W
Historische buitenplaatsen te kijk
Cultuur&Kunst
Columbus Consort opent
een muzikale schatkamer
4
Burgeroorlog in tekst en beeld
WOENSDAG 5 AUGUSTUS 1992
redactie cees v
Noordwijker in orgelconcours
haarlem Jaco van Leeuwen uit Noordwijk is met vier andere or
ganisten toegelaten tot het internationale Hendrik Andriessen
orgelconcours. De halve finale en de finale zijn donderdag- en
vrijdagavond in de Utrechtse Domkerk.
Voorverkoop Tröckener Kecks
alphen aan den run De formatie Tröckener Kecks treedt op za-
5 september op als openingsact v
van jongerencentrum Het Kasteel. De voorverkoop van dit con
cert is inmiddels begonnen. Kaarten zijn onder meer verkrijg
baar bij het Kasteel, Concertweg 1 in Alphen aan den Rijn. Het
Kasteel is tijdens de zomervakantie op woensdag- en donder-
20.00 tot 23.00 uur geopend.
Gordon in The Challenge
hoofddorp» Gordon, het lievelingetje van een groot deel van het
Nederlandse publiek, komt naar Hoofddorp. Op donderdag 20
augustus laat hij zijn stemgeluid horen in The Challenge, Aan
vang: 21.00 uur.
Tentoonstelling in Haags museum
recensie rob van der hilst
Gehoord: The Columbus Consort, werken
van Latijns-Amerikaanse componisten uit
de 16de, 17de en 18de eeuw. Maandag 3
augustus 1992, Engelse Kerk aan het Be
gijnhof, Amsterdam. Herhaling: do. 6 aug.
Lutherse Kerk (Hamburgerstraat) in
Utrecht, 20.15 uur.
De concertorganisatie gaf er
geen ruchtbaarheid aan, het pu
bliek was er niet van bewust en
de musici deden 'gewoon' hun
werk: desondanks werd maan
dagavond in de Engelse Kerk
aan het Begijnhof in Amster
dam muziekgeschiedenis ge
schreven.
The Columbus Consort, een
'authentiek' ensemble van
voornamelijk Amerikaanse mu
sici die tijdelijk (studie) of defi
nitief in ons land wonen, voerde
onder leiding van de Ameri
kaanse zanger-musicoloog Jo
seph Petti t werken uit van La
tijns-Amerikaanse componisten
uit de 16de, 17de en 18de eeuw.
Een buitengewoon originele
geste in het vijfhonderdste her
denkingsjaar van Columbus'
ontdekking van Amerika.
Merkwaardig toeval toch: uit
gerekend op de plaats waar ia
de 17de eeuw gevluchte Engelse
protestanten hun kerkelijk do
micilie vonden en van waaruit
ooit zogeheten 'Pilgrim Fathers'
naar (Noord-)Amerika vertrok
ken, werden de zaken eens om
gekeerd. Oude muziek, op Ame
rikaanse bodem gecompo
neerd, werd gisteravond ver:
moedelijk voor het eerst op het
Europese moederland uitge
voerd.
Een krachtige muzikale uit
drukking en raffinement spra
ken uit het motet Saficta Maria
van Fernando Franco (1532-
1585), ooit kapelmeester in de
kathedraal van de stad Mexico.
De componist bewerkte de tekst
van een aloude Mariahymne die
voor een deel in het Latijn, voor
een deel in een Indiaanse taal
werd gezongen. Geen wonder
want de Spaanse ontdekkers
Nog niet zo lang geleden waren ze slechts toegankelijk
voor de gegoede klasse en de adel. Nu kan de gewone
man ook een vleugje proeven van de vroegere grandeur,
de overweldigende natuurpracht en de nog tamelijk fris
se lucht: buitenplaatsen in en om Den Haag, waarin de
rijke bovenlaag de zomer doorbracht. Over die buiten
plaatsen heeft het Haags Historisch Museum een be
knopte tentoonstelling samengesteld.
leiden/den haag
van het Amerikaanse continent
ontwikkelden in de kathedralen
van de nieuwe steden in 'Nieuw
Spanje', naar het voorbeeld van
de muziekpraktijk in oude
Spaanse kathedralen in Sevilla
en Toledo, een muziekcultuur
waar de inheemse, Indiaanse
bevolking zich wel in kon vin
den. In het dubbelkorige motet
'O sacrum convivium' van ene
Antonio de Salazar (kapelmees
ter in de kathedraal van Mexico
van 1688-1715) was het vooral
levendig Spaans temperament,
met zijn sterk pulserende rit
miek, wat de klok sloeg. The
Columbus Consort zorgde voor
een overrompelende uitvoering.
De zangers en instrumentalis
ten van het ensemble bleken
goede ambassadeurs van deze
fascinerende oude Latijns-Ame
rikaanse kerkmuziek. Hier en
daar viel te beluisteren dat de
ensembleleden nog hard moe
ten werken om tot een hechte
ensemblecultuur te komen. De
muzikale kwaliteiten van indivi
duele musici zijn dik in orde,
maar een verzameling van
geëngageerde individuen is ba
sis, niet waarborg voor homoge
niteit. Voor het jonge Columbus
Consort is ér maar één moge
lijkheid om dit te realiseren:
veel repeteren en vaak optre
den.
The Columbus Consort heeft
de smaak van het eigen oude
Amerikaanse muziekgoed te
pakken. Voor de komende jaren
staan projecten genoteerd rond
17de en 18de eeuwse muziek
uit de eerste (18) staten van de
Verenigde Staten van Amerika.
Daarna komen de franstalige
cultuurgebieden in Noord-
Amerika (St.Louis, Monreal)
aanbod, alsmede de Duitstalige.
Vele stapels oude muziekparti
turen liggen nog in allerlei Ame-
rikaane en Europese bibliothe
ken en archieven te sluimeren:
The Columbus Consort, waar
aan enkele jonge, nieuwsgierige
muziekwetenschappers nauw
zijn verbonden, heeft een schat
kamer aangeboord.
annemiek ruygrok
Het fenomeen buitenplaats ont
stond in de zestiende eeuw toen
rijke patriciërs en kooplieden op
het platteland een tweede wo
ning lieten bouwen. In de loop
van de zeventiende eeuw groei
den die huizen uit tot ware pa
leizen. Vaak lagen zij vlak bij el
kaar, zoals in Wassenaar De
Paauw, Backershagen, Rust en
Vreugd, Oud Wassenaar, De
Wittenburg, Beukenhorst,
Duindigt en Oosterbeek. Soms
ontstonden zij uit boerderijen,
die later tot paleisje werden ver
bouwd. Soms werden bestaan
de kastelen gedegradeerd tot
zomerresidentie, zoals kasteel
Duivenvoorde in Voorschoten.
Het oude landschap waarin
de buitenplaatsen ontstonden,
met zijn strandwallen en moe
rassige strandvlaktes is het
mooist bewaard gebleven op
het landgoed De Horsten in
Wassenaar, dat bestaat uit de
buitenplaatsen Raaphorst, Ter
Horst en Eikenhorst.
Knobbelzwanen
Over het leven op de buiten
plaats, de inrichting, de archi
tectuur en de tuinarchitectuur
is op de tentoonstelling in het
Haagse museum veel boeiends
te zien. Zoals een verzameling
halsbanden van knobbelzwa
nen, afkomstig van kasteel Dui
venvoorde. In het begin van de
achttiende eeuw - de banden
zijn uit 1731 - werden deze die
ren gehouden als statussymbool
èn omdat indertijd een zwane-
biefstuk als lekkernij werd be
schouwd.
Een ander vertier voor de zo-
merbewoners was de vinken
jacht. Dat gebeurde op de vin-
kenbaan met lokvogels. De vin
ken werden in netten gejaagd,
een kopje kleiner gemaakt en
verschenen 's avonds op de dis
als exquise lekkernij. In het fa
miliearchief van de familie Van
Zuylen van Nijevelt, spreekt de
jachtlijst van Duinrell die ook
op de expositie te zien is, van
gemiddeld zo'n tweeduizend
vinken per jaar. En op de vin-
kenbaan op het Wassenaarse
Eikenhorst, eigendom van de
schepen en burgemeester van
Den Haag mr. Johan Pieter
Dierquens, zou in 1747 een
tweekoppige vink gevangen
zijn. Daarvan getuigt op de ten
toonstelling tenminste een te
kening uit dat jaar door A.
Schouman. Maar die vink bleek
nep te zijn. De tweede kop was
er voor de grap a
Over de ontstaansgeschiede
nis van sommige buitenplaat
sen laat de tentoonstelling de
bezoeker soms boeiende voor
beelden zien. Zoals die van het
huis Clingendael in Wassenaar,
dat begon als boerderij, maar in
de loop der tijd een indrukwek
kende gevel kreeg.
De bezoeker krijgt ook een in
druk van het verval, de vergane
glorie en de strijd om het voort
bestaan. Een mooi voorbeeld
daarvan is Berbice in Voorscho
ten, eigendom van juffrouw Be
geer. De eigenaresse voert een
schier eindeloze strijd tegen
verval, vandalisme en de over
heid die vlak langs het landgoed
een rijksweg wil aanleggen. En
de geschiedenis van kasteel
Duinrell is wel heel triest: in de
jaren zestig viel het onder de
slopershamer. Maar volgens de
eigenaar, de graaf Van Zuylen,
is er ook een lichtpuntje: het
landgoed is nu toch toeganke
lijk voor 'kleine luyden'. Met het
landgoed 'Backershagen' dreig
de het ook slecht af te lopen: in
de jaren zeventig kwam het in
handen van projectontwikke
laar Zwolsman. Op een kwade
dag vloog het in brand en wat er
overbleef was een ruïne. Tien
jaar lang zou deze ruïne het
landgoed ontsieren. Totdat er
toch een plan voor wederop
bouw werd gemaakt. Als con
cessie aan de moderne tijd werd
het weliswaar vijf meter van de
oorspronkelijke plek gebouwd
en werd er een flat aan vastge
knoopt.
De tentoonstelling in het
Haags Historisch Archief geeft
aan de hand van voorbeelden,
maar ook stukken van de bui
tenplaatsen zelf, zoals tuinva-
zen en tuinbeelden en niet te
vergeten prachtige portretten
van de vroegere bewoners, een
fraai overzicht van wat er zich
voor lief en leed achter de dikke
muren van deze lustoorden af
speelt en afspeelde.
Bij de tentoonstelling zijn
twee fietsroutes langs de bui
tenplaatsen te verkrijgen. Een
ervan voert richting Wassenaar,
de ander gaat naar Voorburg
(Hofwijck). En wie de geschie
denis nog eens op zijn gemak vlot geschreven boekje 'Buiten- 'Buitenplaatsen In en om Den Haag*
wil lezen kan het in het muse- plaatsen in en om Den Haag' ,e to.1 september in het
um voor 25 gulden verkrijgbare kopen.
Haags Historisch Museum, Korte Vij-
verbeg 7, Den Haag; openingstijden:
dinsdag t/m vrijdag 11.00-17.00 uur,
zaterdag en zondag 12.00-17.00 uur.
Kasteel Duivenvoorde te Voorschoten: 'gedegradeerd' tot zomerresidentie, maar nu weer het hele jaar bewoond en voor een gedeelte opengesteld
als museum. archieffoto wim dijkman
Mauritshuis
wisselt
werken uit
DEN HAAG «ANP
Het Mauritshuis in Den I laag
krijgt twee jaar lang Hobbe
ma's 'Ruïnes van kasteel Bre
derode' te leen van de Natio
nal Gallery in Londen. In ruil
daarvoor krijgt de National
Gallery zo lang De Gelder s
'Juda en Tamar' van het
Mauritshuis. Steeds meer
musea gaan over tot langdu
rige uitwisseling. Het kopen
van kapitale schilderijen uit
de zeventiende eeuw is op
het ogenblik voor weinig
musea meer weggelegd.
Door uitwisseling kan de bc
zoekers toch telkens iets
'nieuws' worden voorgescho
teld. Bovendien kunnen hia
ten in de collecties, althans
tijdelijk, worden opgevuld.
In het geval van Hobbema
is dat zeker van belang: er
zijn maar weinig werken van
zijn hand in Nederlandse
collecties te vinden. De
meeste ervan hangen in
Noord-Amerika en Groot-
Brittannië. Het Mauritshuis
hoeft overigens niet altijd te
schipperen om nog iets bij
zonders te laten zien. On
langs bedacht een anonymi! I
het museum met het 'Stille
ven met Venuf-buste' van
Van Everdingen. Van 16 ok
tober tot en met 15 novem
ber laat het Mauritshuis deze
schenking zien samen met
de tegenhanger die deel uit
maakt van de Michaelis-col-
lecties in Kaapstad. De schil
derijen zijn nooit samen ge
ëxposeerd.
De schrijver Adriaan van Dis en
de fotograaf Kadir van Lohuizen
bezochten allebei tussen 1989
en 1991 Mozambique. Onaf
hankelijk van elkaar reisden zij
door streken die al sinds 1976
door burgeroorlog worden ge
teisterd. Hun ervaringep ver
werkten ze ieder op hun eigen
manier. Na een ontmoeting tus
sen het tweetal, besloten zij sa
men een publikatie over de si
tuatie in Mozambique uit te
brengen. Het resultaat is het dit
voorjaar uitgekomen 'Waar
twee olifanten vechten'.
Onder dezelfde titel exposeert
het Rijksmuseum voor Volken
kunde foto's van Van Lohuizen
met toelichtende teksten van
Van Dis. De expositie laat een
verslag zien van de indrukken
die de fotograaf in Mozambique
opdeed. In de burgeroorlog
strijden de Renamo-guerrilla's
tegen de staatspartij Frelimo. In
20 foto's geeft hij een beeld van
ontheemden in kampen, van
patiënten en werkomstandighe
den in ziekenhuizen, van kinde
ren aan een spoorlijn die restjes
meel uit de wagons vegen en
snel wat water drinken omdat
in hun kamp geen waterput is.
'Waar twee olifanten vechten'
is van 6 augustus tot en met 4
oktober te zien in het Rijksmu
seum voor Volkenkunde, Steen
straat 1. Openingstijden: dins
dag t/m vrijdag van 10.00-17.00
uur,zaterdag en zondag van
12.00 tot 17.00 uur. het muse
um is op 3 oktober gesloten.
amsterdam francoise ledeboer
In de Amsterdamse Universi
teitsbibliotheek (UB) aan het
Singel liggen op dit moment rijk
geïllustreerde 17de en 18de
eeuwse botanische werken uit
de voormalige collectie van de
Hortus Botanicus te pronk. In
de tuin aan de Plantage Mid
denlaan is tegelijkertijd een
wandelroute langs 43 exotische
planten uitgezet waarvan er en
kele nog direct uit de 17de en
18de eeuw stammen.
De geschiedenis van het tuin
complex begint in de Gouden
Eeuw, een periode van steeds
stijgende welvaart in onze ge
westen. Het Amsterdamse
stadsbestuur besloot in 1682
een drassig stuk land bij de
Nieuwe Herengracht te bestem
men tot 'artzenijhofeen plan
tentuin die ervoor moest zorgen
dat de geneesmiddelenvoorzie
ning van de stad op peil bleef.
Twee commissarissen kregen
de leiding van de Hortus: de
Amsterdamse burgemeester Jo
hannes Huydecoper en het
raadslid Jan Commelin. Huyde
coper was ook bewindhebber
van de Verenigde Oostindische
Compagnie en beschikte zo
over een uitgebreid netwerk van
contacten in de overzeese ge
westen. Dat kwam meteen uit
stekend van pas bij het verwer
ven van zaden, bollen en plan
ten.
Jan Commelin was handelaar
in farmaceutische produkten en
had met een publikatie over het
opkweken en verzorgen van li
moen- en oranjebomen een re
putatie als plantkundige opge
bouwd. Bij het opstellen van de
eerste inventaris in 1689, de
'Catalogus plantarum Horti Me
Aquarel van Jan Moninckx 'Orbea Variegata'. Dit 'Afrikaansch huislook'
was een van de eerste planten die van de Kaap de Goede Hoop in Euro
pa werd geïntroduceerd. fotouniversiteitsbibliotheek Amsterdam
dici Amstelodamensium', kon
den al 2200 planten worden
vermeld. In het voorwoord 'aan
den kruyd-lievenden leser' stel
de Commelin tevreden vast dat
in de tuin 'alle die de genees-,
heelkonst en kruidkunde be
minnen en oeffenen, alles in de-
selve konnen vinden, het gene
tot haar genoegen dienen kan'.
Bij zijn dood in 1692 was de
Hortus uitgegroeid tot een van
de belangrijkste Europese plan
tentuinen. De fakkel werd later
overgenomen door zijn neef
Caspar. De plantenschat is tus
sen 1686 tot 1709 vereeuwigd
op 420 aquarellen op perka
ment. De expositie toont prach
tige voorbeelden van deze fijn
schilderkunst.
Door de combinatie van vak
manschap en liefde voor de na
tuur zijn de oude werken op de
expositie heerlijk om naar te kij
ken. Neem bij voorbeeld het
werk van Maria Sibylla Merian
(1647-1717), die in 1699 met
een toelage van de overheid
naar Suriname trok om vlinders
te vereeuwigen. De planten op
haar werken waren bedoeld als
decoratieve achtergrond, maar
zijn net als de insecten nog
steeds een genot voor het oog.
Opvallend is ook de liefde die
veel welgestelde burgers voor
hun tuinen toonden. Het meest
opmerkelijke voorbeeld is de
schatrijke bankier George Clif
ford die op zijn buitenplaats 'De
Hartecamp' bij Haarlem een
bijzondere verzameling exoti
sche planten aanlegde. Hij gaf
per jaar maar liefst 12.000 gul
den aan zijn tuin uit, in die tijd
de prijs voor een grachtenpand.
Clifford werd geldschieter voor
de arme Zweedse botanie-stu-
dent Linnaeus, die in 1735 in
ons land arriveerde. Linnaeus
publiceerde in 1753 zijn be
roemde werk 'Species plan
tarum'.
„Voor de kruyd-lievende leser" In de
Universiteitsbibliotheek aan het Sin
gel 425 duurt tot en met 11 septem
ber. De openingstijden rijn van
maandag tot en met vrijdag van 11.00
tot 16.00 uur. „Het erfgoed van de
Commellns" In de Hortus aan de
Plantage Mlddcnlaan 2 duurt even
eens tot cn met 11 september. De
openingslijden zijn van maandag tot
en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur
en In de weekeinden van 11.00 tot
17.00 uur.