Vogelvrij verklaard ZATERDAG BIJVOEGSEL c eindredactie: willem schrama ZATERDAG 5 SEPTEMBER 1992 vormgeving: fred van gelderen marco kroes ruud vogelesang Politiepatrouille in de brandhaard van Zuid-Afrika. FOTO EPA de zelfde dag nog zijn gezin evacueren De verhouding met de zwarte collega's is over het algemeen goed. zegt Erasmus. „Er is geen discriminatie. We hebben de zelfde op leiding gekregen, zonder voorkeursbehande ling voor de blanken. Maar na het werk trek ken we nauwelijks met elkaar op. Zij gaan hun gang. wij de onze. Waarom? Dat is zo ge grr ;d. denk ik". ,,«iet leven is hier niet veel waard", weet Erasmus. als de Nyala langs een hut in een krottenkamp scheert. ..Je kunt voor 50 Rand (f.30, red.) een AK-47 huren als je een akke fietje met iemand hebt. Als je wat meer vijan den hebt, kun je er een kopen, voor 300 Rand. En als je geen geld hebt. dan maak je je eigen geweer. Je neemt een stalen pijp en be vestigt die op een plank. Je stopt een patroon van een AK-47 in de pijp en je schiet door een spijker via een sterke elastieke band te gen de kogel te jagen. Het lijkt een beetje op een katapult, maar dan gevaarlijker. Het ge beurt nog wel eens dat de kogel in de buis ex plodeert en dan is de schutter er geheid ge- We rijden langs een uitgebrand benzine station. „Was nog geen drie weken in be drijf", aldus Steyn. „De eigenaar was lid van het ANC. Maar dat heeft hem niet geholpen. Toen we aankwamen, stond de zaak al in lichter laaie. We werden bestookt met brand bommen met de benzine die ze net hadden gestolen". Vriendschappelijker contact met de towns- hipsbewoners hebben ze eigenlijk niet, er kent Steyn. „Onze officieren staan wel in ver binding met gemeenschapsleiders, maar wij zijn niet populair." Erasmus:.Alleen de kinderen schijnen ons wel te mogen. Als we ergens stoppen, komen ze aangerend en willen ze in de wagen kijken, aan onze spullen zitten. Zolang ze maar van de wapens afblijven, laten we dat ook wel toe." Puin De weg wordt beten Steyn geeft gas. De Nyala schiet langs een van de duurdere buur ten van het gebied. Ruime eengezinswonin gen met grote tuinen. „Beverly Hills", zegt Steyn". „Hier woont de zwarte middenklasse. Hebben we zelden problemen mee". In de verte schroeit een gloeiende lichtbal een gat in de duisternis. We naderen het Kwamadala-logement in Boipatong. Een enorme schijnwerper verlicht bijna het hele complex, waarvan de naam sinds de slach ting in Boipatong over de hele wereld bekend is. Hier woonden de daders van het bloed bad. Een Casspir houdt onopvallend de wacht. Op de plaats waar eens barakken stondf n. liggen nu bergen puin. De helft van het gi gantische complex is gesloopt. De bewoners, voornamelijk Zulu's en leden van Inkatha.'de beweging van Chief Mangesotho Buthele/i. zijn verspreid over andere logementen. £>e overgebleven bewoners worden dag en nacht bewaakt. Er is nog maar één ingang en die is elektronisch beveiligd. „Ze kunnen zelfs hun kleine teen niet verroeren zonder dat we het merken", aldus Steyn, die tevreden zegt te zijn over de medewerking van Inkatha. Het politie optreden tijdens en na de slachting is fel bekritiseerd. Een Engelse des kundige noemde het onderzoek „jammerlijk incompetent". Erasmus heeft niet veel com mentaar op die kritiek. Hij was er niet. op die bewuste avond toen naar schatting 200 Zulu's een strafexpeditie ondernamen in het krottenkamp van Boipatong. Ze wilden tie moord op een jonge vrouw wreken, die door bewoners van het kamp was genccklaced (het slachtoffer krijgt een met benzine of diesel olie gevulde autoband omgehangen, die wordt aangestoken; red.). Melding Als de ronde bijna voltooid is, lijkt het toch nog spannend te worden. Via de boordradio meldt de basis dat er een tip binnen is geko men over een op handen zijnde aanval in $e- bokeng. „Waar en door wie weet onze tipgi- efster niet". Een soortgelijke melding w.is ook op de avond voor de slachting in Boip.i tong binnengekomen. Toen was de me uit gerukt naar Sebokeng, terwijl in Boipatong de eerste slachtoffers vielen. De bemanning reageert lakoniek op het bericht. „Gebeurt regelmatig"', legt Erasmus uit. „Maar meestal is het loos alarm". Ze luis teren aandachtig naar de boordradio. De boodschap wordt nog een keer herhaald maar ook dat is geen aanleiding om hun houding te veranderen. Pas als de frekwentie van de melding toeneemt, weten ze dat de kans groot is dat ze in actie moeten komrn. Maar na de tweede melding zwijgt de boord- radio. De aandacht verslapt. De stemming In de cabine gaat de landerige kant op. Kr worden grappen gemaakt, die een buitenstander ont - gaan Steyn en Erasmus pakken een sigaret, De dienst zit er bijna op... ergeant Steyn wil me iets laten k zien. Hij verlaat de weg en draait behoedzaam de vuilnisbelt van Boipatong op. In het schijnsel van de kop lampen doemen, tussen de bergen afval, tientallen hutten en tenten op. De meeste zijn nog geen meter hoog; gebouwd met het materiaal dat de vuilnishoop heeft prijsgege ven. Het lijkt, in het bleke maanlicht, op een scène uit een oude zwart-wit film. De kleine pantserwagen hotst door een kuil en het licht valt op een iets groter bouw sel. Op een houten schot, dat de voorkant van de hut vormt, staat in grote, druipende letters: VIVA ANC. De wagen rijdt stapvoets door het spook- dorp. Eén verkeerde manoeuvre, even afwij ken van het pad, en een hut wordt, met zijn bewoners, onherroepelijk verpletterd. De contouren van de dichtst bijzijnde tent vervagen binnen enkele seconden in de smog die in slierten over de grond drijft. Zelfs in de cabine beginnen de ogen te priicken en wor den kelen geschraapt. Agent Erasmus wijst op de stapels lege, verfrommelde conservenblikjes die naast vrijwel elke hut liggen. Ze zorgen voor de eni ge kleur in het grijze landschap. „Die graven ze op uit het vuil en verkopen ze als oud ijzer en daar leven ze van", zegt sergeant Steyn. Dan, na een korte pauze: „Dat mensen zo kunnen leven; als ze me dat een week eerder hadden gezegd, had ik het niet geloofd". Depressie Steyn had de nederzetting precies een week eerder ontdekt tijdens een van zijn patrouil les. Waar deze mensen vandaan komen, weet hij niet. Hij vermoedt dat ze op zoek naar werk naar de townships rond Vereeniging het industriële hart van het gebied ten zuiden van Johannesburg, zijn getrokken. Maar werk is er niet. Zuid-Afrika zit in de greep van de langdurigste economische depressie sinds het begin van de eeuw. Sergeant Johan Steyn maakt sinds vier jaar deel uit van de Mobiele Eenheid (ME) in Ver- eeniging. Hij is een gezette Afrikaner, met een vriendelijk gezicht en straalt, ondanks zijn 22 jaar, een ontspannen gezag uit. Hij gaat, zegt hij, elke dag fluitend naar zijn werk, omdat „het afwisselend en boeiend is". Na tuurlijk, het heeft ook zijn vervelende kanten, geeft hij toe. „Maar ik ben nu eenmaal geen man voor een kantoorbaan en gelukkig heeft mijn vrouw daar begrip voor". Zijn beroep is waarschijnlijk het gevaarlijk ste in Zuid-Afrika. Meer dan 140, voorname lijk zwarte, politiemannen hebben alleen dit jaar al hun beroepskeuze met de dood moe ten bekopen. Niemand staat zo vaak bloot aan kritiek als een politieman en in de towns hips, waar hij geacht wordt de orde te hand haven, is hij gehaat Geen wonder, aldus de politiebond, dat een politieman eerder overspannen raakt dan een modale burger en dat de kans dat zijn huwelijk op de klippen loopt groter is dan in elk ander beroep. Steyn weet dQt, maar zou zegt hij nooit een ander vak kiezen. Mijlpalen Op dinsdagavond begint Steyn met zijn uit vier man bestaande bemanning zijn ronde langs de townships bij Vereeniging, waar vol gens de Mensenrechtencommissie, een anti- apartheidsorganisatie, bijna 60 procent van de politieke moorden plaatsvindt. De pa trouille zal acht uur duren, waarin hij naar schatting 400 kilometer aflegt. Het is een tocht langs mijlpalen in de re cente Zuidafrikaanse geschiedenis. In Sharpeville werden in maart 1960 69 mensen door de politie dood geschoten bij een protest tegen de beruchte pasjeswetten. De tragedie schudde de wereld wakker en was het begin van de campagne tegen het apartheidsbewind. In maart 1990 vuurde de door 50.000 de monstranten in het nauw gedreven politie in Sebokeng lukraak in de menigte en doodde 11 mensen. Het drama werd door een onafhankelijke onderzoekscommissie onderzocht en voor het eerst werd de po litie aan de schandpaal genageld. In Boipatong werden in juni 39 mensen afgeslacht en dit betekende het voorlopig einde van de onderhandelingen tussen de regering en het ANC over de toekomst van het land. De pantserwagen van sergeant Steyn is een Nyala, kleiner en wendbaarder dan de bekendere Casspir, een rijdende bun ker van pantserstaai. De Nyala heeft air conditioning, lampen aan alle kanten, goed uitzicht en,' het belangrijkste, een voortreffelijk radio-systeem dat het contact met de thuisbasis on derhoudt. Sergeant Johan Steyn: „Plotseling klonken er schoten. Ze misten me op een haar. Voor hun zwarte collega's is het leven de townships een hel, vertelt Steyn. „Velen moesten gedwon gen verhuizen naar blanke wij ken, wegens intimidatie in de townships. Hun huizen en bezittingen werden in brand gestoken en ze waren hun niet zeker. Een zwarte collega werd een keer bedreigd door een comrade met een AK- 47. Hij schoot hem dood, kon niet an ders. Maar hij moest waakhond van de apartheid. Sinds de hervormimgen van president De Klerk is veel ver anderd, maar het beeld van de politieman blijft negatief. Maar Nuijsenburggingop patrouille met de ME in het gevaarlijkste Vereeniging. Vrijwilligers in de brandhaard van het land die voor 2000 Rand bruto (fL 1200) per maand, inclusief gevarentoeslag, vrijwel dagelijks hun levens wagen. Taboe Erasmus is opvallend openhartig, over zijn motieven om politieman te worden, over zijn angsten, maar ook over gevoelige kwesties als de kritiek op de politie, de relatie met zwarte collega's en de inwoners van de woonoorden. Alleen over de politiek wil hij niet praten. Dat is op bevel van hogerhand taboe. Hij moet schreeuwen om zich boven het geraas van de motor verstaanbaar te maken. „Als je verleden jaar tegen me had gezegd dat ik politieman zou worden, had ik je voor gek verklaard. Maar toen ik uit dienst kwam, wist ik niet wat ik moest doen. De werkloosheid is enorm en er lag geen baan op me te wach ten. De politie leek me wel wat. Het is afwis selend en ik ben geen type voor een baan van negen tot vijf'. In Sharpeville vliegt een kei tegen de wa gen. De dreun is verrassend hard. De dader blijft onzichtbaar. Er is, voor zover het het in het donker kan worden vastgesteld, niemand op straat. De duisternis wordt nog versterkt door de smog die vooral boven de krotten- kampen een dikke, grauwe deklaag vormt. „Het is hier behoorlijk ongezond had Steyn gezegd. „Dat merk je vooral als je terugkomt van vakantie. Je voelt je fit, maar binnen een paar dagen heb je een loopneus en last met adem halen". De rust op straat is vaak bedriegelijk, zegt Erasmus. „Op het eerste gezicht lijkt er niets aan de hand en dan, pats, is het mis en wordt er geschoten". Ze voelen zich kwetsbaar, als ze 's nachts de Nyala moeten verlaten. Vooral wanneer ze hutten in de krottenkampen op wapens moe ten doorzoeken. „De eerste keer deed ik bijna in mijn broek", zegt Erasmus. „Je weet dat je een wandelende schietschijf bent, met nau welijks enige bewegingsruimte, want de hut ten staan heel dicht op elkaar. Je hebt geen idee of de mensen om je heen je vijandig of vriendelijk gezind zijn. Ze kunnen zomaar het vuur op je openen en je weet bij God niet waar het vandaan komt. De adrenaline pompt de angst door je lichaam. Maar de re actie is het grootst als het achter de rug is. Dan zit je soms een kwartier te beven als een juffershondje". Steyn is een keer bij zo'n zoektocht op het nippertje aan de dood ontsnapt. „We hadden wapens in een huis gevonden en waren bezig met het ondervragen van de bewoners. Plos- teling klonken er schoten. Van een AK-47 (een automatisch geweer, het wapen in de townships, red.) Ze misten me op een haar. We schoten terug, en kamden de omgeving uit, maar we hebben ze niet gevonden. Dat was in Sebokeng, in zone zeven, voor ons het gevaarlijkste gebied". Visagie wijst op de leuzen op een schutting. Een kogelper agent, een slogan van het Pan Africanist Con gress (PAC), een radicale rivaal van het ANC. „Ze hebben dit jaar uitge roepen tot het jaar van de politie. We zijn vogelvrij verklaard". Dat is onze levenslijn, zegt Willem Eras mus. „Zonder goede radio-communicatie is het werk in de townships spelen met je leven. Een paar weken geleden raakte een Casspir vast in een greppel die over de weg was ge graven. 'Ze' hadden hem vol laten lopen met water, want dan kan een Casspir er niet meer uit. De mannen zaten als ratten in de val. Uit de wagen klimmen kon niet. Dan werden ze gelijk onder vuur genomen door sluipschut ters. Godzij dank, bleef de radio werken en konden versterkingen gestuurd worden, maar het duurde 40 minuten voor ze einde lijk waren ontzet. Als 'ze' een handgranaat hadden gehad, waren de jongens er allemaal aangegaan". De 'ze' zijn de comrades, de meestal zeer jonge, vaak losgeslagen ANC-aanhangers die in een aantal townships rond Vereeniging een schrikbewind uitoefenen. Erasmus is 22. Hij heeft, evenals als zijn maten James Roarby (20), Wil lie Visagie (20) en Shaun Basson (23), net zijn opleiding op de politieschool achter de rug. Ze zijn nu vijf weken in wat betekent het om politie man te zijn? Onze correspondent Peter van gebied van het land. Op patrouille in de brandhaard van Zuid-Afrika De Zuidafrikaanse politie is sinds jaar en dag het mikpunt van felle kritiek. De politieman was een onderdrukker, de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 35