Cindu wil toch in
Uithoorn blijven
Randstad
Omwonenden gewend aan chemische buren
Provincie heeft weinig grip
op veiligheid in bedrijven
Raadsleden Uithoorn boos
over kamervragen Cindu-ramp
Minister Dales bezoekt Cindu
Brand opslagloods chemisch bedrijf in Botlek
VRIJDAG 10 JULI 1992
Tweehonderd
telefoontjes
bij hulpdienst
uithoorn
De hulpdienst Uithoorn
hëeft gisteren ruim twee
honderd telefoontjes en
tientallen bezoekjes ge
kregen van mensen, die
materiële dan wel imma
teriële schade hebben ge
leden door de explosie bij
de Cindu-fabriek. Tien
procent van de hulpvra
gen waren van emotionele
aard. „Dat lijkt weinig,
maar emotionele proble
men komen bij mensen
pas later naar boven. Dus
ik verwacht dat het aantal
telefoontjes nog wel zal
stijgen", zegt Sal de Jong,
coördinator van het Bu
reau Slachtofferhulp Uit
hoorn en Aalsmeer.
Verreweg de meeste
vragen hadden betrekking
op verzekeringstechnische
gevolgen van de ramp.
„Mensen willen weten:
wie betaalt wat? Ze kun
nen hun schade, die niet
door hun eigen verzeke
ringsmaatschappij wordt
gedekt, aan ons melden.
Wij geven ze informatie
over wat er verder moet
gebeuren", aldus W. Wes
terhof van het expertise
bureau Troostwijk. Vol
gens hem zijn vooral klei
nere bedrijfjes in de om
geving in materiële zin
slachtoffer geworden van
de ramp.
Schade voor harsfabriek enkele tientallen miljoenen guldens
Als het aan algemeen directeur A. Staalstra van steen-
koolsorteerbedrijf Cindu Chemicals ligt, wordt de deels
verwoeste harsfabriek Nevcin Polymers op dezelfde
plaats weer opgebouwd. De hevige explosie van eergiste
ren, waarbij drie medewerkers de dood vonden en elf
mensen gewond raakten, is voor Cindu noch Nevcin re
den Uithoorn de rug toe te keren.
uithoorn» ed blaauw
bartboele
Staalstra: „Het mèg geen reden
zijn om bij de eerste de beste
calamiteit te stellen van: en nou
moet je je biezen pakken." Ver
plaatsen van alleen Cindu's
dochter Nevcin Polymers,die
op het fabrieksterrein van Cin
du Chemicals is gevestigd, acht
hij op voorhand economisch
onverantwoord.
„Cindu en Nevcin zijn als een
Siamese tweeling aan elkaar
verbonden, die kun je niet zo
maar uit elkaar halen. Ik vraag
me af of, als beide bedrijven
apart van elkaar opereren, ze
dezelfde kansen hebben. En
trouwens, waarom zou Cindu
moeten verhuizen? Bij de Cindu
is niets gebeurd. Deze fabriek is
inmiddels al weer opgestart",
aldus Staalstra.
De kans op verhuizing van
Nevcin acht Staalstra niet groot,
ook al „omdat je ook rekening
hebt te houden met zaken als
werkgelegenheid, financiering
en afnemers." Een beslissing
over herbouw of verplaatsing
van Nevcin wordt pas genomen
na bestudering van de uitkom
sten van het (externe) onder
zoek naar de oorzaak van de
ramp.
„Ik heb vernomen dat er spe
culaties circuleren dat de ramp
een gevolg is van een menselij
ke fout. Maar het zou net zo
goed ook een technische fout
kunnen zijn. De oorzaak is mij
onbekend." Ongeveer een half
uur voor de ontploffing stelde
een gekwalificeerde operator
nog vast dat er een te hoge
drukopbouw in de ketel was.
Circa twintig minuten voor de
explosie was de bedrijfsbrand
weer ter plaatse.
Volgens Staalstra werkten de
veiligheidsmaatregelen in het
systeem wel, maar desondanks
was de snelheid van stijging van
druk en temperatuur in de ketel
(bouwjaar 1961) niet meer te
stoppen. „Waarom niet? Dat is
de kardinale vraag. We hebben
al jaren met dit soort reacties
van oplopende temperatuur te
maken gehad. Op zich niet ver
ontrustend. Het is ook zelden
voorgekomen dat de hulp van
onze bedrijfsbrandweer moest
worden ingeroepen bij ketels
die te warm waren geworden."
Het bouwjaar van de ketel en
de explosie hebben niets met
elkaar te maken, aldus Staalstra.
„Van een auto van drie, vier jaar
oud, die goed uit de APK-keu-
ring komt, zeg je toch ook niet
dat hij te oud is en van de weg
moet? De bewuste ketel werd
ieder jaar grondig nagekeken
door onder meer mensen van
het Stoomwezen en onder
houdsmonteurs. Hij voldeed
aan alle eisen."
Ook het bedrijf zelf zou in het
bezit zijn van alle vereiste ver
gunningen. Met nadruk zei
Staalstra: „Maar je kunt nog zo
veel vergunningen in huis heb
ben en je kunt alle veiligheids
voorschriften in acht nemen,
het is in de chemische industrie
onmogelijk de kans op bedrijfs
risico's tot nul te reduceren."
De beschuldiging van de vak
bond CNV dat de werkdruk bij
Cindu en Nevcin extreem hoog
zou zijn en dat werknemers te
vaak overuren zouden maken,
wees Staalstra resoluut van de
hand. „Dat is een topic van de
bonden ja. Daarmee willen ze
bereiken, dat er meer arbeids
plaatsen worden geschapen.
Zelfs als het onveilig was gewor
den op de fabriek door die hoge
werkdruk wat niet het geval
was dan had ik al lang maat
regelen genomen."
Ook het verwijt dat het bedrijf
met onbekwame en onervaren
invalkrachten zou werken, ver
wees Staalstra naar het rijk der
fabelen. Geïrriteerd:Als het om
operating-plaatsen gaat, werken
wij nooit met onervaren inval
krachten. Maar alleen met erva
ren mensen, die door ons nog
eens specifiek zijn opgeleid."
Een bedrijfsgebied van hon
derd bij honderd meter is vol
gens Staalstra ernstig verwoest.
Hij schat dat de financiële scha
de enkele tientallen miljoenen
guldens bedraagt. „Het bedrijf
is goed verzekerd. Op financieel
en technisch gebied zullen er
niet zo veel problemen zijn. Wel
op het emotionele vlak Dat zijn
nu belangrijker problemen die
we hebben om op te lossen", al
dus Staalstra.
'Relatie Noord-Holland en Nevcin Polymers coöperatief
In de nabije toekomst moet de provincie
Noord-Holland in haar milieubeleid het as
pect veiligheid in bedrijven meer accent ge
ven. Dat zegt gedeputeerde Frieda van Die
pen van Noord Holland in een reactie op
de rampzalige ontploffing bij de kunsthars-
fabriek Nevcin Polymers in Uithoorn.
Noord-Holland bemoeit zich wel met bo
demvervuiling, geur-uitstoot, geluidsover
last en andere kwalijke zaken van bedrijven,
maar houdt zich min of meer afzijdig als
het gaat om de veiligheid van mensen, die
in de risicovolle ondernemingen werken of
in de omgeving van deze fabrieken wonen.
„Veiligheid is een Europese aangelegen
heid, als provincie hebben we daar weinig
tot geen grip op. Risicovolle ondernemin
gen vallen onder de Europese veiligheids
richtlijn, de EVR. Dat betekent dat deze,
vaak heel grote ondernemingen verplicht
zijn om een extern veiligheidsrapport te la
ten maken. Op die lijst van gevaarlijke Eu
ropese ondernemingen komen Cindu Che
micals en Nevcin echter niet voor."
Volgens Van Diepen was de relatie tussen
de provincie en Nevcin Polymers 'coöpera
tief te noemen. „Onze ervaring was en is
dat het bedrijf zijn verantwoordelijkheden
kende en daar ook naar handelde", aldus
Van Diepen. Daarom ook gaat het haar veel
te ver om, zoals een deel van de Uithoornse
bevolking wil, herbouw van Nevcin op het
zelfde terrein op voorhand te verbieden. „Ik
heb er begrip voor dat mensen nu zeggen
van: weg met die fabriek. Maar de vraag is:
waar moet die fabriek dan weer worden op
gebouwd? Ik vind dat we eerst moeten
wachten op de plannen van de directie."
Volgens Van Diepen is het provinciebe
stuur 'ontzettend van de ramp geschrok
ken'. „Eerst ben je erg geschokt. Daarna ga
je nadenken en komen er vragen boven.
Hoe heeft het kunnen gebeuren? Wat kun
nen we doen om de kans op een herhaling
van een dergelijke calamiteit te verkleinen?
En. los van de vergunningen, wat kan er al
lemaal misgaan bij risicovolle bedrijven in
deze provincie?"
Het provinciebestuur is door de explosie
met de neus op de feiten gedrukt. Dat een
goed milieubeleid geen- synoniem is voor
veiligheid. „Deze ramp, hoe erg ook, is voor
ons toch ook een impuls om te zorgen dat
we nog beter werk gaan leveren." WD-poli-
ticus Van Diepen is belast met onder meer
culturele, algemene en juridische zaken,
maar neemt vanwege de vakantie van
milieugedeputeerde Geert de Boer (PvdA)
diens portefeuille waar. „Het is duidelijk dat
we veiligheid meer moeten laten meewegen
in ons milieubeleid."
week deels in rook opging, hoefde overi
gens niet aan die Post-Seveso-richtlijn te
voldoen. Kamerlid P. Rosenmöller heeft
drie ministers gevraagd waarom dat het ge
val is en tevens meent hij dat het bedrijf
niet ter plekke mag worden herbouwd. Of
hij daarmee alle omwonenden een plezier
doet, valt te betwijfelen. Een deel verdient
immers de kost bij Cindu en anderen zei
den onmiddellijk na de ramp prettig te wo
nen.
Ook een deel van de inwoners van de
Zeeuwse dorpjes Boerengat, Axels Sassing
en Koegorststraat werkt bij de plaatselijke
chemische industrie, Hydro Agri en Dow
Benelux. Dat een fabriek van Dow vorige
maand de lucht inging, brengt de dorpsbe
woners allerminst op het idee dat ze moe
ten verhuizen. Wethouder J. van Rooijen
van Temeuzen zegt dat de ontploffing in
Uithoorn hem bevestigd heeft in het idee
dat „een risicoanalyse, hoe abstract ook,
aangeeft dat er sprake is van een risico.
Zo'n ongeluk met doden kan over een mil
joen jaar gebeuren. Maar het kan ook mor
gen." Hij vindt dan ook dat circa honderd
woningen, waarvan een deel vakantiehuis
jes, moeten verdwijnen.
Maar het grootste deel van de bewoners
wil niet weg; vindt dat de gemeente en het
rijk veel te strenge normen hanteren. Zelfs
de onploffing vorige maand van een deel
van Dow maakt geen indruk op A. van
Driel, voorzitter van de buurtvereniging van
Boerengat. ,Als wij hier weggaan, hoeft
Dow zich misschien minder gelegen te la
ten liggen aan veiligheidseisen en het
milieu. Alles wijkt hier voor Dow. Maar wij
niet. We wonen hier prima en willen niet
naar een rijtjeshuis in Temeuzen."
Rond het gigantische DSM-complex in
Limburg, ingebouwd door woningen van de
gemeenten Stein, Beek en Geleen. werden
geen huizen gesloopt nadat in 1975 de om
geving trilde döor een ontploffing. Sinds
dien is er veel gestudeerd, onder meer op
de mogelijkheid een vijfhonderd meter bre
de zone rond het bedrijf vrij te maken. „Slo
pen bleek na allerhande berekeningen niet
nodig. De omwonenden hebben blijkbaar
het relativeringsvermogen om te zeggen dat
het dagelijks verkeer aanzienlijk meer risi
co's oplevert dan het wonen in de buurt van
een chemisch complex", zegt de Geleense
ambtenaar Th. Maessen.
Een enkele keer komt het volgens me
vrouw M. Warners van de Vereniging Ne
derlandse Chemische Industrie voor dat
een gemeente een poging doet om binnen
de veiligheidscontouren van een chemisch
bedrijf te bouwen. „In het verleden is rijp
en groen gebouwd aan de grens van be
drijfsterreinen. Nu liggen er bij sommige
van onze leden nog woningen binnen ae
veiligheidscontour. We proberen die situa
tie te saneren, maar dat kost veel geld en
tijd. In een enkel geval heeft een lid van on
ze vereniging woningen gekocht om de vei
ligheid binnen de contouren te handha-
„Een chemisch bedrijf verplaatsen, is
meestal geen haalbare kaart", zegt E. Kui
pers van de Vereniging Nederlandse Ge
meenten. Ook al ligt het bedrijf te dicht bij
de bebouwde kom, gezien de investeringen
(vaak miljarden) die nodig zijn voor de her
bouw, is dat ondoenlijk. „Het zoeken naar
gecombineerde oplossingen, deels het ver
beteren van de veiligheid bij het bedrijf,
deels het slopen van huizen, is het enige dat
resteert. Tenzij andere overheden, zoals het
rijk, met extra middelen over de brug komt.
Maar er zal nooit iemand op het idee ko
men Shell Pernis te verplaatsen. Daar valt
niet aan te beginnen."
Zwartgeblakerde resten en kromgebogen pijpen. Een enorme ravage na de ontploffing bij chemisch bedrijf Cindu in Uithoorn.
FOTO DIJKSTRA PETER BROM
De gemeenteraad van Uithoorn is zeer gebelgd
over de vragen die twee Tweede-Kamerleden aan
ministers hebben gesteld over de ramp bij de
chemische fabriek Cindu, woensdag. Ook vragen
die de lokale fractie van Groen Links aan burge
meester en wethouders heeft gesteld zijn niet
goed gevallen. Dat bleek tijdens een eerste evalu
atie van de ramp en de hulpverlening nadien, gis
teravond door ae gemeenteraad.
Raadslid J. Koster van Gemeentebelangen vond
dat de betreffende kamerleden, de PvdA'ers P.
Stoffelen uit het bij Uithoorn gelegen Ouderkerk
en L. van Rijn-Vellekoop, maar beter naar de tele
visie hadden moeten kijken in plaats van vragen
te stellen aan de ministers van milieu en binnen
landse Zaken.
Stoffelen bij voorbeeld vroeg minister Dales om
een diepgaand onderzoek naar de oorzaak van de
ramp, waarbij drie doden vielen, maar gemeente,
provincie, brandweer, Cindu en de minister zelf
waren dat ieder voor ach al lang van plan. Minis
ter Dales bezocht het rampterrein donderdag.
Groen Links Uithoorn heeft vragen gesteld aan
het college van B. en W. over de plaats van her
bouw van de door de explosie goeddeels wegge
vaagde Cindu-fabriek Nevcin. De partij wil, even
als de lokale actiegroep Cindroom, geen herbouw
in Uithoorn maar bijvoorbeeld in het Westelijk
Havengebied te Amsterdam.
CDA-fractievoorzitter B. Koster 'betreurde' de
vragen van Groen Links. „We begrijpen de zorgen
van Groen Links, die heeft de bevolking ook. Als
Groen Links hierover vragen aan het college had
willen stellen had er op zijn minst vooraf overleg
met de andere partijen moeten zijn geweest."
„Er is inmiddels wel een excuus gemaakt en er
blijkt geen politiek motief in het geding te zijn,
maar niettemin betreurt het CDA het dat Groen
Links zich op deze manier heeft willen profile
ren", aldus Koster. L. Heijlman, enig raadslid van
Groen Links, ging niet nader in op de woorden
van Koster. De bijeenkomst gisteravond werd ge
bruikt om burgemeester J. Castenmiller zich te la
ten verantwoorden omtrent de hulpverlening na
de explosie.
Directeur Eikelenboom van Nevcin kon nog
geen verklaring geven omtrent de precieze oor
zaak van de brand. Inmiddels is wel gebleken dat
alle veiligheidsmaatregelen in werking zijn getre
den op de momenten dat dit moest.
Bij het chemisch bedrijf Elf Atochem Rot
terdam BV in het Botlekgebied is gistermid
dag een opslagloods uitgebrand. In de loods
lagen tientallen vaten met methaansulfo-
nylzuur en methaansulfonylchloride opge
slagen. De brand ging gepaard met enkele
flinke explosies en een enorme rookontwik
keling, waarbij zwaveldioxide en zoutzuur
vrijkwamen.
De oorzaak van de brand was gisteravond
nog niet bekend. Er zijn geen gewonden ge
vallen. Wel werden rondom het bedrijf we
gen afgesloten. In het vlak ten zuiden van
de fabriek gelegen Hoogvliet werden in het
begin van de avond inwoners met geluids
wagens. geadviseerd binnen te blijven en ra
men en deuren gesloten te houden. Die
waarschuwing bleef geldig tot half negen,
toen de brandweer de brand meester was.
Hoewel er volgens politie en brandweer
geen giftige stoffen vrijkwamen, gaf de rook
een prikkelende irritatie van ogen en lucht»
Directeur K. van der Linden van Elf Ato
chem noemde de brand 'een nare zaak voor
de chemische industrie'. „Hoewel de brand
hier niet is ontstaan tijdens een chemisch
proces maar in een pure opslagloods, krijgt
ons bedrijf, maar ook de chemie weer nega
tieve publiciteit", aldus de directeur.
Methaansulfonylzuur is een tussenpro-
dukt voor gewasbestrijdingsmiddel^n en
methaansulfonylchloride wordt gi l kt bij
elektronischeschakelingen.
Vrijwel dagelijks gaat er wel iets mis bij een
chemisch bedrijf. Soms, zoals deze week in
Uithoorn, gaat dat gepaard met een donde
rende klap. „Maar sinds de Tweede Wereld
oorlog is er geen enkel slachtoffer gevallen
buiten de bedrijfspoorten", zegt een woord
voerder van de Vereniging Nederlandse
Chemische Industrie. De omwonenden van
de circa 250 chemische bedrijven lijken niet
onder de indruk van het gevaar. „Ik heb een
vrijstaand huis, een tuin op het zuiden en
een vijvertje", aldus A. van Driel, buurman
van Dow Benelux in Boerengat (gemeente
Temeuzen).
De chemie is voor Nederland een belang
rijke bedrijfstak. Qua omzet (een kleine vijf
tig miljard) is het de derde industrietak en
de tweede exporteur (35 miljard gulden per
jaar). Er werken zo'n honderdduizend men
sen, waarvan een groot deel in de vesti
gingsplaatsen van de bedrijven.
„De Nederlandse chemische industrie
doet het niet slecht in verhouding tot be
drijven in het buitenland. Al kan het na
tuurlijk altijd beter", meent M. Brunt van
Natuur en Milieu. „De slechte rampenplan
nen rond de kerncentrales baren ons meer
zorgen. Als daar iets misgaat, is de schade
vrijwel onoverzienbaar."
De circa tachtig bedrijven (waarvan 38
chemische) in de allerzwaarste risicocate
gorie voldoen volgens een woordvoerder
van het ministerie van ruimtelijke ordening
en milieubeheer (VROM) aan de eisen, ge
steld in de zogenaamde Post-Seveso-ricnt-
lijn. „Er zijn allesomvattende risicoanalyses
gemaakt, de produktieprocessen zijn uit
voerig bekeken en bij een enkel bedrijf is,
gezien de risico's, besloten en deel van het
produktenpakket te schrappen."
Het Uithoornse bedrijf Cindu, dat deze
uithoorn Minister Dales van binnenlandse zaken bracht gisteren een bezoek aan
het chemisch bedrijf Cindu dat woensdag werd getroffen door een zware explosie
en brand. De minister liet zich door de bedrijfsleiding en autoriteiten inlichten over
de ramp bij het bedrijf. Later op de dag bracht
ook de commissaris der koningin in Noord-
Holland, J. van Kemenade, een bezoek aan het
rampgebied.
FOTO UNITED PHOTOS DE BOER BABETTE STAPEL