'Nog hoor ik 's nachts het gestamp van laarzen' Uniek dagje uit naar EXPO '92 in Sevilla BroSP 'y.'-.ma—WW 'Tranen van Pronk tonen de mens achter de minister' ESPREK VAN DE ZOMERDAG 'Na orkaan razen nu bendes door stad' DONDERDAG 27 AUGUSTUS 1992 Joodse onderduikers uit Leiden en regio over hun verborgen leven Het Congres van Het Ondergedoken Kind, onlangs ge houden in de RAI, heeft veel los gemaakt bij voormalige joodse onderduikers. De napijn van hun 'verborgen le ven' begint zich steeds sterker te manifesteren. Vooral bij de ouderen. Een van de congresgangers schreef: 'Is het toevallig dat de afkorting van Het Ondergedoken Kind 'HOK' is? Nu in 1992 probeer ik nog steeds uit dat hok (ik zat in een kolenhok ondergedoken) te komen.' Hoewel het hier ging om een besloten congres, slaagden wij erin met steun van de Stichting ICODO en de Stich ting Voormalig Verzet enkele joodse onderduikers uit de regio op te sporen. Mevrouw A-E. CohnErwteman uit Leiden, voorzitster van de Women International Zionist Organisation (WIZO), afdeling Den Haag, vice-voorzitster WIZO Nederland. „In 1943, toen ik zo'n anderhalf jaar oud was, ben ik naar een familie in Almelo gebracht. Hoewel ik blonde krulletjes had in die tijd, kon ik niet doorgaan voor hun eigen kind. Ik was zo genaamd het kind van een fa milielid, een vrouw die in het I westen werkte. Het was daar in Almelo heerlijk. Ik schommelde, ik begon te praten, alles was zoals het hoorde. Mijn moeder zat in die tijd ondergedoken in Gramsbergen. Met gevaar voor haar leven heeft ze me twee keer kunnen opzoeken. Maar ook voor mijn pleegouders was het levensgevaarlijk. Tijdens de oorlog zongen de mensen: 'Op de hoek van de straat, woont een NSB-er, 't is geen man, 't is geen vrouw, 't is een farizeeër'. Nou, bij ons op de hoek woon de inderdaad een NSB-er." „Vlak na de oorlog heb ik mij wel afgevraagd: van wie moet ik nu houden? Ik vond het in het begin helemaal niet zo leuk dat ik terug moest naar mijn moe der, ik miste mijn pleegouders heel erg. Hen noemde ik vader en moeder, mijn moeder noem de ik mama. Laatst heb ik de brieven gelezen die mijn pleegouders in die onderduik tijd hebben gestuurd aan mijn moeder. Ze beschrijven erin hoe het met me gaat, hoe ik me ont wikkel, hoe leuk ik kan lachen. De kleine dingetjes dus die moeders bij hun kinderen zien en voor altijd in het hart zullen sluiten. Die dingen heeft mijn moeder dus nooit gekend. Ze leeft nog, ze praat niet veel over die tijd. Maar ze wordt altijd erg bang als ik op vakantie ga." „In juli 1942 is mijn vader opge pakt bij een razzia. Hij had zijn overjas, waarop een jodenster zat, weggegeven aan iemand die geen jas had. Op zijn colber tje droeg hij geen ster. Ze heb ben hem voor straf weggevoerd en naar Sobibor gebracht. Ik vond mijn vader erg mooi. Hij werkte bij Gerzon in Amnster- dam, maar speelde in zijn vrije tijd viool in een Hot Club de France-achtig bandje. Vrijwel meteen na zijn aankomst in So bibor is hij vermoord." „Mijn lotgenoten zijn tijdens het congres als broertjes en zus jes voor me geworden. Het klinkt navrant, maar ik heb net als velen het gevoel dat ik een gelukkige jeugd heb gehad. En dat dat eigenlijk niet mag. Een joods kind mag in de oorlog geen gelukkige jeugd hebben. Want hoe maak je dat ooit goed?" „Mijn pleegouders hebben me na de oorlog zonder moeilijkhe den te maken weer teruggege ven aan mijn moeder. Maar veel moeders en vaders die de kam pen hadden overleefd en die hun kind terug wilden halen, zijn in een vreselijke situatie be land. De Nederlandse regering heeft het ze nog moeilijker ge maakt en een wetje in het leven geroepen waarin stond dat ze moesten bewijzen dat ze goede ouders waren. Cynisch zoiets." „Mijn pleegouders zijn nu ge storven. Na de oorlog ben ik nog regelmatig naar hen toe ge weest. Veel levendige herinne ringen heb ik niet aan die tijd. Maar soms, als ik daar ineens de geur van het zwembad rook, kwam er iets zonnigs over me. Hier moet ik ooit zijn geweest, dacht ik, hier moet ik, onwe tend nog, hebben gelachen." Kinderarts uit de regio (wenst anoniem te blijven): Voor mijn studie medicijnen werkte ik als leerling-verpleger in het Joods Ziekenhuis in Am sterdam. Op een gegeven mo ment werd de gracht afgezet door de Duitsers en daarna haalden ze het ziekenhuis leeg. Ik kon ontsnappen. Een paar uur lang heb ik me met anderen in een liftschacht verborgen ge houden. Uiteindelijk ben met de hulp van dominee Ader, een groot verzetsman die later is ge fusilleerd, terecht gekomen in Harlingen, in het gezin van een huisarts. Daar sliep ik onder de vloer, onder een paar planken, 's Avonds lag ik te luisteren naar Radio Oranje en soms las ik wat bij het licht van een knijpkat, zo'n astmalijder, zoals wij dat toen noemden. Mijn onder duiktijd is noga] gladjes verlo pen." „Bij jongere onderduikers hoor je wel dat ze na hun onderduik periode identititeitsproblemen kregen. Vooral als ze waren op gevoed bij een christelijk gezin dat hen het christelijke geloof had opgedrongen. Dan vroegen ze zich later af: wie ben ik ei genlijk? Maar ik was in die tijd al twintig jaar. Mijn karakter was al gevormd." „Na de oorlog hoorde ik dat mijn ouders op 23 juli 1943 op de trein naar Sobibor zijn gezet. Ik heb hen nooit meer terugge zien. Gelukkig was mijn vrouw er nog. Ons huwelijk is, denk ik, niet te vergelijken met een ge woon huwelijk. Niet alleen de liefde maar ook het noodlot heeft ons hecht met elkaar ver bonden. Ja, 'als twee tenen in een voet van gips', zoals de dichteres Judith Herzberg schrijft." Zijn vrouw, Ruth: „Net als mijn man werkte ik in het Joods Ziekenhuis. Ik was daar gediplomeerd verpleegster. Ook ik wist te ontkomen. Maar ik heb altijd geweigerd om on der te duiken. Ik wilde naar Westerbork of Auschwitz om daar als verpleegster de mensen te verzorgen. Maar nadat domi nee Ader mij had beloofd dat ook mijn beste vriend en mijn broer zouden mogen onderdui ken, heb ik toch maar toege stemd. Ik mocht bij hem onder duiken in de pastorie in Nieuw- Beerta. Daar sliep ik onder de vloer, 's Nachts was ik meestal aan het werk. Dan ging ik de was doen of pannekoeken bak ken. Later zijn we verraden en ben ik op allerlei andere onder duikplaatsen geweest. Ik heb geslapen in een donkere kamer en in een galanteriewinkeltje. Dominee Ader is naderhand ge fusilleerd. Een jongen die naar bed wou met een meisje dat ook ondergedoken zat, heeft de boel verraden toen het meisje dat niet wou. Mijn laatste schuilplaats was bij een bakker. Ik sliep daar in de zogenaamde rijsoven, de oven waarin het brood moet rijzen. Op een bak plaat, net zoals mijn broer. Het was een uiterst vernuftig ge maakte schuilplaats. De Duit sers zijn een paar keer geweest maar ze hebben nooit iets kun nen vinden. We hebben tijdens razzia's of bliksemacties van de Duitsers wel eens drie dagen achtereen in die ruimte moeten verblijven zonder eten of drin ken. Ik had eens ergens gelezen dat mensen in de woestijn zich hadden kunnen redden door het drinken van hun eigen uri ne. Ik zei tegen mijn broer dat wij onze plas moesten opvan gen in onze schoenen. Maar ge lukkig kregen we al gauw weer wateren roggebrood." „Ik heb veelfamilieleden verlo ren tijdens de oorlog, en dan is het erg wrang om te zeggen, maar ik heb in die tijd veel gela chen. Ook dat nog, ja. Dominee Ader, een man die ongelooflijk veel heeft gedaan voor het ver zet en de joodse mensen, heeft me tijdens mijn onderduikpe riode nooit proberen over te ha len tot zijn geloof. Zijn vrouw wel. 'Tante Jo', zei ik, 'u moet nog maar eens terugkomen als ik een vrij mens ben." „Later kwam bij mij natuurlijk het schuldgevoel. Waarom ben ik er nog?, dacht ik. Maar dat slijt wel. Alleen ben ik wel ver slaafd geraakt aan de valium en de mogadon. Als ik geen slaap middelen inneem, hoor ik 's nachts weer het gestamp van laarzen." CEES VAN HOORE De juiste superlatieven weet Sa- cha Meuldijk nu nog steeds niet te vinden, al is het al enkele da gen geleden dat hij de orkaan Andrew voorbij zag razen.Als je Miami komt inrijden, dan weet je niet wat je ziet. Hoe moetje dat omschrijven... Alsof er een enorme bulldozer dwars door Miami is gereden, of een gigantische trein. In-Nederland hebben we windkracht tien, maar dat is niets vergeleken met wat hier is gebeurd", zegt de 20-jarige Leidenaar die mo menteel in Fort Lauderdale i woont, zo'n dertig mijl ten zui den van Miami. Gisteren kon hij zijn familie ge ruststellen dat hem niets ern stigs was overkomen. Toen pas werkte de telefoon weer in Fort Lauderdale. Uit zijn relaas blijkt dat al is Andrew reeds lang I uit het zicht van de mensen in Florida verdwenen de gevol gen nog lang zullen doorwer ken. „Op zich valt de schade hier in Fort Lauderdale mee. Het oog van de orkaan trok meer noordelijk over het land. In Miami is het echt heel erg. De mensen hebben daar geen electriciteit, geen eten en geen water", geeft Sacha als voor beelden. De bewoners zijn er volgens hem toe in staat te vechten om het nodige eten te bemachtigen. „In de supermarkten staat niets Deze Inwoner uit Miami denkt na over hoe het nu verder moet De orkaan Andrew veranderde zijn huis in een puinhoop. FOTO» AP meer in de schappen, ook hier niet. Als je weet hoe groot de supermarkten hier zijn.. De mensen komen allemaal naar Fort Lauderdale om proviand in te slaan en te tanken. Ik denk dat het in Miami nog wel drie weken zal gaan duren, voordat alles weer klopt met de tele foonlijnen en de electriciteit." De Leidenaar omschrijft de re acties van de Amerikanen ondanks de kracht van de or kaan als 'ietwat paniekerig'; zelf is hij niet echt bang ge weest. „De dag voordat Andrew kwam, kreeg ik al het advies be paalde dingen in te slaan, water en koek. Dat was dus al niet meer te koop in de winkel. Ver volgens maakten ze me midden in de nacht wakker. Toen was ik in eerste instantie bang dat An drew al binnen een uur Fort Lauderdale zou bereiken. Maar dat bleek allemaal mee te val len. Ze evacueren hier al ver van te voren. Ik kreeg te horen dat ik naar het noorden moest gaan. Nou, we waren nog maar een stukje de grote weg op of we stonden al bumper aan bum per. Je kon geen kant op, het was of iedereen tegelijk op va kantie ging." Uiteindelijk kwam Meuldijk bij kennissen terecht, even buiten Fort Lauderdale en een stuk verder van de kust verwijderd dan de plaats van zijn apparte ment. Toen hij weer naar huis ging, bleek de schade aan zijn eigen onderkomen „mee te val len". Meuldijk: „In de tuin waren al leen wat bomen omgewaaid. En verder was de inhoud van de koelkast bedorven omdat de stroom was uitgevallen. Maar het viel allemaal wel mee. Ge lukkig was het geen hoog water, dan was ik weest met alles op te Het allerergste zijn de gangs, die nu vooral in Miami maar ook hier in Fort Lauderdale hun slag slaan. Die gaan overal naar bin nen en plunderen alles leeg. Het leger is inmiddels gearriveerd om de bendes tegen te houden. Dinsdag wilde ik naar Miami, maar daar kun je niet meer in als je er niet woont. Ze houden iedereen buiten de stad al te gen. En van zeven uur 's avonds tot zeven uur 's ochtends is er een straatverbod. ANNETVAN AARSEN Exclusief voor lezers van deze krant Wie de wereldtentoonstelling in Sevilla heeft gemist, krijgt de gelegenheid toch nog een be zoek te brengen aan deze ex positie. Samen met Martinair organiseert deze krant op 6 september een eendaagse trip naar Spanje. Prijs: 495 gulden per persoon, 's Ochtends in al le vroegte weg en pas 's avonds laat weer terug. Met tussen door volop gelegenheid om te genieten van de manier waar op de meer dan honderd deel nemende landen zich op de gi gantische expositie presente- Het thema van de wereldten toonstelling in Sevilla is 'Het tijdperk der Ontdekkingen'. De EXPO '92 is een universele we reldtentoonstelling. De laatste Europese versie was in 1958 in Brussel. Het tentoonstellings terrein is ingericht op het ei land La Cartuja, genoemd naar het uit de vijftiende eeuw date rende karthuizer klooster van Santa Maria de La Cuevas. Het eiland ligt op loopafstand van het centrum van Sevilla en is gesitueerd tussen twee vertak kingen van de Guadalquivir. Record Aan de Expo '92 neemt een re cordaantal van 109 landen deel, die allemaal een pavil joen hebben ingericht. Verder verlenen eenentwintig interna tionale organisaties en zeven tien autonome regio's van Spanje hun medewerking, evenals een groot aantal bui tenlandse ondernemingen. De meeste paviljoens zullen na de Expo worden afgebroken, om in enkele gevallen, elders weer te worden opgebouwd. Dat laatste gebeurt ook met het Nederlandse paviljoen. Het futuristische gebouw, voorzien van een compleet doorzichtige gevel, komt na de Expo in Alp hen aan de Rijn te staan, al waar het een plek krijgt in het archeologische themapark 'Ar- cheon'. De kosten van het Ne derlandse onderkomen in Se villa bedragen 35 miljoen gul den. Op het expo-terrein bevinden zich naast de meer dan hon derd paviljoens zo'n 250 bars en restaurants, waar eten en drinken uit diverse landen ver krijgbaar is. Verder zijn er on der meer zestien bankkanto ren, een kindercrèche, vijf ba gagedepots en een openlucht bioscoop. Dagelijks worden al lerlei shows gegeven, op het gebied van dans, muziek en ander entertainment. Dat ge beurt op 'El Palanque', een groot plein met een overkap ping van textiel. Centrum Voor bezoekers van de Expo '92 bestaat de mogelijkheid om het expo-terrein tussentijds te verlaten, bijvoorbeeld vooreen bezoekje aan het centrum van Sevilla. De toegangskaart voor de Expo blijft namelijk de ge hele dag geldig doordat erbij binnenkomst een stempel op wordt gezet. De kaarten voor deze eenmali ge trip kunnen alleen morgen worden gekocht aan de balie van het hoofdkantoor van Leidsch Dagblad, Witte Singel 1 in Leiden (071-161400). Het kantoor is geopend van 9.00 tot 17.00 uur. De verkoop van de tickets geschiedt uitsluitend Minister Pronk van ontwikke lingssamenwerking was zicht baar aangedaan toen hij vertel de over zijn bezoek aan Soma lië. In de Tweede Kamer waar het er gewoonlijk nogal koel aan toe gaat, liet hij zijn tranen de vrije loop. De gevoeligste van al le ministers of een akelige vent? Een aantal reacties. Mevrouw Van Rhijn, Noord- wijk: „Ik heb wel kritiek op de han delwijze van Pronk want hij had veel eerder iets moeten doen. Nu het erger is geworden is hij pas gaan kijken. Die emoties kan ik me wel voorstellen, een mens is een mens. Als je die na righeid op televisie ziet, zit je niet lekker als je aan tafel zit te - eten. Mijn beeld van Pronk is er niet door veranderd. Dat was daar voor al heel erg slecht. Door dat drinken in vliegtuigen. Dan ging hij op reis en dan zat-ie aange schoten in een vliegtuig. Dat vergeet ik niet meer, ook al huilt hij nog zoveel." Ron van Hemessen, Alphen aan den Rijn: „Ik vind hem wel een sympa thieke man, de gevoeligste van allemaal. Het is ook wel goed dat je kon zien hoe geëmotio neerd hij was. Ik was ook geschokt door de beelden van Somalië. Ik geloof best dat de situatie daar nog er ger is dan in Joegoslavië. Maar je hoort er minder van." Mevrouw Van Tol, Hoogmade: „Ik vind dat ze het niet op tele visie hadden moeten laten zien. Er is al genoeg ellende, en dan komt'dit er ook nog eens bij. Voor mij hoeft het niet meer, hoor. Ik begrijp wel dat die mensen geholpen moeten wor den maar ik heb er genoeg E. Prooy, Leiderdorp: „Heel aangrijpend vond ik het. Pronk is menselijk, je hebt ook die zeggen: het is heel erg maar ik mag mijn emoties niet tonen. Ik kan me trouwens wel van meer ministers voor stellen dat ze zo reageren, van Lubbers bijvoorbeeld. Maar van May-Weggen kan ik het me ab soluut niet indenken. Die is zo ontzettend koud en kil, dat vind ik echt een ijzeren dame." W. van der Bent, Katwijk: „Het was heel emotioneel, heel Het toont echt de mens achter de minister, je ziet dat hij zich er bij betrokken voelt. Ik denk dat het goede re clame was voor de PvdA." Mevrouw Duivenvoorden, Lei den: „Ik weet niet wat ik ervan moet denken. Ik dacht: Is het nou echt of gespeeld. De beelden van Somaliëwaren nog indrin gender dan de beelden die ik eerder heb gezien. Ik vind wel dat de maatregelen te laat wor den genomen. En dan zegt Pronk: ik heb het vorig jaar al aangekaart. Maar hij zit nou net in een positie dat hij er wat aan kan doen." Mevrouw Binnendijk, Leiden: „Ik vind dat het beeld van de minister te lang te zien was op de televisie. Dat vond ik niet tactvol. Die man had het moei lijk en dat gaat niet iedereen Mos, Rijnsburg: „Ik heb het niet gezien, maar ik vind het zo'n akelige vent. Toen ik jong was woonde ik vlakbij hem en toen was het zo'n nare jongen. Moest hij huilen? Nou. dat brengt hij dan leuk. Nee, ik geloof niet dat het echt was. Ik zie die beelden natuurlijk ook geregeld op televisie en het is ook wel om te huilen. Maar ik geloof niet dat Pronk dat echt heeft gedaan en ik geloof ook niet dat hij erg is veranderd. Die nare trekken blijven." JANET VAN PUK Mevrouw A.E. CohnErwteman uit Leiden die in Almelo ondergedoken heeft gezeten: „Vlak moet ik nu houden?" de oorlog heb ik mij wel afgevraagd: van wie FOTO*JAN HOLVAST

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 13