Gerben Karstens mist
humor in het peloton
Comfort
'Wielrennen heeft voor mij iets mystieks'
Huisman
Tour de France
TOUR '92
Tweewieler BV.
RACE...
VRIJDAG 3 JUL11992
Als Gerben Karstens met veel mensen is, wordt hij altijd
druk. Zijn vrouw Jenny: „Dan wordt-ie zo zot als een
deur." Niets kunnen ze meer tegenwoordig! Er zijn toch
geen coureurs meer? Wordt er eigenlijk nog wel eens ge
lachen in het peloton? In de jaren zeventig ging het nog
zo. Karstens: 'Attention, ici est le Karst! Le Karst, il est la!'
En dan Eddy Merckx, schichtig over zijn schouder:
'Oeijoeijoeijoei...'
RU EN PETER OUWERKERK
GPD-MEDEWERKER
Gerben Karstens, 16 jaar be-
roepsrenner, llx Tour de Fran
ce, 10x uitgereden, goed voor 6
ritzeges en 5 ploegentijdritten,
in 1974 2 dagen gele trui. Vanaf
1965 onder contract bij Televi-
zier, Peugeot, Goudsmit Hoff,
Rokado, Gitane, BIC, Raleigh,
en in 1979/80 geëindigd als in
dividueel gesponsorde bij de
Vleeschmeesters met 93 zeges
als prof.
Vijftig jaar is 'de Karst' nu.
Hoofdverkoper bij ITT De Gou
den Gids, verpachter van een
zesholes golfbaan in woon
plaats Rijen, zeilboot in Me-
demblik, vader van twee kinde
ren. Grijnzend én grijzend.
Hij komt bijna bij geen koers
meer, volgt de Tour globaal.
„Het enige wat ik ervan verno
men heb is, dat het niet meer zo
gezellig is als toen de Karst er bij
was."
„Weet je dat er nooit iemand
voor een afscheidsartikel is ge
komen? Ik was in het voorjaar
van 1980 teruggekomen uit de
zesdaagse van Montreal en ben
meteen gestopt. Maar pas in het
najaar hadden ze in de gaten,
dat ik niet meer koerste, 't Is
toch wat! Ongelooflijk eigenlijk
voor iemand die 16 jaar be
roepsrenner is geweest en die
toch wel wat heeft betekend?"
„Ik wilde nog zeker twee jaar
afbouwen op de winterbaan;
was pas 38, bezig dit huis te
bouwen. Maar ik kon alleen nog
een publiciteitscontractje krij
gen bij Batavus of Gazelle, voor
duizend gulden in de maand.
Nou, daar deed ik het niet voor.
Maar er is nooit een journalist
geweest, die heeft, gezegd: hé,
Karstens rijdt dit seizoen niet
meer. Als je bent gestopt staat
de telefoon stil."
Hij ziet er goed uit. Nog
steeds diezelfde pretoogjes, ta
nige huid, kraaiepootjes aan de
slapen, iemand die zijn aanwe
zigheid niet kan verbergen.
Zoals al die jaren in het peloton.
O ja, hij kon zich best wegste
ken. „Gerrit Schulte zei altijd:
'Gerben, je moet altijd zorgen
dat je geen trap geeft, maar wel
meebent in de finale, en dan
moet je gaan." Zo ook, als een
'dief in de nacht' werd hij ook
Nederlands kampioen bij de
profs, in 1966. Twee ronden
voor het einde demarreerde hij
zo hard, dat hij dacht: hoe is het
mogelijk dat mijn fiets heel
blijft?
Koersinzicht
Vooral als met hem geen reke
ning werd gehouden, was hij er.
„Ik kon van kop af een heel pe
loton uit het wiel rijden, zo hard
heb ik kunnen fietsen. In een
keer van ze weg. Ik had een ge
weldig koersinzicht. Ik voelde
gewoon wanneer de slag ging
vallen. Maar als het erom ging,
dat ik die dag wilde winnen,
dan zagen ze de Karst de hele
dag niet."
Tot zijn brul, zijn schreeuw de
trommelvliezen van de concur
rentie deed splijten. De
schreeuw van een spreeuw. De
slotrit van de Tour in 1976, op
de Champs Elysées. „Dat ze he
lemaal verstijfd waren, dat ze
zich te barsten schrokken."
Twee demarrages in de laatste
kilometer, raak. „Hallo, atten
tion, le Karst il est lè!"
„Ik was altijd bezig. Ik ben
een energievreter, een over-
energiek karakter, nog steeds.
Vandaar dat ik wel eens stress
heb op mijn werk. Ik verkoop de
Gouden Gids, maar ik moet
eerst mezelf verkopen. Op mijn
manier, met mijn emoties."
Hij fietste altijd graag. Was in
1967 wel vier maanden over
spannen, brak wel eens een
sleutelbeen, moest uiteindelijk
zijn wegcarrière staken wegens
een verkleving in de bloedcircu
latie van een been. Maar gaf
nooit op. O ja, een keer in de
Vuelta, toen een reglement hem
uit de puntentrui wilde weren:
boos. En in zijn laatste Tour, in
1978, bij Raleigh, uit koers ge
zet. Waarover later meer.
Karstens won het meest in de
sprint. Had geen spieren voor
de cols. Op het vlakke de leider,
bergop de lijder? De clown van
de 'etappes plats' kon zich wel
plezieriger oorder bedenken
dan Alpen en Pyreneeën. Maar
hij gebruikte zijn barse stemge
luid daar op een andere manier.
Tegen de toeschouwers: „Atten
tion, ici le Karst, poussez le
Karst, nondeju!" Hij had de
duwdiensten van André Dar-
rigade afgekeken. De 'vliegende
Bask' uit Narosse gaf bergop
nooit een trap, liet zich van de
ene kant van de weg naar de
andere vallen, werd letterlijk ge
dragen door het volk. Dat werd
ook de methode-Karstens. Alpe
De clown van het peloton in zijn beste dagen. Altijd in voor een stunt, een grap of een geintje. foto
d'Huez is hij nooit zelf opgere
den.
In 1978 naar Morzine had hij
gewed met Piet Römer van de
NOS en juwelier Stoeltie uit
Amsterdam. Voor iedere mi
nuut dat hij voor de tijdscontro-
le binnenkwam zou hij 100 piek
krijgen. Hij had nog 28 minuten
over. 's Avonds las hij op de
communiqué 's dat er een stille
jury op zijn wiel had gezeten.
Hij moest de Tour uit. Premier
Van Agt 'De Tour is belang
rijker dan Den Haag' wilde
hem naar huis rijden, maar Post
verbood het, zich schamend
voor Karstens' koersvervalsing.
Voor die 2800 gulden heeft hij
later nog een mooie ring uitge
zocht.
Als het aan de toenmalige Tour
directie had gelegen, was Kar
stens overigens wel
vaker 'retour-Hollande' ge
zonden. Zijn clownerieën waren
geliefd bij de foto-pers, maar
met serieuze Tourbeleving had
den ze minder te maken. „Ik
ben een keer op de schouders
van Eddy Peelman gekropen,
van achter naar voor door het
peloton gereden, net als in de
zesdaagsen bij Willy Deboss-
scher, en heb op kop van de
groep een handstand op Peel-
mans stuur gemaakt. En Levitan
maar schreeuwen 'Karstens, ar-
retez s'il vous plait'. Won dat
jaar de prijs voor de beste Eu
ropese sportfoto."
Zoals Karstens ook regelmatig
kon worden gekiekt op de voor
ste rij bij protestacties. Ook dan
liep de Leidse notariszoon voor
op. In de Tour van 1978, samen
met o.a. Hinault, toen er twee
keer twee ritten op een dag
moesten worden afgewerkt en
de verplaatsingen talrijk waren.
In de Tour van 1966, met onder
anderen Anquetil, bij de eerste
dopingcontrole in de ronde.
Doping en Karstens dat
waren ook geen vreemden van
elkaar. Twee keer een klassieker
ontnomen Lombardije in
1969 (de befaamde plas van zijn
privé-chauffeur Leijs), Parijs-
Tours in 1974. En in de Tour
van 1974, toen hij in Caen ver
gat naar de controle te gaan,
van de tweede dagplaats werd
teruggezet naar de 128ste.
Alcohol
Of ze nodig zijn. die controles?
Hij komt met zijn verhaal over
onrechtvaardige rechtvaardigd-
heden.Als je gezopen hebt, en
je moet blazen, dan kun je nie
mand wijsmaken dat er iemand
anders alcohol in je donder
heeft gegooid. Met doping is het
nooit waterdicht."
Maar, er werd wat gepakt, in
die dagen. „Ik ga jou niet vertel
len of er veel of weinig werd ge
slikt. Amfetaminen waren nog
vrij, toen ik beroepsrenner
werd. Anabole steroïden kregen
we van de bondsartsen, kon je
zo bij Rolink halen, bij Van Op
stal."
Dat er collega-coureurs aan
zijn kapotgegaan? „Van een
wielrenner denken ze altijd dat
het met doping heeft te maken.
Maar het is toch een wonder als
iemand tachtig jaar wordt zon
der ooit iets te hebben geman
keerd?"
Een maand geleden stond
Karstens nog aan de groeve van
Bart Zoet, lid van het gouden
olympische 100 kilometer
kwartet uit 1964. Met Karstens,
Dolman en Pieterse. Daar is niet
veel meer van over. Zoet overle
den, Eef Dolman lijdend aan
een ongeneeslijke geheugen
ziekte, Pieterse... Karstens:
„Maar die leeft nog, hoor! Is he-
reboer, heeft 20 hectare naast
deVoIkeraksluis."
Hijzelf heeft geen enkele
commerciële/sportieve binding
meer. Zijn Belangenvereniging
Oud beroepsrenners, BOB, is
over. 'Circus Karstens', de exhi
bitie van oud-profs naar hét
voorbeeld van tennnissers en
voetballers werd van bonds-
wege getorpedeerd. Hij beperkt
zich tot af en toe wat anonieme
kilometers bij de Vrije Coureur,
is lid van de wilde bond. Zeilt en
golft.
Toen hij stopte kocht hij een
stuk grond en begon er een
boomkwekerij. Sinds een paar
jaar zijn de sparrebomen ver
dwenen en heeft hij ingehaakt
op de nieuwe trend: golf. Bra
bant Golf, verpacht, geen omkij
ken naar.
Toch, helemaal geen spoor
meer van de winnersmentali
teit? Naast de bomen ging hij
werken. Eerst als verkoper bij
Borsumij, sinds 1988 bij ITT-
/Gouden Gids. „Het vak van
verkoper is haast nog harder
dan dat van wielrenner. Als cou
reur kun je nog wel eens wat la
ten schieten. Hier ben je steeds
op pad om te winnen. Ik werk
bij een Amerikaans concern, en
hoewel ik vijftig ben moet ik
nog steeds scoren."
„Het voordeel is dat ze me
kennen. Maar Nederland is
nuchter. Het beste contact is li
chamelijk contact. Zit ik bij zo'n
directeur, dan sla ik die net zo
gemakkelijk op de schouders.
En als zo'n gozer kapsones
heeft, dan zeg ik: 'Jij moet niet
lullen joh, met je anderhalve
man personeel'. Ik heb ze altijd
gelijk op het goede niveau."
Schrijver Jan Siebelink plaatst in zijn boek 'Pijn is genot' coureurs op voetstuk
GRONINGEN DICK HEUVELMAN
GPD-VERSLAGGEVER
De onnavolgbare routebeschrij
ving naar Ede, de woonplaats
van schrijver Jan Siebelink, zou
moeiteloos passen in zijn boek
'Pijn is genot'. Daarin beschrijft
hij uitvoerig de omzwervingen
die wielrenners maken.
Siebelink, grijze, stevige haar
dos, de ogen verborgen achter
een intellectueel brilletje, ver
klaart zijn uitvoerige reisbe
schrijvingen als volgt: „Ik ben
erg op reizen gesteld en als ik
dat doe, in mijn lelijke eendje,
dan kijk ik goed om me heen."
„Ik neem zo veel mogelijk in
me op. Al die landschappen die
voortdurend wisselen, dat boeit
me enorm. Vandaar ook mijn
belangstelling voor wielrenners.
Die jongens zijn ook altijd on
derweg in een decor dat steeds
maar weer verandert. Een wiel
renner legt geweldige afstanden
af op zijn fiets, veel meer dan
een normaal mens. Wielrennen
is een zeer bijzondere sport, het
heeft iets mystieks, iets religieus
ook."
„Tenminste, zo ervaar ik dat
vanuit mijn orthodox-gerefor
meerde opvoeding. Er worden
prestaties van die jongens ver
wacht die boven het menselijke
vermogen uitgaan. Mensen pro
beren in al hun nietigheid de
Schepping te bedwingen. Een
wielrenner doet dat. Die fietst
over die berg die door God is
neergelegd op aarde. Een wiel
renner wil aan God gelijk zijn.
Hij verricht bovenmenselijke in
spanningen. Komt van alles te
gen. Goede wegen, slechte we
gen, mooi weer, slecht weer,
bergen en dalen. Rijdt in alle
hoeken en gaten van de wereld.
En hij moet altijd maar door
gaan. Heroïsch vecht hij tegen
de elementen. Vaak zoekt hij
hulp van boven. Je ziet hem zijn
handen vouwen, of een kruisje
slaan."
„Wat me bezighoudt, is de
symboliek die achter deze sport
schuilgaat. Wielrennen asso
cieer ik met de eindigheid van
het leven. Altijd onderweg zijn
tot het einde daar is. Hij kan
nog zo goed rijden, na een aan
tal jaren is het afgelopen. Heeft
hij de finish bereikt, dan is het
onherroepelijke einde daar."
Het fascineerde hem zodanii
dat hij er zijn boek over schreef
hoewel hij de liefde voor het
wielrennen bepaald niet inge
goten kreeg. Integendeel. „Ik
wist van het bestaan van Van
Est en van Wagtmans, maar
daar hield het zo ongeveer ook
mee op. Mijn vader was lid van
een Gereformeerde Bond in de
Hervormde Kerk en beleed een
uiterst rechtlijnig, calvinistisch
geloof. Op het ascetische af.
Niet dat hij me zijn denkbeel
den oplegde, daar liet hij me vrij
in. Hij verbood me bij voor
beeld niet op zondag te sporten.
Wel drukte hij me op het hart,
dat als ik dat zou doen, ik er re
kening mee moest houden dat
ik bij God verantwoording
Romanschrijver Jan Siebelink geflankeerd door Erik Breukink en Johan van de Velde.
moest afleggen. Dus liet ik dat
maar uit mijn hoofd."
Wat opvalt in 'Pijn is genot' is
Siebelinks kritiekloze benade
ring van zijn hoofdpersonen.
Met de feiten neemt hij het als
-romanticus ook ook niet zo
nauw en zijn tal van namen ver
keerd geschreven.
Siebelink schrikt als hij daar
mee wordt geconfronteerd.
„Maar," verdedigt hij zich.
„mijn belangstelling ging niet in
de eerste plaats uit naar de fei
ten. Waar het mij om ging, was
het verhaal. Hoe staat een ren
ner in het leven, hoe kijkt hij te
gen het ouder worden aan, bidt
hij wel eens en is hij bang voor
de volgende rit?"
„En wat de feiten betreft: ge
bleken fc dat die jongens bij het
afsteken van hun verhaal nogal
eens data doorelkaar haalden.
Later heb ik me diverse wieier-
boeken aangeschaft om de fei
ten te checken. Dat is dus niet
helemaal gelukt. Jammer, want
zo'n boek moet natuurlijk wel
foutloos zijn. Ik zal ervoor zor
gen dat alles in de tweede druk
wordt verbeterd."
Dievenpad
Zijn ervaring met Johan van de
Velde, de oud-coureur die door
amfetemineverslaving op het
dievenpad trecht is gekomen,
was heel bijzonder. Siebelink:
„Dank zij Frans en Corrie Sie-
mons ben ik bij hem binnenge
komen. Nadat Johan langzaam
op gang was gekomen en me al
lerlei dingen vertelde, riep José,
zijn vrouw opeens vanuit de
keuken: 'Ja, je praat mooi, maar
heb je meneer Siebelink al ver
telt wat er gisteravond is ge
beurd?' Waarna Johan dee
moedig zijn hoofd boog en zei:
'Van dat reflectortje?' Heel in
drukwekkend en spannend. De
rillingen liepen over mijn rug."
Voor diepe ontroering zorgde
het echtpaar Van de Velde bij
de presentatie van het boek.
Siebelink: „Eigenlijk zou hij he
lemaal niet kunnen komen om
dat een gevangenisstraf dreigde.
Zijn advocaat kwam tijdens de
zitting van de politierechter met
dit boek aanzetten en sprak de
woorden: 'Meneer de politie
rechter, de man die in dit boek
wordt opgevoerd, hoort niet in
het gevang. Johan van de Velde
verdient een laatste kans om
zijn gezin te redden.' De zitting
werd voor een half uur ge
schorst en vervolgens hoefde
lohan niet te zitten en kon hij
de presentatie in Amsterdam
bijwonen."
Die werd indrukwekkend
door de ontmoeting van Van
der Velde met Peter Post, die
Aer geëmotioneerd raakt.
„Toen hij wegging, zei hij me
dat hij nog nooit zo'n mooie
middag had meegemaakt. Dat
was onvergetelijk. Het streelt je
ego toch als je iemand door het
schrijven van een boek uit de
gevangenis kan houden?"
Pak 'ns wat vaker de fiets.
Zo'n uitgekiende alledagfiets van
Gazelle. Comfortabel en efficiënt
Dat kun je zeker zeggen van het
topmodel in alledag-fietsen,
de nieuwe lichte Gazelle Avant!
Levendaal 80 - Leiden
Tel. 071-131515
Gazelle fietsen rijden op Vredestein banden.
DE OVERDEVEST RACEFIETS
Een Overdevest
racefiets is een
betrouwbare fiets,
opgebouwd met
(gClonderdelen;
Kort gebouwd frame
met d'rv. oanlasnokken
Shimano onderdelen
met cassette systeem
(dus los verwisselbore
tandwielen)
1/16 bonden
Uitvalassen
Framemtn. 50/70 cm
Li Diverse kleuren
HOGE RIJNDIJK 110 - LEIDEN
TELEFOON 071 14 63 14
Gazelle maakt fietsen leuker!
GAZELLE
Wij adviseren graag
Gazelle fietsen. Omdat
wij - net als de construc
teurs van Gazelle -
vakmensen zijn die prijs
stellen op kwaliteit
Niet voor niets
wordt elke Gazelle
geleverd met 10 jaar
garantie op vork en
frame.
Gazelle maakt
fietsen leuker!