De zendingsdrift van de mormonen
'Kan ik die rare taal wel leren?'
J
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1992
ZATERDAGS
BIJVOEGSEL
De spanning is te snijden wanneer de leraar
het klaslokaal binnenkomt. Vier jonge, frisse
gezichten kijken hem vol verwachting aan.
Hier en daar wordt nog snel een traan weggepinkt. Het af
scheid van familie en vrienden valt zwaar.
De komende maanden zullen deze drie jongens en dit
ene meisje hun beste krachten geven aan het verspreiden
van het Evangelie, volgens de uitleg van de Kerk van Jezus
Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Contact met
het thuisfront mag alleen nog via de post plaats vinden.
Nederland en België zijn het werkgebied, maar de eerste
twee maanden moet eerst de taal worden geleerd.
Vandaar de spanning. Wat voor leraar heb ik? Kan ik die
rare taal leren?
Sonja Dodenbier en Ron van Tienderen, beiden uit Salt
Lake City, leren met een lichte voorsprong op hun twee
klasgenoten Jeff Lamb uit Logan in Utah en Thomas Man
ning III uit Seattle, Washington. Zoals de achternamen al
aangeven, hebben Sonja en Ron een Nederlandse achter
grond. Hun ouders emigreerden op jonge leeftijd naar
Amerika maar spreken thuis nog regelmatig Nederlands.
„Vooral als wij niet mee mogen luisteren", weet Ron.
De zending wordt in principe door de zendelingen zelf
betaald. Ondersteuning door de kerk is wel mogelijk. Op
zending gaan is overigens geen verplichting maar het
wordt wel van iedere jongen verwacht.
Het taalonderwijs dompelt de zendelingen vanaf de eer
ste kennismaking onder in de taal van het land van be
stemming. ,,Ik ben elder Lamb. Ik kom uit Logan" zijn de
eerste woorden die Jeff in het Nederlands uit zijn mond
krijgt. Enkele dagen later kent hij alle onderdelen van een
fiets en weet dat een grasshopper een sprinkhaan is. Alleen
met het tellen heeft hij problemen. Drieëndertig blijft eruit
komen als drieëndrietig. Jeff voelt het verschil niet aan.
De lessen beginnen 's morgens om acht uur. 's-Avonds
rond tien uur gaat in het klaslokaal pas het licht uit. Vijf
dagen lang is dat het schema. Taal staat natuurlijk niet als
enige onderwerp op het rooster. De kennis van de eigen
godsdienst wordt aangescherpt, de dagelijkse gym is een
belangrijk breekpunt van de geestelijke arbeid en het ver
blijf in Nederland wordt verder voorbereid met cultuurles-
Die lessen zijn voor de leraar geen eenvoudige opgave.
Hoe leg je een Amerikaan uit waarom de Nederlander bij
voorkeur om zes uur 's avonds eet, niet later en niet vroe
ger. En dat dnfdus geen goede tijd is om voor een gesprek
aan te kloppen? Of dat oudere Nederlanders er bezwaar
tegen hebben als je kauwgom kauwend met je handen in
je broekzakken voor de deur staat? En wat vla is?
De vorderingen die de zendelingen maken zijn specta
culair. Zeker wanneer in aanmerking wordt genomen dat
de meeste Amerikaanse tieners nooit een andere taal heb
ben geleerd, in feite hun eigen taal slecht beheersen en
vaak geen buitenlandse taal hebben gehoord.
Natuurlijk is hun Nederlands na twee maanden of na
twee jaar, want het taalgebruik blijft door de aard van hun
werkzaamheden (godsdienstonderricht) wat eenzijdig
niet volmaakt. Dat laatste woord levert trouwens bij de uit
spraak al veel problemen op. Maakt, maagd en macht
klinken in Amerikaanse oren alledrie precies hetzelfde, ter
wijl ze bij slordig gebruik in Nederland toch voor vervelen
de misverstanden kunnen zorgen. Net zo goed als het ver
schil tussen gesneden en besneden voor een bezoek aan
de bakker duidelijk uitgelegd moet worden.
Andersom zorgen Nederlanders ook voor amusante si
tuaties. 'I am not interesting' zegt de huisvrouw aan de
deur, wanneer ze de zendelingen altijd met zijn tweeën
afwijst. En uw man? is de ondeugende vervolgvraag. 'He
is also not interesting' luidt het opmerkelijke antwoord.
Het verschil tussen interessant en geïnteresseerd is niet
voor iedereen duidelijk.
De zendelingen hebben ook een term bedacht voor hun
versie van het Nederlands: Nederengels, hetgeen met na
me slaat op de letterlijke vertalingen uit hun moedertaal:
That's all right. Dat is alles recht. Het Nederengels brengt
de leraar soms tot wanhoop, maar zorgt meestal voor
lachwekkende situaties. Zo ook de overhoringen die van
tijd tot tijd plaatsvinden. ,,Ik heb thuis een paars" houdt
een elders bij hoog en laag vol. Paarsen lopen in the grass.
Paarden dus, in de wei.
De studie zit erop. De mormoonse zendelingen Ron van Tienderen, Jeff
Lamb, Thomas Manning en Sonja Dodenbier (kloksgewijs) in het zen
dingshuis in Hilversum. •fotohansjacobs
Joseph Smith, die afkomstig was uit de
staat New York, publiceerde in 1830 het Boek
van Mormon dat hij had vertaald van gouden
platen die begraven waren bij een heuvels bij
hem in de buurt. Een hemelse boodschapper
Mormon zou de platen tijdelijk aan
hem hebben uitgeleend.
Het Boek van Mormon beschrijft in bijbels
aandoende verzen hoe verloren stammen
van de Israeliëten en andere oud-Testamen-
tische volkeren naar Amerika koers zetten, en
daar de voorouders werden van de Ameri
kaanse indianen.
Die Amerika-centrische benadering van
het christelijk geloof bezorgde de charismati
sche Smith al gauw grote aantallen suppor
ters. Met die aanhangers verliet hij New York.
om zich achtereenvolgens in Ohio, Missouri
en Illinois te vestigen.
Maar overal werden de Latter-day Saints
(Heiligen der Laatste Dagen, zoals ze zichzelf
noemen mormoon is een 'geuzennaam'),
vervolgd vanwege Smith's theocratische ma
nier van optreden, het feit dat de nijvere
mormonen anderen wegconcurreerden, en
vanwege de veelwijverij die een aantal mor
monen er na een door Smith bekendgemaak
te openbaring Abraham en andere bijbelse
aartsvaders volgend op na hielden.
Smith zelf werd in 1844 in Nauvoo, Illinois,
gelyncht. Het was zijn opvolger, Brigham
Young, die de voor de mormonen beslissen
de stap zette door zijn volgelingen mee te ne
men naar het toen nog woeste Utah.
Hij was de Amerikaanse tegenhanger van
Mozes. In het woestijnachtige Utah vonden
de mormonen hun beloofde land, een dorre
vallei waar ze door keihard wer
ken hun Jeruzalem bouwden:
Salt Lake City. Daar werd een
tempel neergezet en een ta
bernakel. De mormonen hadden
er zelfs een Dode Zee dankzij
Salt Lake, het grote zoutmeer in
de vallei.
De kerk hield zichzelf in stand
en groeide, dankzij onder meer
een sterke hiërarchische en auto
ritaire structuur en dankzij het
feit dat de kerk indringend in het
leven van de leden aanwezig is.
Duizenden bekeerlingen uit Europa en ande
re delen van Amerika voegden zich bij hen.
Levensregels
Met 's zondags een uurtje naar de kerk gaan,
komt men er niet. De Amerikaanse historicus
Leonard Arrington rekende ooit uit dat elk fa
milielid van een gemiddeld mormoons gezin
vader, moeder, twee kinderen geacht
wordt 14 uur per week aan kerkactiviteiten te
besteden. Alleen de verschillende zondagse
diensten duren al drie uur.
Levensregels zijn er te over. In het ideale
mormoonse gezin werkt de man, en zorgt de
vrouw thuis voor de kinderen. Als er proble
men zijn worden die met de leke-bisschop, of
met de door de kerk toegewezen 'huisonder
wijzers'besproken.
De regels verbieden overspel en laten ho
moseksualiteit niet toe: daar staat uitstoting
uit de kerk op. Goede mormonen houden
zich verre van alcohol, drugs, nicotine en caf
feine (geen thee, geen koffie) en eten vlees
met mate. Opvallend: in Utah, waar 70 pro
cent van de bevolking mormoon is, sterven
jaarlijks 187 van de 100.000 inwoners aan een
hartziekte. Landelijk ligt dat cijfer hoger: 323
van de 100.000, Dood door leverziekte treft
5,5 van de 100.000 inwoners van Utah. Over
heel Amerika ligt dat cijfer twee keer zo hoog.
Profeet
De regels worden in stand gehouden, en in
dien nodig aangepast, door de Raad van
Twaalf Apostelen en het presidium van de
kerk. Aan het hoofd van de kerk staat de 92-
jarige profeet Ezra Taft Benson. Benson kan,
net als zijn voorgangers, door middel van
'Goddelijke openbaringen' nieuwe kerkregels
uitvaardigen. Die moeten wel door de kerk
gemeenschap worden bekrachtigd.
Zo werd door een van Bensons voorganger
een eind gemaakt aan de polygamie, al zijn
er in Utah en Arizona nog groepjes niet tot de
officiële kerk behorende mormonen die aan
veelwijverij doen. Een andere openbaring
maakte in de jaren '70 een eind aan de discri
minatie van zwarten, die vanaf dat moment
ook als priester konden worden ingewijd.
Mormonen worden geacht tien procent
van hun inkomen aan de kerk te geven. Dat
maakt de kerk schatrijk, hoewel niemand
precies weet hoe rijk. Om een indicatie te
krijgen: volgens de krant Arizona Republic
krijgt de kerk 4,3 miljard dollar (zo'n 7 mil
jard gulden) per jaar van zijn leden als contri
butie. Opbrengsten van de meer dan 100 on
dernemingen die eigendom zijn van de kerk
en van inkomsten uitgebreide landerijen
brengen nog eens 400 miljoen per jaar op.
Genealogie
Een deel van dat geld wordt besteed aan een
van de meest opvallende activiteiten waar
mee de mormoonse kerk zich bezighoudt:
het opbouwen van een genealogisch instituut
dat zijn gelijke nergens in de wereld kent.
De doelstelling is niet gering: het traceren
en catalogiseren van alle genealogische gege
vens waar dan ook ter wereld. Met andere
woorden: de mormonen zijn bezig aan een
speurtocht die de namen van alle geboek
staafde mensen moet opleveren.
Die gegevens worden opgeslagen in tun
nels die zijn uitgehouwen in het graniet van
de Wasatch Mountains, ten zuidoosten van
Salt Lake City. Onder 200 meter graniet lig
gen daar nu al meer dan 1,8 miljoen rollen
microfilm (te vergelijken niet 700 miljoen
boeken van 300 pagina's elk) verzameld. En
dagelijks komen daar namen, jaartallen en
geboorteplaatsen bij. De
laatste tijd vooral uil Oost
Europa waar de kerk voor
het eerst toegang heeft ge
kregen tot genealogische
gegevens.
Hoever is de kerk? Stafme
dewerker Thomas Daniels
van het genealogische in
stituut: „We denken dat er
70 miljard mensen op aar
de hebben geleefd. Van ze
ven tol acht miljard zijn
gegevens nagelaten. Wij
hebben nu twee miljard namen, dus we zit
ten op 25 procent". Daarbij moet dan nog re
kening worden gehouden met het feit, dat de
mormonen alleen gegevens bijhouden tot
1910. Levende mensen zijn niet in het archief
opgenomen: de interesse gaat uit naar de do
den.
Vanwaar deze enorme onderneming? Het
heeft te maken met het mormoonse geloof
dat iedereen een kans moet hebben in het
enige ware geloof gedoopt te worden, in de
tempel voor tijd en alle eeuwigheid te trou
wen of tot priester te worden gewijd, leder
een, niet alleen de levenden, maar ook de do
den. Gelovigen kunnen hun voorouders die
dienst bewijzen door in de tempels het toe
passelijke ritueel namens hen te ondergaan.
Die voorouders, van wie wordt aangenomen
dat zij als geest verder leven, hebben altijd de
mogelijkheid om in het hiernamaals de eer
van de hand te wijzen. Niemand wordt dus
tegen zijn zin posthuum tot mormoon omge
doopt.
Dat is een geruststellende wetenschap, zo
blijkt spoedig. Want een zoektocht in de
computer van het genealogische instituut le
vert curieuze gegevens op Inderdaad, ik kan
moeiteloos mijn voorouders terugvinden
Hendrik Hendriks Dam, die op 5 april 1883 in
Tjalleberd werd geboren, zit in het systeem
Roelof Harmens Dam, in 1784 te Giethoorn
geboren, ook. Net als Jan Wiegers Dam. die
in 1849 in Langezwaaghet levenslicht zag.
Wat ik ook vind is. dat al mijn voorouders
door iemand recentelijk tot mormoon zijn
gedoopt, in de mormoonse kerk zijn ge
trouwd en/of tot priester zijn gewijd. Dat is
voor mij al een schok, laat staan voor Hen
drik Hendriks, Roelof Harmens en Jan Wie
gers. Want niet alleen waren zij allemaal
overtuigd doopsgezind, ik weet ook zeker dat
geen enkele oude Dam lid zou willen zijn van
een kerk die het drinken van borreltjes ver
biedt. Zelfs posthuum niet.
Snelst
groeiende
kerk
Eg n Nederland is het koud. Iedereen
H houdt er van fietsen en daarom zijn er
niet veel auto's, behalve politieauto's
die helder oranje zijn. De mensen zijn erg
trots op hun honden, eten veel broodjes en
I hebben rare badkamers. Nederland volgens
de Amerikaanse e/r/erWarby (19).
Deze week is Warby in Nederland aange-
j komen om mensen te 'bekeren'. Hij wordt
daarmee een van de 40.000 jonge mannen en
vrouwen die de Kerk van Jezus Christus van
de Heiligen der Laatste Dagen, beter bekend
als de mormonen, momenteel wereldwijd als
zendeling heeft.
Dat bekeren zal hem niet meevallen. Vol-
I gens de Amerikaanse kerkhistoricus Richard
Cowan mogen de mormoonse zendelingen
in de twee jaar dat zij in Europa gestatio-
1 neerd zijn (voor de meisjes geldt een periode
S van anderhalfjaar), op gemiddeld niet meer
i dan twee a drie bekeringen rekenen.
Elder (of ouderling) Hall (23), die van 1988
tot 1990 in Nederland als zendeling werkte:
„Mijn grote teleurstelling is dat ik nooit een
jl gezin heb kunnen bekeren. Wel wat alleen-
staanden, maar nooit een gezin. Hoe dat
komt? Misschien wel omdat gezinnen rijker
j zijn. Die mensen hebben alles al."
Dat betekent dus dat elder Warby duizen-
den keren 'nee' zal horen. Mensen die hij op
straat aanspreekt zullen veelal haastig door-
I lopen. De kans dat hij bij iemand naar bin-
nen mag is één op duizend, zoals uit onder-
i zoek is gebleken.
Uitdaging
Zelfs de baas van de school waar Warby voor
zendeling de mormonen gebruiken in het
Nederlands de protestantse terminologie en
1 niet het katholieke missionaris wordt op-
j geleid, president Grant van het Missionary
j Training Center (MTC) in Provo in de west-
I Amerikaanse staat Utah, geeft toe: „Neder-
land is moeilijk. De mensen daar hebben een
gevestigde manier van denken",
j Elder alle zendelingen dragen die titel
en spreken elkaar ermee aan Warby is, als
;j ik met hem praat, net een week in het MTC.
I Hij blijft er, evenals alle andere Amerikaanse
I zendelingen die naar het buitenland gaan,
j nog zeven weken. In die tijd zal hij niet alleen
j een spoedcursus in de leerstellingen van de
I kerk krijgen, maar bovendien Nederlands
ij moeten leren.
De taal wordt hem bijgebracht door leer-
krachten als zuster Poulson, die zelf irt
Gouda, Den Haag en Haarlem zendingswerk
heeft gedaan, nu aan de Brigham Young Uni-
I versiteit studeert en haar studie bekostigt
'i door aan de zendelingen les te geven.
Zij heeft alleen maar vriendelijke woorden
J voor haar oude standplaats over: „Nederlan-
ders houden van hun land en van de konin-
gin. Ze hebben veel vriendschappen. Fami
liebanden zijn er hecht, en vrouwen blijven
j er meer thuis dan in ons land. Dat vind ik
i goed".
Dan keert ze zich weer tot elder Warby en
j nog een dozijn verse medestudenten die ijve-
I; rig in hun taalgidsje bladeren. „We waren
dus bij de hulpwerkwoorden gebleven. Ik
j| geef voorbeelden. Jullie moeten basketbal
I spelen. Zij zullen basketbal spelen. Hij gaat
:j basketbal spelen. Wij willen altijd basketbal
I spelen. Ia, kon dat maar hè?".
De klas lacht, en ik ga verder met de tocht
j door het MTC. Mijn begeleiders produceren
j inmiddels het ene krasse staaltje informatie
i na het andere. „Er wordt hier in 38 talen on-
I derwezen, waaronder gebarentaal. Vorig jaar
hadden we 18.000 studenten. Dat aantal
jl neemt nog steeds toe, en daarom zijn we
i; weer aan het uitbreiden. We bouwen nu 200
extra klaslokalen en 1000 slaapplaatsen."
De jongens die op 19-jarige leeftijd zende-
i ling worden, hebben allemaal kort geknipt
J haar en gaan gekleed in donker pak, wit over-
hemd en stropdas. De meisjes die 21 zijn als
ize de zending ingaan, dragen allen verstandi-
I ge jurken die ruim over de knie vallen.
Na een paar uur in het Missionary Training
De mormoonse tempel in het hartje van Salt Lake City. De mormonen hebben wereldwijd meer dan veertig tempels. Nederlandse kerkleden kun
nen terecht in Frankfurt. foto gpd
deel is dat te danken aan de
inzet van jeugdige zendelingen.
De mormonen zijn ook in
worden zendeling, maar een aanzienlijk deel
van met name de jongens toch wel. Kerkcij-
fers uit 1990 houden het erop dat in de loop
der jaren 826.000 mormonen hun zending
volbrachten, in de Verenigde Staten zelf,
maar vooral daarbuiten. Dat cijfer krijgt reliëf
voor wie weet dat de kerk nu wereldwijd acht
miljoen leden telt, van wie er 3,4 miljoen bui
ten Amerika wonen. Ter vergelijking: in 1960
waren er nog maar 1,7 miljoen mormonen
die op 200.000 na allemaal in de VS
woonden.
Om het nog eens in andere cijfers te zeg
gen: de kerk breidde zich vorig jaar uit met
75.000 kinderen die werden gedoopt en maar
liefst 297.770 bekeerlingen in de 138 landen
waar de mormonen nu vestigingen hebben.
Bij die landen hoort ook Nederland, waar een
relatief bescheiden aantal van 7000 mormo
nen woont. Kerkgebouwen staan onder an
dere in Leiden en Haarlem.
Opvallend
Het is opvallend dat de mormoonse kerk zo
snel groeit, terwijl andere christelijke kerken
verder en verder wegzakken. Bovendien is
het vreemd dat die groei vooral buiten Ame
rika zo snel gaat, want de mormoonse kerk
lijkt even onversneden Amerikaans als ham
burgers en de Stars-and-stripes. Je zou het
zelfs, werelds geformuleerd, zo kunnen zeg
gen: het lijkt erop dat de aartsvader van het
mormoonse geloof, Joseph Smith, de kerk
oprichtte omdat er in het Oude en Nieuwe
Testament zo verdraaid weinig over Amerika
staat.
'De volgende
die je spreekt kan
een bekeerling
worden'
Wereldwijd zijn er acht miljoen
mormonen. Van alle
christelijke kerken is hun Kerk
van Jezus Christus van de
Heiligen der Laatste Dagen de
snelst groeiende. Voor een groot
Nederland actief, maar veel
gehoor vinden zij niet:
zevenduizend leden.
Center krijg je als buitenstaander grote be
hoefte om ook weer eens wat gewone men
sen te zien, 19-jarigen die ogen en zich ge
dragen alsof ze 19 zijn. Er is één plek waar
dat lukt: de wasruimte. Daar kunnen de zen-
delingen-in-opleiding op hun wekelijkse vrije
dag hun overhemden en verstandige jurken
verschonen. Honderd wasmachines en hon
derd drogers staan er tot hun beschikking.
En daar ziet men de 19- en 21-jarige Ame
rikanen in t-shirt en spijkerbroek, gewoon,
zoals hun niet-mormoonse generatiegeno
ten. Er heerst ook een wat alledaagser sfeer,
al zit menige elder in zijn taalboek te blade
ren, terwijl zijn overhemden vrolijk hun
rondjes draaien. Zij zullen basketbal spelen.
Ik ga basketbal spelen. Wij willen altijd bas
ketbal spelen. Ja, kon dat maar hè?
Van alle christelijke kerken is de Kerk van
Jezus Christus van de Heiligen der Laatste
Dagen de snelst groeiende, en dat is voor een
groot deel aan de jeugdige zendelingen te
danken.
Niet alle mormoonse jongens en meisjes