratie. Onder hen 900 Nederlanders, voor een
groot deel mariniers. Ze zitten in sector 1, het moeilijkste gebied.
De Rode Kh mer heerst er en werkt niet mee. De mariniers ivorden
daardoor gedwongen tot passiviteit en dat is zo ongeveer het erg
ste wat je 'onze jongens'kan aandoen. „Wij willen er op af, dat is
onze aard.Een reportage uit een gebied vol gele modder, wegge
spoelde mijnen en onwillige fJimers.
zijn veel Khmer-strijders in verwarring ge
raakt door de aanwezigheid van westerlin-
Bn.
„Omdat de Amerikanen de Vietnam-oorlog
verloren, dachten ze dat westerlingen slappe
lingen waren. Khmer-soldaten vertelden me
dat ze er van uitgingen dat de geallieerden de
oorlog tegen Irak niet zouden kunnen win-
Dat is heel anders gelopen. En nu wij
hier ineens zitten, zijn ze toch in verwarring.
Ze moeten ons wel serieus nemen."
Van alle kanten wordt echter benadrukt
dat de mariniers de status quo niet met ge
weld zullen doorbreken. Men ziet in dat een
gevecht met de Rode Khmer niet te winnen
is. „En wij zijn hier ook niet gekomen om het
zoveelste bloedspoor door Cambodja te trek
ken", zegt een korporaal.
En dus houden onze jongens zich in en.
voeren stille, verbeten gevechten tegen de
omstandigheden. De modder, de bloedzui
gers, de slangen. Tegen de moesson, „maar
vechten tegen het water ligt de Nederlander
wel." En tegen de malaria, een ziekte die in
middels drie mariniers heeft geveld. Bij één
man waren de verschijnselen zo ernstig dat
hij naar Nederland moest worden afgevoerd.
Die gevaarlijke tropische ziekte dwingt de
mariniers tot een strakke 'malaria-discipline'.
Maandag is La nam-dag: dan wordt de weke
lijkse Lariam-tablet geslikt. De pil biedt ech
ter geen absolute bescherming tegen de ma
lariamug, die steeds resistenter wordt tegen
de farmaceutische produkten.
Omdat de malariamug alleen in het donker
actief is, moeten de mariniers van zonson
dergang tot zonsopgang hun armen en be
nen helemaal bedekt houden. Luitenant-arts
Boreel: „In het begin moesten we dat er echt
inrammen bij de jongens. Maar toen het eer
ste malaria-slachtoffer was gevallen, gingen
alle mouwen zó naar beneden." De malaria
mug is echter nog niet onder zeil, of met het
krieken van de dag loert er weer een ander
insect dat dengue of knokkelkoorts veroor
zaakt
Stil zitten
In afwachting van een doorbraak op hoger
politiek niveau, waardoor het Rode Khmer-
gebied open gaat. assisteren de mariniers nu
bij de opbouw van het gebied. Deze 'huma
nitaire taak' is weliswaar een deel van hun
opdracht, maar bij gebrek aan andere activi
teiten krijgt dit de overhand. De vraag dringt
zich dan ook op of het per se mariniers moe
ten zijn die een brug herstellen, het dak van
een schoolgebouw repareren of drinkwater
voorzieninghelpen aanleggen.
Sommige mariniers worden nu ook wat
ongeduldig. „We hebben ons kamp ge
bouwd, dus we zitten er redelijk bij. Maar ik
kan hier toch niet stil gaan zitten. Dan ga ik
liever naar Joegoslaviëzegt een marinier.
„Ik kan slecht wennen aan het idee dat we er
niet op af kunnen gaan", zegt een ander ..Er
op af, dat is toch een beetje onze mentali-
it."
Na het avondeten bij de Delta-compagnie
(soep, aardappelen, sperziebonen én sudder
vlees) schrijft het rooster voor dat de avond
wordt doorgebracht met 'stil amusement'. In
een tent op het aardedonkere terrein zitten
drie korporaals muziek te maken. Ze hebben
eerder al eens opgetreden, en bereiden een
nieuwe sessie voor. Jungierock in Phum Ba-
i
Korporaal Brian Leepel: „Het barst hier bij
Delta van de muzikanten Ik ken zo al vier
drummers." Leepel en zijn maatjes vinden
dat ze naar omstandigheden mooi werk heb
ben geleverd in Phum Bavel. Volgens hen is
het ook niet gek dat de Nederlanders in het
moeilijkste gebied zijn geplaatst. .Als wij er
gens aankomen, hebben we binnen een
kwartier water en licht georganiseerd. Het
Malaysische bataljon dat hier in de buurt ligt.
komt bij ons gezuiverd water halen en wij
trekken met de Blevies hun voertuigen uit de
modder."
Maar toch: die Malaysiërs zijn aan hun ei
genlijke taak toegekomen, „en wij zijn na
drie maanden nog bijna niks opgeschoten
Het gezelschap voorziet een DMMHb nj.i
voor de jongens die hen in december komen
aflossen, zolang sector 1 op slot blijft.
Korporaal Kees den Engelsman: „Mariniers
kunnen zich overal snel aan de omstandige
den aanpassen, daar zijn we in getraind. Of
het nou Noorwegen is. of Cambodja, het is
hier hooguit een beetje warmer. Dus als je na
twee weken gewend bent. en je hebt niks te
doen, dan duren zes maanden wel erg lang"
Den Engelsman oefent nog een keer een
akkoord op zijn gitaar, tegen een achter
grondkoor van brulkikkers en krekels, en
vindt het dan welletjes. Het is al over tienen
en zelfs een marinier heeft slaap nodig
wapens in omloop zijn. Iedere marinier is in
de afgelopen maanden wel eens dicht in de
buurt van een schietpartij geweest, hoewel
de Nederlanders nooit zelf serieus doelwit
„Er wordt hier al snel geschoten. Als die
jongens dronken zijn. dan beginnen ze voor
de lol te knallen. Moessonregens begroeten
ze vaak met geweerschoten. En als ze denken
dat ze een tijger zien. dan pakken ze ook
meteen een geweer. Maar er vallen ook nog
steeds slachtoffers door doelgerichte beschie
tingen". zegt een marinier die op wacht staat.
Alleen als er slachtoffers vallen, nemen dc
Nederlanders notie van de schietpartijen. Of
zoals dat in marinierstaal heet: .Alleen als er
gaten zijn. is er geschoten De rest laten wc
gaan, anders blijven we de hele dag schiet
partijen o n derzoeken
Niet alleen de Nederlanders zijn onzeker
over de wijze waarop de toestand in sector 1
zich zal ontwikkelen. Volgens Seng Ly Ouk