De doem van de vakantie en het terug-naar-huis-gevoel 'Ik ben uitgekleed door nette heren in hun mooie kostuums' Het Gesprek van de Zomerdag MAANDAG 24 AUGUSTUS 1992 8 Mooi hotel. Aardige mensen. Drie keer met je ogen knipperen en er staat een ober naast je met een cocktail die klinkt als een carillon. Een droom van een blauw zwembad. Lekker speeltuintje voor de kinderen. Om de andere dag schone la kens op je bed. Nooit bezoek van de vakantieman. Inktvissen die als kroonluchters in de Stille Oceaan hangen en die jij met je duikbril op kunt zien. Keienst randjes zo stil dat Odysseus er aan land zou kunnen komen. Hemels ijs. Oude cognac. Uitjes, zo fris en scherp, dat je van me lancholie begint te snotteren. Vissers die je, temidden van spartelend zilver, wijs toeknik ken. Avondluchten die je troos ten bij de gedachte aan de dood. Nooit meer last van je bronchitis. Je anti-diarree-pillen nog allemaal in het medicijn potje. Olievervuiling nihil. Uit de kunst dus allemaal. En toch, en toch, en toch wil je naar huis. Zo gauw mogelijk. Als het kan vanavond nog. Het pa radijs gaat op je zenuwen wer ken. Hier hoor je niet. Wat voe ren die wazige rotbergen toch de hele dag in hun schild? Waarom ruist die zee zo hinder lijk, waarom blijft-ie maar rui- Vakantieleed of vakantiepret De ene keer zit de enige ster die het hotel heeft in de bad- kamerspiegel, zoals de Leidse band Rubberen Robbie ooit zong. De andere keer kom je op een vakantie in een uit hoek van Thailand je buur man tegen. Of je wordt mee uit gevraagd door Julio Iglesi- as. Gebeurtenissen die een vakantie onvergetelijk ma ken, in vele opzichten. Wij willen weten welke bi zarre, vrolijke en nare avon turen onze lezers op hun rei zen deze zomer meemaken. Ook zijn wij geïnteresseerd in toepasselijke foto's. Schroom niet te schrijven of te bellen naar 'Het Gesprek van de Zo merdag', Postbus 54,2300 AB Leiden, tel: 071 -161440. sen en ruisen als een grammo foonplaat die allang is afgelo pen? En waarom hebben ze geen gewoon Amstelbier maar alleen maar Kronenbourg in van die dwergflesjes die je in één keer in je holle kies gooit? Waar zijn toch die hondsbrutale maar o zo menselijke Hollandse obers? Waar zijn de weke ballen gehakt en de broodjes met zwe tende kaas? Waar zijn de kroe gen waar de mensen nog ge woon uit verdriet drinken? In de Duitse Romantiek van de negentiende eeuw hebben ze voor dit gevoel een perfect zin netje uitgevonden. 'Dort wo du nicht bist, ist das Glück'. Daar waar je niet bent, is het geluk. Dus: vanuit Nederland met het vliegtuig naar Engeland, de bus nemen naarTeignmouth en dan op de krijtrotsen gaan staan kijken of je Nederland kunt zien Sterk Tijdens onze laatste vakantie had ik dat gevoel weer heel sterk. We logeerden in een prachtige villa in Antibes, op een steenworp afstand van het optrekje van Freddy Heineken, dus dan weet u wel ongeveer wat voor buurt dat was. Zo'n sjieke woonwijk waar achter elk hek een waakhond op scherp staat, met af en toe het geronk van een Maserati over de pro vinciale weg en soms de luchti ge trimstap van een filmster uit het nabijgelegen Hotel Eden Rock. Zo'n buurt waar tegen tienen de kikvorsen met hon derden tegelijk beginnen te wrikken aan de duisternis. Ja, ja, daar kom je wel bij. Doem Maar op een onzeker uur valt er toch een soort doem over de plek. Een doem die niet goed is te definiëren en waarvan de oorzaken niet bekend zijn. Bij het naar bed gaan zie je ineens een grote, traag bewegende tor op de trap en je denkt: iets diep uit de grond kruipt omhoog in dit vreemde huis. Je zoontje valt bij het fietsen en haalt zijn knie open aan het steenslag en er is alleen maar jodium-tinctuur die vreselijk bijt. Het kan allemaal meespelen. En dan krijg je heimwee. Of heimwee? Is dat het woord eigenlijk wel? Nee, je denkt: dit is het paradijs, zo zal het zijn als ik dood ben. Mijn stoel in Holland blijft leeg, mijn pennen blijven onaangeroerd, mijn winterkleren hangen broodmager in de kast, mijn na- maak-Italiaans weergalmt niet meer in de douche, ik ben er Vacuüm Er is daar in Holland een va cuüm, dat maak je geen illu sies jij misschien alleen maar voelt. Maar toch wil je die leegte dolgraag weer gaan opvullen. Je denkt: in Holland past het leven weer helemaal om mij heen. Je verlangt naar je geboorteplek, zoals vanaf de brancard een verkeersslachtoffer ernaar ver langt om de krijttekening op het asfalt weer binnen te kruipen en dan ongeschonden weer op te staan. Waarschijnlijk is het de calvinist in mij die me dit soort gedach ten ingeeft. Ik wil weer in de re gen naar mijn werk fietsen. Ik wil weer 'goedemiddag' horen als ik 's morgens een half uur la ter binnenkom. Het is welletjes geweest. De hemel moet niet eeuwig duren. CEES VAN HOORE Vakantie. Mooi hotel. Aardige mensen. Hemels ijs. Oude cognac. Uitjes, zo fris en scherp, dat je van melan cholie begint te snotteren. Vissers die je, temidden van spartelend zilver, wijs toeknikken. Avondluchten die je troosten bij de gedachte aan de dood. Nooit meer last van je bronchitis. foto jan holvast Piet van Beelen, de bunkerbewoner van Katwijk. „Ik heb goud verdiend en zilver uitgegeven. Wat ik over had is naar die boeven van advocaten ge gaan." foto dick hogewoning Katwijker woont al zes weken in bunker in de duinen „Als het niet anders kan, kom ik hier de winter wel door. Op mijn boot heb ik wel bij twintig graden vorst geslapen. Bivak muts op en wat extra dekens. Als zeeman heb ik de grootste ontberingen geleden. Ik ben niet bang voor een beetje kou." Sinds zes weken woont de 54- jarige Katwijker„ik ben in dit dorp geboren en getogen en niemand krijgt me hier ooit weg" in een bunker in de Zuidduinen. Van Beelen ('ik ben een echte vrijbuiter, niet eigen wijs, maar behoorlijk koppig') woont in dit ongebruikelijke on derkomen na een langdurig huurconflict met de gemeente Katwijk. De ex-visserman, ex- koopvaardijvaarder en ex-tim merman is zijn huis uitgezet omdat hij een jaar lang geen huur heeft betaald. De moge lijkheid in een opvanghuis voor daklozen te verblijven, weigert hij pertinent. „Daar wonen al leen zwervers en alcoholisten." Kruipwerk Wie de huidige woonplaats van Piet van Beelen wil bezoeken, moet via kruip- en sluipwerk onder het prikkeldraad door. Buik plat op de grond en niet bang zijn voor een beetje zand in de ogen. „Ik zal het hoog heemraadschap vragen of ze een betere entree willen ma ken", grapt Van Beelen bij aan komst. In de bunker hangen overhemden en broeken keurig op een haakje. Een netje sinaas appelen hangt aan een spijker en er is een toilet achter een schot. Als kussen heeft Van Bee len een oud telefoonboek. De slaapzak ligt in een doos. Een waxinelichtje geeft een beetje licht in de duisternis van deze onderaardse duinbehuizing. Een noodrantsoen van vis en twee blikjes frisdrank.Als ik ziek word, moet ik wel wat ach ter de hand hebben." De ijzige zandkilte en de be klemmende vochtigheid van het bunkerhuis schijnen Van Beelen niet te deren. „Ik hou het hier best uit. Ik word steeds vin dingrijker. Als het niet anders kan, kom ik de winter hier wel door. Maar dan moet ik nog wel een paar voorzieningen treffen. Ik zal wel aan een butagasfles en een jerrycan moeten zien te komen. Maar ik ben een harde, hoor." Van Beelen: „Ik heb mijn leven lang keihard gewerkt. Ik heb een groot aanpassingsvermo gen en kan goed met mensen omgaan. Heb goud verdiend en zilver uitgegeven. Ik kon goed leren en ben slapend wijs ge worden want ik ben tamelijk goed ontwikkeld en heb een ruime levenservaring. Ik had een huis, een vrouw, kinderen, een boot en een baan. Maar na de echtscheiding is alles wat ik over had naar die boeven van advocaten met hun verschrikke lijke processen gegaan. Verder ben ik achternagezeten door rechters, notarissen en deur waarders. Die nette heren in hun mooie kostuums hebben me op een schijnheilige manier uitgekleed. Wat ik over heb?" Hij kijkt om zich heen, haalt zijn schouders op. Zonder al te veel emotie, zo te zien. „Ik kom vaak op de boulevard en maak overal een praatje. Bij de brug wachter zet ik koffie en dou chen doe ik in de haven. Ik ga graag naar kaartavonden. Ei genlijk ben ik hier niet ongeluk- kig." Van Beelen zegt slechts één wens te hebben: een huisje in de zogenaamde Rode Buurt, de Katwijkse Meerburgkade en omgeving. „Gewoon in een volkswijk tussen de echte Kat- wijkers. Ik verzet me tegen de eenzaamheid. Ik wil niet ver kommeren in zo'n prachtig mooi flatje in Rijnsoever. Dat is pas echte armoe." IRENE NIEUWENHUUSE DUIVENBERICHTEN De kunstenaarsbewe ging 'De Stijl' werd in 1917 door twee Leidse inwoners in gang gezet: de schilder Theo van Doesburg, die in één van de vorige afleve ringen ter sprake is gekomen en de architect P.J. Oud (1890-1963). Deze laatste kun stenaar ontwikkelde zich tot een pionier van de sociale wo ningbouw en verwierf hiermee internationale bekendheid. Oud vestigde zich in 1913 in Leiden in de Mariënpoelstraat, ongeveer tegelijkertijd met Dudok, die toen als plaatsver vangend directeur van gemeen tewerken in Leiden werd aange steld. De heren hadden elkaar in Purmerend leren kennen, waar Oud als architect reeds ja ren werkzaam was. In samen werking met Dudok ontwierp Oud een serie arbeiderswonin gen in Leiderdorp, die inmid dels is gesloopt. Ook had hij de leiding over ae bouw van het kantoor van het Leidsch Dag blad, dat door Dudok was ont worpen. Dit alles vond plaats vóór 1916, toen de schilder Theo Van Doesburg in Leiden kwam wo nen en Oud met hem ken nismaakte. Dit contact leidde tot de oprichting van twee kun- stenaarsbewegin^en: in eerste instantie 'De Sphinx' en later 'De Stijl'. In 1960, enkele jaren voor zijn dood, publiceerde Oud een boekje, getiteld 'Mein Weg in De Stijl', waarin hij z'n herinneringen aan die spranke lende periode weergaf. Hierin beschreef hij ondermeer hoe hij met Van Doesburg tijdens nachtelijke wandelingen door Leiden nieuwe ideeën in de kunst besprak. Daarbij kwamen de kunstenaars tot de conclusie dat er een nieuw tijdschrift ('De Stijl') moest komen waarin hun opvattingen tot uitdrukking Architect Oud op ka mers in Leiden in 1916. werden gebracht: vormgeving zonder ornamenten en versie ring. Alleen rechte lijnen en pri maire kleuren mochten de vorm bepalen. 'De Vonk' Een vroeg voorbeeld van de vormgeving toont het Architect Oud en de menselijke benadering van de bouwkunst vakantiehuis 'De Vonk' in I met twee Leidse vrienden: Theo Noordwijkerhout, dat Oud in van Doesburg en Harm Kamer- 1917 bouwde in samenwerking lingh Onnes (zie ook de dage lijkse rubriek van fotograaf Wim Dijkman). Opdrachtgeefster was de Leidse mejuffrouw Emi- lie Knappert, die in 1911 in Lei den de Vereeniging Buitenbe- drijf had opgezet om jongevrou- wen uit arbeidersgezinnen weekenden naar buiten te be zorgen. De gevel van 'De Vonk' laat een spel van rechte lijnen zien, waarbij een evenwicht tus sen verticaal en horizontaal is ontstaan. In het interieur, met name in het trappenhuis, is het de kleur die de ruimtelijke wer king bepaalt. In dit bouwwerk komt Oud geheel tegemoet aan de principes van de Stijlbewe ging- Later zou hij, als hij dat nodig vond, deze principes loslaten. Oud vond namelijk dat bouw kunst op de eerste plaats een dienende en sociale functie moest hebben. In die tijd was dat helemaal niet zo gewoon: architecten richtten hun aan dacht vooral op woonhuizen voor de elite, die als kleine kunstwerken werden opgezet. Vaak waren dat prestigieuze landhuizen, gedecoreerd met fraai handwerk. Oud daarentegen wilde goede woningen voor veel mensen bouwen. In de praktijk werden dit rijtjeshuizen, zó ingedeeld dat moeders hun kinderen goed in de gaten konden houden, het zonlicht optimaal benut werd, keukens praktisch in het ge bruik waren etc. Deze menselij ke benadering van de bouw kunst zou tot internationale waardering leiden voor het werk van Oud. Individualist De zo intens begonnen samen werking tussen Oud en Van Doesburg zou maar van korte duur zijn. De laatste bleef erbij dat rechte lijnen en primaire kleuren dé essentie in de kunst vormden, dus óók in de bouw kunst. Dit moest wel op een conflict uitlopen. Toen Oud eens een rij arbeiderswoningen had ontworpen zou Van Does burg de kleuren invullen. Hij wilde de voordeuren wit schil deren. Oud verzette zich hierte gen. Hij vond dat elk gebouw vuile handen moest kunnen verdragen, anders had het geen gemeenschapswaarde. Dit me ningsverschil typeerde de twee Leidse nieuwlichters: Van Does burg leefde voor de kunst, Oud voor de mens. De functie van een gebouw was voor Oud van wezenlijk belang: zo moest een huis goed be woonbaar zijn, terwijl een hoofdkantoor van een interna tionaal concern vooral repre sentatief moest overkomen. Het hoofdkantoor van Shell in Den Haag, tussen 1938 en 1946 door Oud gebouwd, laat dit duidelijk zien: het is monumentaal en symmetrisch opgezet en orna menten zijn weer toegepast. Hiermee overtrad Oud de regels van de Stijl-aanhangers en een storm van kritiek was het ge volg. Hoewel hiermee zijn repu tatie als vernieuwer was ge schaad weigerde Oud zich te binden aan regels. Zijn individuele werkwijze blijkt ook uit het feit dat hij nooit lid geweest is van de Bond van Ne derlandse Architecten. T och was hij alles behalve zelfingeno men en kon hij goed relative ren. Over de blokbouw zei hij eens: 'Naar die blokken heb ik vroeger wel verlangd....maar nu slaat de schrik me soms om het hart als ik de eentonigheid van die blokken zie.' Oud was van mening dat een goed architect in zijn manier van werken verschillende werk wijzen uitprobeert. Zijn stand punt was dat een architect dui zend jaren moet kunnen experi menteren om één goed werk te kunnen maken. JETTY VAN DERSTERRE» De duiven vlogen afgelopen weekeinde vanuit Soignies, Roye en Strombeek. Uitslagen Soignies: De Blauwkras: 1 H. Gijsman: 2, 8 en 10 P. Landesbergen; 3, 5, 7 en 9 Comb, v/d Blom; 4 en 6 Comb, v/d Nieuwendijk. De Reisduif: 1, 2, 3, 4, 6 en 7 W. Kop: 5 Comb. Schroot; 8 W. Tolboom; 9 F. Penseel; 10 N. de Groot en zn. Leiderdorp: 1 J. Knijnenburg; 2 en 5 J. van Laar en zn.; 3, 4 en 8 en 10 R. v/d Nieuwendijk; 6 en 7 W. Habraken; 9 W. Jacobi. Het Oosten: 1 en 10 B. van Putten; 2 C. v/d Berg; 3,8 en 9 mevr. Geytema; 4 A. Pracht; 5 S. v/d Hoven; 6 F. Glasbergen; 7 comb. Mooten-v/d Hoogt. De Vriendenclub: 1 en 6 F. Ladan; 2 W. v/d/ Kooy; 3 en 9 Bodijn en zn.; 4 R. Verhoogt; 5 C.P. Gijsman; 7 A.J. Link; 8 W. Vijlbrief; 10 A. vanWeeren. LPC: 1 en 8 A.A. Compier; 2 W. Stouten; 3 J. van Rijn, 4 J. Boelee; 5 gebr. Pen; 6 J. Staffe- leu; 7 W. Groenendijk; 9 R.P.C. Heuzen; 10 H. de Jonge sr. De Rijnklievers: 1, 2, 5, 7 J. Zevenhoven; 3 G v/d Poel; 8, 9 M. Hogenboom; 10 K. Dokkum. Uitslagen Roye: De Blauwkras: 1'; 2, 3 en 6 P. Landesbergen; 4, 5, 7, 8, 9 en 10 Comb, v/d Nieuwendijk. De Reisduif: 1, 2 en 5 N. de Groot en zn.; 3,4, 6, 7,8 en 9 W. Kop; 10 W. Ouwersloot. Leiderdorp: 1, 2, 5, 7 en 8 J. van Laar en zn.; 3 D. van Segge- len; 6,9 en 10 W. van Oosten. Het Oosten: 1, 2 en 8 Mevr. Guyteman; 3 en 6 B. van Putten; 4 en 10 comb. Mooten v/d Hoogt; 5 en .9 P. van Duyl; 7 J. Verbaan. De Zwaluw: 1, 3, 7, 8 en 10 V.d. Kooij-de Best; 2 en 9 J. Ho- gervorst; 4 en 6 P. van Leeuwen; 5 P. Verhoort. de vriendenclub: 1 J.J. Degen; 2 comb. S en C. Vinkensteyn; 3 F. Ladan; 4, 8 en 9 comb. Noest en Hartevelt; 5 L. Polane; 6 L. koopman; 7 W. v.d. Kooy; 10 Th. Dongelmans. LPC: 1 en 6 J. v/d Steen; 2 W. Schouten; 3 en 4 Gebr. Pen; 5 F. Gijsman; 7 en 9 J. Smit; 8 en 10 A. Witteveen. De Rijnklievers: 1, 4, 6, 9, 10 J. Zevenhoven; 2 M. Hogen boom; 3, 5, 7 A. de Vries; 8 G. Brandt. Uitslagen Strombeek De Zwaluw: 1 V.d. Kooij-de Best; 2 W. van Ommen; 3 en 4 P. van Leeuwen; 5 G. van Leeu wen; 6 en 9 N. Meeuwenoord; 7 en 10 P. Verhoort; 8 J. Hooger- vorst. AGENDA Laatste toeristenmarkt van het sei zoen. centrum (Princestraat - Voor straat - Andreasplem). van 14.00 tot 21.00 uur. Bioemenwandeltocht over 10.15 of 20 km, start vanaf WV. Stations plein, tussen 9.00 en 17.00 uur. Tanuki Matsuri, Japans cultureel eve nement; Sumi-demonstratie, Arse naalstraat 1, aanvang 14.00 uur. Informatie-avond over "overgewicht en sport', org. Ned. Obesitas Vereni ging, in het Diaconessenhuis, Hout laan 55, aanvang 20.00 uur. Sjoelen bij speeltuinvereniging Ste venshof, C. van Bruggepad 2, aan vang 20.00 uur. Noordwijk Wandelen met de boswachter, start DumdamseSlagom 10.00 uur. Historische rondwandeling, start van-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 8