De chaos rond Fokker-DASA ZATERDAG S» IBt Minister Andriessen spreekt het verlossende woord tot de pers: de verkoop van Fokker aan DASA gaat door! foto anp herman pifterse DASA's sterke man Jürgen Schrempp. Aanvankelijk zag hij voor Fokker slechts een bescheiden rol weggelegd. foto anp Professor Hugo Roos. „Zoals het gegaan is: héél fout...." foto ZATERDAG 25 JUL11992 Driemaal scheepsrech t gaat bij Fokkeren DASA (Deutsche Aerospace) niet op. Tot drie keer toe, de eerste keer op woensdag 6 mei, werd een bij- na-akkoord gemeld in de on derhandelingen over de over name van Nederlands enige vliegtuigfabrikant. Steevast volgden heftige ruzie en hoog oplaaiende emoties; de laatste weken rolden DASA en de over heid bijkans vechtend over straat. Iedereen die er in Neder land zakelijk gezien een beetje toe doet, mocht in kranten en voor radio en tv zijn afkeuring uitspreken over deze 'bescha mende vertoning'. Dat het allemaal wat professio neler had gekund staat vast. Maar waar ging het mis, waar om, en wie is ervoor verant woordelijk? De overheid? DA SA, die van geen concessies wil de weten? Of Fokker-topman Eric-Jan Nederkoorn die vol gens velen 'Hollands Glorie' heeft verkwanseld. Een terugblik op 143 dagen Fokker-DASA. Een flirtpartij met conflicten JANINEBOSMA Vanaf 1987 is vliegtuigbouwer Fokker op last van de Nederlandse overheid op zoek naar een partner. Het concern dat begin jaren tachtig nog groeide en bloeide, verkoopt te weinig vliegtuigen. Er zijn financiële problemen. Begin 1992 wordt het 'flirten' serieus. 5 maart: Fokker heeft een partner! Topman Eric-Jan Nederkoorn meldt trots dat zijn vliegfabriek onderhan delt over 'dieper gaande samenwerking' met DASA, een dochter van Duitslands grootste industriële concern Daimler Benz. Samen zullen Fokker en DASA dan het grootste vliegtuigconcem van Europa worden. Nederkoorn wil binnen twee maanden spijkers met koppen slaan. Critici vinden dat hij te snel gaat, anderen wijzen erop dat hij niet anders kan. Het concern wal voor de zomer van DASA, of via de beurs, 500 miljoen gulden lospeuteren om de produktie van de F70 te financieren zodat het eerste toestel in 1994 klaar is. „Prima", noemt luchtvaartdeskundige prof. Hugo Roos de strategie van Nederkoorn om een 'deadline' te stellen. „Een schaakpartij is ook aan een tijdslimiet gebonden. Je wordt vermoeid van hele lange schaakpartijen en dan maak je fouten." Betrokkenen lijken over het algemeen blij met het voorgenomen huwelijk tussen Fokker en DASA. Ook de vakbonden. Zij waarschuwen echter alvast voor het be houd van de werkgelegenheid. Dat is niet overbodig, zo zal gauw genoeg blijken. 10 maart: DASA maakt zijn bedoelingen duidelijk: overname van Fokker. In een minderheidsbelang ziet het Duitse concern niets, zo zegt tweede man Schaffler over duidelijk. Nederland schrikt. Nog geen week eerder had Nederkoorn gezegd dat overname „slechts één van de opties was". Tegelijkertijd wordt bekend dat het Italiaanse staatsbe drijf Finmeccanica een belang heeft van 6,2 procent in Fokker. Finmeccanica is grootaandeelhouder van Alenia, de Italiaanse vliegtuigbouwer die samen met DASA en het Franse Aerospatiale werkt aan de ontwikkeling van de RL (Regio Liner) 92 en de RL 122. Beide vliegtuigen wor den gezien als geduchte concurrenten van de F100, de F70 en de (toekomstige) F130. DASA zegt Fokker toe al leen bereid te zijn de onderhandelingen van de RL's te „vertragen". 25 maart: Fokker en DASA ondertekenen de Heads of Agreement, een akkoord op hoofdlijnen. De Duitsers krij gen hun zin: maar liefst 51 procent van de aandelen, een meerderheid binnen de Raad van Commissarissen, volle dige zeggenschap over het toekomstige beleid en het recht om produktielijnen 'te verplaatsen'. Fokker krijgt het predikaat 'leidend bedrijf en de belofte dat het vlieg tuigen voor 65 tot 130 passagiers mag blijven ontwerpen, bouwen en verkopen. Verder belooft DASA geen voor Fokker concurrerende vliegtuigen te bouwen met Aero spatiale en Alenia. Het meerderheidsbelang baart de Nederlandse over heid (met 32 procent van de Fokker-aandelen grootaan deelhouder) zorgen. Minister Andriessen van economi sche zaken laat weten zeer te hechten aan het voortbe staan van Fokker als „complete vliegtuigfabrikant". De minister wil geen beloftes, maar keiharde garanties voor het behoud van werkgelegenheid en de eigen luchtvaart industrie. Het begrip zelfscheppende vliegtuigindustrie wordt ge ïntroduceerd, een germanisme. Voorzitter Henk Vos van de vaste Kamercommissie van economische zaken: „Dat betekent dat Fokker verantwoordelijk blijft voor het ont werp, de marketing, de bouw èn de verkoop. Want je zal toch de klos wezen als je in Volkswagens handelt en de Toyota-dealer zegt: 'Zal ik even de verkoop voor je rege len?' Dan ben je dus volstrekt afhankelijk! Je moet dus af spreken dat dat hier blijft." Voor Nederkoorn lijkt de zaak in maart al beklonken. Hij laat de overheid weten dat „als de overheid eisen wil stellen, ze ook maar met meer geld over de brug moet ko men." Vos verbaast zich er nog steeds over. „Fokker en de overheid hadden in feite één lijn moeten trekken omdat je daarmee de BV Nederland verdedigt. Fokker leek ech ter vanaf het begin aan de kant van DASA te staan en niet aan die van de overheid." 9 april: DASA eist dat Fokker deel uit gaat maken van een 'mini-airbusconsortium' met Alenia en Aerospatiale. „We moeten de zaken in Europa meer gemeenschappe lijk aanpakken", licht DASA-woordvoerder Poppe toe. „Bovendien laten wij Aerospatiale en Alenia als partners niet vallen." Fokker gaat akkoord. 7 mei: Een akkoord lijkt in zicht. De onderhandelingen duren reeds 65 dagen en al die tijd lijkt de rol van de overheid marginaal. Vos: „Dat is dus niet waar. De over heid was al sinds half februari bij de besprekingen be trokken. De minister (Andriessen) had donderdag tijdens het overleg met de Kamercommissie een heel pak papier bij zich waarin alle afspraken tussen Fokker en de over heid vanaf half februari chronologisch worden weergege ven." Vos houdt duim en wijsvinger ruim twee centime ter van elkaar af. „Zó'n pak. De communicatie tussen Fokker en de overheid was desondanks niet optimaal. Fokker nam geen initiatief daartoe. De Raad van Bestuur zat rechtstreeks aan de onderhandelingstafel, maar nam onvoldoende moeite om de daar besproken zaken te checken met de overheid." 3 juni: Fokker dreigt de onderhandelingen af te blazen. 4 juni: De uitspraken van Schrempp worden door het DASA-kamp aan fantasievolle pers toegeschreven. Een Fokker-woordvoerder weerspreekt dat. „Ook wij hebben Schrempp dat horen zeggen." 6 juni: Frans Swarttouw, Fokker-commissaris en voor malig topman, schrijft een brandbrief aan Nederkoorn en Andriessen waarin hij dreigt met aftreden als Fokker aan DASA wordt verkocht. Na spoedoverleg tussen de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen, verklaart Swarttouw dat zijn brief „achterhaald" is. Op 7 juli stapt hij alsnog op. In een interview met de Volkskrant zegt hij: „Als je 51 procent van de aandelen weggeeft, ben je de macht kwijt. Zo simpel is het." Hij onthult verder dat Fokker dat al sinds 1987 op last van de overheid op zoek is naar een partner nauwelijks moeite heeft ge daan andere partners te vinden. „Ik vind dat dat onvol doende is gebeurd. Een paar telefoontjes, zo doe je dat niet." 18 mei: Het plan voor een 'mini-airbusconsortium' blijkt een plan tot overname van Fokker door DASA, Aerospatiale en Alenia. Het drietal wil het meerderheids belang van 51 procent delen: DASA 26 procent en de twee andere ieder 12,5 procent. En dan is er natuurlijk nog de 6,2 procent van Finmeccanica. Fokker wordt in dat geval een speelbal in de handen van het buitenland. De overheid maakt opnieuw haar zorgen kenbaar. Roos verbaast zich over Fokkers passieve optreden en in het bijzonder over die van de topman. „Nederkoorn had moeten ingrijpen zodra duidelijk werd welke kant de gesprekken opgingen. Het is fout dat er al over aandelen wordt gesproken zonder dat klip en klaar is vastgelegd wie wat gaat doen in de nieuwe onderneming. Neder koorn had een legertje secondanten moeten optromme len om het gesprek in een andere richting te sturen. Als je voelt dat de ander jou wil opslokken, moet je handelen, alternatieve samenwerkingsvormen aandragen. Een joint-venture bijvoorbeeld, waarbij ieder partij datgene inbrengt waar ze het beste in is. Dat is niet gebeurd. Ne derkoorn heeft gedacht: dit regel ik zelf wel even." 22 mei: Nederkoorn sust de groeiende ongerustheid onder het personeel over 'de uitverkoop'. „Fokker houdt de leiding over de produktie van vliegtuigen voor 65 tot 130 personen." 2 juni: De bpm barst. Tijdens de aandeelhoudersverga dering van DASA spreekt topman Jürgen Schrempp dui delijke taal: niet Fokker maar DASA krijgt de leiding over de ontwikkeling van vliegtuigen voor 65 tot 130 personen. Fokker speelt in de toekomst slechts een geringe rol, al dus Schrempp. Vanaf nu volgen de gebeurtenissen elkaar snel op. Alleen over de duur ervan bestaat onenigheid. DASA wil het recht beperken tot drie jaar, Andriessen eist acht jaar. Opnieuw is een akkoord nabij, wordt gezegd. 17 juli: De partijen rollen vechtend over straat. DASA beschuldigt Den Haag van „lekken naar de pers" over het Operational Agreement, dat door Economische Zaken als „waardeloos" wordt afgedaan. DASA-onderhandelaar Bischoff vraagt zich af of de basis „voor een vruchtbare investering van onze kant in Nederland al niet drama tisch is beschadigd". 9 juni: DASA-topman Schrempp komt naar Nederland om de verhitte gemoederen te kalmeren. De onderhan delingen gaan door. Een akkoord, zo is de verwachting, wordt volgende week verwacht. Vos: „Fokker heeft een partner nodig en DASA heeft Fokker nodig. Er is geen alternatief voor DASA. Als je kijkt naar de 'familie van vliegtuigen' dan heb je de kleine toe stellen van Domier, dan een poos niks en dan de grote Airbus-toestellen. Daartussenin zit een marktsegment voor vliegtuigen voor 45 tot 130 passagiers, dat nu door niemand wordt opgevuld. Fokker kan dat gat precies op vullen en is dus een hele aantrekkelijke partner voor DA SA. Fokker had dus een gelijkwaardiger positie künnen en möèten claimen in het onderhandelingsproces." Dat gebeurt niet. De onrust onder het personeel wordt steeds groter, zeker wanneer op 12 juni melding wordt gemaakt van het dreigende ontslag van 5.000 tot 7.000 werknemers van Fokker na de overname. De zaak wordt er niet beter op, als de machtige Duitse vakbond IG Me- talJ meldt dat DASA niet gewoon is werkgelegenheidsga- ranties af te geven. 10 juli: De Operational Agreement, met daarin de door Fokker en DASA vastgelegde hoofdlijnen voor de toekom stige samenwerking, lekt uit. De schok is groot, vooral in Den Haag. DASA krijgt het overduidelijk voor het zeggen, Voor Fokker is een 'coördinerende rol' weggelegd. Vos: „Dat gaat niet ver genoeg. Coördinatie zegt niks over het aantal activiteiten dat je hier houdt. Je kan wel dirigent zijn, maar wat heb je eraan als het orkest ergens anders in Europa zit?" Zo'n situatie is zeer wel mogelijk. De overplaatsing van bedrijfssectoren wordt geenszins uitgesloten. Vos: „De Duitsers zijn bijvoorbeeld zeer geïnteresseerd in het ver koopapparaat omdat het veel beter is dan dat van hen zelf. Marketingmensen hebben hun belangrijkste be drijfskapitaal tussen hun oren. Hen kun je makkelijk overplaatsen. Je moet dus afspreken dat dat verkoopap paraat hier blijft!" 14 juli: Premier Lubbers mengt zich in de allengs gro ter wordende chaos. Als de vooruitzichten voor FoÜcer en de werkgelegenheid niet verbeteren, gaat het feest niet door. Andriessen verplaatst de onderhandelingstafel naar het ministerie van economische zaken en deponeert daar zijn eis voor een zelfscheppend en compleet vliegtuigbe- drijf. Nederkoorn verdwijnt naar de achtergrond. F.r wordt inmiddels driftig gespeculeerd over zijn vertrek. Roos: „Ik denk dat hij weet wat hem te doen staat." 16 juli: De overheid verkrijgt een vetorecht om in de toekomst grip te hebben op 'strategische beslissingen'. 21 juli: De gesprekken gaan door, maar DASA houdt de poot stijf. Er is heel weinig ruimte voor concessies. Ne derland overvraagt zich, zo vinden de Duitsers. Vos: „Wij vragen niet heel wat, we vragen helemaal niks! Zij die vin den dat we heel wat verlangen, gaan uit van nul. Ik zeg: kijk naar wat we vandaag allemaal doen. wat wil je daar van overeind houden?" Een totale chaos. De afkeurende reacties zijn overal te lezen en te horen. Fokker-topman Nederkoorn klaagt dat de overheid de onderhandelingen vertraagt. Vos: „Vol strekte onzin. Fokker zegt dus: leg je maar neer bij deze uitspraak. Een kwaliteitstocts door de overheid is overbo dig. Maar tegelijkertijd wordt er gezegd: denk erom, als we samengaan moet de overheid ontwikkelingsprogram ma's wèl blijven meefinancieren. Toch had het zover niet hoeven komen. Ik ben ervan overtuigd dat er onvoldoen de communicatie is geweest van de kant van Fokker in de tijd dat het Operational Agreement werd geformuleerd. Roos: „De Nederlandse reacties waren onderhande- lingstechnisch heel fout. De andere partij zit natuurlijk te wachten op verdeeldheid bij de tegenstander. Verdeel en heers is als vanzelf in het Nederlandse kamp ontstaan, dat kregen de Duitsers zonder enige moeite in de schoot geworpen. En dat vind ik zo slecht! We laten de verdeeld heid gewoon maar bestaan. Dat verzwakt je onderhande lingsposities. Regel nummer één van de onderhande- lingstaktiek is lang leren zwijgen. En dat kunnen we niet. We praten teveel." 22 juli: Van parlementaire verdeeldheid is in ieder ge val geen sprake. De Kamercommissie steunt Andriessen volledig. 23 juli: De afrondende gesprekken tussen DASA, Fok ker en Andriessen beginnen 's ochtends om 11 uur en duren tot vrijdagochtend 7 uur. Tijdens pauzes tonen de topmannen Schrempp en Nederkoorn zich 'optimis tisch'. Andriessen is vasthoudend. Een overeenkomst lijkt in zicht. Alleen over de duur van het vetorecht blijven de partijen van mening verschillen. 24 juli: Nederland heeft de hoop bijna opgegeven en wacht vol spanning af welke voorstellen Andriessen de Kamercommissie voorlegt als resultaat van de laatste on derhandelingen. Dan de ontknoping! Na drie eerdere aankondigingen eindelijk een écht aldcoord. De verkoop gaat door. Andriessen meldt dat hij heeft ingestemd met de eis van DASA inzake een vetorecht van drie jaar. Het is An driessens enige concessie: op alle andere punten heeft hi| succes geboekt. De Kamercommissie steunt hem. maar houdt formeel een slag om de arm. In zijn verklaring maakt Andriessen melding van het feit dat hij bij DASA bedongen heeft dat de overheid na het beëindigen van het vetorecht macht kan blijven uil oefenen door middel van kredietverlening. Vos: „Als je invloed wilt hebben, is drie jaar vetorecht te weinig. Een nieuw vliegtuig introduceren kost immers dertien veer tien jaar." Hoe dan ook, de titanenstrijd is gestreden. Het had korter en beter gekund. Afwachten nu of er koppen gaan rollen...

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 29