Prinsjesdag De nachtmerries van Wim Kok DINSDAG 15 SEPTEMBER 1992 NDREDACTIE RONALD FRISART ELS WIECANT VORMGEVING MARCO KROES INFOGRAPHICS GPD Wim Kok heeft een hondebaan. Weinig mensen zouden met hem willen ruilen, ook al staat hij vandaag dan even in het zonnetje, omdat hij zo'n degelijke miljoenennota presenteert. Het tekort ip de rijksbegroting daalt volgens plan. Dit jaar gaapt tussen inkomsten en titgaven van de rijksoverheid een gat van bijna 21 miljard gulden. Dat is ge- ijk aan 4,4 cent van iedere in Nederland verdiende gulden. Volgend jaar trimpt het tekort tot 3,9 cent per verdiende gulden. De collectieve lasten, 'ooral de sociale premies, drukken in 1993 minder zwaar. Fiscus en sociale ondsen slokken volgend jaar 53 cent van elke verdiende gulden op, tegen >3,6 cent dit jaar. Fraaie resultaten, vooral omdat de economie kwakkelt. duurder, dan zijn de minima de klos. Het kabinet heeft namelijk geen geld om hun uitkeringen extra te verhogen, zodat de koopkracht van uitkeringsontvangers af brokkelt. Geloofwaardigheid daar een minister van Financiën kan niet >p zijn lauweren rusten. Kok weet dat zijn looggeschatte collega's in het kabinet iteeds opnieuw proberen om hem beentje e lichten door een loopje te nemen met af- ipraken over de beheersing van het budget. io heeft de schatkistbewaarder weinig jreep op de uitgaven voor sociale uitkerin gen en de gezondheidszorg. Bovendien noet hij spitsroeden lopen in de Tweede (amer, waar volksvertegenwoordigers pro- )eren zijn bezuinigingsplannen af te zwak ten. Alsof dat nog niet genoeg is, heeft mi- lister Kok sinds anderhalf jaar het econo misch tij tegen. De economie groeit minder dan in de zette jaren 1989 en 1990, zodat de belas tingopbrengsten tegenvallen. Doordat de banengroei afneemt, doet een groter aantal werkzoekenden een beroep op uitkerings regelingen. Ondanks de conjuncturele te genwind kan het kabinet trots wijzen op de resultaten van het gevoerde beleid. Zonder de huidige inzinking van de wereldecono mie zou de sanering van de overheidsfinan ciën een stuk gemakkelijker verlopen. In veel industrielanden pingelt de econo mische motor echter al geruime tijd. Bedrij ven en consumenten in de Verenigde Sta ten zijn nog steeds druk bezig hun torenho ge schulden af te lossen, waardoor zij wei nig te verteren hebben. Dit jaar is ook de Ja panse bubbel-economie in elkaar geploft. Wereldconcerns zoals Sony en Toyota heb ben grote winstdalingen bekend gemaakt. In het land van de rijzende zon dreigt een golf van ontslagen. Een derde trekpaard van de wereldeconomie, Duitsland, is gestrui keld over de hoge kosten van de hereniging van Oost en West. Behalve in Japan, hebben nationale overheden geen geld om hun slappe economieen een koopkrachtinjectie toe te dienen. In de Europese Gemeen schap probeert vrijwel iedere lidstaat het begrotingstekort omlaag te krijgen, om zo te kunnen voldoen aan de voorwaarden voor toetreding tot de Economische en Mo netaire Unie, waarvoor de basis is gelegd door het Verdrag van Maastricht. Broos herstel De rekenmeesters van het Centraal Planbureau (CPB) voorzien pas in de tweede helft van dit jaar een broos herstel van de wereldeconomie. Maar die Haagse waarzeggers hebben al eerder een econo mische opleving voorspeld. Dus het blijft gissen en afwachten. Veel vaderlandse ondernemers zien de internationale malaise weerspiegeld in hun nogal magere orderportefeuille. Het tot nu toe uitblijvende herstel van de wereldhan del heeft grote gevolgen voor de nationale economie, omdat Nederland ruim de helft van zijn produktie aan het buitenland ver koopt. Onze exporterende ondernemers moeten hun prijzen verlagen teneinde hun aandeel in de wereldhandel te behouden of wat uit te breiden. Die prijspolitiek heeft succes. Mede daardoor groeit volgend jaar de export met vijf procent. De exportsuc cessen hebben een keerzijde. Doordat ex porteurs genoegen nemen met lagere prij zen, terwijl hun loonkosten stijgen, komt hun winstmarge onder druk te staan. De door het Planbureau geraamde ex- portgroei bepaalt in hoge mate onze econo mische voorspoed in 1993. Want de bin nenlandse klanten laten het volgend jaar grotendeels afweten. Die klantenkring om vat - behalve de consumenten - onderne mers met uitbreidingsplannen, die nieuwe produktiemiddelen bestellen, en de over heid die aankopen doet in de marktsector. De ondernemers maken in 1993 pas op de plaats. Hun investeringen in bedrijfsgebou wen en machines stagneren. Er worden bo vendien minder nieuwe huizen gebouwd. Ook de overheid doet het zuinig aan. Over de hele linie worden de bestellingen voor defensie, onderwijs en zo meer terugge schroefd. Alleen de overheidsinvesteringen in wegen, spoorlijnen en voor het milieu nemen volgend jaar toe. De koopkracht van de consumenten is na 1990 weinig meer gestegen. Daarom zijn de Nederlanders voorzichtig met het kopen van een nieuwe auto, breedbeeld-televisie of cd-speler. Alleen op de vakantie in het buitenland wordt weinig of niet beknibbeld. De totale afzet en produktie van het be drijfsleven, de kurk van onze economische groei, stijgen in 1993 al met al met 2,5 pro cent. Neemt ook het aantal banen met 2,5 procent toe om die hogere afzet te kunnen produceren? Nee, want gemiddeld produ ceert elke werknemer in 1993 twee procent per uur meer. Door deze produktiviteitsver- betering zal het personeelsbestand volgend jaar slechts met een half procent groeien, wat overeenkomt met 24.000 volle banen. Omdat steeds meer in deeltijd wordt ge werkt, komen 65.000 mensen extra aan de slag. Daar staat tegenover dat bij de over heid en in de gezondheidszorg door bezui nigingen 5000 volle banen vervallen. Maar doordat zich 70.000 nieuwkomers op de ar beidsmarkt melden voor een baan, loopt de werkloosheid in 1993 - voor het eerst sinds jaren - toch weer wat op. Door de vergrij zing neemt bovendien het aantal bejaarden met een AOW-uitkering fors toe (met 30.000). Deze oorzaken verslechteren de verhouding tussen het aantal mensen met werk en het aantal uitkeringsontvangers. In 1992 staan tegenover honderd werkenden 85,9 mensen met een uitkering, volgend jaar zijn dat er 86,2. Meer uitkeringen lei den tot hogere sociale lasten voor de wer kenden. De benodigde extra premies verho gen de arbeidskosten. Hogere kosten hollen de concurrentiepositie van Nederlandse be drijven uit en leiden op den duur tot af braak van werkgelegenheid. Koopkracht Wanneer de verhouding tussen econo misch actieven en niet-actieven ver slechtert mag het kabinet de koppeling tus sen uitkeringshoogte en CAO-lonen verbre ken. Dat staat in het tussen CDA en PvdA gesloten regeerakkoord uit 1989. Daarom maken de coalitiepartners geen ruzie over de ontkoppeling van uitkeringen en CAO- lonen in 1992 en in 1993. De uitkeringen gaan volgend jaar met 2,5 procent omhoog, de lonen met 4 tot 5 procent. De overheid heeft geen greep op de lonen" in de markt sector. Het kabinet pleit voor vrijwillige loonmatiging, in het belang van de werkge legenheid. Om de vakbeweging te paaien, komt de regering tegemoet aan twee eisen uit die hoek. Ten eerste behouden de mini ma volgend jaar hun koopkracht, althans op papier, dank zij gemillimeter met belas tingen, premies en eigen betalingen voor gezondheidzorg. Ten tweede gaan de kos ten van levensonderhoud volgend jaar door de BTW-verlaging per 1 oktober aanstaande minder snel omhoog, zodat de koopkracht van werknemers verbetert, ook wanneer de bruto lonen worden gematigd. Het kabinet mikt op een stijging van de CAO-lonen met 4,25 procent. Inmiddels af gesloten contracten (deze bestrijken al een op de vijf werknemers die onder een CAO vallen) komen voor 1993 uit op een loons verhoging van vijf procent. "Het kabinet is welbewust naief, wanneer het veronderstelt dat deze vijf procent loonsverbetering geen richtsnoer behoeft te zijn voor alle nog af te sluiten CAO's, mits de BTW wordt verlaagd. Vakbondsonderhandelaars meten hun suc ces immers af aan de verbetering die zij voor hun achterban weten te bevechten. Vijf procent hoger loon is inmiddels een graadmeter voor persoonlijk succes of falen van de onderhandelaar in 1993. Heel misschien zou de leiding van de vakbeweging nog wel bereid zijn wat water in de loonwijn te doen. Maar dan moeten werkgevers de vruchten van de loonmati ging gegarandeerd inzetten om meer banen te scheppen. Ondernemingen willen dat niet, maar ze kunnen het ook niet. De afzet- perspectieven zijn immers flets en hun winsten staan onder druk. Daarom blijven investeringen uit, en zonder investeringen komen er geen extra banen. Het moet dus al gek lopen, willen de CAO-lonen in 1993 niet met vijf procent op lopen. Daarmee legt de vakbeweging de bijl aan de wortel van de werkgelegenheids- boom. De afgelopen tien jaar zijn er vele honderdduizenden banen bijgekomen, dank zij loonkostenmatiging en winsther stel. Het kan kennelijk niet vaak genoeg worden herhaald: meer winst leidt tot hoge re investeringen, waardoor meer mensen aan de slag komen. Te hoge looneisen kos ten op termijn van enkele jaren vele dui zenden banen. Aangezien ondernemers zullen proberen de gestëgen loonkosten af te wentelen op hun afnemers door de afzet- prijzen op te schroeven, versnelt tevens de inflatie. Wordt het leven voor iedereen Een looneis van vijf procent kost dus niet alleen duizenden banen, maar zet daarnaast de minima op de minlijn. Hoge loonclaims zaaien twijfel over de geloof waardigheid van uitspraken uit vakbonds kring dat de bonden willen matigen voor werkgelegenheidsgroei en dat zij solidair zijn met de minima. Volgend jaar trekt de inflatie verder aan. Het leven wordt in 1993 gemiddeld 3,75 procent duurder. Voor bijna de helft is dat het gevolg van overheidsmaatregelen, zoals hogere accijns op sigaretten, hogere motor rijtuigenbelasting, een huurverhoging met 5,5 procent en extra tariefstijgingen bij het openbaar vervoer. De verlaging van de btw per 1 oktober aanstaande weegt daar on voldoende tegenop. Omdat de uitkeringen slechts met 2,5 procent omhoog gaan, dreigt bij 3,75 pro cent inflatie een koopkrachtverlies voor de sociale minima van ruim 1 procent te ont staan. Door een verhoging van de belas tingvrije som (het deel van het inkomen waarover je geen belasting hoeft te beta len) met 565 gulden en enkele andere in komenspolitieke manipulaties repareert het kabinet het dreigende koopkrachtver lies voor de 900.000 huishoudens die le ven op het bestaansminimum. De vaste premie voor het ziekenfonds gaat bij voorbeeld met 1,08 gulden per maand (per volwassene) omlaag. Op papier verheft het kabinet de mini ma "dooreen genomen" tot de nullijn. Maar papier is geduldig. Koopkracht plaatjes gelden voor gemiddelde geval len. Er zijn evenwel weinig mensen die in gemiddelde omstandigheden verke ren. Voorts stoelen de koopkrachtbere keningen deels op kwestieuze uitgangs punten. Het Planbureau rekent voor volgend jaEtr met een hogere dollarkoers (1,85). Blijft de dollar laag en behoeft Nederland minder guldens te betalen voor ingevoerde goederen, dan lopen de kosten van levensonderhoud minder op. Dat is goed voor onze koopkracht, ook voor die van de minima. Ander zijds veronderstelt het kabinet dat huishoudens volgend jaar door verho ging van gemeentelijke belastingen en milieuheffingen slechts 75 gulden kwijt zijn. In veel gemeenten stijgen de lasten voor de burgers echter meer. De vorige miljoenennota onderschatte eveneens de plaatselijke lastenstijgin gen. Het kabinet ging uit van slechts 25 gulden, terwijl dit jaar in werkelijk heid de lasten in Haarlem per woning stijgen met 103,78 gulden. In Gronin gen bedraagt de lastenstijging 122,30 gulden per woning, in Rotterdam 108 gulden en 65 cent. Veel gemeenten zullen ook volgend jaar noodge dwongen de heffingen fors verhogen, omdat de waterzuivering en het ver werken van gescheiden opgehaald huisvuil gepaard gaat met extra kos ten. In al deze gevallen gaan de mi nima er vele tientallen guldens op achteruit, welke becijferingen het kabinet ook presenteert. Koop krachtplaatjes zijn niet geschikt om veranderingen in de werkelijk ver diende inkomens te meten. De op gegevens van de belastingdienst ge baseerde inkomensstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statis tiek laat zien dat de inkomensver schillen in Nederland al sinds het midden van de jaren tachtig weer groter worden, ondanks de rege ringsdeelname van de PvdA sinds 1989. Overigens is er in heel Euro pa geen ander land waar de inko mensverschillen zo gering zijn als in ons land. De modale werknemer (bruto 45.000 gulden per jaar) krijgt vol gend jaar anderhalf procent (540 gulden) reeel meer te besteden. De dubbelmodale werknemer (bruto 90.000 gulden) ziet zijn koopkracht in 1993 met meer dan 900 gulden groeien. Ambte naren zijn over de gehele linie slechter af. De modale over heidsdienaar krijgt er reëel 75 gulden bij, zijn dubbelmodale collega moet met 125 gulden ge noegen nemen. Uitkeringsont vangers en ambtenaren moeten ook in 1993 weer een extra inko mensoffer brengen voor de ge zondmaking van de overheidsfi nanciën. Als het Kok 'een beetje meezit, krijgt hij zo de uitgaven, de druk van belastingen en pre mies, en het begrotingste kort daadwerkelijk naar be neden. Maar een minister van financiën kan nooit rus tig slapen. Het succes van de plannen van Kok wordt bedreigd door tegenvallers en onzekerheden over de economische ontwikkeling in Nederland en in de rest van de wereld. Bezuinigingsmoe Vakministers en ambte naren op de departe menten zijn langzamerhand bezuinigingsmoe. Toch zet Kok het mes dieper dan ooit in hun begroting. De ministe ries krijgen ook volgend jaar onvoldoende geld om de ge volgen van de prijsstijging op te vangen. Dat is vragen om te genvallers. Neem verder de be oogde en al ingeboekte bezui nigingen op WAO-uitkeringen en het ziekengeld. Volgens de vorige miljoenennota hadden die snoeiwetten op 1 juli van dit jaar in werking moeten treden. De wetsontwerpen zijn evenwel nog niet eens bij de Tweede Ka mer ingediend, terwijl de Raad van State de voorgestelde beper king van de Ziektewet heeft af gekraakt. De kans dal de fel om streden ingrepen in WAO en Ziektewet nog dit jaar onge schonden door de Kamer ko men, zijn uiterst gering. Dat be tekent alleen voor 1993 al een te genvaller die kan oplopen tot 1,7 miljard gulden. Nog andere risico's bedreigen de collectieve financiën. De blauw druk voor kostenverlagingen in de gezondheidszorg (plan Simons) kan eigenlijk meteen naar de pnil lenmand. De afgelopen jaren zijn de ramingen uit het Financieel Overzicht Zorg onophoudelijk fors overschreden. Het Planbureau constateert in de Macro Economi sche Verkenning voor 1993 dat "de in de begroting gehanteerde ver onderstellingen over de ontwikke lingvan geneesmiddelen, kunst- en hulpmiddelen en de omzet van specialisten een heroisch karakter" hebben. Daar komt nog een hoge achterstallige rekening van de zie kenhuizen (van 1,5 miljard gulden) overheen. De CAO voor verplegen den stuwt de loonkosten met ruim vijf procent op, terwijl voor volgend jaar slechts drie procent beschikbaar is. Het verschil moet op tafel komen door alsnog te snoeien in de premies aan het pensioenfonds (PGGM) en door het personeel in te krimpen. Minder mensen aan het bed dus. De draaiboeken van de actiecomité s kunnen nu al uit de kast. Een van de actiepunten was immers dat de werkdruk te zwaar was? Ook de ruimte voor salarisvcrbetering van de ambtenaren is krap bemeten Net zoals afgelopen april, zou minis ter van Binnenlandse Zaken Dales ook volgend jaar wel eens zwakke knieen kunnen krijgen. Wanneer zij akkoord gaat met hogere salariseisen, mag Kok het budgettaire puin ruimen De bewindsman van financiën heeft al 400 miljoen gulden ingeboekt als op brengst van geïntensiveerde fraudebe strijding, en bijna anderhalf miljard wegens de verkoop van schoolgebou wen en ander staatsbezit. Het staat te bezien of deze opbrengsten worden ge realiseerd. Tegenvallers bij uitgaven en ontvang sten bezorgen minister Kok hoofdbre kens en nachtmerries. Zonder aanvul lende bezuinigingen veroorzaken zij een hoger financieringstekort of leiden zij tot een hogere belasting- en premie druk. Kok loopt ook vast wanneer het herstel van de internationale economie nog lan ger op zich laat wachten. Wanneer in 1992 en 1993 de totale uitvoer anderhalf procent minder groeit, dan zijn er vol gend jaar 11.000 meer werkzoekenden, terwijl financieringstekort en collectieve lastendruk elk anderhalf miljard hoger uitvallen. Bovendien verslechtert de ver houding tussen werkenden en niet wer kenden verder, van 86,2 tot 86,7. Het Ministerie van financiën stelt dit jaar voor het eerst elke burger in staat om met Kok mee te leven. Vanaf vandaag is er in de winkel voor 9,95 gulden een begro- tingsspel op computerschijf te koop. Daar mee kunnen de gevolgen van tegenvallers en belastingmaatregelen voor economie en overheidsfinanciën worden nagespeeld Het blijft een spelletje, ver van de narde re aliteit in Den Haag. De kop van Kok is in drie jaar tijd onher stelbaar getekend door zijn loodzware baan. Zijn onmiskenbare succes bij de sa nering van de collectieve financiën staat ge groefd in de lijnen van zijn gezicht. Wie zou met hem willen ruilen? Frans Nypels &Flip de Kam

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 9