Het is net Miami Vice op de Kagerplassen
'Tekst droevig, maar toch gezellig'
Het Gesprek van de Zomerdag
'Wij ha't net sa op
mei al dy toeristen'
Vakantieleed
of
vakantiepret
Voorlichters ziekenhuis
verdeeld over aanbieden
van exclusieve verhalen
VRIJDAG 7 AUGUSTUS 1992
Wies Cavé was al in 1950 fan van tante Leen
Tante Leen is niet meer. De 80-
jarige Amsterdamse volkszan
geres overleed deze week op
80-jarige leeftijd in een ver
pleeghuis. Een gesprek met
Wies Cavé, de Leidse vertolk-
van het levenslied en eige-
?s van café Wagen 88 aan
het Noordeinde.
Was u een grote fan van tante
Leen
„Nou, een grote fan... ik ben
wel een fan van haar. Dat da-
t al uit 1950. Toen hoorde
ik haar voor het eerst zingen
met Johnny Jordaan. Ze wer
den toen razend populair."
Heeft u haar vaak persoonlijk
ontmoet?
„Ik heb haar zi
Kwam ook wel bij haar in de
zaak. Ik zong er ook weieens.
En ik ben een paar keer voor
haar ingevallen. Maar we had
den niet zo'n goede band dat
we weieens samen gingen kof
fie drinken of zo."
Wat vond u zo bijzonder aan
haar?
„Ik weet het niet, dat is moei
lijk uit te leggen. Ik denk het
gewone, dat spontane van
haar. De gezelligheid, de sfeer
eromheen. Ze zong ietsje door
haar neus, dat maakte haar
stem zo herkenbaar. En de tek
sten, die zijn heel mooi."
Heeft u veel platen van tante
Leen?
„Ik heb ze haast allemaal."
Wat vindt u haar mooiste lied?
„'Ginds aan de waterkant'. De
tekst ken ik niet zo precies,
maar het gaat over een oude
muzikant die er mee uit
scheidt. Heel leuk. Droevig,
maar toch gezellig. Zo zijn ei
genlijk al haar liedjes. Ze heeft
heel veel mooie liedjes gezon
gen. 'Hand in hand', 'Rode ro
zen' en het 'Moederlied'. Ik
zing geregeld liedjes van haar.
Ik was misschien vijftien jaar
oud, toen zong ik al 'Oh John
ny...' op een feestavond in de
Stadsgehoorzaal."
Denkt u dat u op haar lijkt?
„Ja. Als ik foto's zie van haar en
ik bekijk mezelf dan zie ik pre
cies dezelfde bolle kop. Ik lijk
meer op tante Leen dan op de
Zangeres zonder Naam, zeker
ook qua stem. Ik zing ook een
beetje door mijn neus, inder
daad."
Hoe ivas uw reactie toen a
hoorde dat ze dood is?
„Het is erg, maar ze had een
mooie leeftijd, 80 jaar was ze.
En dan ben je er toch minder
stil van dan wanneer iemand
van 20 overlijdt. Ze heeft een
mooi leven gehad, denk ik.
Hier in de zaak was het gister
avond wel het gesprek van de
avond. Toevallig was er een
feestavond met allemaal jon
gens die van dat soort muziek
houden. Dus toen zijn er wel
bandjes van Tante Leen ge
draaid."
De Fries laat de Oosterdijk be
wust links liggen. Hij gaat niet
door de drukke winkelstraat,
maar neemt het veel stillere
Kleinzand. Om half een 's
nachts, als hij van het centrum
van Sneek naar zijn huis loopt,
heeft hij er helemaal geen be
hoefte aan om lastig te worden
gevallen. Want dat word je, op
de Oosterdijk, beweert hij.
Dronken lui lopen er rond, die
vervelend gaan doen. Hij moet
deze week gewoon werken en
zoekt daarom vroeg zijn bed op.
Erg vindt hij het niet, dat hij een
groot gedeelte van het feestge
druis in de stad moet missen.
„Wij ha't net sa op mei al dy
toeristen", zegt hij.
Sneek is van de Snekers en van
de watersporters, vindt de Fries.
Al die mensen die tijdens de
Sneekweek alleen maar komen
om te zuipen, die mogen van
hem voortaan wegblijven. „De
helft van de mensen die hier
rondlopen weet niet eens dat er
ook nog zeilwedstrijden zijn."
Van verre is de muziek al te ho
ren. 'You'll never walk alone',
klinkt het door de stille straat.
De herrie komt bij 't Ouwe Vat
vandaan. Een café waar je moet
zijn geweest om te weten wat
de Sneekweek is, zeggen men
sen die het weten kunnen. De
zeilers zien het café als hun
stamkroeg.
De zaak lijkt een beetje op een
Amerikaanse cowboytent. Bui
ten, waar een soort veranda is,
zitten mensen te roken. Ze zien
er uitgeput uit. Bij de deur staat
een oude man. De entreeprijs is
vijf gulden. Voor dat geld krijg je
een stempel op je hand, zodat
je weer naar binnen kunt als je
een luchtje hebt geschept.
Dat luchtje scheppen is nodig,
vaak nodig. Binnen lijkt het op
een sauna. Dicht op elkaar
staan mensen - de meesten zijn
rond de 20 jaar oud - te hossen
en te springen. Het zweet druipt
van hun lijven. Zeilers worden
hier net zo nat als op de boot.
Ook al omdat er geregeld bier
uit de lucht komt vallen.
Voor de muziek zijn twee oude
re mannen verantwoordelijk.
De een drumt, de ander zit ach
ter een orgel en zingt. „Wilhel
mus van Nassauwe".
De bar is achterin. Het is ont
zettend moeilijk om er te ko
men. Teruglopen met een bier
tje in de hand is al helemaal
niet te doen. „Wat ruiuist er
door het struiuikgewas", klinkt
het uit vele monden. Het dub
bele aantal armen zwiebert
door de lucht.
Niet alleen in 't Ouwe Vat is het
vol. In alle kroegen is het druk.
Net als op straat. Hoewel het
iets minder druk schijnt te zijn
dan vorig jaar, toen werkelijk
geen terrasstoel vrij was.
Kakafonie
De horecazaken moeten tijdens
de Sneekweek om vier uur
dicht. De terrassen een uur eer
der. Maar middenin het cen
trum, rond de Marktstraat,
duurt het feest veel langer. Het
is voor de gasten van het hotel
een onmogelijke opgave om te
slapen. Tot half vijf 's ochtends
dringt voortdurend een kakafo
nie van geluiden door tot in de
hotelkamer. Het is alsof de hon
derden pratende en schreeu
wende mensen binnen staan, in
plaats van buiten. Boven alles
uit klinkt constant het geluid
van de Kop van Jut. De kermis
attractie staat op twintig meter
afstand van het hotel. De klap
pen met de hamer klinken als
kanonschoten door de toch al
niet stille nacht. De vrolijk rin
kelende bellen produceren het
lawaai van de beste alarminstal
latie ter wereld.
In het hotel verblijven onder
anderen enkele wedstrijdzeilers
met hun vrouwen. Ze zijn te
chique om te kamperen, dat zie
je zo. En als je ze hoort praten -
dat doen ze zo luidruchtig dat
iedereen ervan kan mee genie
ten - dan weetje het helemaal
zeker. Het gesprek gaat over
plaknagels opdoen en over 'die
burgerboten'. En over volgende
week, als een van de vrouwen
een dagje naar Engeland gaat,
naar Marks Spencer. Maar
ook over nieuwe lampen in de
boot.
Man: „Ik heb al lampen.
Vrouw: Die oude dingen zeker.
Nou, die komen er absoluut niet
Man: „Jawel, hoor."
Vrouw: „Ik koop alles nieuw, en
je gaat niet op mijn lip zitten.
Als het klaar is, mag je commen
taar leveren. Ik kan heus wel
zo'n boot inrichten. Ik was 32
jaar toen ik je leerde kennen en
toen had ik al twee huizen inge
richt."
Man: „Ja, en toen was je ook al
twee huizen uitgepleurd."
„Ik zal blij zijn als het afgelopen
is", zegt een Friese vrouw. Ze
zwaait met haar armen. „Weg,
oprotten, dan komt er weer rust
in de stad." Ze krijgt haar zin.
Gisteren vertrokken al veel
feestgangers, vandaag is de 57e
Sneekweek definitief ten einde.
Het suikerbrood is op, in Sneek
worden weer gewoon sükerbóle
gegeten. Snits is weer van de
Snitsers.
JANET VAN DIJK
DOOR DE OLYMPISCHE BRIL VAN...
Ome Dik Snik uit Leiden
Ex-bokser van DTS en sport
schoolhouder Leiden:
„Ja, met ome Dik. Hoe ik het
vond!? Nou, ja, die Vanderlijde
was in dit gevecht niks. Een
rechtse directe moet uit de
schouder komen en de arm
moet gestrekt zijn. Dan heeft
zo'n stoot pas effect. Maar dat
kon Vanderlijde gisteren tegen
Savon niet. En het voortdurend
bewegen met het hoofd, het
wegdraaien onder de hoeken,
het meegaan met de stoten, zat
ook al niet lekker. Bovendien
had hij geen goed contact met
de grond. Als je dat niet hebt,
kun je nooit je hele gewicht
achter een stoot zetten. Vander
lijde stond veel te smal. Als je zo
bokst, kun je de stoten van je te
genstander nooit goed pareren.
En je bent niet in staat om te
zoeken met links en rechts. Je
moet blijven kijken, voortdu
rend aftasten en dan plotseling
toehappen. Tijdens een gevecht
moet je om je tegenstander
heen kunnen stappen, zodat je
kunt hoeken. Maar bij zo'n
smalle stand kan dat niet. Daar
voor moet je breed gaan staan.
Weet je wat het is? Die boksers
van tegenwoordig hebben Cas-
sius Clay nog te veel in hun ge
dachten. Maar die hield in zijn
goeie periode toch altijd contact
met de grond."
„En waar bleven de flitsende se
ries dubbelstoten? Drie, vier
keer snel achter elkaar en dan
een rechtse eroverheen. Heb ji'J
ze gezien? Vanderlijde is een fij
ne jongen hoor, je zult geen ru
zie met hem krijgen, maar hij is
geen killer. Misschien is hij door
de pers wel een beetje over het
paard getild. Door zijn lengte
heeft hij het nog behoorlijk lang
kunnen redden, je komt niet zo
goed bij hem. Maar op sommi
ge momenten zag je gewoon
dat hij bang was. Hij ging er niet
tegenaan, hij ging lopen afklem
men. Terwijl Savon in het vorige
gevecht al behoorlijk aangesla
gen was. Arnold is een sympa
thieke jongen, té sympathiek
misschien voor het boksen.
Nee, ik wist echt niet wat ik
De ene keer zit de enige ster die het hotel heeft in de badkamer-
spiegel, zoals de Leidse band Rubberen Robbie ooit zong. De ande
re keer kom je op een vakantie in een uithoek van Thailand je
buurman tegen. Of je wordt mee uit gevraagd door Julio Iglesias.
Gebeurtenissen die een vakantie onvergetelijk maken, in vele op
zichten.
Wij willen weten welke bizarre, vrolijke en nare avonturen onze le
zers op hun reizen deze zomer meemaken. Schroom niet te schrij
ven ofte bellen naar 'Het Gesprek van de Zomerdag', Postbus 54,
2300 AB Leiden, tel: 071 - 161440.
'Miami Vicè' Ronald van Riessen (I) en Rob van der Kruk in achtervolging op de Warmondse Kagerplassen: „Het heeft zin wat we doen."
FOTO HIELCO KUIPERS
Het aanbieden aan kranten of
tijdschriften van een exclusief
verhaal over een vijfling. „Daar
begin ik absoluut niet aan. Ik
ben geen makelaar in mooie
verhalen. Als mensen hun ver
haal willen verkopen, dan moe
ten ze dat zelf maar doen."
Voorlichter P. van Dam van het
Academisch Ziekenhuis Leiden
is diep verontwaardigd als hem
wordt gevraagd of hij een me
disch verhaal zou willen verko
pen.
Zijn collega van het Amster
dams Medisch Centrum ging
dezer dagen in opdracht van
ouders van een vijfling, wel de
boer op met een verhaal. Niet
zonder enige gêne trachtte hij
kranten te interesseren voor het
'exclusieve verhaal' over de vijf
ling. Er moest natuurlijk flink
voor worden gedokt.
Een rondje langs de ziekenhui
zen in deze regio leert dat op
geld beluste ouders van meer
lingen of andere medische won
deren, hier beter niet kunnen
liggen. Ook als journalisten de
voorlichters om dergelijke ex
clusieve verhalen zouden vra
gen, vangen ze bij deze zieken
huizen veelal bot.
Begin jareh tachtig werd in het
AZL een zesling geboren. De
ouders wilden het verhaal wel
kwijt. Van Dam daarover: „Ik
heb toen niet meer gedaan dan
de naam van een tussenper
soon doorgeven. Handelen in
verhalen, daar doe ik niet aan
Zijn collega van het Elisabeth-
ziekenhuis in Leiderdorp rea
geert eensluidend. Zij heeft nog
nooit een dergelijk verzoek ge
had, maar „zou dat meteen af
wijzen". „Het is bepaald niet
mijn werk om kranten aan ex
clusieve verhalen of patiënten
aan extra inkomsten te helpen.
Dat doe je niet", zegt J. de Vink
resoluut. De enige uitzondering
vormt voorlichtster A. Laumans
van het Diaconessenhuis in Lei
den. „Bespreekbaar", zo rea
geert zij op een dergelijk ver
zoek. Ook dit ziekenhuis heeft
echter nog nooit een verzoek
om koop of verkoop gehad.
MONICA WESSEUNG
Uit het goud der korenaar
schiep God de Bosschenaar.
En van het restant de rest van
Nederland.
Ziehier het antwoord op de
vraag aan een te hard varende
jongeman waar hij vandaan
komt. Kan meneer agent mid
den op de Warmondse Kager
plassen een bonnetje uitschrij
ven, op deze onverwacht zonni
ge donderdagmiddag. De 13
'bonuskilometers' kosten de
Bosschenaar Arjan de l'Or 50
gulden, maar hij treurt daar niet
lang over in zijn rappe rubber
boot. „Als ik in de krant kom,
zijn die vijf tientjes niks. Toch?"
Een langzaam voorbij zeilende
grijsaard is niet minder tevre
den als hij ziet hoe de gouden
zoon der korenaar tegen een
bon is aangevaren, samen met
twee bevriende rubberbootpilo
ten: „Goed zo, eindelijk hebben
jullie ze te pakken."
De agenten, Rob van der Kruk
en Ronald van Riessen, varen
voor dergelijke reacties: „Laatst
nog hoorden we bij een woon
ark dat de problemen minder
zijn geworden sinds we vaker
zijn gaan surveilleren. En dan
denk je: het heeft zin wat we
doen."
Tot vorig jaar lag er in War
mond een flinke boot, maar die
bestreek het hele gebied tussen
Haarlem en Rotterdam. Nu is er
een kleine vissersboot die zich
tijdens het seizoen helemaal op
De Kaag kan concentreren. En
dat zou stukken beter werken.
Eenmaal bij een woonboot aan
gekomen, weerklinkt er een an
der verhaal. Hard varen? De be
woonster wordt er gek van.
Laatst waren ze nog aan het wa
terskiën in haar Groote Sloot.
Leuk om te zien, dat moet ze
toegeven. Maar ze werd er zee
ziek van. En dan die ene rond
vaartboot van Van der Hulst-
Als die langskomt, slaan de sta
len kettingen stuk.
Stalen gezichten
De agenten vragen haar te bel
len bij ieder greintje overlast.
Als ze op het water zijn, kunnen
ze via portofoon of mobilofoon
zó worden opgetrommeld. Hun
bootje haalt snelheden van 60
kilometer en dan is het net Mia
mi Vice in Warmond. Stalen ge
zichten achter zonnebrillen, be
nen met holster een tikje wijd,
verrekijker en mobilofoon in dc
aanslag.
Echt snel varen de recreanten
vandaag niet. Veel rubberboot-
werk en een enkele speedboot
op halve snelheid. Verzet is er
zelden, al weet één piloot te
ontkomen. Als onze geünifor
meerde vrienden na een snelle
achtervolging in de Grote Sloot
aankomen, varen daar twee
speedboten in slakkegang. De
ene bestuurder kijkt nog on
schuldiger dan de andere. „In
de Leede is het vaak hetzelfde
liedje", klaagt Riessen. „Je mag
er maar 9 kilometer per uur,
maar men vaart er vaak harder.
Alleen, als wij daar verdekt lig
gen zie je ze niet. Het lijkt wel
alsof ze het ruiken."
Tegen de lamp
De mensen die wel tegen de
lamp varen, hebben twee soor
ten verhalen. Of ze weten niet
dat ze maar 12 kilometer mo
gen of ze hebben niet door dat
ze harder voeren. Zo laat een
Leidse bouwvakker doodleuk
weten dat hij nog een beetje 'zit
te hannesen' met de Ameri
kaanse mijlen op de kilometer
teller.
Dé smoezen zijn wel dat ner
gens staat dat je niet hard mag
en 'iedereen hard gaat'. Op
twee van dc meren, de Dicper-
poel en het Norremeer, blijkt
dat ook aardig te kloppen.
Doordeweeks mag je hier cros
sen zolang het licht is en in het
weekeinde voor tienen en na
zessen. Maar, dan moet je wel
voor 300 gulden een vergunning
hebben gekocht bij de gemeen
te Warmond. En die vergunning
krijg je pas als je achttien bent,
een vaarbewijs hebt, je boot ge
registreerd staat en aan een rits
eisen voldoet.
Heel wat uit te leggen, dus. Tien
minuten per bekeuring, zo'n
beetje. De middag is dan ook
aardig gevuld met zeven bon
nen, kleine achtcrvolginkjes,
helpende handen aan gestrande
zeilers, getuur naar wilde kam
peerders en al dan niet geregi
streerde boten en standjes te
gen mensen die het riet plat
dreigen te drukken of hun boot
hebben afgemeerd aan te slap
pe paaltjes.
PAU.VAHPBHCOOU»
Wies Cavé: „Ik heb zowat
FOTO »JAN HOLVAST