Extra
'Cirkelzaag des geloofs' staat stil
Veel ontevredenheid
bij Oosteuropeanen
DINSDAG 21 JUL11992
15
In negen Oosteuropese landen lijken ongeveer 2,5 miljoen mensen vastbe
sloten om naar de EG te emigreren. Nog eens tien miljoen anderen overwe
gen emigratie. Dat blijkt uit de resultaten van een grote opiniepeiling, die de
EG heeft laten uitvoeren onder de bevolking van Oosteuropese landen.
Het onderzoek toont massieve ontevredenheid over de economische gang
van zaken in die landen aan. Invoering van een markt-economie stuit ech
ter alleen bij een meerderheid van de Roemeense bevolking op grote bezwa
ren.
Een kleine meerderheid van de Albanezen, Bulgaren en Roemenen ver
wacht dit jaar een verbetering van de economische toestand in hun land en
hun persoonlijke levensstandaard. In andere landen overheerst het pessi
misme. Volgens economische deskundigen kan echter dit jaar alleen maar
in Polen gerekend worden op een bescheiden economische groei van twee
procent. In Albanië wordt een economische teruggang van 15 procent ver
wacht; in Rusland 20 procent.
Opmerkelijk is dat alleen in Litouwen een meerderheid van de ondervraag
den tevreden is met de ingevoerde democratie. In alle andere landen is
meer dan de helft van de bevolking uitgesproken ontevreden over de demo
cratie. Vooral in Estland (70 procent) en Europees Rusland (82 procent)
klaagt de bevolking over gebrek aan respect voor de mensenrechten.
Boris Korsoenski, voorzitter van het regio-pariament
maar onmiddellijk.
Twee jaar later is de Oosteuropeanen dui
delijk geworden dat democratie en markt
economie niet de wonderbrengende ge
neesmiddelen zijn die ze hadden verwacht.
Integendeel zelfs, de veranderingen hebben
hun eigen tol geëist en hun eigen nieuwe
moeilijkheden gebracht. Voor veel mensen
zal het nog jaren duren, eer ze voordelen
van de systeemwisseling beginnen te mer
ken.
Verwarring
Voorlopig overheersen verwarring en onze
kerheid. Opgevoed in een éénpartijstelsel
weten veel Oosteuropeanen eigenlijk niet
wat ze moeten denken van een meerpar-
tijensysteem. Het is een algemene klacht: al
die politieke partijen, al die discussies, dat
is maar verwarrend en het brengt ons niet
verder.
„Democratie is een luxe-verschijnsel, het is
een systeem dat alleen werkt als het de
mensen goed gaat", meent Tibor Berczes,
een Hongaarse vertaler Nederlands die
vroeger de dissidentenbeweging steunde.
Dat de Hongaren teleurgesteld zijn in het
parlementaire systeem, dat ze nauwelijks
nog bereid zijn naar de stembus te gaan,
verwondert hem absoluut niet.
In Polen gaat nog maar 40 procent van de
kiezers naar de stembus als er verkiezingen
zijn. In Tsjecho-Slowakije, waar de omwen
teling dreef op studenten, hebben studen
tenorganisaties nu de grootste moeite om
bestuursleden te vinden. Democratisering
van de universiteiten was in 1989 een eis,
maar twee jaar later wil niemand zich er
meer voor inzetten.
Democratie vereist een gevoel van mede
verantwoordelijkheid. Maar tot nu toe voe
len veel Oosteuropeanen zich niet mede
verantwoordelijk voor de wereld om hen
heen. Ze hebben het oude systeem welis
waar verworpen, maar daarmee is de men
taliteit nog niet veranderd.
Sjoemelen, de staat bestelen, gebruik ma
ken van je connecties en mensen omkopen,
hoorde bij de dagelijkse praktijken die het
leven in een socialistisch land dragelijk
maakten. En dat is gebleven. Wat volkomen
ontbreekt, is de opbouw-men-
taliteit zoals die na de Tweede
Wereldoorlog in Nederland
heerste.
De textielfabriek in Birobidzjan. Doordat de aanvoer van grondstoffen en materialen stagneert, worden som
mige machines buiten bedrijf gesteld.
Maaiveld
Wat ook nog niet wezenlijk ver
anderd is, is de neiging om ie
dereen die met zijn hoofd bo
ven het maaiveld uitkomt, te
onthoofden. Vooral in landen
als Tsjecho-Slowakije en Roe
menië, waar ieder privé-initia-
tief van staatswege genadeloos
werd afgestraft, is ook vandaag
nog moed nodig om zelf initia
tieven te ontplooien.
Niet langer omdat de staat de
kleine zelfstandigen tegenwerkt,
maar omdat de kersverse on
dernemers moeten opboksen
tegen een woud van vooroorde
len en openlijke afgunst. Wie
een privé-bedrijf begint, moet
wel connecties hebben met de
maffia en de zwarte handel, al
CORRESPONDENT
Er waart een spook door Oost-Europa,
het spook van de ontevredenheid. Sinds
eind 1989 het ene socialistische regime
na het andere ten val kwam, heerst in
het vroegere communistische blok gro
te teleurstelling over de zegeningen van
de democratie en de markteconomie.
Toen in de herfst en de winter van '89 in
Berlijn, Praag en Bukarest de mensen de
straat op gingen om de dictatuur te verdrij
ven, riepen ze om democratische hervor
mingen. Maar wat hen voor ogen stond,
was iets anders. Dat waren reizen naar het
Westen, televisies, video-apparatuur, mooie
kleren en volle winkels.
Wat democratie écht was, behalve de hoop
verlost te worden van veiligheidsagenten,
verklikkers en vriendjespolitiek, daar had
den weinig mensen een voorstelling van.
Het enige waar ze vast op rekenden, was
dat democratie welvaart zou brengen. En
niet pas over tien jaar, of over drie jaar,
De joodse familie Maikin die op het punt staat naar Israël te emigreren.
dus een veelgehoorde stelling in
Tsjecho-Slowakije. Hoe kom je
anders aan het geld?
Veel Oosteuropeanen beginnen
te beseffen dat het socialisme
niet alleen maar nadelen had.
Dat schrijvers als Havel en Kon
rad in eigen land niet of zeer
moeizaam konden publiceren,
deerde uiteindelijk maar een
klein deel van de bevolking. Als
je geen eisen stelde op het ge
bied van intellectuele vrijheden,
bood het systeem een aantal ze
kerheden: de garantie van werk,
lage prijzen, gebrekkige, maar
gratis gezondheidszorg en een
laag, maar veilig pensioen.
Zeker in Roemenië betekende
socialisme ook: armoede, lange
rijen, kou, geen elektriciteit,
constante controle van bovenaf.
Maar in Hongarije en Tsjecho-
Slowakije leefden mensen in
bescheiden welvaart. De win
kels waren redelijk gevuld, al
waren aanbod en kwaliteit niet
te vergelijken met West-Europa. Na jaren
van sparen kon je je een auto permitteren,
al was dat maar een Wartburg of Trabant.
En zeer veel families hadden een weekend
huisje waar ze iedere zonnige zomerzondag
doorbrachten.
Aan die zekerheid heeft de politieke hervor
ming in Oost-Europa een einde gemaakt.
Verdwenen zijn de lage prijzen van levens
middelen, huren en energie. Verdwenen is
ook de gegarandeerde werkgelegenheid.
Weliswaar liggen de winkelschappen vrijwel
overal, behalve in Albanië, voller dan enige
tijd geleden. Ook in Roemenië zijn inmid
dels Philips-broodroosters, Benetton-truien
en zelfs voldoende voedsel te koop voor de
genen die geld hebben. Maar voor veel bur
gers is die verleidelijke koopwaar ver buiten
het bereik van de portemonnee.
Zelfs mensen met vast werk zien hun le
vensstandaard dalen. „Ik heb deze tweede
baan nodig, niet omdat ik graag iets extra's
wil, maar om hetzelfde levenspeil te kun
nen handhaven als ik vroeger had", zegt
een Hongaarse luchtverkeersleider, die in
zijn vrije tijd passagiers van het vliegveld
naar de hoofdstad Budapest vervoert.
Oosteuropeanen zijn gewend dat er voor
hen gedacht en gezorgd wordt. Toen de ei
gen regering dat niet meer kon, wendden
alle ogen zich vol verwachting naar het
Westen. Dat kwam met geld, maar alge
meen heerst de mening dat Amerika en
West-Europa hun plichten ernstig verzaken.
Zelfs in Hongarije, dat ongeveer net zo veel
geld krijgt als de rest van Oost-Europa sa
men, kunnen burgers en politici hun teleur
stelling over het te kort schietende Westen
nauwelijks onder stoelen of banken steken.
Onlangs klaagde Imre Konya, fractieleider
van het Hongaars Democratisch Forum, de
grootste regeringspartij, dat Hongarije in
middels één ding had geleerd: Westerse
hulp wordt niet uit vriendschap gegeven,
maar uit harde politieke en economische
overwegingen.
Veel Oosteuropeanen beschouwen die eco
nomische hulp eigenlijk als een verplich
ting, die het Westen aan hen heeft. Ze zien
het als een schadevergoeding voor het ak
koord van Jalta. waarbij de Middeneurope-
se landen aan de toenmalige Sovjetunie
werden toegewezen, en zelfs
voor de oorlog die Hongaren,
Roemenen, Bulgaren en Joego-
slaven lang, lang geleden tegen
de Turken hebben gevoerd.
„Niet alleen krijgen we te wei
nig hulp", meent een sociologe
in Polen, een land dat gebukt
gaat onder een enorme buiten
landse schuldenlast, „maar het
meest vernederende is dat daar
ook nog eisen aan worden ge
steld. Het Internationaal Mone
tair Fonds dwingt ons tot bezui
nigingen, we worden verplicht
staatsbedrijven te verkopen, an
ders krijgen we geen geld. Het
Westen gedraagt zich gewoon
kolonialistisch. Als ik mijn
vrienden iets leen, verwacht ik
toch ook niet dat ze verant
woording afleggen hoe ze dat
geld besteden?'
Zelfbewustzijn
Dat gevoel van vernedering, de
ontevredenheid en ook het minderwaardig
heidscomplex dat velen tegenover het Wes
ten koesteren, is een vruchtbare bodem
voor simpele demagogie. Politici die ge
bruik maken van nationale slogans, kunnen
op een gewillig oor rekenen. Als het heden
niets is om trots op te zijn, dan is er ten
minste nog de glorieuze geschiedenis.Als
we zelfbewuster waren, konden we toleran
ter zijn", zei ooit Helena Jacosova, voorzit
ster van de Slowaakse commissie voor na
tionale minderheden.
Maar niet alleen de nationalisten hebben
succes. De ironie van de geschiedenis wil
dat juist de communisten over het alge
meen van de onvrede profiteren. Zowel in
Polen als Bulgarije eindigden de (ex-) com
munisten bij recente verkiezingen als twee
de partij in het parlement. Hun sterke troef
was een pleidooi voor een beter sociaal be
leid. Communisme, herinneren veel kiezers
zich, was zekerheid in armoede, maar het
was zekerheid.
Traporgeltjes gaan naar Roemenië, de brandstapel en de antiekhandel
JAN VAN KOOI)
Zelfs in Rijssen, het bolwerk van orthodoxie
in het oosten, is zingen bij het harmonium
nagenoeg verleden tijd. „Élke morgen zon
gen we twee psalmen bij het orgel", weet G.
Freeke nog, „met het hele gezin, vader,
moeder en 14 kinderen. En zo was het huis
aan huis hier. Je kon het horen door de een-
steens-muurtjes, overal werden psalmen
gezongen bij het orgel, 't Is voorbij, je hoort
het niet meer."
Orgelrestaurateur Freeke, die zijn eigen
s harmonium nog wel regelmatig bespeelt,
1 vindt het jammer maar in Hongarije en
Roemenië zijn ze dol op de afgedankte Ne-
l, derlandse orgeltjes, weet hij. „In kerken en
u scholen, overal zitten ze erom te springen
want die mensen hebben niks." Samen met
leden van de Oost-Europawerkgroep in
Rijssen zorgt Freeke ervoor dat ze na res
tauratie worden geëxporteerd naar het
oostblok.
Eén berichtje in het Reformatorisch Dag
blad was destijds genoeg: uit heel het land
kwamen de telefoontjes van orgelbezitters
die al lang een geschikte bestemming voor
hun reeds jaren niet meer bespeelde mu
ziekinstrument zochten, ,,'t Is jammer dat
ze uit Nederland verdwijnen", is de mening
van secretaris Rob Borghardt uit Oostzaan
van de op 14 mei 1990 opgerichte Harmo
nium Vereniging Nederland (HVN). „Zo
verdwijnt Nederlands cultuurbezit over de
grenzen, terwijl wij juist proberen om be
langstelling te wekken en gaande te houden
voor het harmonium en voor harmonium-
muziek zoals het in onze statuten staat."
Tweehonderd leden telt de vereniging in
middels. Overal blijken liefhebbers te zijn,
in het bezit van een of meer harmoniums,
veelal fraaie exemplaren met een kunstig
bewerkt front. Gemaakt worden ze in Euro
pa allang niet meer sinds de televisie en het
elektronische orgel de zogenaamde druk-
wind- en zuigwindorgels uit de markt duw
den en van handel in deze traporgels is
nauwelijks nog sprake. Mooi oud materiaal
is nog wel in trek, al dan niet via de antiek
handel, het eenvoudige huisinstrument is
geen cent meer waard en orgelbouwers
worden zeldzaam.
Muziekhandelaar Verhoog in Nijkerk heeft
ngg drie harmonie-restaurateurs in dienst.
Hij denkt de enige in de branche te zijn.
„Per jaar verkopen we er rfog een stuk of
tien, tweedehands natuurlijk, die hier eerst
op toon worden gezet, maar we leven van
Kiano's en elektronische orgels", aldus Ver
oog. Muziek voor de harmoniumspeler
heeft hij in ruime mate voorhanden, de ani
mo daarvoor groeit de laatste tijd wel.
Het bestuur van de Harmonie Vereniging
Nederland heeft dezelfde ervaring. Toen vo
rig jaar oktober in Avenhom ter gelegen
heid van de jaarvergadering een harmoni-
umbeurs werd gehouden en enige harmo
niums werden bespeeld, kwamen er zeker
250 geïnteresseerden.
Toen rond de jaarwisseling in Veenklooster
30 harmoniums in een kasteel werden ge-
exposeerd, telde verzamelaar Wim Olthof
uit Kornhom 700 bezoekers. Hij bezit 50
verschillende harmoniums uit de periode
1840 - 1960 plus een enorme collectie mu
ziek uit vele landen. „Vooral van Franse
componisten", zegt hij. En nu opeens een
'harmonium-revival', zomaar zonder enige
aanleiding? „Zeker wel", zegt HVN-voorzit-
ter Paul d'Anjou in Purmerend. „Kijk maar
naar de televisie-uitzendingen van de EO,
de VPRO en de IKON die aan het harmoni
um zijn gewijd. Wij hebben heel veel reac
ties gekregen naar aanleiding van die pro
gramma's. Regelmatig kunnen we als ver
eniging prachtige instrumenten krijgen
maar we hebben er geen opslagmogelijk
heid voor."
In Vox Humana, het kwartaalblad van de
HVN, wordt ermee geadverteerd ('zeer gaaf,
compleet noten meubel met topje' of 'origi
neel celluloid beleg, seraphine model met
ijzeren handgrepen') en in de antiekwereld
zijn de goed geconserveerde exemplaren
geliefd als handelswaar.
Anderhalve eeuw was het harmonium een
toonaangevend instrument in een deel van
de muziekwereld. Overal waren fabrieken,
vooral in de Verenigde Staten. De 'echte'
organisten bespeelden imposante pijpor
gels in monumentale kerken en de huis
harmoniums, statige meubelstukken vaak
met hun pedalen, registers en kniezwellen
waren er voor 'de gewone man', zo leek het.
Maar César Franck schreef muziek voor het
harmonium, Dvorak deed het, Bizet en
Saint-Saëns, al speelde de trouwe kerkgan
ger er voornamelijk psalmen, gezangen en
vaderlandse liederen op. Ook wel eens een
lied van Schubert natuurlijk, Mozarts Eine
Kleine Nachtmusik of een kinderliedje maar
'turgel' was er vobr de godsdienstbeleving
in huiselijke kring.
Totdat het elektronische orgel en de televi
sie hun intrede deden. „In vijf
tot tien jaar is het harmonium
volledig verdwenen", stelt
HVN-secretaris Borghardt mis
moedig vast. „Muziekhistorisch
gezien is zoiets nog nooit ge
beurd, iets wonderbaarlijks ei
genlijk. Nu kijken veel musici
erop neer en dat is heel jam
mer. Ze schamperen op de cir
kelzaag des geloofs zoals ze dan
zeggen en ze denken misschien
met afschuw terug aan hun
jeugdervaringen maar je zou
met evenveel recht de hele ac-
cordeonmuziek kunnen weg
wuiven. Wij proberen nu juist
die andere mogelijkheden van
het harmonium onder de aan
dacht te brengen, het harmoni
um uit zijn isolement te halen
en dat lijkt te lukken."
„Ik schat dat er nog tienduizen
den staan in Nederland", zegt
de voorzitter. „Met onze leden
proberen we een beeld te krij
gen van het harmoniumbezit en
van de soorten die er zijn. Er
zijn steeds meer organisten die
het harmonium weer gaan be
spelen en die in eigen kring ka
merconcerten geven. De orga
nist kent het instrument wel,
het zijn de andere musici die 'om' moeten."
Maar het Schönberg Ensemble heeft on
langs al een kostbaar harmonium aange
schaft dat voor concerten zal worden ge
bruikt, geleverd door Louis Huivenaar uit
Oostzaan, de enige beëdigde harmonium-
taxateur in Nederland. En Pieter van der
Steen uit Geldermalsen. de enige officiële
harmonium-docent in Nederland - hij geeft
les aan de muziekschool in Purmerend -
zegt om de haverklap te worden gebeld
door orgelliefhebbers die meer willen weten
over bladmuziek voor het harmonium.