Agent zonder wapen 'Dit is topsport; je moet 't elke avond waar maken' yy u zaterdags ZATERDAG 27 JUN11992 ij voegsel Jeroen Schedler, scheidend directeur van het Oegstgeester sterrenrestaurant De Beukenhof: „Het wachten is op een soort doorbraak. Dat het pu bliek zich realiseert dat we hier niet slapend rijk zitten te worden'. foto loekzuyderduin Beukenhof verliest directeur aan hotelketen in Bangkok MIEPDE GRAAFF Uitgekeken ben ik hier bepaald Ik heb het altijd als een ca deautje gezien om directeur van befaamd restaurant te zijn. )e hebt al sinds jaar en dag die ter, je zit praktisch elke avond ol, je hebt landelijk die naam... maar de oosterse sfeer in Bang kok spreekt me zo verschrikkelijk pan. Het draait daar allemaal om respect voor elkaar. Het is onge looflijk belangrijk elkaar te hei- Men redeneert van: van- laag heb ik te eten, dan help ik morgen is het misschien an- iersom. Het is een groepsvolk. Terwijl je in Nederland natuurlijk le ieder voor zich-mentaliteit ïebt." Door die ingebakken wens elkaar te helpen, proef je in een gastvrijheid die" je in at stelt op een waanzinnig toog niveau service te verlenen". .Ik ging begin dit jaar aanvan- celijk alleen voor een vakantie Bangkok, op bezoek bij ie- nand die vaak in de Beukenhof rwam. Het land kreeg me zo in :'n greep dat ik er nog een week 'akantie aan vast knoopte. Juist n die week kreeg ik die pagina grote advertentie onder ogen van Be hotelketen die mensen vroeg. En nog geen vijf weken geleden kreeg ik hier een brief of we ver der konden praten. Zo snel is het allemaal gegaan." Ban i,Ik ben echt in de ban geraakt kan die oosterse sfeer. Wat me Dok zo opvalt daar is de onvoor- ttelbare luxe wat je personeel be- jreft. Het kan allemaal. Je kosten [taan niet in verhouding tot hier. Daar is een overvloed aan perso neel. Als de plaats waar wij nu praten Bangkok was geweest, had daar (wijst in de hoek, red.) ?en jongetje gestaan dat de as- Dak al had vervangen. Dat soort Hingen past in Nederland niet. Hier zit je altijd te worstelen met bersoneel, het is altijd net te trap. En de juiste mensen zijn moeilijk te vinden." „Begrijpelijk, want de horeca is [en zwaar vak. Er is geen be drijfstak waar werknemers zulke ange dagen maken. Vaak moe- en ze die extra uren nog als lief dewerk-oud papier zien ook. foor de éér, dat je in de Beuken lof mag werken, maak je dagen 'an tien, twaalf uur. En echt niet Imdat ik als directeur vind dat ve dat maar moeten doen, het is (ewoon noodzaak." „Werken op dit niveau is fi- jancieel een heel moeilijke zaak. (le exploitatiekosten zijn gigan- isch hoog. De salarissen komen loven 50 procent van de omzet lit. De entourage kost je goud- leid. De inkoop op dit niveau is o vreselijk prijzig. De ossehaas bmt uit Ierland, de ganzelever tit Israël, eendeborst uit Frank- Het Oegstgeester restaurant De Beukenhofeen slordige halve eeuw vermaard om ster en tuin verliest binnenkort zijn directeur aan een internationale, aan de beurs genoteerde hotelketen in Bangkok. Jeroen Schedler (31 begint in het nieuw te openen, 1400 suites tellende hotel waar hij aan het hoofd van een 4000 man tellende brigade komt te staan, aan een nieuw hoofdstuk inz'n leven. Gesprek met een restaurateur die het begrip serviceverlening en kwaliteitsvoedsel vijf tropenjaren lang moest afwegen tegen te hoge kosten en daarvan de nodige frustraties opliep. ,,Als er hier maar dit aan het eten niet goed is, nou, ze grijpen je. rijk. We hebben laatst op de nieuwe menukaart voor het eerst een hoofdgerecht boven de 85 gulden opgenomen en daarmee een magische grens doorbroken. Vijfentachtig gulden voor een hoofdgerecht! Maar het moest. De kreeft voor dat gerecht kost al 40 gulden, dan komt je saus, je garnituur... En wat gebeurde er op het moment dat de nieuwe kaart met dat gerecht uitkwam: schoot de inkoopprijs van kreeft ineens omhoog. Moest er nog geld bij. Dat is naar je gast toch onverkoopbaar, om te stellen dat het voor dat geld eigenlijk niet kan. maar het kan echt niet". „Het prijsniveau in dit soort zaken zou eigenlijk fors moeten stijgen, maar dat is uitgesloten, dan prijs je jezelf uit de markt. De Beukenhof houdt het hoofd boven water, maar winst is er uit zo'n bedrijf moeilijk te halen. En dat is niet uit te leggen aan men sen die hier met z'n tweeën al gauw 400 gulden neerleggen, voor sommigen 20 procent van een heel maandinkomen. Waar van sommige gasten het betalen ik sta er zelf ook nog steeds van te kijken. En dat gaat echt niet allemaal op rekening van de zaak. Ik schat dat 55 procent van mijn gasten particulier komt en maar 45 procent puur zakelijk." Doorbraak „We wachten op een soort door braak. Dat het publiek zich reali seert dat we hier niet slapend rijk zitten te worden. Ik denk dat de meeste mensen nu wèl denken dat we hier veel geld verdienen. Ze zien de rijkdom aan bloemen, het fonkelende kristal, het mooi ste bestek...maar dat is nu pre cies wat zoveel kost. We geven, pakweg, per week zó 1000 gulden aan bloemen uit. Die tuin is ver maard, al een halve eeuw, maar die kost, inclusief twee full-time salarissen,150.000 gulden per jaar. We weten het wel, die tuin is één van de belangrijkste sel ling-points van de Beukenhof, maar het moet wel allemaal met die biefstukjes worden ver diend." „En dan doe je zoveel moeite, terwijl je relatief echt niet zoveel duurder bent dan een ander. Ik weet dat mensen die elders eten, waar het hoofdgerecht een tien tje goedkoper is, na afloop zeg gen: 'lekker gegeten, en het was niet zo duur'. Hier betalen ze wat meer en is het meteen 'wel duur hè'. Wat ze ervoor krijgen, zien ze dan niet. Gisteren nog, heb ik in Amsterdam gegeten, waren we met z'n tweeën dik 300 gulden kwijt, maar moest ik wel een half uur wachten totdat ik eindelijk iets kon bestellen, om het over de rest van de entourage maar niet eens te hebben. Terwijl hier, als er wat misgaat, nou, ze grij pen je! Dat is wel eens frustre rend". Topsport „Ik had al een aantal jaren in de horeca gezeten toen ik hier vijf jaar geleden kwam. Ineens ging tweeeneenhalf jaar geleden de toenmalige directeur weg en werd ik gevraagd hem op te vol gen. Ik was toen 28, dat is heel jong voor zo'n functie. De Beu kenhof, hoe je het ook wendt of keert, is toch één van de topza- ken van Nederland. Dat merk ik nu weer bij de procedure voor mijn opvolger. Er is een enorme belangstelling voor. Onder de sollicitanten zitten echt héle gro- „Ik heb zelf gevraagd of ze me in de opvolging wilden betrek ken, en dat gebeurt gelukkig ook. Het laat me bepaald niet koud wie er na mij komt. Echt. ik heb hier m'n ziel en zaligheid inge legd. Ik woon boven het restau rant, was dag en nacht aan het werk. Als je die job goed wilt doen jnoet dat ook. Directeur zijn van zoiets, dat schept ver plichtingen. Je kunt wel zeggen dat je twee dagen per week er ge woon niet bent, maar nee... dat kan niet. Het is topsport, het is een baan die aan je vréét. Over dag heb je je administratie en je managerstaken, tussendoor komt de lunch, en om zes uur 's avonds kun je je haastig even een ander pak aan en dan... (maakt wijdse armgebaren) tata, daar staat 'ie weer. Zo gaat het zes da gen per week." „Een beetje avond komt er toch 120, 130 man in het restau rant. Van wie de helft komt om dat er wat te vieren is, en een groot deel misschien wel drie maanden heeft gespaard om hier te kunnen eten. Je moet preste ren, je moet het elke avond weer bewijzen. Dat spaargeld is maar één keer uit te geven en die dochter gaat maar één keer trou- Stijf „Het belangrijkste dat ik in die vijf jaar Beukenhof heb gedaan, is het stijve element er wat af te poetsen. Ik denk dat een brigade in zo'n topzaak heel vakbe kwaam is. Technisch zal die as bak perfect worden weggehaald en de wijn even perfect worden ingeschonken, maar niets staat mij in de weg om op een leuke, nonchalante manier met de gas ten om te gaan. Ik ben er ook de figuur niet naar om stijf in de houding te staan. Misschien dat de mensen dat in zo'n gelegen heid wel van je verwachten, dat is dan jammer, ik kan het niet." „Al die automatische plicht plegingen hoeven van mij ook niet. In heel veel restaurants worden de gasten steeds maar weer door dat personeel lastigge vallen. Al schenken ze een glas water in. dan zeggen ze nog na drukkelijk 'alstublieft'. Niet doen! Veel te storend, je verplicht die mensen steeds zich uit hun ge sprek te rukken om beleefd dan- kuwel te zeggen. Zet die dingen gewoon op tafel, daar ben je toch „Het personeel mag van mij nooit vragen of iets gesmaakt heeft als het er als een inhouds loze standaardzin uitkomt, om aan te kondigen dat de borden worden weggehaald. Het mag wel, maar neem dan de tijd om naar het antwoord te luisteren en er eventueel serieus op in te gaan. Zelfben ik altijd in heel an dere dingen geïnteresseerd ge weest. Het komt bijvoorbeeld niet voor dat hier een gast de deur uitgaat van wie ik niks te weten ben gekomen. Mensen die hier komen eten, komen op be zoek. Het is essentieel dat ik weet hoe ze de avond hebben ervaren. Dat is eigenlijk het enige dat ik zo'n avond doe: met de gasten praten. Kijken of ze hel leuk heb ben. of ze genieten." „Ik heb wel eens een gast ge had die me na afloop aanklamp te en zei: van al dat personeel dat ik vanavond aan mijn tafel zag. was me de functie duidelijk. Maar wat doet hier nou eigen lijk?". Grijnzend: „Kijk. zo moet je het eigenlijk hebben." Kativijker terug van EK in Zweden WILLEKEHEIJKOOP igenlijk had ik J nu nog in Zweden moe ten zitten natuurlijk", constateert de politieman met lichte teleur stelling. „We hebben het nog ge probeerd, geopperd dat er mis schien wel heel veel Nederlandse supporters zouden blijven han gen voor de finale. Maar dat feest ging niet door." Van der Plas zou zó zijn koffers weer hebben ge pakt wanneer de roddel die even werd verspreid waarheid was ge weest. Het verhaal ging dat het Deense team doping had ge bruikt en dat Nederland alsnog in de finale zou komen. Inmid dels weten ze beter, maar leuk was het wel geweest natuurlijk. Op verzoek van de Zweedse organisatie van het EK voetbal gingen de Nederlandse politie mensen naar Göteborg om hun Scandinavische collega's te steu nen bij het in goede banen lei den van de grote supportersstro men. Van der Plas (29): „In Zwe den hebben ze geen ervaring met ernstige ordeverstoringen zoals we die in Nederland wel kennen bij bij voorbeeld voetbalwedstrij den en krakersrellen. De mensen die vanuit Nederland kwamen, werken allen tussen de zoge naamde risicosupporters van Ajax. Feijenoord, FC-Utrecht, PSV of FC Den Haag. We konden de Zweedse collega's daarom ad viseren. Zij zijn voor het EK ook bij een aantal risicowedstrijden geweest in Nederland, zodat ze een beetje wisten wat ze te wachten stond." Chef Van der Plas werd samen met zijn collega Rik Musch 'uitgezon den' namens de Haagse gemeen tepolitie. Onder het gebied van het wijkbureau waar zij werken valt namelijk het stadion van FC Den Haag. Van der Plas is daar chef van het supportersdetache ment. „Dat is een groep politie mensen die zich naast hun ge wone werk bezighoudt met de begeleiding van de supporters van FC Den Haag, wat helaas nog steeds een risicoclub is", legt hij uit. Van der Plas en 'de zijnen' staan bij thuiswedstrijden van de club, ongewapend en in burger, tussen de supporters van de Noord-side. Bij uit-wedstrijden vormen zij zo een intermediair tussen de supporters en de plaat selijke politie. Ook de andere vier grote 'voetbalsteden' kennen een dergelijke constructie Veel praten en af en toe een barse mannenstem opzetten, dat is het enige wapen wat de heren bij zich hebben. „Dat werkt". Normaal gesproken zouden ze niet opvallen, met hun donkerblauwe poloshirts en groene jacks. Maar in het Zweedse Göteborg liepen ze de afgelopen weken tijdens het Europees Kampioenschap voetbal des te meer in het oog tussen alle in rood- wit-blauw en vooral oranje uitgedoste Hollandse supporters. Dertien Nederlandse politiemensen uit de vijf grote steden waren daar vanaf 9 juni 'gestationneerd'om de rust te bewaren onder de duizenden oranje aanhangers. De Kativijkse Theo van der Plas, inspecteur bij de Haagse gemeentepolitie, was één van hen. Met een kleine kater van het recente verlies maar tevreden over het volbrengen van zijn taak is hij afgelopen woensdag weergekeerd in Katwijk. „Tegen een min of meer bekende, zoals wij inmiddels zijn, gaan die jongens niet zo snel tekeer als tegen 'zomaar een agent. t Van der Plas. De sup porters beginnen jou te kennen en jij de supporters. De anonimi teit gaat ervanaf, die jongens we ten 'als ik te ver ga, dan ben ik erbij'. En tegen een min of meer bekende, zoals wij inmiddels zijn, gaan ze ook niet zo snel te keer als tegen 'zomaar een agent'." Vffff-kantoren Ook in Zweden begaven de der tien politiemannen zich onder de Nederlandse supporters om de rust te handhaven. „Maar tegelij kertijd waren we daar een soort wandelende VVV-kantoren", ver telt de Katwijker lachend. „We waren natuurlijk al voor het be gin van het toernooi in de stad. Zo konden we de 'risicogroepen' onder de supporters al vantevo- ren opsporen. Verder fungeerden we voor de aanhang ook als aan spreekpunt. We konden vertellen waar wat te vinden was in Göte- borg." Vier wedstrijden maakte Van der Plas mee. Drie keer daarvan was het louter feest. „Eerst die Schotten met hun kilts", herin nert hij zich. „Die supporters hebben gewoon samen met de Nederlanders feest gevierd, zo wel voor als na de wedstrijd. Bij die wedstrijd kon je nou echt spreken van een verbroedering tussen de supporters. Voor ons is dat ook heel erg ontspannen. Wij zijn ook gek van voetbal dus is het op die momenten ook ge woon genieten van de wedstrijd. Al blijf je voortdurend alert na tuurlijk." Hetzelfde verging het de politiemensen na de wedstrijd tegen het GOS. „Er waren weinig supporters van die zijde. Maar wel heel veel Zweden. Die ston den aan Nederlandse kant. Geen centje pijn dus na die wedstrijd." Zelfs na het Nederlandse ver lies in de halve finale tegen De nemarken ontstonden er geen rellen tussen supporters. „We waren wel even bang dat Duitse supporters eerder terug zouden komen na de wedstrijd in Stock holm. Maar die stroom bleef heel beperkt. En na die wedstrijd ver lieten de Nederlanders heel mat het stadion. In de feesttent bij het stadion was toen al een groot Deens feest aan de gang. Daar heeft een deel van de oranjeklan ten zich bij aangesloten en een ander deel hield zich met een pilsje afzijdig." Uit de hand De enige keer dat het. min of meer volgens verwachting, uit de hand liep. was bij de wedstrijd NederlandDuitsland. Niet sup porters, maar Duitse hooligans kwamen toen speciaal naar Gö teborg om de zaak te verzieken. Van der Plas: „Vier jaar terug wa ren er ook moeilijkheden met Duitse hooligans. Net als de Ne derlanders hebben die jongens gedacht 'we hebben nog een ap peltje met ze te schillen'. Dat wisten we, dat wisten de Zweden ook, maar je kunt ze ook de toe gang tot het land niet zomaar weigeren. De middag voor de wedstrijd hebben die jongens de terassen waar Nederlanders za ten te borrelen, schoongeveegd. Begrijpelijk dat er dan aan Ne derlandse kant een gevoel ont staan van 'dit pikken we niet'. We hebben er onzo handen vol aan gehad om de supporters te kalmeren, hen ervan te weerhou den er op af te gaan. Want als het echt op knokken uitloopt, is onze taak voorbij en neemt de ME het over. Wij zijn ervoor om te voor komen dat het escaleert." De vraag die naar aanleiding de ival' de wedstrijd rees, is natuurlijk 'waarom zijn die herrieschoppers niet onmiddellijk opgepakt?'. Van der Plas: „la dat hebben wij ook even gedacht. De Zweedse politie heeft hen in eerste instan tie verspreid. Daar wTeekt zich dan het gebrek aan ervaring met grote ordeverstoringen. Dat kun je hen ook niet echt kwalijk ne men. Ook al zijn de Zweedse col lega's in Nederland bij risico wedstrijden geweest. Zoiets pomp je er niet in een keer in. Toen die hooligans 's avonds weer opdoken, heeft de Zweedse politie hen bij het station bij el kaar geharkt en het land uit ge- Na diezelfde wedstrijd leek het er volgens Van der Plas aanvan kelijk ook op. dat het op herrie zou uitdraaien tussen Neder landse en Zweedse en Duitse supporters. „De Zweden en de Duitsers togen, onder invloed van een flinke slok. naar het gras veld bij de Nederlandse suppor terstent. Wij hebben toen de Zweedse politie het advies gege ven een linie te vormen en de twee partijen uit elkaar te drij- Monsterverbond Hoewel Nederlandse supporters van verschillende clubs elkaar in Holland bij wijze van spreken de hersens in slaan, zag Van der Plas die dag hoe ze in Zweden een soort monsterverbond sloten en op de Zweeds/Duitse 'aanval lers' af wilden. „Sommigen had den al stokken afgebroken om zich zogezegd te verdedigen. Wij zijn daar tussen gekropen en hebben op die jongens inge praat. Zo van 'laat je nou niet uit de tent lokken. Je zit hier zó vast. Ga terug naar die tent. pak een pilsje en ga feesten. Natuurlijk gaan er dan toch een paar ach teraan. Maar juist die twijfelaars, die meelopers die kun je ervan weerhouden zich in zo'n gevecht te storten. Achteraf denk ik dat we daar goed werk hebben ver richt", constateert Van der Plas tevreden. „Ik denk dat we daar goed werk hebben verricht" foto wim du km an

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 35