De gebeten hond
ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1992,
De Shar-Pei. Een pakketje rib
bels en huidplooien, foto united
photos de boer rob hendriks
Omgangsproblemen
„De hond is voor ons een gebruiksartikel ge
worden", zegt Martin Gaus, hondenvriend,
therapeut en zakenman. „Wij mensen zijn
nu eenmaal zo ingesteld: we vinden het leuk,
dus willen we het ook hébben. Zo fokken we
ook onze eigen kinderen, zo simpel is dat."
Maar een hond kopen is één, omgaan met
een hond is twéé. Het dierenhotel van Gaus
in Lelystad zit het hele jaar vol met honden
die k raison van een paar honderd gulden
voor twee weken in 'gedragstherapie' gaan.
Ze zijn agressief, extreem angstig, of kunnen
niet tegen alleenzijn. Meestal komt dat door
dat de baas getracht heeft van zijn trouwe
viervoeter thuis een méns te maken, een ex
tra familielid, terwijl het juist de kunst is om
hónd met je hond te worden.
Gaus: „Mensen zien een hond als mens,
maar een hond kan niet als een mens doen.
In een tijd dat zelfs de groenteman een vak
diploma moet hebben, kan iedereen zo maar
een hond kopen. Zonder dat men zich in de
achtergronden van het beest hoeft te verdie
pen. Dus weten ze niet hoe zo'n hond func
tioneert. In de trant van: 'Ik geef je toch te
eten? Waarom vreet je dan m'n bankstel op?'
De teleurstelling zit 'm na verloop van tijd
nooit in de buitenkant van een hond, altijd in
het gedrag."
Een op de vier hondenbezitters (28%) in
Nederland heeft daadwerkelijk omgangspro
blemen met zijn viervoeter, zo is gebleken.
„Dat is vrij veel", oordeelt de pedagoge Nien-
ke Endenburg (verbonden aan de universiteit
Martin Gaus: „De hond is een gebruiksartikel geworden." foto dijkstra
"Tl
r komt 2500 gulden aangedren-
a teld, een pakketje ribbels en huid-
mMLam^ plooien op vier poten. De oortjes
naar voren, de kop nieuwsgierig schuin.
Onmiskenbaar: de Shar-Pei, Chinese sta-
tushond bij uitstek. Er zijn er in Nederland
niet meer dan zes-, zevenhonderd, naar ver
luidt; men betaalt (dus) al gauw 2500 gulden
voor een pup. Maar de prijs daalt. Mevrouw
Rychter, voorzitter van de Shar Pei-club Ne
derland, weet van afbraakprijzen: 1000, of
zelfs 750 gulden. Zonder stamboom, uiter
aard. De broodfokkers hebben hun intrede
gedaan.
„Mensen die zich in twee, drie jaar zo'n
tien a twaalf teefjes aanschaffen noem ik ten
minste broodfokkers, ja", zegt mevrouw
Rychter. „Jammer van het ras, want dat gaat
op die manier kapot. Je hoort verhalen van
pups die het eerste jaar niet eens meer over-
leven. Sommige fokkers nemen niet meer de
moeite om uit het buitenland nieuwe bloed
lijnen te halen, met als gevolg dat tachtig
procent van de Shar-Pei's op dèn duur zwak
wordt. De klachten stapelen zich op.
Norma Scelso raakte vier jaar geleden op
slag verliefd op de Shar-Pei, toen haar doch
ter met een foto uit de 'Cosmopolitan' kwam
aanzetten. Nu heeTt ze drie Shar-Peis in haar
Noordhollandse kennel: een reu en twee teef
jes. Ze hoopt vurig op nageslacht. Eenvoudig
gaat dat niet: het teefje wordt uiterst onregel
matig loops, soms zelfs slechts één keer in de
anderhalf jaar, reden waarom huize Scelso
tot dusver pas één keer met een nest werd
verblijd.
Ze weet nog goed waar de pups uiteinde
lijk heen gingen: „Zandvoort, Bergen, het
Gooi... Heel chique mensen."
Vooral in een land als Italië, vertelt Norma
(die er zelf gewoond heeft), verschaft de Chi
nese ribbelhond de eigenaar aanzien. De lo
kale marktwaarde schommelt er, omgere
kend, rond de 6000 gulden: „Als je daar met
een Shar-Pei loopt, weet men: je bent rijk."
Zelf heeft ze een mevrouw op haar erf ge
had, die haar hart verloor aan Norma's favo
riete teefje: Suzie Wong. Drie, vier keer was
ze terug geweest. Noem maar een prijs, had
ze bij die gelegenheden geroepen, en ik be
taal méér. „Als ik 5000 gulden had gevraagd,
had ze me dat zó betaald", volgens Norma,
„maar ik wil Suzie niet kwijt."
voor hun afgedragen hondenbelasting: „Ge
meenten gebruiken de hondenbelasting als
een verkapte onroerendgoedbelasting. Dat
geld gaat gewoon op de grote hoop. Terwijl
het, net als rioolbelasting, eigenlijk om een
doelbelasting gaat. De gemeenten rommelen
zelf maar wat aan met hun maatregelen. Ze
moeten gewoon aan die hondenbezitter la
ten zien wat ze precies met zijn centen doen.
Dèt is het begin van verantwoord hondenbe-
zit. Goede uitlaatplaatsen aanleggen, op re
delijke afstanden. En afvalbakken plaatsen,
waar je je hondepoepzakje kwijt kunt. Noem
mij één gemeente die zulke bakken heeft,
waar je tenminste niet met zo'n zakje in je
hand terug naar huis hoeft te lopen. Gênant,
hoor. Dat doet zelfs geen hond."
Nienke Endenburg: „Mensen voelen zich
tegenwoordig minder verantwoordelijk. Ten
zij je ze zelf beter over maatregelen laat na
denken, helpen die maatregelen niet."
„Geboden hebben één kenmerk", weet
Goof Ebert, „en dat is: overtreden worden.
Dus dat heeft helemaal geen zin. Iedereen
heeft zijn eigen verantwoordelijkheid."
Maar Wat dan? Ebert laat zijn gedachten
de vrije loop en komt op 'antipoepcursus-
sen', waarbij de baas geleerd wordt zijn oog
appel op de correcte plek te laten hurken;
„Sommige eigenaren zijn misschien wel van
goede wil, maar weten niet hoe ze dat met
hun hond aan moeten pakken."
Gaus oppert een soort examen voor men
sen die een hond willen kopen. „En geef voor
mijn part degene die slaagt, vijftig procent
korting op de hondenbelasting."
Dat idee lijkt niet eens zo'n utopie. Ebert
weet, onder andere via zijn bestuursfunctie
bij de stichting voor Gezelschapsdieren, dat
er her en der ideeën leven voor een honden
rijbewijs. De Dierenbescherming zou er al
voor geporteerd zijn. „En die kan druk uitoe
fenen. Als het een bedding vindt, heeft zo'n
plan effect voor je het weet."
Spaarkaart
De industrie zou daar, in samenwerking met
de overheid, een positieve rol in kunnen spe
len, denkt Ebert. Bij voorbeeld door klanten
bij aankoop van hondenvoer zegels te geven
voor een spaarkaart, die recht geeft op (gere
duceerde) deelname aan een cursus voor
baas en hond. Brainstormend: „Of voor mijn
part goed is voor tien gratis poepzakken."
Want dat een hond wel degelijk de moeite
waard kan zijn, staat vast. Nienke Endenburg
is bezig met een nieuw onderzoek, dat graaft
naar de invloed van huisdieren op kinderen.
In de Verenigde Staten zou al bewezen zijn
dat kinderen door het houden van honden/
huisdieren zelfs intelligenter worden, maar
Endenburg zou eerlijk gezegd niet weten
hoezo. Wel vermoedt ze dat een huisdier een
kind aan een gunstiger zelfbeeld kan helpen
omdat zo'n dier je doorgaans accepteert
zoals je bent. „Misschien dat kinderen die
met de zorg voor een huisdier opgroeien later
daardoor wat sterker in hun schoenen
staan", is haar veronderstelling.
Om die te bewijzen, zullen de komende ze-
venenhalf jaar nog zo'n 900 kinderen in Ne
derland (mét en zonder huisdier) periodiek
geïnterviewd worden. Wat uit eerdere onder
zoekingen reeds is komen vast te staan: „Een
huisdier werkt stressreducerend en draagt bij
tot minder gezondheidsklachten. Dat is bc-
Wat we niet konden bewijzen: een krant in
het Zuiden des lands berichtte eerder dit jaar
dat de Nederlandse overheid in het geheim
bezig is met een 'profielschets' voor de ideale
hond van het jaar 2000. Volgens de betichten
zou het efen zachte blaffer moeten worden,
van redelijk formaat, met makkelijk te onder
houden vacht en met het oog op het ge
middelde drolquotum een kleine maagin
houd. De ambtenaren zouden reeds werken
aan heuse fokprogramma's.
Even een paar ministeries gebeld. En voor
het eerst sinds tijden weer eens lachende
ambtenaren aan de lijn gehad...
'Het probleem zit in de baas'
Fikkie heeft het altijd gedaan.
Fikkie poept op de stoep van de
buurvrouw, Fikkie trekt aan de
lijn, Fikkie blaft de hele buurt
bij elkaar en Fikkie luistert niet.
Rothond. Hij moet nodig in
therapie, of naar het asiel. Of
anders maar een spuitje.
Een op de vier baasjes in Ne
derland heeft omgangsproble
men met zijn hond. En het
aantal bezitters daalt drastisch.
Het 'hondenrijbewijs'daagt.
'De mensen weten niks van hun
hond, maar dan ook helemaal
niks.'
van Utrecht), die onderzoek deed naar de re
latie mens-huisdier. „Zeker als je bedenkt dat
in 90 procent van de gevallen het probleem
in de baas zit. Het ontbreekt domweg vaak
aan kennis, want iemand die een hond
koopt, staat bij een hoop dingen niet stil.
Mensen weten niks van honden, maar dan
ook helemaal niks. Als je zegt dat een hond
eigenlijk een wolf is, schrikken ze zich we
zenloos."
Daarom is het zaak om met een jonge
hond bij voorkeur in zijn eerste tien weken
een paar dingen 'af te spreken'. Een hond
heeft leiding nodig (wolven in hun roedel zijn
dat ook zo gewend) en is dus vooral niet ge
baat bij inspraak. Een hond die als pup altijd
op bed mocht liggen, om maar wat te noe
men, zal zich hardnekkig verzetten wanneer
hij op latere leeftijd steeds van de gehaakte
sprei wordt gegooid. Consequent zijn vanaf
het prille begin, dat kweekt gehoorzaamheid.
Nienke Endenburg: „Vroeger werd een
hond die niet te hanteren was gewoon afge
schoten. Het is pas sinds de laatste twintig
jaar dat er oog is voor het gedragsprobleem
en dat er geprobeerd wordt om daar een op
lossing voor te vinden. Maar gedragsproble
men oplossen is primair een kwestie van om
gaan met eigenaren. Dierenartsen waren
daar voorheen niet vertrouwd mee, die wer
den vooral opgeleid om dieren beter te ma
ken."
Therapeut
Nu is er dus de gedragstherapie. Bij Gaus, bij
voorbeeld, of bij andere particuliere honden
trainers, of op de universiteit. Ook op die in
Utrecht op de poli voor gezelschapsdieren
kan de hondenbezitter met zijn proble
men terecht. Maar niet iedereen zet de stap
naar een therapeut. Uit schaamte, geldge
brek of gemakzucht. Dan wacht Fikkie het
asiel of, erger, een spuitje. Want Fikkie was
vals geworden.
Citaat uit Gaus' bijbel voor de hondenop
voeder, het boek Hondemanieren. 'Laten we
voorop stellen dat valse honden niet bestaan.
Valse mensen wel. Een hond kan nooit na
denken over zijn gedrag.'
Desalniettemin zitten de vaderlandse asiels
vol. En in de afgelopen tien jaar is het (ge
schatte) hondenbezit in Nederland gedaald
van 1,8 naar 1,2 miljoen exemplaren, een da
ling die links en rechts zorgen baart. Bij de
Dibevo bij voorbeeld, de landelijke branche
organisatie voor ondernemers in de huisdie
rensector (leveranciers èn detailhandel).
Honden eten tegenwoordig meer uit blik dan
vroeger, dat compenseert vooralsnog het te
ruggelopen aantal consumenten, maar er is
weinig voor nodig of het gaat echt fout met
de diervoederindustrie. „Dan gaan er koppen
rollen", vreest Dibevo-directeur Goof Ebert.
„Het is tegenwoordig niet meer zo eenvoudig
een hond te houden. Het is duurder dan
voorheen (alles bij elkaar toch al gauw 100,
125 gulden in de maand), maar ook lastiger.
Er zijn meer eenpersoonshuishoudens en
stelletjes met twee werkende partners, die
geen tijd hebben voor een hond. Die nemen
een kat."
Daarnaast hebben hondenbezitters tegen
woordig rekening te houden met hondenbe
lasting, hondenpenningen, aanlijngeboden,
uitlaatveldjes, poepschepjes, voor honden
verboden gebieden en hondenhaters. Waar
Blacky zijn laatste voetzoeker draait, ligt de
dampende kiem van nieuwe volkswoede.
vervelend, dat besef ik best allemaal, maar
die drol blijft uiteindelijk biologisch afbreek
baar, hoor. Er zijn grote industrieën die
milieubelastender bezig zijn. Ik denk dat in
dit geval de goeden onder de slechten lijden:
een kleine groep hondenbezitters verziekt
het maatschappelijk voor mensen die het wél
goed doen, die hun hond wél in de goot of in
de struiken laten poepen. Ik vind daarom dat
het individu verantwoordelijk is, niet het col
lectief."
Al die gemeenten, met hun rigide maatre
gelen. De hondenbezitter aan de lijn. Pure
discriminatie is het, oordeelt Gaus. „Ik begin
het allemaal een beetje zat te worden. Nog
even en je krijgt een hondekop opgespeld:
Kijk uit! Hondenbezitter! Beschikt over een
poep /vreetmachine! Ongelooflijk, wat een
wereld. Als mensen plezier beleven aan hun
hond, laét ze dan."
Overheid
De afkeer van hondepoep heeft zich omgezet
in populaire ergernis en een ontmoedigings
beleid dat de overheid zichzelf mag aanreke
nen, meent Gaus. Zijn toom geldt de oneer
lijkheid van twee sociale maten: „Als een
hond jankt of huilt, heb je de poppen aan het
dansen, maar als de kindjes van de buren
over de galerij fietsen en onderweg iedereen
van hun sokken rijden, gooien we die kindjes
dan soms naar beneden? Hou toch op."
Dibevo-directeur Ebert deelt de veront
waardiging over de toenemend strenge bepa
lingen en beperkingen voor hondenbezitters.
Die dragen bij aan de tanende populariteit
van de huiswolf, is zijn overtuiging. Hij vindt
ze in ieder geval niet in verhouding staan tot
wat hondenbezitters bij voorbeeld terugzien