'Herinneringen zijn de wijnkelders van de geest' ZATERDAG 8 AUGUSTUS 1992 Een van de vele onderscheidingen die Eddy Christiani ontving. September 1965: 'De Gou den Harp' van de stichting Conamus. FOTO NATIONAAL FOTO PERSBUREAU Meezingers maakt Eddy Chris tiani al lang niet meer, maar er wordt nog altijd luidkeels met hem meegezongen. Zijn agenda gidst hem onophoudelijk het land door. Met het programma 'Nostalgie met Eddy Christiani' treedt hij vooral op voor gene ratiegenoten. Herinneringen zijn de wijnkelders van de geest.Portret van een gitarist vocalist zonder poeha, die 60 jaar geleden de muziek in ging en 40 jaar geleden het lied 'Spring maar Achterop' be schaafd tot klassieker verhief. I en handvol generaties sterren, pseudovedetten en eendagsvlie gen heeft hij overleefd. Ontelbare zangers en zangeressen met de hitbestendig heid van zegge en schrijve één aardig in het gehoor liggend lied, verzonken na kortstondi ge roem in vergetelheid; hij hield zich in de wondere wereld van het amusementsvak staande. In de tijd dat breekbare 78-toeren- platen in volle glorie ronddraaiden onder de naald van de pick-up, zöng hij over Ouwe Taaie. En nu is Eddy Christiani, het zij met alle respect gezegd, er waarachtig zelf een. En met genoegen, daarover laat de 74-jarige geen misverstand bestaan. Anders wel een gedenkwaardig jaar voor hem: 1992. Niet dat de gitarist/zanger/com ponist, bescheiden als hij is, er veel drukte over maakt. Maar nuchter beschouwd blijft overeind staan dat Christiani op de kop af 60 jaar in de muziek zit. Bovendien verhief hij exact 40 jaar geleden het lied Spring maar achterop tot ldassieker in de lichte muze. „Van mijn generatie zijn er nog drie over. An nie de Reuver, Marcel Thielemans en ik. De rest is helaas naar de Eeuwige Jachtvelden." Meezingers maakt Eddy Christiani al lang niet meer, optreden doet hij des te meer. Probeer met goed fatsoen maar eens een af spraak met hem te maken. Kan wel twee maanden duren vooraleer er een ontmoeting is geregeld. En dat heeft absoluut niets te ma ken met onwil van Christiani. En nog minder met een geraffineerd gecamoufleerde hang naar interessantdoenerij. De agenda van de free-lancer gunt hem eenvoudig niet de ruimte en tijd om veel andere activiteiten te ontplooien dan 'zijn' publiek in ontspan ningszalen van bejaardenoorden en ver pleeghuizen te vragen: kunt u nog zingen, zing dan mee. „Elke generatie heeft recht op haar cultuur en dus ook op haar eigen mu ziek. Zonder te treuren, zonder verzuurd te zijn, zeg ik dat. Natuurlijk heb ik een oordeel over de muziek van nu, maar het is wat dat betreft mijn tijd niet meer. Ik beweeg me tus sen Vlissingen en Delfzijl. En tussen Tegelen en Texel. Ik kan niet anders dan zeer content zijn met de afloop van mijn loopbaan, nu ik mijn leeftijdgenoten een kleine twee uur mag terugbrengen naar hun jeugd, zodat ze tijde lijk de teleurstellingen van alledag kunnen vergeten." Passender Het ware op grond van een van zijn vele hits passender geweest Eddy Christiani ergens aan de waterkant te ontmoeten, maar de keuze viel om praktische redenen op een pizzatent op het Plein 1960. Nee, de toenma lige bestuurders van de gemeente Amstel veen hebben dat plein niet zo genoemd om de goegemeente tot in lengte van dagen er op te attenderen dat een van de bekendste bur gers toentertijd het hoogste lied zong. Juist in 1960 besloot Eddy Christiani voortaan uit sluitend nog z'n elektrische gitaar te laten 'zingen'. „In de radiojaren zeg maar: van 1952 tot en met 1959, verkozen de lezers van het onaf hankelijke blad Tuney Tunes mij tot de popu lairste zanger van Nederland. Succes is een 'must' voor een artiest, maar het kan als een loden last op de schouders drukken. Ging ik in de Kalverstraat rommelen in de uitverkoop dan werd gezegd: het zal wel niet zo goed gaan met die Christiani. Hoewel er in die tijd nauwelijks tv was, werd ik altijd herkend. Eind jaren vijftig, toen de tv in opkomst was, zag ik een rock-'n-roll-idool op de buis. Bill Haley. Ik zag hem tot m'n verbijstering gitaar spelen, terwijl hij over de grond kronkelde. Het melodietje stelde weinig voor, ik hoorde drie accoorden. En Hale'y zong er ook nog bij. Ik dacht: Eddy, het wordt nu toch echt tijd om te stoppen met zingen. Jij hebt een heel nette scheiding in je haar, Haley zo'n krul. Misschien is het daar nu wel de tijd voor. Eddy Christiani al 60 jaar in de muziek Laat ik me dan maar helemaal toeleggen op de gitaar." Tussendoortjes Een tweetal vocale tussendoortjes daargela ten hield Eddy Christiani lange tijd zijn mond dicht. „Ik werd door een producer in 1962 nog overgehaald om Sucu Sucu te zingen. In het Spaans. Op een gegeven moment drong via Cash Box het bericht door dat Sucu Sucu tot de top-100 van Amerika was doorgedron gen. Stond eerst op 89, vervolgens op 83. Ik dacht nog: zou ik dan toch een zwembad in de vorm van een gitaar krijgen? Maar nee, ik heb nooit iets naders over grote sommen geld gehoord, misschien dat de bedragen toen anders verrekend werden dan nu. En in 1965 dacht ik bijna een hit te hebben met Lulu, een melodie van Louis Noiret. Maar ik werd verslagen door 'Mien waar is m'n feest neus', met ere door Toon Hermans." Van huisuit was Eddy Christiani („Ik heet echt zo, de naam komt veel voor in Italië en in Noorwegen") meer gitarist dan zanger. Zijn eerste gitaar kreeg hij op z'n veertiende verjaardag van een oom. „Ik had geen idee hoe ik 'm moest stemmen. Mijn moeder was nogal verbaasd, want punt 1 wist ze niet wat ik met een gitaar aanmoest en punt 2, zo vroeg zij zich af, wie zou mij kunnen leren op dat instrument te spelen? We zaten midden in de crisisjaren, maar ik heb gezegd don't worry of iets dat er op lijkt, ik leer het mezelf Eddy Christiani profileert zich als een autodidact pur sang. Niet alleen bracht hij zichzelf inderdaad de eerste beginselen van het gitaarspel bij, hij schoolde ook zichzelf. Aangemoedigd door jeugdige overmoed stapte de puber kordaat op zijn onderwijzer af. „Ik zat toen op de mulo. Ik meldde me bij hem af met de mededeling dat ik m'n boeken kwam inleveren. Hoezo, vroeg de onderwij zer, ga je weer verhuizen? Meneer, antwoord de ik, ik word gitarist. Wat is dat nu weer: een merkwaardige politieke partij? Voor alle dui delijkheid, de man wist echt niet wat een gi taar was. Wat je in die tijd in Amsterdam aan muziek hoorde, kwam van een sitarspeler die langs de deuren ging of van draaiorgels. Ik hielp hem uit de droom. Nee meneer, zei ik, een gitaar is een instrument waarop je mu ziek maakt. O, zei hij,«jij wilt muziek gaan maken. Ik zie het al voor me, op straat je hand uitstrekken en geld wagen voor wat je doet. Jij, zei mijn onderwijzer, jij gaat naar de ratsmodee." Eerbewijs Vele jaren later zag de inmiddels gevierde Christiani de man terug, op een diner dansant in Amsterdam. Ondersteund door z'n kinderen kwam hij als negentigjarige bin nen. Hij wilde zijn leerling per se nog een keer zien. „Ik had speciaal een taart laten maken als eerbewijs, zo zei ik tegen het pu bliek, voor iemand die mij de taal heeft bijge bracht. 'Je bent wel beroemd geworden', zei mijn oude onderwijzer. 'Een ding wil ik nog wel zeggen', zei hij ook, 'ik heb je nooit gesla gen.' Vermoedelijk toch een soort zelfrecht vaardiging, die opmerking. Hij had me dan wel de ondergang voorspeld, maar me niet geslagen, terwijl er toch heel wat werd ge mept in de tijd dat hij onderwijzer was." Naar eigen zeggen heeft Christiani nooit een voorbeeld gehad. Maar het kwam de aankomend gitarist natuurlijk goed uit dat hij van Moeder Natuur een uitstekend gehoor had meegekregen. „De A-snaar stemde ik op de bimbamklok, het was ook de enige snaar die niet brak." In de harde praktijk van het caféwezen en het barcircuit kwam Christiani in de jaren dertig tot ontplooiing als gitarist-zanger. Zin gen deed hij uitsluitend in het Engels. „Ik maakte kennis met allerlei combo's. Daarvan werd er één heel belangrijk voor mij: die waarvan de stamvader van de familie De Mol de leider was. Je zou kunnen zeggen John de Mol dubbel senior. Aan die man heb ik heel erg veel te danken gehad. Ik mag zeggen dat 'Ik zie de zon, al schijnt ze niet, jubel het uit, ik zing en fluit, het hoogste lied' hij voor m'n verdere leven mijn mentor is ge weest. Hij was het ook, die mij de eerste kneepjes van het vak bijbracht op het gebied van kleding, repertoire. Hij was degene die mij er op wees dat je als artiest te allen tijde schone handen en schone nagels moet heb ben." Radiodebuut Zijn debuut voor de radio maakte Eddy Christiani in 1938 in 'Hot Clubvan de Neder landse Jazzliga', min of meer een afgeleide van het in die dagen vermaarde 'Hot Club de France' van violist Stephan Grapelli en gita rist Django Reinhardt. Zingen deed Christiani voor het eerst in het AVRO-programma 'Licht, Luchtig en Vrolijk', waarin het zange resje Ans Heidendaal voor het eerst haar op wachting mocht maken voor de radiomicro foon. „Ik zong Blue Moon, ik weet het nog precies." Eddy Christiani gaat prat op het histori sche feit althans in Europa de allereerste be speler van de elektrische gitaar te zijn ge weest. Eigenlijk liet zijn inkomen het in geen enkel opzicht toe, maar Eddy Christiani be sloot toch maar de nieuwe vinding op mu ziekgebied in huis te halen. „Ik had in het cir cuit iets horen mompelen over muziekschool Zwaag aan de Jacob van Lennepkade in Am sterdam. Daar moest volgens zeggen een proefgitaar van het merk Epiphone in huis zijn, compleet met versterker. Toen ik 'm zag was ik meteen verkocht. Maar voor die gitaar werd 475 gulden gevraagd. Nu verdiende ik in die tijd 25 gulden per week. Waarschijnlijk heb ik de man tegenover me heel droevig aangekeken, want ik mocht 'm op afbetaling kopen." Tegen wil en dank vergaarde Eddy Chris tiani evenwel de meeste faam als vocalist. In de volksmond heette hij al spoedig de letter greepzanger. Schertsend merkt Christiani op ooit te hebben overwogen de redactie van het Guinness Book of Records aan te schrij ven. Want neem hem niet kwalijk, was hij niet de eerste rappef*. Theorie „Ach, lettergreepzanger. Achteraf heb ik er wel een theorie over. Ik beschik niet over een echte zangstem, daarom is voor mij gesynco peerde muziek een absolute uitkomst. Dat gaf mij de gelegenheid adem te halen op de plekken waar echte zangers het nooit zouden doen. Per definitie is de Nederlandse taal niet zo'n zangtaai als het Italiaans, het Duits en het Frans. Wat doe ik dus met de Nederland se taal? Goed articuleren, de uitgangen, de d- tjes en de t-tjes goed laten uitkomen. Door er voor te zorgen dat het voor en achter maat krijgt, geef ik de Nederlandse taal een lift. Ze ker in de tijd dat ik moest werken met ge brekkige installaties, was het een 'must' om je goed verstaanbaar te maken. Nadat ik mijn eerste radio uitzending had gemaakt, ont moette ik mijn buurman. Hij zei: ik heb jou gehoord op de radio. Ik zei: ja meneer. Je hebt het mooi opgezegd, zei buurman, keu- rigRcdaan." In de oorlogsjaren dook Christiani onder. Na verloop van tijd nam hij dienst in het En- Tddy Christiani, 23 jaar jonger, in karakteristie ke pose. FOTO CPD gelse leger en klom daarin op tot luitenant. Verder doet hij het zwijgen er toe over die ja ren, zegt alleen de bevrijders nog dagelijks dankbaar te zijn. ,,Ja, ik zong ook nog Ouwe Taaie, toen eigenlijk het tweede Nederlandse volkslied. Op je klompen kon je aanvoelen dat dit lied pure Amerikaanse propaganda was. Ik heb post gekregen van mensen die, laten we zeggen, onder benarde omstandig heden de moed er in hebben gehouden door Ouwe Taaie te zingen." Gouden Plaat Na de bevrijding nam Christiani zich heilig voor 'lekker' gitaar te spelen in combo's. Maar zoals hij zelf zegt werd hem het niet ge gund dat voornemen ten uitvoer te brengen. Zingen moest Eddy. Wie van boven de veer tig kent bij voorbeeld deze regels niet: Ik zie de zon, al schijnt ze niet, jubel het uit. ik zing en fluit, het hoogste lied. „Ik kreeg de uitnodi ging van een platenfirma om een 78-toeren plaat op te nemen. Op de Woelige Baren. Elke draaiorgel speelde het." Een kleine 400 platen heeft hij gemaakt. In samenwerking met Hank Dunk en Willy Rex, vermaarde tekstschrijvers in die dagen, schreef Christiani liedjes met geen andere pretentie dan dat ze onthouden moesten worden. Het lied Zeemanshart ging begin jn ren vijftig de geschiedenis in als de allereerste gouden plaat. „In die tijd had ik drie radib uitzendingen per week. Ik moest dus zo veel mogelijk liedjes in voorraad hebben. Die op tredens voor de radiomicrofoon betaalden niet veel, maar ik kreeg wel veel post. Van mensen die dat en dat liedje zo mooi von den. Dan gingen we met het bewuste liedje naar de platenmaatschappij. En natuurlijk moest er ook een B-kant komen, afijn om 9 uur begonnen we dan met opnemen en om half 12 stond alles er op. Bij die 400 platen heb ik niet eens de vele sesston-opnamen meegerekend die ik als ghost musician heb gemaakt met combootjes die in de jaren zes tig plotseling successen vierden. Signalen Hij zegt altijd te hebben geweten waar zijn plafond was. Nooit is het zelfs maar in z'n ge dachten opgekomen idolen als Bing Crosby of Frank Sinatra te imiteren. Eddy Christiani is altijd Eddy Christiani geweest. „Nooit heb ik geprobeerd daar bovenuit te steken. Zowel op het muzikale vlak als op zanggebied heb ik mij gehouden aan de code mezelf te zijn Ik zing al lang weer. IV ben gevoelig voor sig nalen. Het publiek was mijn werkgever en die wenste mij te horen zingen. En wie ben ik om een werkgever tegen te spreken, die mij in de gelegenheid heeft gesteld zonder diploma in leven te blijven?!" Met trots praat hij over de onderscheiditi j gen die hem in de loop van de jaren ten deel zijn gevallen. In 1977 werd hij koninklijk on derscheiden. Benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Op grond van zijn ver dienste voor de lichte muziek stelde de Stich ting Conamus hem ook in het bezit van de Gouden Harp. En Christiani mag zich erebur gervan Madeira noemen. „Ik vond dat eiland in 1936 op de land kaart. Ik dacht: het zaJ er wel mooi zijn. Ik ben er nu vijf keer geweest, de eerste keer op verzoek van de burgemeester De man was voor promotiedoeleinden in Badhoevedorp, toen hij bij toeval van Zonnig Madeira hoor de. Ik kwam daar op Madeira, werd ontvati gen op het stadhuis, de burgemeester gaf me vier zoenen. Hij hield een toespraak in het Frans en benoemde me vervolgens tot ere burger. Ik dacht toen, wat leid je toch een raar leven. Omwille van het feit dat je in 1938 iets hebt bedacht staat op een paar duizend kilometer van huis nu een wildvreemde kerel 'Nostalgie met Eddy Christiani'. Zo luidt het handelsmerk van het programma waar mee hij vandaag de dag door het land gaat Hij ziet het als een opdracht, gelovig als Christiani is. „Het doet me het grootst denk bare plezier om te zingen voor die Nederlan ders die voor de welvaart hebben gezorgd, die hebben meegeholpen aan de wederop bouw van het land. Twee uur lang sta ik daar voor die mensen. Zonder backing group, zon der rookgordijn. Maar wel met mijn beste vriend, de gitaar. Het enige belastende aan al die optredens is de normvervaging op de weg, hoogst irritant, maar ik heb er wel mee te maken. Als je ouder wordt is het net alsof je op een berg komt te staan en van daaraf kijkt in het dal waar de legpuzzel van je leven ligt. Het klinkt filosofisch, maar dan zie je ook die stukjes leven liggen waar je je ooit druk om hebt gemaakt. Of die je bedroefd hebben gemaakt. Al die stukjes passen precies in die puzzel. Herinneringen, zeg ik altijd, zijn cfr wijnkelders van de geest. Eddy Christiani tijdens een opname - in 1980 - voor het AVRO-radioprogra FOTO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 27