Peter Post: rustig maar imponerend Rijden Tour kost je een deel van je leven Óók voor uw fietsvakanties van Algerije tot Noorwegen en van Ierland tot Indiamet uw eigen fiets, kunt u natuurlijk terecht bij Tour de France TOUR '92 Tel. 071 - 13 22 22 of 13 24 22 BOEREN LEIDSE DE GEUS Tour de France v/RIJDAC 3 JULI 1992. 19 AMSTELVEEN EDWARD SWIER GPD-VERSLAGGEVER Hij zakt, gaandeweg het ge sprek, steeds dieper weg in de luxeuze, spierwitte lederen zit hoek. Toch blijft zijn gestalte imponerend. Inmiddels 58 al weer, desalniettemin jonger dan een paar jaar geleden. Strijd baarder ook. Zijn zilvergrijze, zijden hemd opgesierd met noppen van een niet te definië ren kleur blauw geeft hem een air van 'wie doet me wat'. Peter Post. Minder vaak, zelfs nog hoogst zelden, achter het stuur van een ploegleiderswa gen, des te frequenter aan de onderhandelingstafel. Een vra- genrondje aan de vooravond van de Ronde van Frankrijk. Na Raleigh, dat tien jaar geld schieter van de meest succesvolle Nederlandse wielerploeg aller tijden was, haakt nu de huidige hoofdsponsor, Panasonic na ne gen seizoenen af. Hebben de Ja panners, uitvinders van de zake lijkheid, in die jaren van Peter Post een ander mens gemaakt? „Misschien. De wielrennerij in zijn geheel is in de loop der tijd natuurlijk veel zakelijker gewor den. En wat dat betreft kan je van Japanners nog wat leren. Hun manier van werken is inte ressant, zeer interessant. Echter, het zaken doen met een Japan ner vraagt tijd. Veel tijd. Veel ge duld. Je krijgt op je vragen slechts zelden een rechtstreeks antwoord. De bedrijven zijn ook zo groot, het gaat over zoveel schijven. En dus moet je wel eens lang wachten voor je ant woord krijgt. Maar, voor de rest bevalt het prima. Uitstekend zelfs." „Japan heeft een uitzonderlij ke cultuur. De Japanner is cor rect, punctueel, leeft zijn con tracten na. Hij is netjes in zijn doen en laten, kent een grote discipline. Ze zijn er enorm op orde en netheid. Bovendien is een Japanner altijd met zijn be drijf, zijn werk bezig. Hij maakt geen tijd vrij voor nutteloze za ken. Dat spreekt me wel aan. Je weet waar je aan toe bent, kan prettig met ze werken. Het geeft je een geruststellend gevoel. Naarmate het contact intensie ver werd, ben ik daardoor mis schien inderdaad toch wat rus tiger geworden. Strijdbaarder zeker. Een Japanner is namelijk nooit tevreden, wil zich altijd verbeteren. Ik ook." Ondanks inspanningen van u en uw contractpartner, een Ja pans reclamebureau, is er nog geen nieuwe (hoogstivaarschijn- lijk opnieuw Japanse) hoofdsponsor gevonden. Bent u al wanhopig? „Nee. Ik heb net al gezegd, za ken doen op zijn Japans duurt altijd een beetje lang. Naar onze maatstaven tenminste. Het is daar gebruikelijk. Een Japanner neemt niet zomaar een beslis sing, dat kan meestal wel eventjes duren. Het contract zou vandaag af kunnen komen, maar kan ook nog weken op zich laten wachten. Daar moet je mee leren leven. De kansen? Ik ben daar erg voorzichtig mee, anders hou ik mezelf misschien Peter Post: „We hebben er vertrouwen in, maar we moeten ook een beetje geluk hebben." wel voor de gek. Laat ik het er op houden dat ik hoopvol ge stemd ben, maar niet durf te zeggen dat het in orde komt." Het spreekwoordelijke dalletje, waar Peter Post zo'n anderhalf jaar terug nog in zat, bent u te boven. Zijn de krachten weer te rug? „Ik ben er redelijk bovenop ge komen. Tuurlijk kan het altijd beter. Maar je moet op een ge geven moment ook tevreden zijn. En dat ben ik. De oude ver trouwde Post-kwaliteit is er weer. Dank zij onze goede orga nisatie (de Post-ploeg stond al sinds jaar en dag bekend om de accurate werkwijze, maar liet het eind jaren tachtig zowel prestatief als organisatorisch tij delijk afweten, red.). De kritiek was huizenhoog, dat moet je maar accepteren. Het probleem is dat je niet altijd de waarheid kan vertellen. Je schermt altijd wat dingetjes af." „Sommige interne problemen hou je, volgens afspraak, binnen de ploeg, buiten het nieuws. Maar, dan valt voor een ander de waarheid niet te achterhalen en ontstaan er indianenverha len. In dit geval spitste die kri tiek zich, door mijn persoonlijk heid, toe op de persoon Post. Dat was eigenlijk niet eens zo slecht. De firmanaam bleef daardoor min of meer buiten schot. Als ze mij persoonlijk aanvallen, negatief behandelen, zit ik daar niet zo mee, als mijn sponsor op een vervelende ma nier in het nieuws komt, raakt me dat veel meer. Maar, het blijft natuurlijk triest dat je, om dat je niet alles kan vertellen, zo afgemaakt wordt. Maar, dat is de wielersport. Er zijn positieve en negatieve kanten. Die moet je maar mixen. Ik loop ook nu niet te gniffelen omdat het weer goed gaat, hou er nu al rekening mee dat het minder kan wor den." U staat er nu iets verder van af, maar zit er paradoxaal ge noeg eigenlijk juist dichter bovenop. De hoofdlijnen zijn be ter zichtbaar. Heeft Post, ach teraf gezien, een juiste beslissing genomen door de ploegleiders wagen te verlaten en voor een coördinerende functie te kiezen? „Ik hou nog wel de vinger aan de pols, maar niet meer zo als vroeger. Dat werkte niet. Alles wat ik zeg, slaat namelijk aan bij de renners. Nog altijd. Want je bent en blijft toch de grote baas. Maar zo kunnen Walter Planckaert en Theo de Rooy vanzelfsprekend niet werken. Dan zouden ze niet meer dan loopjongen, chauffeur van Peter Post zijn. Ik laat ze dan ook zo zelfstandig mogelijk opereren, laat mijn gezicht steeds minder vaak zien." „Waar ik vroeger weinig tijd voor had, zaken die ik verwaar loosde omdat ik altijd langs de weg zat, daar kan ik me nu voor geven. Ik ben ook niet meer zo gehaast. Zit in een ander ritme. Of de details me beter opvallen? Nee, eigenlijk niet. Vroeger zag ik ze ook allemaal. Toen kon ik er evenwel meestal weinig of niets mee doen. Was ik overver moeid of had ik er doodgewoon geen tijd voor." De Tour de France wordt op ze ker een tweestrijd tussen Indu- rain en Bugno? „Ik heb geen klassementsren ner, dus daar gaan we dan ook niet op rijden. Met 22 ploegen aan de start is het niet zo een voudig om, buiten het klasse ment om, een goed resultaat te behalen. We hebben er vertrou wen in, maar moeten een beetje geluk hebben. Bugno en Indu- rain zijn de absolute favorieten. Hoewel ik Bugno de Tour abso luut niet zie winnen. Je zult het zien; mensen die zo bezig zijn met één bepaalde wedstrijd brengen er niets van terecht." „Ik vind het überhaupt een vreemde zaak. Een Italiaan, we reldkampioen nota bene, bezit de kwaliteiten om twee grote rondes te rijden, maar laat die in eigen land lopen. Een slechte zaak. Voor de Italiaanse wieler sport, de organisatie, de spon sor, de renner zelf. Ik heb nog nooit een coureur gezien die slechter werd van veel fietsen. Ik vind eigenlijk dat Bugno's werkgever (Gatorade, red.) in gebreke blijft. Hoe kan je hier nou mee akkoord gaan. Hij heeft de klassiekers ook al ge meden, heeft helemaal geen competitie gehad. Misschien kan hij het geestelijk niet alle maal opbrengen. Dan ben je, vind ik tenminste, natuurlijk geen groot wereldkampioen. Maar ja, wie ben ik?' Dokter Wim Sanders en de littekens van de PDM-affaire GELEEN DICK HEUVELMAN GPD-VERSLAGGEVER Met Wim Sanders gaat het wel weer. Wim Sanders? Jawel, de dokter die vorig jaar als Kop van Jut op het offerblok van PDM werd gelegd na de zeer gerucht makende intralipid-affaire, die tijdens de Tour de France '91 een complete wielerploeg (die van PDM dus) doodziek 'maak te. Commotie in optima forma, want dat was nog nimmer ver toond in de toch rijke Tourhis torie. Het duurde even, maar Wim Sanders kreeg de ver wachte Zwarte Piet toebe deeld en kon zijn biezen pak ken. Per slot van rekening, stel de de ploegleiding onomwon den, was hij verantwoordelijk voor de gezondheid van Breu- kink c.s. De Limburgse arts kan daar nog altijd moeilijk mee le- In zijn spreekkamer in Geleen zegt hij bijna een jaar na dato: „Ik lig er niet meer wakker van, maar het blijft je toch meesle pen. Het heeft littekens nagela ten. Vooral de manier waarop het allemaal is gegaan, is ge woon waardeloos. Het is nog al tijd niet bewezen dat het ver keerd toedienen van intralipid de oorzaak was van alle ellende. Uitgebreide onderzoeken heb ben dat nooit aangetoond, .al ligt het misschien wel voor de hand. Maar wat ik het meest af schuwelijk vind, is dat we met elkaar een topprestatie zijn mis gelopen. We hadden twee jaar naar de Tour toegewerkt. Ik was er heilig van overtuigd dat Erik Breukink een zeer goede kans had om te winnen. Het mocht niet zo zijn, heel jammer." De eer en goede naam van Wim Sanders als medicus leken door 'die affaire' flink aangetast. Dat evenwel bleek niet het ge val. Geen patiënt keerde huis arts Sanders geschrokken de rug toe, de handbalclub V en L en de ijshockeyclub Smoke Eaters schreven hem evenmin af, en ook in wielerkringen geldt hij nog altijd als betrouwbaar. Sanders: „Dagelijks stikt het van de renners hier. Uit het hele land komen ze naar me toe. Ook profs. Wat dat betreft is er voor mij niets veranderd. Ge lukkig maar, want ik ben zelf een wielerman in hart en nie ren. Ik heb zelfs nog een paar jaar bij de amateurs gefietst. Nu ben ik nog actief bij de Medi sche Wielerkring Nederland, een club van fietsende dokto ren. We zijn net een weekje in Frankrijk geweest voor een aan tal tochten door de bergen. Maar ik geef toe dat ik het werk bij PDM wel een beetje mis. Ik mocht het graag doen, al kostte het me veel tijd." Infuus Waar dokter Sanders zich nog altijd over verbaast, is de beroe ring die bij 'de man in de straat' is ontstaan over het werken met infusen in de wielrennerij. „Dat is heel legitiem en een volstrekt veilige methode." Maar is het normaal dat ie mand, voordat hij aan zijn werk gaat, eerst aan het infuus moet liggen? Dan ligt argwaan toch voor de hand? Sanders: „Niet voor mensen met een gewone baan, maar wel voor wielren ners die dagelijks een boven menselijke inspanning moeten leveren, zoals in de Tour bij voorbeeld. Wielrennen is een heel ongezond vak en de kunst is zo'n renner tot aan Parijs ge zond te houden. Dat kan niet meer zonder een infuus als hulpmiddel. Medische bijstand is bittere noodzaak, anders redt zo'n renner het niet. Gaat-ie volledig kapot." Waarna een technische ver handeling volgt, die duidelijk moet maken waarom het niet meer zonder infuus kan. San ders: „Kort gezegd komt het hierop neer: In het lichaam heb je twee systemen, het sympathi sche en het parasympathische Wim Sanders: Ik lig er niet volgen." systeem. Het eerste zorgt voor de hartslag en bloedcirculatie, het tweede neemt de spijsverte ring voor zijn rekening. Als je nu het sympathische systeem prik kelt, komt het parasympathi sche in de verdrukking. Er moet dus evenwicht zijn. Dat doe je door te eten. Een wielrenner heeft echter zoveel calorieën nodig, daar kan hij niet tegenop eten. Wat niet via de mond kan, wordt aangevuld door middel van het infuus. Op die manier voorkom je dat zijn lichaam wordt ontregeld en het motortje ophoudt met draaien. Daar moet men verder niets bijzon ders achter zoeken. Nogmaals, het is een zeer verantwoorde methode." Gevaarlijk Met of zonder infuus, het rijden van een Tcfur blijft een hachelij ke zaak. Sanders is het eens met de stelling die zijn collega Gee van Enst, adjunct-directeur van het NISGZ (Nationaal Instituut voor de Sportgezondheidszorg) twee jaar geleden neerlegde. Hij verklaarde toen dat het rijden van een Tour gevaarlijker is dan dopegebruik. Sanders: „Daar kan ik me wel in vinden. Als je tien keer een Tour doet, lever je toch een deel van je leven in." Wielrennen bekort het leven? Sanders: „Ja, de kans daarop is zeer denkbeeldig. Dat vertel ik renners ook, zeker als ze prof willen worden. Kijk, een hart is een spier. Als je die veelvuldig op zeer hoge toeren laat draai en, is hij aan meer slijtage on derhevig dan als je het rustig aan doet. Maar wat is gevaar lijk? Een fabrieksdirecteur gaat doorgaans gebukt onder stress, dat is ook niet gezond. Ik moet er als huisarts soms drie keer per nacht uit. Als je dat dan der tig jaar doet, is dat ook niet be- vordelijk voor je gezondheid. Wielrenners slopen hun li chaam in tien jaar voor een groot deel. Als je ziet wat zo'n Indurain nu allemaal doet, dan hou ik mijn hart vast." „Je ziet ook dat de carrière van coureurs steeds korter wor den. Na tien jaar is het feitelijk gebeurd, uitzonderingen daar gelaten. Dat is ook geen won der, want ze vliegen het hele jaar maar door. Het begint te genwoordig al in februari, in de Ruta del Sol. Dat was vroeger een trainingswedstrijd, maar nu niet meer. Er moet direct wor den gewonnen, want de spon sor vindt dat mooi en voor de renner zelf is het ook niet ver keerd. Want goede prestaties worden vertaald in geld. Zo gaat dat tot half oktober door. Ik heb alle begrip voor jongens als Bugno en LeMond. Die kiezen hun wedstrijden uit. Argentin ook, die zie je na de Waalse klassiekers een tijdje niet meer. Heel verstandig. Maar ja, zij kunnen dat doen uit hoofde van hun positie. De meeste renners moeten zo veel mogelijk rijden om aan de kost te komen." Sanders vindt dat het hoogste tijd wordt om een halt toe te roepen aan de toenemende prestatiedruk die vooral in de hand wordt gewerkt door de commercie. „Het zou een goede zaak zijn als de overheid hier eens tegen in het geweer komt. Eigenlijk is dit in eerste instan tie een taak voor de wielerbon den, maar ik zie die het voor touw niet nemen. Daarom moet het ministerie van Volksgezond heid zich maar eens in deze materie verdiepen." Van de artsen die in de wiel rennerij werkzaam zijn, kan op korte termijn wel een waarschu wend geluid worden verwacht. Sanders: „We zijn bezig met de oprichting van een club van in ternationale wielerartsen en dan zullen wij zeker onze stem verheffen. Dat lijkt me heel zin vol. Het wordt te gek allemaal en waar is het einde? Die spiraal van steeds meer en steeds zwaarder moet worden door broken. Het zou een goede zaak zijn als de Tour over vier weken zou worden uitgesmeerd, met hetzelfde aantal kilometers ui teraard. De renners moeten de tijd krijgen om te herstellen na een zware inspanning. De zwaarste etappes zouden niet langer dan 170 kilometer mo gen zijn, met maximaal drie bergen. Ritten van meer dan 200 kiloriieter zouden verboden moeten worden. Het heeft geen enkele zin om acht uur lang op de fiets te zitten." „Er moeten trouwens nog meer dingen op de helling. Neem dat hele anabolica-ge- doe. Een farce vind ik dat. In feite zijn dat gewoon herstel- middelen, die helpen je gezond te houden. Daar moet niet zo hypocriet over worden gedaan. Met een verantwoorde medi sche begeleiding is een sporter daar alleen maar mee gediend. Amfetemines en dat soort rot zooi, dét is gevaarlijk. Daar moet streng tegen worden op getreden, daar moeten we van af." Pelikaanstraat 25 Leiden Natuurlijk ook hèl Reisburo voor alle verre zon- en avontuurlijke bestemmingen! ANVR Reisadviesburo, de hele wereld bij u om de hoek! en tientallen soorten buitenlandse kaas Ontdek de Franse specialiteiten bij de Echte Bakker KOPERMOLEN 28. LEIDEN. TEL 071-220036

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 19