Van vlo tot olifant
Voor de fans is Ei vis nog niet dood
Programma
De Schelft
Cultuur Kunst
Haags Filmhuis herdenkt
acteur Montgomery Clift
Film in De X
ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1992
17
N OORD WUKERH OUT
Muziek en cabaret maken
het leeuwedeel uit van het
theaterprogramma voor het
seizoen 1992-1993 in het
ontmoetingscentrum De
Schelft in Noordwijkerhout.
In het afgelopen seizoen
bracht De Schelft voor het
eerst en met succes een
eigen theaterprogramma. En
ondanks het feit dat de ge
meentelijke subsidie is ver
laagd is de Stichting De
Schelft er wederom in ge
slaagd om, van september
tot en met mei, een pro
gramma met zestien voor
stellingen te kunnen samen
stellen.
Gistermiddag presenteerde
De Schelft het programma
boekje waarin het theater
aanbod voor het nieuwe sei
zoen op een rij staat. Het sei
zoen wordt geopend door
cabaretier Job Schuring met
het programma 'Kangoeroe s
in Zeeland'. Verder staan ca-
baret(achtige)programma's
op het programma van o.a,
Robert Paul, Anne van Eg-
mond en Sietze Dolstra, Ver-
reck en Pleijsier. Trio de Ja
neiro, Peter Lusse en De Ser-
panties.
Muzikale programma's
zijn er te verwachten van het
Amsterdam Loeki Stardust
Kwartet, Pim Jacobs en Louis
van Dijk, Musica ad Rhe-
num, het Amsterdams Gi
taartrio, Samba Salad en van
het trio Han de Vries. Henk
Guittart en Ivo Jansen.
Hans Dagelet brengt in De
Schelft zijn solovoorstelling
'Memories van een zak' en
verder staan op het program
ma Martin Mens in de fami
lievoorstelling 'Morgenster'
en de kindervoorstelling
'Leonce cn Lena' van Thea
tergroep Kaspar, een absurd
sprookje over verwende kin
deren.
Het programmaboekje
wordt huis-aan-huis bezorgd
in Noordwijkerhout en De
Zilk. Belangstellenden uit an
dere gemeenten wordt het
boekje op verzoek toegezon
den.
De museumbezoeker krijgt lang niet alles te zien van wat het museum in huis
heeft. Veel museumschatten liggen opgeslagen in het depot. Soms komen ze er
uit, voor speciale tentoonstellingen. Vaak helemaal nooit.
De publieksfunctie is trouwens niet voor alle musea gelijk. Veel rijksmusea
hebben ook een wetenschappelijke taak. Van hun depots maken
wetenschappers veelvuldig gebruik voor uitvoerige studies. Vier van dergelijke
musea, die zowel een publieksfunctie als een wetenschappelijke taak hebben,
staan in Leiden: het Rijksmuseum voor Volkenkunde, het Rijksmuseum van
Oudheden, het Nationaal Natuurhistorisch Museum en Museum Boerhaave
voor de geschiedenis van de Natuurwetenschappen en de Geneeskunde.
Het Deltaplan van minister d'Anco na van wvc maakt het musea mogelijk hun
veelal slecht gehuisveste depots te reorganiseren. Via het 'plan van aanpak'
kunnen medewerkers speciaal voor dit doel worden aangetrokken. In een
vierdelige serie brengen we een bezoek aan de depots van deze musea.
Sommige zijn al een eind op streek met het 'opschonen' van hun depot, bij
andere moet de grote schoonmaak nog beginnen. Vandaag het derde deel: het
depot van het Nationaal Natuurhistorisch Museum. Eerder publiceerden wij in
deze serie verhalen over het Rijksmuseum voor Volkenkunde (1/8) en het
Rijksmuseum van Oudheden (8/8).
Negen miljoen dieren in Natuurhistorisch Museum:
Het stinkt er zó naar motteballen dat de kleren van de
verslaggeefster na anderhalf uur uit de dekenkist van
oma lijken te komen.Museumkevers zijn onze grootste
vijand", verklaart preparateur Kees van der Blom van het
Natuurhistorisch Museum de stank. Motten en torren, ze
kruipen in de bontvacht van ijsberen en panters, waar
hun larven zich een weg vreten door het museumstuk.
„Hebben we een van de opgezette beesten uitgeleend,
dan krijgt hij bij terugkomst een speciale behandeling. In
een vrieskast van 25 graden onder nul worden alle larven
doodgevroren."
Maar niet alleen de opgezette
dieren van het museum worden
bedreigd. Torren weten ook weg
met skeletten, schedels en colle
ga-torren. Een aanhoudende
zorg dus voor de medewerkers
van dit museum dat negen mil
joen dieren telt. Van vlo tot oli
fant. Een wandeling door het
depot van het Natuurhistorisch
Museum. Soms vertederend,
dan weer luguber. Want het zijn
allemaal dode beesten die hier
staan opgesteld. Sommige zijn
al jaren geleden uitgestorven.
Menig Leidenaar zal als kind,
spelend in het Van der Werf-
park, wel eens geïntrigeerd heb
ben gekeken naar de meterslan
ge en -hoge skeletten die voor
de ramen van het museum
staan te pronken. Het zijn een
paar van de vele spectaculaire
stukken die het Natuurhisto
risch Museum te bieden heeft.
Helaas kan de 'gewone man' ze
niet bekijken, want het Rijks-
jnuseum heeft vooral een we
tenschappelijke taak. De muse
umbezoeker staat vooralsnog
op het tweede plan. Maar
daar komt, wanneer de Natuur
historische Presentatie in het
voormalige Pesthuis opengaat
(de laatste planning is 1997),
verandering in. Dan kunnen
dieren uit het depot worden ge
haald en ten toon worden ge
steld. Al zal dat niet met alle ne
gen miljoen tegelijk kunnen.
Aan restauratie en registratie in
het kader van het Deltaplan is
het museum nog nauwelijks
toe. De depotruimte wordt goed
onderhouden, met registratie
per computer is nog maar
mondjesmaat begonnen. Het
museum wacht. Tot de Grote
Verhuizing.
Voorlopig staan of liggen ze
allemaal in brandvrije kasten in
het depot opgeslagen. Leeuwen
en panters, olifantenskeletten,
walviskaken, duizenden vissen,
kreeften, krabben en kwallen,
vogels, torren, kevers en vlin
ders. Je kunt het zo gek niet be
denken, of ze zijn er.
Sommige zijn afkomstig uit
particuliere collecties. Zoals de
orang oetan, afkomstig van een
Hagenaar. De man had zijn hele
huis aangepast aan een paar
van deze apen. Soms nam hij ze
mee naar buiten, tot schrik van
de buurt. Nu is een van hen ge
prepareerd en wanneer Kees
van der Blom de kast opendoet,
kijkt hij ons met fonkelende
ogen van boven zijn wangzak
ken aan.
Het museum beschikt over
een 'natte' en een 'droge' col
lectie. Meterslange gangen met
duizenden dieren en dat zes
verdiepingen hoog. In de natte
Vervaarlijk staren de tijgers voor zich uit. Bovenop een plank ligt een tijgervel met kop. Een voormalig haardkleedje. foto hielcokuipers
ruimte worden dieren op alco
hol bewaard: vissen, reptielen
en weekdieren. Zoals de kogel-
of egelvis, die hier al sinds 1864
in een groot uitgevallen weck
fles staat te pronken. Hij werd
gevangen in de wateren rond
Celebes en zijn officiële naam
luidt 'Chilomycterus spilosty-
lus'. Maar voor de leek lijkt hij
op een egel met vinnen.
Wetenschappers komen van
heinde en verre om hier in het
depot onderzoek te doen, die
ren in kaart te brengen en zo te
bepalen hoe de trek van som
mige soorten verloopt. Komen
ze in een bepaald water of een
streek niet meer voor, zijn ze
dan misschien naar een andere
plek gegaan? En zo ja, waarom
was de oude plek niet goed ge
noeg? Vooral milieudeskundi
gen kunnen door dit soort za
ken in kaart te brengen aan de
weet komen wat er is misge
gaan en mogelijk nog mis zal
gaan met het milieu.
Zo komen bruinvissen, 'wa
terzwijntjes' noemde men ze in
Katwijk, nauwelijks meer voor
in de Noordzee. Wel spoelen er
per jaar een stuk of vijftien dode
dieren aan. Daarop pleegt een
dierenarts sectie. Leeftijd en ge
slacht worden bepaald, de vind
plaats vermeld en het dier
wordt in een aparte ruimte bij
het museum, 'de werkplaats',
van vel, ingewanden en vlees
ontdaan en keurig in een doosje
verpakt. Tientallen doosjes
staan er zo in de metershoge
kasten.
Langzamerhand komen we in
de droge ruimte, waar skeletten
en opgezette dieren staan. Kees
van der Blom, ooit begonnen
als preparateur bij de insecten
afdeling, zwaait nu samen met
Duncan Reeder de scepter over
de zoogdieren. Ze zijn juist be
zig aan het prepareren van het
skelet van een edelhert, dat be
stemd is voor museum Boer
haave.
In de droge afdeling staan de
skeletten van olifanten, giraffen
en neushoorns. Om een paar
grote jongens te noemen. Een
kast met neushoomschedels,
waar de hoorn, geliefd in som
mige landen vanwege vermeen
de kwaliteiten, vanzelfsprekend
af is. Zo'n hoorn bestaat trou
wens niet uit hoorn of been,
maar is samengesteld uit haren.
Het lijkt wel of duizenden haren
met lijm zijn vastgeklonterd en
samen in de vorm van een
hoom zijn geperst.
Worst
Een andere kast toont panters.
„Kijk nu kun je goed zien hoe
de manier van prepareren is
veranderd. Vroeger hadden de
mensen niet zulke goede voor
beelden als nu. Dieren kun je
op foto's zien en in natuurfilms.
Daardoor weten we nu meer
van de houding van een be
paald dier af dan de preparateur
vroeger. Die panter daar is net
een opgestopte worst. Zijn hou
ding Idopt niet. Hij is in de vori
ge eeuw opgezet. Maar deze
hier is van deze eeuw en heeft
een veel natuurlijker houding."
Een stap verder is de kast
waar leeuwen staan. Kaapse
leeuwen, al lang uitgestorven.
Een nestje leeuwewelpen ligt er
ook. Vertederend, maar het
stemt droevig, die dode diertjes.
Verderop een kast met tijgers.
Vervaarlijk staren ze voor zich
uit. Bovenop een plank ligt een
tijgervel met kop. Een voorma
lig haardkleedje. Veel dieren
worden niet in hun natuurlijke
houding geprepareerd, maar als
vrijwel platte exemplaren. 'Bal
gen' noemen kenners die en ze
zijn speciaal voor onderzoek zo
geprepareerd.
Het museum bergt ook de
harpoenen en ander schiettuig
waarmee de bemanning van de
Willem Barentsz de walvissen te
lijf ging. Geen vrolijk stemmen
de collectie. „Maar je moet het
in het licht van die tijd zien.
Walvissen waren nog geen be
dreigde diersoort. En alles van
het dier werd gebruikt. Van zijn
baleinen, voor corsetten tot de
ogen toe. Die deden dienst als
drijfkaarsjes."
Het Haags Filmhuis herdenkt in september de in 1966 overleden
filmacteur Montgomery Clift, één van de eerste anti-helden van
Hollywood.
'Monty' maakte zeventien films. Hoewel zijn loopbaan zeker
aanleiding gaf tot optimisme, kon hij zijn drang tot zelfvernietiging
niet weerstaan. Overmatig drank- en medicijnengebruik was het
gevolg en hij zakte steeds verder weg. Collega Elizabeth Taylor, de
Pleegzuster Bloedwijn van Hollywood met wie hij onder meer 'A
place in the sun' (regie George Stevens) maakte, trachtte hem te
vergeefs te helpen. In 1957 kreeg Clift een ernstig auto-ongeluk,
waardoor zijn gezicht gedeeltelijk verlamd raakte. Niettemin maak
te hij daarna nog een aantal films. Tijdens het retrospectief worden
negen films met Clift vertoond, waaronder 'From here to eternity'
van Fred Zinneman en 'The young Lions' van Edward Dmytryk.
Cultureel Centrum De X, aan de
Haarlemmerstraat 52 (de voor
malige Rex bioscoop) vertoont
zondagmiddag de speelfilm 'Lo
ve is a Fat Woman" (1987) van
de regisseur Alejandro Agresti.
Het verhaal speelt zich af na de
val van het Argentijnse dictato
riale regime en toont hoe de Ar
gentijnen door de jaren van mi
litaire onderdrukking hun subti
liteit verloren zijn, ook in de
liefde. De aanvang van de voor
stelling is om 16.00 uur (zaal
open om 15.30 uur).
Platenmaatschappij en televisie spelen handig in op vijftiende sterfdag
Overleden Jan Elburg 1919-1992
Het is morgen 15 jaar geleden
dat Elvis Presley, in zijn badka
mer in Memphis Tennessee, in
elkaar zakte en stierf. Slechts 42
jaar oud en totaal opgebrand.
Afgezien van het feit dat het
sindsdien natuurlijk niet meer
mogelijk is 'The JCing' in leven
de lijve te aanschouwen, is er
wat betreft de Presley-gekte niet
veel veranderd. Nog immer
drommen massa's mensen sa
men bij zijn woonhuis Grace-
land. De verkoopcijfers van zijn
platen zijn voor platenmaat
schappij RCA nog steeds reden
bekend en onbekend materiaal
op de markt te brengen. Op te
levisie verschijnen dramaseries
over zijn leven en zijn fans, on
dermeer die in Nederland, hou
den elk jaar enkele bijeenkom
sten waar zijn films worden ver
toond en waar een levendige
handel in curiosa wordt gedre-
Op 16 augustus 1977 bezweek
de 'king of rock 'n' roll' aan wat
officieel een hartaanval werd
genoemd. De volgende dag zou
hij aan een omvangrijke tour
nee beginnen door de Verenig
de Staten. Alle zalen waren uit
verkocht. Slechts een beperkt
deel van de fans maakte gebruik
van de gelegenheid de toe
gangskaarten in te leveren, om
zodoende het entreegeld terug
te krijgen.
De drang om het kaartje te
houden is tekenend voor het
gedrag van de Elvis-aanbidders,
die bereid zijn vrijwel alles te
kopen wat maar met hem heeft
te inaken. Van het meest afgrij
selijke wandkleed met zijn beel
tenis, tot en met de zoveelste
verzamel-lp vol nummers die
iedereen al vijf keer in de pla
tenkast heeft staan.
Platengigant RCA heeft geen
problemen met deze drang van
de fans. Zowel de verjaardagen
als de sterfdagen van Elvis wor
den te baat genomen om weer
een.nieuwe collectie platen op
de markt te slingeren. Ook dit
jaar trekt de RCA de archieven
open, met het uitbrengen van
een 5-cd-box waarin het com
plete jaren '50 oeuvre van 'Elvis
the Pelvis' is opgenomen.
Om de verkoopcijfers van de
verzameling te doen stijgen, zit
er een cd bij met daarop veer
soon te pakken krijg die dit
soort verhalen verspreidt,
scheur ik zijn tong er bij de wor
tel uit!", deelt hij de uitverkoch
te zaal mee.
De Nederlandse fanclub ont
plooit een groot aantal activitei
ten om de herinnering aan Elvis
levend te houden. Zo wordt op
29 november in het Turfschip te
Breda een bijeenkomst gehou
den, waar speelfilms en con
certopnames te zien zijn. Vaste
prik vormen de reizen naar de
Verenigde Staten. Ook dit jaar
bezoeken dezer dagen zo'n
honderd Nederlandse fans het
graf van hun idool en nemen
een kijkje in de woning aan de
Elvis Presley Boulevard.
Imiteren
De omroepen spelen doorgaans
ook in op de verjaardagen en
sterfdatum van Elvis. Zijn vijf
tiende sterfdag wordt op televi
sie op bescheiden schaal her
dacht. Op 17 augustus zendt de
RVU op Nederland 3 om 20.25
uur een tien minuten durend
programma uit over de nieuwe
generatie Nederlandse Elvis-
fans die het imiteren van hun
held tot kunst hebben verheven.
In Amerika is 'Elvis-imitator' in
middels een beroep geworden.
RTL 4 houdt het bij het her
halen van de dramaserie over
het leven van de jonge Elvis, ie
dere zaterdag om 19.05 uur. Het
boek dat Priscilla Presley, de ex
van de 'king', schreef over haar
leven met Elvis, is als serie bij
Veronica te zien. De laatste
twee delen op 20 en 24 augus
tus, 22.30 uur. BRT 1 brengt
zondagavond een programma
met in het Nederlands vertaalde
nummers om 20.15 uur
Ook voor degene die liever
leest dan televisie kijkt is er op
Elvis-gebied voldoende materi
aal voorhanden. Vers van de
pers is het boek over het ge
rucht dat Elvis nog in leven zou
zijn. Foto's, feiten en brieven
die Elvis na zijn dood schreef,
worden over de lezer uitgestort
om de beweringen te staven. Bij
een eerdere versie van het boek
werd zelfs een cassettebandje
geleverd, met daarop een tele
foongesprek waarin Elvis uit
eenzet hoe het hem sinds de zo
mer van 1977 is vergaan.
Het gaat goed met Elvis.
VLISSINGEN ANDREAS OOSTHOEK
Jan Gommert Elburg afgelo
pen donderdag overleden
werd 72 jaar. Hij worstelde met
beeld, taal, maatschappij en
politiek. Hij werd op al die ter
reinen een vernieuwer ge
noemd en leerde daar gaande
weg mee leven.
Een leven voor de kunst, een
leven voor de mensheid? Hij
deelde, om bij zijn woord te
blijven, 'het vergezicht van
eenzamen' en kende 'de smaak
van het onherbergzame'. Dat
stroeve, wat ongemakkelijke
was zijn waarmerk. Zijn zoek
tocht naar de kennis van het
bestaande speelde zich voor
een bepalend deel afin het
'landschap van eenzaamheid'.
Hij kon daar over vertellen, ve
le Haarlemse uren, soepel en
zonder bitterheid.
Stalinist' was vele jaren zowel
zijn werk- als zijn ere-titel. Sur
realist mocht ook, Cobra-man,
Experimenteel. Jan Elburg,
dichter, copywriter, beeldend
kunstenaar en academiedo
cent toonde zich vooral een
polemist-met-roeping, al voel
de hij zelf meer voor de aan
duiding 'azijnpisser'.
Elburg (Wemeldinge, 1919)
werd vooral bekend als dichter.
In de oorlog debuteerde hij
clandestien met 'Serenade
voor Lena'. In 1946 volgde
'Klein T(er)reurspel', in 1948
'Door de Nacht', in 1952 'Klein
Tibet', in 1956 'De vlag van de
werkelijkheid', in 1958 'Heb
ben en Zijn', in 1960
'Drietand', in 1964 "De gedach
te mijn echo', in 1965 'Streep
hebberstype", zei hij in '89. „Ik
ben in aanleg een polemist, ie
mand die graag en hard tekeer
gaat. Een vuile azijnpisser, al
tijd gewapend.'
In de oorlog richtten de wape-
hen van de jonge Elburg zich
tegen rechts, tegen de bezetter.
Ook na de oorlog bleef 'rechts'
een doelwit. 'Wij, Cobra, waren
geen partijcommunisten, we
botsten met de CPN. Die dacht
kunstvijandig. De partijbu
reaucratie schrijft voor wat de
schrijver moet schrijven. Ik
schrijf toevallig zélf, dus ook
mezelf vóór en niemand na.
Elburg verweerde zich tegen de
opvatting dat zijn poëzie te
eenduidig, te gesloten zou zijn.
'Ik streef met zorg naar het on
volmaakte. Taal is werkmateri
aal. Het werk gaat boven het
spel.'
Over zijn surrealistisch ge
noemde collages: 'Bij mij ko
men enkele dingen samen. Dat
plak- en schilderwerk is in we
zen een literaire aangelegen
heid. Avontuur, ontdekking, af
braak van stereotypen.'
Over Reflex en Cobra: 'Ik ben
een man van het eerste uur.
We kennen nu de hoge vlucht
van de schilders en een aantal
schrijvers. Appel, Constant, Lu-
cebert, Corneille en de rest.
Daarover is veel nonsens ver
teld. Maar overeind blijft dat
het goed is dat die storm heeft
gewoed. We zaten toen al op
de grens van '50. De nieuwe
poëzie was een feit. De Vijfti
gers waren ter plaatse. Ze zet
ten hun poëzie in de tijd. Dat is
van grote invloed geweest op
het denken en het doen'.
tien opnamen die nog nooit op
plaat zijn uitgebracht. Deze va
riëren van de ontroerende aller
eerste plaatopname die Elvis
voor zijn moeder maakte, tot en
met een deel van een jamsessie
met andere rockhelden, waarop
Elvis nauwelijks is te horen.
Interessanter voor de fans is
de niet aflatende stroom illegaal
gemaakte opnames die her en
der te koop zijn. In het drie
maandelijks verschijnende Ne
derlandse fanclubblad 'It's Elvis
Time' worden de 'bootlegs' uit
gebreid besproken en aangebo
den voor bedragen van rond de
veertig gulden.
Cassetterecordertje
Van 1969 tot 1977 trad Elvis
honderden keren op in heel
Amerika. Bij vrijwel al deze con
certen was wel een fan met een
cassetterecordertje in de zaal.
Ondanks de vaak erbarmelijke
geluidskwaliteit van die opna
men, zijn de cd's die daar nu
van worden uitgebracht ware
verzamelobjecten. Er verschijnt
er minimaal één per maand. De
inhoud van de concerten ver
schilt weinig van elkaar, het zijn
vooral de monologen die J*re-
sley op het podium hield, waar
de interesse van de kopers naar
uit gaat. Op een onlangs uitge
brachte illegale opname is te
horen hoe de 'king' poogt de
geruchten over zijn druggebruik
te ontzenuwen. „Als ik de per
door de rekening', in 1971
'Contravormen' en in 1975
'Praatjes Kijken'. Zijn 'Gedich
ten 1950-1975' vonden een be
kroning in de Constantijn Huy-
gensprijs 1976. De laatste jaren
verschenen zijn herinneringen
'Geen letterheren', de bundels
'Haaks op de uitvlucht' en
'Winter lijkt het wel', de
bloemlezing 'Iets van dit alles',
de roman 'De kikkers van Pot
ter' en een keuze uit zijn beel
dend werk onder de titel 'Vroe
ger komt later'. Bij zijn zeven
tigste verjaardag, 28 november
1989, werd hem het vrienden
boek 'Alles voor Niets' aange
boden.
Jan Elburg werkte binnen het
verband van de kunstenaars
beweging Cobra, was redacteur
van Het Woord, Reflex en Po
dium en docent aan de Riet
veldacademie. Decennialang
heeft hij het stempel van een
wat korzelig heer gedragen. Hij
koesterde dat volgaarne. „Ik
ben niet het echte mensenlief-
Elvis is vijftien jaar dood, hoewel er geruchten gaan dat de 'King* nog in leven zou zijn. Zijn fans hebben ech
ter nog geen afscheid genomen. foto archief/anp