Gebed zonder T ZATERDAG 25 JULI 1992 'Junkies zijn ook mensen'. Met deze tekst stuurde dominee Hans Visser begin deze maand twee sportvliegtuigjes de lucht boven Rotterdam in. Het was een actie tegen de massa die goedkeurend reageerde op de actie van mariniers bij 'Perron Nul'. Ze noemen hem 'de junkiedo minee'. Ruim tien jaar nu, zet Hans Visser zich in voor drugs verslaafden in Rotterdam. 'Per ron Nul' behoort tot een van zijn projecten. De meest opvallende voorzie ningdie 'de junkiedominee' trof, is de opvang van verslaaf den in zijn Pauluskerk. Hier haalde hij - tien jaar geleden- - de junkiebond binnen. In dit Godshuis wordt gesnoven, ge spoten en gedeald. 'Soms begin ik wel eens een twistgesprek met God. Zo van: Joh wat heb je er toch een zooi tje van gemaakt. Tafel in de 'gedoogruimte'. Onder toezicht mogen de verslaafden hier harddrugs gebrui- trekt zich nü. Nü lijden mensen pijn. Nü kun je het lot keren." En weer strijdlustig: „Dót is de uitdaging van het bestaan. Misschien heeft mijn werk toch een... bestemming. Een goede." Getuige de permanente huisvesting van 55 vluchtelingen lijkt Vissers compassie voor de misdeelden geen grenzen te kennen. Hij be seft echter maar al te goed dat hun positie uitzichtloos is. Bij aankomst prent hij het ze meteen maar goed in: 'Sorry, je kunt hier niet eindeloos bivakkeren achter het kerkorgel. Jullie zijn slachtoffer van een politiek steek spel'. Soms worden zijn humane inspannin gen beloond. Zoals bij de Indiër Pal, die ja renlang als illegale vluchteling in de Paulus kerk verbleef. Toen hij vertrok kreeg hij van Visser een 'hap geld' mee om een bedrijfje in India op te zetten. Thans is Pal in Calcutta 'back in business' en heet zijn succesvolle im- en exportbedrijfje Visser Enterprise. Maar geen schone schijn zonder een ran zig randje. Van Vissers goedertierendheid wordt ook misbruik gemaakt. Ooit hielp de Kerk een afgewezen asielzoeker met vijfdui zend gulden weg te komen uit Nederland. De man dook later op onder een andere naam, en vroeg opnieuw asiel aan. Visser, bozig: "Ik heb hem aangeraden nooit, nóóit meer on der mijn ogen te komen." k k Ds. Hans Visser (50) is geboren en getogen in de Spoorwijk in Den Haag, waar hij op het schoolplein de strijd aanbond met 'papen en openbaren', omdat die niet tot zijn geloof be hoorden. Hij hield zich verre van meisjes, sport en dansen. Op zestienjarige leeftijd hield de jonge Visser preken die zo bij de Ge reformeerde Bond ingepast konden worden. „Ik was een orthodox in het kwadraat zegt hij nu. Tijdens zijn studententijd kwam de omme keer. De buik vol van de christelijke normen raakte hij geïnteresseerd in het werk van on der andere Marx en Mao. Zijn leermeester werd de theoloog Hoekendijk. „Die man do ceerde dat de Kerk er niet is voor zichzelf, maar voor de wereld. Hij was niet erg geliefd in zijn tijd, had veel vijanden. Een man ook, die zei dat je jezelf niet in de parochie moest opsluiten, maar de straat moest opgaan. Hoekendijk zette de Kerk volledig onderste boven. Ik ben een goede leerling van hem ge weest." k 'Uhh... laten we zeggen dat dominee Hans Visser goed werk doet', knipoogt vrijwilliger Marco met gevoel voor understatement. „Sommige van onze bezoekers beschouwen hem als de Heer. De Heer op aarde." Marco houdt een oogje in het zeil op de begane- grond. Beneden in de 'kerkkroeg', is het le vend, bruisend en (jawel) dynamisch, maar hier - een verdieping hoger - hangt een apa thische stemming. Een lusteloos oord van dronkaards, daklozen en psychiatrische pa tiënten. Marco begroet een Vietnamese vluchteling: 'Mógge, Hong Kong Foeie'. Bui ten struint een buitenlandse zwerver, de alpi nopet strak over het hoofd getrokken voor de ramen heen en neer, heen en neer, heen en Na een turbulente alcoholperiode betrad Marco een half jaar geleden de Pauluskerk met de vraag of men hem van zijn drankpro bleem kon afhelpen. Met behulp van medi cijnen en veel 'goede gesprekken' beschouwt hij zich nu als clean. Hij zegt hier meer uit verveling dan uit overtuiging te werken. „Om mezelf te redden. Als ik niets te doen heb ga ik weer drinken, begrijp je?" Met een bos rammelende sleutels aan zijn broekriem maakt hij zijn ronde door de kerk. Elke deur en elke kast zit stevig op slot, inclusief die van de kerkzaak want Marco kent z'n pap penheimers. Laatst nog kon hij van een bui tenlander z'n eigen bodywarmer voor een schappelijk prijsje overnemen. Zijn credo: 'Vertrouw op God, maar doe de deur op slot.' En: 'Vertrouw op de Heer, maar zet wèl je fiets binnen neer'. In de kerk is zo'n beetje al les gestolen wat los en vast zat, maar in de Het nachtverblijf van de Pauluskerk. Hier wordt geïmproviseerd geslapen, want de nachtopvang is géén pension. foto's ton borsboom 'Vertrouw op God, maar doe de deur op slot' I oercnd op zijn mountainbike door I de Rotterdamse binnenstad, het ■JL. PLO-sjaaltje om z'n hals geknoopt, denkt dominee Hans Visser wel eens over De Ideale Wereld. En steevast komt hij tot de slotsom dat die wereld niet kan bestaan. Blijft r: een visioen. Zijn poging om iets wat on mogelijk lijkt, toch uit te voeren. „Ik neem t de huidige stand van zaken geen genoe gen. AJs ik onrecht zie, vecht ik daar tegen", zegt hij. „Dat visioen is een schildering. De joden hebben dat zo mooi bedacht: een we reld waar vrede is, waar de mensen elkaar geen kopje kleiner maken, waar geen rechte loosheid is. De Tien Geboden zijn bedoeld waardigheid na te streven. Heus niet om mensen te plagen." Maar van zo'n visioen is in het souterrain 'an Vissers Pauluskerk al sinds jaren niets te bespeuren. -Xr Roken, liever niet, maant een blauwe sticker hier op de muur. Op de gang en in de ge doogruimte van het ondergronds 'kerkcafé', wordt echter ongegeneerd gechineesd: de ge bruiker inhaleert de gesmolten cocaïne of he roïne vanaf aluminiumfolie. Het is de dage lijkse routine in dit Godshuis. Gapend beziet men hoe een vrouw met lange, grijze haren een klap oploopt na een woordenwisseling. Een man die ineengedoken naar het niets staart, wordt nauwelijks opgemerkt. En nie mand heeft oog voor de Franse jongen die voorzichtig een pijnlijk, opgezet oog betast. Het is echter niet al apathie wat de klok slaat. Zo zijn drie junks oprecht bezorgd om een lotgenoot die de laatste tijd wel erg down is geraakt. Een man grijnst vijf tanden bloot vanwege een zwaar bevochten tafeltennisze- ge. En dan is er de zwerver, die trots zijn wit te rat op zijn schouder showt Aan de muur hangt een spreuk, met als laatste regels: 'In dit gebouw proberen wij met vallen en op staan, geïnspireerd te worden door de liefde van Jezus, die alles verdraagt, alles gelooft, al les duldt en alles hoopt'. Hoopt. Op wat? De dominee zucht: „Soms denk ik wel eens: geef mijn portie maar aan fikkie. Crisis verschijnselen in mijn geloof. 'God maakt kromme stokken recht', staat er in de bijbel. Kreten. Als ik 't echt somber inzie, begin ik een twistgesprek met Hem. Zo van: Joh, wat heb je er toch een zooitje van gemaakt." k k Tien jaar geleden haalde Hans Visser de jun kiebond in huis, wat hem het predikaat jun kiedominee opleverde. De toen opgerichte stichting 'Sekover' ging uit van de noden van de verslaafde. Deze benadering was een lan delijke of zelfs wereldprimeur. Want in welke gezindte zie je een geestelijke een discussie aangaan met een snuivende junk over de af wezigheid of het middagdutje van God? De toeloop van de Rotterdamse zelfkant is in al die jaren groter en groter geworden: tot er nu dagelijks zo'n tweehonderd bezoekers zijn kerk binnenschuifelen. En dan te beden ken dat de dominee in de allerprillste begin dagen nog een reclameman in de arm moest nemen om ck- toegankelijkheid van zijn kerk wat op te vijzelen. Vroeger hield Visser bij champagne nip pende notabelen van de Rotary voor die tijd onthutsende lezingen over legalisering van harddrugs. Nu zit de 'junkiedominee' aan de koffie met de Rotterdamse politiecommissa ris Hessing om te zien hoe drugsdealers het beste kunnen worden aangepakt. De domi nee: „In het geloof moet je niet vasthouden aan één standpunt. Mensen denken vaak dat het geloof iets statisch heeft, terwijl het juist dynamisch is." En dynamiek zit er, daar in de Pauluskerk. Bijbels - die Visser ziet als verouderde reisgid sen - zijn er nauwelijks te bespeuren en je moet er ook echt om vr.lgen, want aan de Mauritsweg doet men niet zo aan zieltjes winnen. Dat is een doorn in het devote oog van strengelovigen, doch. dat deert Visser niet. Zeker niet als hij ze hoort praten hoe het straks in de hemel allemaal beter zal worden. „Schiet ik he-le-maal niets mee op. Een zéér onbevredigende gedachte. Het kwaad vol- Hans Visser, de 'junkiedominee'. 'Je kunt ze toch niet in de kou laten staan...?! De toeloop naar 'junkiedominee'Hans Visser Vrijplaats - een soort meditatiekamer - hangt nog altijd onaangetast de oorkonde van de Marga FGompé-prijs, in '89 toegekend aan de Pauluskerk voor baanbrekend vrijwilligers werk. Uit respect? God zal het weten. Marco wijst op een smoezelig kamertje: de slaaplaats voor daklozen. Ze slapen op stoe len, want de nachtopvang is géén pension. Dit is slechts een noodoplossing. De daklo zen overbruggen op deze manier de periode voordat ze naar andere instellingen worden doorverwezen. Soms zit Marco in de nachtopvang. Een rotklus, zegt hij. „Overdag doezelen ze. Tij dens de kerkdienst in het eetcafé, overal. Be halve 's nachts. Dan leven ze weer. Gaan ze de beheerder zieken. Mij dus...". Het aantal vrijwilligers van de Pauluskerk bedraagt maar liefst honderdvijftig. Dagelijks runnen ze de boel en doen van alles: goede gesprekken voeren, koffie inschenken, tele foon beantwoorden, portieren, oogjes ir zeil houden, schoonmaken, enzovoorts, zovoorts. Marco knapt zo'n beetje alle v komende werkzaamheden op, zoals ook hel schoonhouden van de woonbuurt rondom de kerk. Want ook al is er in de kerk een ge doogruimte er zijn altijd van die 'viespeuken die achteloos hun gebruikte spuiten over de muur in de kinderspeelweide werpen. Wat hij niet doet is achter de bar staan, be neden in de 'kerkkroeg'. „Ik laat me toch ze ker niet commanderen door een of andere gejaagde junk. Sta ik niet voor mezelf in. Ik kan niet tegen dat maffe wereldje. Mij te egoïstisch." k slecht nog niet, nu de dood nog'. Een goede ventilatie ontbreekt. Zo kan het gebeuren dat de van huis uit rustige Bogaarts na een dag portieren een tikkeltje high thuis het hoogste woord voert. De pastor: „Ook mijn vrouw heeft twijfels over mijn werk. Vooral bij die keer dat ik twee verslaafden die elkaar op het toi let te lijf waren gegaan met mes sen, moest scheiden. Veel bloed en snijwon- den. Ik kreeg geen enkele hulp van omstan ders." Ontstelt. „Weet je wat die gasten zei den? 'Pastor, laat ze elkaar afmaken. Wéér twee minder'. Zo is geloven hier toch moei lijk vol te houden. Vanmorgen zei iemand dat de Heer daarboven me wel zal zegenen. Tja... op zo'n moment gelooft die jongen meer dan ik." Tijdens de weeksluiting, op vrijdagavond, brengt hij al biddend 'de hele hap' bij God. „En dan zit-Ie met z'n koptelefoon op in ste reo naar me te luisteren. Zeker weten!" Het loopt tegen zessen als de laatste .maal tijd beneden in het eetcafé wordt opge schept. De menukaart vermeldt: een ham burger, aardappeltjes en spinazie. Voor de liefhebbers soep vooraf en/of toetje na. Tota le kosten: zes piek. Wie nu drugs gebruikt wordt er uitgegooid en hoeft z'n gezicht voorlopig niet meer te la ten zien. De reeds 'zweverige' staat van de eters in aanmerking genomen, zal dat niet gebeuren. Vrijwilligster Nel, een vrouw van in de vijf tig, schept het eten op. Een buitenlander zeurt aan haar hoofd of hij niet een gratis maaltijd kan krijgen. „I can not do that", zegt ze geïrriteerd. „Kan ik niet maken vanwege de betalende klanten." Als ze haar rug naar hem toekeert, gritst de man een paar boter hammen weg en schenkt zich bliksemsnel „Als ik hier een avond sta", zucht Nel, „dan heb ik twee dagen nodig om bij te ko men. Die mentaliteit, hè? Die is nogal... an ders." •fc -k Vechten voor de misdeelde medemens leerde Visser in Indonesië, het land waar hij na achtj jaar door het regime van Soeharto werd uit-; gegooid. Gestuurd door de Raad van Zending hield Visser zich als missionaris bezig met ge zondheidszorg en armoedebestrijding op het platteland van Celebes en leerde tegelijkertijd, aanvaarden dat grote maatschappelijke pro blemen niet zomaar zijn op te lossen. Tijdens de preken en toespraken beperkte hij zich niet tot vrome praat, maar gaf regelmatig eenj knauw aan het adres van Soeharto. „Ik heb me altijd verzet tegen corruptie en schending van de mensenrechten. Zo werkte ik er aan mee dat bepaalde corrupte c mandanten dë laan werden uitgestuurd. Twee keer probeerden ze mij het land uit t zetten, zonder succes. De derde keer moes ik er toch aan geloven. Ik kon me nog verzei ten, maar vond het mooi zo." Eenmaal terug in Rotterdam, eind jaren ze ventig, begon hij zich met een haast Mes siaanse gedrevenheid op het drugsprobleem te storten. Visser: „Ik ken ondertussen alle cy nische verhalen over mijn werk uit mijn hoofd. Maar je kunt die junkies toch niet i: de kou laten staan...?!" 7k 'Overwin het Kwade door het Goede' staat e op de voorgevel van de Pauluskerk. Iemand vroeg ooit aan Hans Visser wat er dan goed i: aan zijn Kerk. De dominee moest het ant woord schuldig blijven. Hij zegt: „Ik ben altijd aan het nadenken: hoe kan het beter, hoe houd je de vrijwilligers bij elkaar, hoe houd je de bezoekers greep? We zitten de laatste tijd in slecht v We moeten de lekken zien te dichten. Maar kapitein Visser zal dit 'zinkende schip' r verlaten." De gedoogruimte is de meest omstreden plek in Vissers Pauluskerk. Een kamertje van vijf bij vier, waar verslaafden onder toezicht harddrugs gebruiken. Het beleid is dat ze tenminste onder toezicht scoren en in het ka der van de aidspreventie schone naalden krijgen. Continu zitten er zo'n vijftien junks. Het is een komen en gaan van gebruikers. Ze mo gen niet langer dan tien minuten blijven zit ten, om zo de doorstroom van gebruikers te vergroten. Terwijl de balletjes coke en heroï ne routineus worden versneden, hangt een boomlange junk klapwiekend onder de in vloed tegen de muur. 'Tijd om op te stappen', gebaart pastor Tiest Bogaarts. op donderdag de portier van de gedoogruimte. De bezoeker mompelt wat en waggelt naar buiten. Bogaarts heeft 't er wel wat moeilijk mee, met dat vrije gebruik van harddrugs in Gods Huis. „Soms heb ik de indruk dat de Pauluskerk wellicht een brug te ver is gegaan." Op de tafel staat gekrast: 'Het leven is zo Het eetcafé in de Pauluskerk. Trots showt een zwerver zijn witte rat.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 32