Sport Excelsior: stokoud, maar springlevend I l l j I 1 Vergeer hunkert naar 1 verantwoordelijkheid i i Vermond en Engels op jacht naar medailles i ZATERDAG 27 JUN11992 23 Programma Bij het 85-jarig bestaan pakte Excelsior flink uit met een spectaculaire en dure show (Circus Excelsior) in de Stadsgehoorzaal. Dit jaar doet de jubilaris het wat so berder. Vandaag is het ter rein van hockeyclub Room burg het decor voor de jubi leumdag. Om 15.00 uur is er een bal lonnenwedstrijd, gevolgd door een achtkamp voor jong en oud. Om 17.00 uur is het borrelen geblazen, waar na een Italiaans buffet wordt geserveerd. De receptie be gint om 19.30 en een uur la ter barst het feest los en kun nen de lenige lijven de dans vloer op voor Excelsior Nightclub, zoals de afsluiting wordt genoemd. LEIDEN WILMAR KORTLEEVER ATLETIEKMEDEWERKER Saskia Engels en Bianca Ver mond lijken het komende weekeinde in Breda de kansrijke regionale atleten bij het NK ju nioren. Op de 400 en de 800 meter staan zij hoog genoteerd op de meest recente nationale ranglijsten. Doordat Vermond haar kan sen beproeft op de 200 en de 400 meter, loopt Leiden een sportieve confrontatie op de 800 meter tussen de twee talentvolle juniores mis. Voor Engels bete kent dit een voordeel. Achter Silvia Kruyer en Danielle van Cadsand moet de atlete van De Bataven haar bronzen indoor- medaille kunnen verdedigen. Ook Vermond ontmoet outaoor dezelfde tegenstanders als in de Haagse Houtrusthallen. Een plaats op het erepodium lijkt de Holland-atlete bijna niet te kun nen ontgaan. Van AV Holland presenteert ook Paul van der Lely zich meer en meer als topper in spe. De eerstejaars A-junior heeft pech dat de twee beste polsstok-ju nioren uit de Nederlandse atlé- tiekgeschiedenis, Chris Tam- minga en Laurens Looye, hun opwachting maken. Dit jaar lijkt een bronzen plek in zicht. Hol land brengt verder Marco Kort- leever (200 en 400 meter), Mi- chiel Mooibroek (800 meter), Jeroen Overduin (3000 meter) en Casper Ong (110 meter hor den) in de strijd. Van De Bataven komen naast Engels vooral B-junioren in ac tie. Elsemieke Roksnoer en Marlies Koster zijn favoriet voor minstens een finaleplaats op de 100 meter horden. De tweestrijd belooft net zo spannend te wor den als de afgelopen districts kampioenschappen, waar Kos ter net de sterkste bleek. Nienke Eijgenraam, lid van het Voor- schotense Randstad Sport, lijkt kansrijker op de 300 meter hor den. Polsstokspringer Remy Ze venhuizen, vorige week goed voor 3,80, is momenteel goed in Bij De Spartaan moeten door de blessure van Stefan Mole naar de medaillekansen overge nomen worden door Nicole van Grieken en Marijn van der Ploeg. Van beiden, onlangs ge slaagd voor het vwo, valt te ver wachten dat ze de spanning op de 400 meter horden en de 3000 meter steeple chase goed aan kunnen. Leidse gymnastiekvereniging viert 90-jarig bestaan Als Ian van Duyn zou moeten kiezen tussen voetbal en tennis, zou de ba lans toch door slaan naar het spel met de grootste knikker. Maar de Leidenaar heeft de keuze niet meer. Een knieblessure maakte een abrupt einde aan zijn voetballoopbaan. Daarom is hij nu een frequent bezoeker van de Leidse tennisparken Uni cum voorop en is hij door de jaren heen zelf een verdraaid aardig balletje gaan slaan. Een voetballer pur sang die noodge dwongen een dubbelaar pur sang werd. In het C-veld heeft hij inmiddels al een behoorlijke palmares opgebouwd. Hoe zag jouw voetbalcarrière er uit ,,Ik begon bij UVS en ben op mijn zeventiende naar ADO ge gaan. Het oude ADO dus, voor de fusie met Holland Sport die leidde tot FC Den Haag. Ik speelde betaald voetbal, had eerst een B-contract en vervol gens een A-contract. Ik speelde in die tijd met mannen als Dick Advocaat, Aad Mansveld en Theo van de Burch. Maar eigen lijk was ik toch een beetje vaste reserve. Zeg maar dat ik bij de selectie van zestien zat. Het was een mooie tijd, we speelden toch in de eredivisie en eindig den vaak rond de derde plaats waardoor we Europa Cup mochten spelen. Daardoor kwam ik ook nog eens in het buitenland. Later ben ik terug gegaan naar UVS. Mijn loop baan eindigde bij RCL." Geen prettig einde vanwege die knie. „Nee, tijdens een zaalvoetbal partijtje scheurde ik mijn knie banden. Het is daarna eigenlijk niet meer goedgekomen. Ik was er een jaar uit en begon weer voorzichtig, maar het lukte niet meer. Ik stopte." Je rolde meteen in het tennis en werd al snel een gevreesde opponent in de dubbels, zonder dat je ook maar een tennisles had gehad. „Ik zal je vertellen dat ik de puntentelling niet eens kende. Het ging snel. Mijn vrouw speelde bij Unicum en daarom kende ik er een hoop mensen. Vanwege mijn knie beperkte ik me vooral tot de dubbels. Daar in maak je vooral de voorwaart se en achterwaartse beweging, dus de knie wordt niet te veel belast. Dat ging lekker. Eerst was het heel recreatief. Biertje, bitterballetje, slap ouwehoeren. Maar al gauw wilde ik die echte wedstrij den en dat liep Hoe kan een voetballer zo snel een behoorlijke tennisser worden? „Dat balgevoel hè. Je bent al ver vooruit qua inzicht en taktiek. Als voetballer moest ik het daar ook van hebben. Technisch en taktisch was ik sterk als midden velder, ik was de ningen. Zeg maar de nummer 10. waarvan ze nu zeg gen dat-ie er niet meer is, maar dat is geklets natuurlijk. Hij is er volgens mij wel, maar past niet meer in de verdedi gende stijl van te genwoordig. Maar goed, dat overzicht en balgevoel komt me nu van pas bij het tennis. Toch moet je de raakvlakken van tennis en voetbal niet overdrijven. Ik heb namelijk het idee dat ik met tennis harder moet werken dan met voetballen." Waarom vind je voetbal leu ker? „Het is een teamsport." Een dubbel in tennis is ook een team... „Jawel, maar met zijn elven een prestatie neerzetten, of ei genlijk met een groep van twin tig iets bereiken, dat is het voor mij. Doordeweeks samen trai nen in de bagger en er dan in het weekeinde samen staan. Dat sociale spreekt me aan. Ik was geen werker, maar ik stond er altijd en miste geen training. Wat in tennis wel weer positief is, is dat er op hoog en laag ni veau een goede competitie is. Voetbal op lager niveau is na tuurlijk een ramp." Wat vind je van het tennis in Leiden zoals je dat deze week op de districtskampioenschappen ziet? „Toptennis hebben we niet in Leiden, daar moeten we eerlijk in zijn. Ik zie zo gauw niemand doorbreken op de A-lijst. Maar in de breedte is het natuurlijk goed. Je ziet hier toch erg sterke B- en C-potjes. Wat mij wel te genstaat is die blikken van de meeste spelers op de baan. Als of ze staan te werken, dat is toch om te janken. Er kan geen lach of geintje vanaf. Als de te genstander een punt scoort, lo pen ze te schelden dat ze de bal weer panklaar hebben aangege ven. Het respect voor de ander en de humor ontbreken soms volledig. Dat vind ik jammer." Kun jij de hele dag naar tennis kijken? .Alsjeblief zeg. Nee, ik kan geen uren naar een partij kij ken. Zelfs Cash-McEnroe op Wimbledon kijk ik niet uit. Geef mij de samenvatting maar even. En dan heb ik het nog niet over Roland Garros. Vreselijk. Dan loopt die Mancini de bal hon derd keer achter elkaar terug te brengen, dertig meter de lucht in. Het zal allemaal wel, denk ik dan." Maar je zit in de se lectiecommissie van Unicum en loopt altijd ah een kenner tussen de baantjes door en hebt altijd een mening over de spelers of de wed strijden. „Ik heb er kijk op, maar pretendeer geen kenner of een betweter te zijn. Trouwens: ik be oordeel de spelers ook niet alleen. De trainers moeten dat in eerste instantie doen." game set match Naam: Jan van Duyn Leeftijd: 41 jaar Beroep: mede-eigenaar van een drukkerij Club: Unicum I Het liefst zou Pas eindelijk eens zijn eigen gang gaan. Maar de kans is levens groot dat de Warmondse ama teurwielrenner ook vanmiddag weer een dienende functie ver vult. Tijdens het Nederlands kampioenschap geldt nu een maal de gebruikelijke ploegdis- cipline bij Koga Miyata, zijn huidige 'renstal'. En in de pikor de staat Vergeer nog lang niet bovenaan. Dat begint de districtskam pioen in toenemende mate te irriteren. „Als ik vandaag geen duidelijkheid heb over mijn toe komst bij Koga, dan trek ik mijn eigen plan", meldt Vergeer. „Ik moet volgend jaar een belang rijker positie in de ploeg heb ben. Die had ik dit jaar al ver wacht, maar toen kwamen op eens drie man renners van de opgeheven Teleflex-ploeg over. Lukt het hier niet, dan zoek ik mijn heil bij Swift/Casba. Ik ben al lid van die club en heb dit seizoen gezien hoe gesmeerd alles daar loopt. Sinds de komst van Martin Schalkers is Swift niet meer weg te denken uit de topcompetitie." Milkrace Van zijn eigen prestaties kan Vergeer nog niet al te hoog op geven- Het geslaagde districts kampioenschap, waaraan Ver geer zijn deelname aan de na tionale titelstrijd in Meerssen dankt, vormt in feite een uit zondering. „Ik had mij op dat ogenblik inderdaad nog niet ge plaatst voor het NK. Bovendien was ik net terug uit de Milkrace en had bepaald geen goede be nen. Na drie ronden overwoog ik zelfs af te stappen. Maar ik denk dat vooral de renners van Casba mij de titel wel gunden. Bovendien reed ik daar voor mijn eigen kans, zonder reke ning te hóeven houden met ploeggenoten. Toen ik eenmaal draaide, leek het wel of ik twee kilometer per uur sneller fietste dan de anderen." Vergeer kreeg pas na die klin kende overwinning in Gouda de smaak te pakken. Na een opera tie aan zijn been en ziekte raak te hij in het begin van het sei zoen overtraind. Toen de voor jaarsklassiekers al voorbij wa ren, merkte hij eindelijk dat hij weer eens met dè besten mee kon. „Ik mag onze ploegleiding niets verwijten. Toen ik slecht reed, heeft die mij buitenlandse wedstrijden laten rijden. In ei gen land hadden die mensen op dat moment toch niets aan mij. Ik besef nu pas hoe vlak Neder land is. Buitenlandse wedstrij den zijn prachtig, maar ook loodzwaar. Zelfs in de Milkrace zat in elke Finale wel een lastige klim. Dan hield het op voor mij. Meer dan een twaalfde en een veertiende dagklassering zat er voor mij in Engeland niet in." Gesterkt Wel kwam Vergeer gesterkt en gelouterd terug uit den vreem de. „Tegen het NK in Meerssen hik ik nu niet meer aan. Tijdens een trainingsdag in Limburg leek het wel of ik omhoog vloog. Terwijl ik toch zeker geen klim mer ben. Het is alleen de vraag hoe lang ik het vandaag kan vol houden." Waarschijnlijk niet zo lang als zijn huidige huis- en ploegge noot Niels Boogaard, die bij de amateurs al jarenlang op het hoogste niveau meerijdt. „Van Niels kan ik veel leren. Hij be schikt over het gevoel om op het juiste moment toe te slaan. Daarnaast kan hij ontzettend hard trappen, ik denk het hardst van alle Nederlandse ama teurs." Vergeer is reëel genoeg om toe te geven dat hij nog niet in de schaduw kan staan van top pers als Boogaard en regerend kampioen Toine Bok („Volgens mij strooit hij de concurrentie zand in de ogen"), die hij als kanshebbers voor de rood-wit- blauwe trui tipt. „Ik kan nu wel roepen dat ik in onze ploeg een kans moet krijgen, maar uitein delijk moet ik het zelf afdwin gen. In de Omloop van de Zuid westhoek reed ik afgelopen zon dag in een kopgroep met onder anderen Martin Schalkers. 'Nu ben jij de kopman van Koga', schreeuwde hij mij toe. Toch heb ik niet vol meegereden, omdat dat tegen onze ploegtac- tiek indruist. We werden dan ook teruggepakt. Maar ik kreeg na afloop wel een complimentje van ploegleider Egbert Koersen. Die geeft hij anders nooit." Mocht Vergeer desondanks geen toekomst meer hebben bij Koga, dan heeft hij er toch geen verloren jaren doorgemaakt. „Ik weet inmiddels precies wat ik wil. Meer verantwoordelijkheid als wielrenner en bij voorkeur vlakke parcoursen. Klassiekers en Olympia's Tour, dat werk. In tijden dat het tegenzit denk ik ook wel eens aan het runnen van een eigen rijwielzaak, waar voor ik inmiddels de papieren heb. Als ik mij ervoor inzet, moet ik ook op dat gebied kun nen slagen. Dat moet je maar niet opschrijven, want dat is voorlopig nog lang niet aan de orde." Marcel Didden liep toen-ie acht jaar was al om de haver klap op zijn handen door de kamer. En vaker dan zijn leeftijdgenootjes stond hij in de tuin op zijn hoofd om de wereld eens van de andere kant te bekijken. Het leidde geen twijfel: deze acrobaat moest zo snel mogelijk naar een gymnastiekvereniging. En zo geschiedde. De 'elastie ken' puber belandde bij Excelsior, de Leidse 'herenclub'. Marcel Didden was een sportief buitenbeentje, maar in feite zat het bijzondere niet louter en al leen in zijn lenigheid en lef. Het feit dat hij als jongetje niet ging voetballen, tennissen of zwem men, maar ging 'gymen' maakt hem al tot een opvallende ver schijning. Immers: de jongeren die op een sport als gymnastiek gaan, moeten tegenwoordig met een lampje worden ge zocht. De meesten vinden het al erg genoeg dat ze tijdens schooltijd een paar uur per week gymles krijgen. Het is daarom dat de negen gymnastiek- en turnverenigin gen in Leiden zijn veroordeeld tot een kleine rol. Ze kennen hun plaats in de grote sportwe reld die wordt gedomineerd door Koning Voetbal en waar voor een nobele en goudeerlijke vrijetijdsbesteding als gymnas tiek weinig plaats en waardering is. De gymnastiek- en turnvere nigingen roeien tegen de stroom op, met de riemen die ze hebben. Draagvlak Petje af dus voor het Leidse Ex celsior, dat ondanks alle maat schappelijke tegenstromen stand hield en komend week einde het 90-jarig jubileum viert. De vereniging, die haar oefeningen afwerkt in een zaal aan de Oppenheimstraat, weet als geen ander dat gymnastiek een klein draagvlak heeft en in de schaduw staat van voetbal, tennis en andere grootheden. De jubilaris is de oudste Leid se gymnastiekclub, maar be paald niet de grootste. Voor Ex celsior geldt namelijk nog een extra handicap in de 'concur rentiestrijd'. De club in de eerste decennia na de oprich ting in 1902 was het een gym nastiek- en schermvereniging is van oudsher een 'heren- club' en juist jongens en man nen gaan steeds minder 'gy men'. Bij de meisjes valt het nog Excelsior kon in patiegolf niet achterblijven en wijzigde zeven jaar geleden de statuten. Vrouwen waren vanaf dat moment welkom, maar toch blijft de club nog altijd het imago van een 'mannenclub' houden. Een jongen die bij een gymnastiekclub gaat, komt te recht bij Excelsior en een meisje gaat naar één van de acht ande re Leidse verenigingen. In prin cipe althans. De omstandigheden waarin de gymnastiek, en Excelsior in het bijzonder dus, zich staande moet houden zijn niet optimaal, maar de sport zal overleven. Al was het alleen maar omdat het sterke en gezonde lichamen zijn die voor de goede zaak vechten. Bij het jubileumfeest van Excel sior past dan ook geen treurnis. Stokoud „Wij zijn stokoud, maar tegelij kertijd springlevend", zegt voor zitter Harm Laarhoven, die met het spring voor levend ook nog doelt op de discipline 'springen' waar Excelsior sterk in is. „Gymnastiekverenigingen heb ben het niet gemaldcelijk, maar wij kunnen met honderd leden het hoofd aardig boven water houden. We zijn een familie en dat is belangrijk. Enkele jaren geleden hadden we een be stuurscrisis. Nu hebben we de zaak weer op de rails en is er rust. Het feit dat we drie leden van Excelsior bij de laatste NK turnen hadden (Marcel Didden, Jeroen van Vuren en Dick Meij er, red.) is daarvan volgens mij het beste bewijs." Niet alleen qua leeftijd, ook op het terrein van de prestaties ligt Excelsior voor op de Leidse collega-clubs. „Voor de gemeente is gym nastiek en turnen duur", zegt Laarhoven. „Een turnhal zou voor ons en de andere clubs een mooie zaak zijn, maar is in feite niet rendabel. Leiden heeft geen turners die dertig uur per week met hun sport bezig zijn. Als die er zijn gaan ze trouwens wel naar Papendal." Excelsior gebruikt daarom met nog vijf andere verenigin gen een zaal aan de Oppen heimstraat. Daar staan turntoe- stellen en zelfs een tumbling- baan. Dat laatste is het stok paardje van de jubilaris. Het is een verende mat waarop spec taculaire salto's kunnen worden Marcel Didden op de brug. Secretaris Jan Guldemond blijft liever met beide benen op de grond. FOTO ioHIELCO KUIPERS gemaakt. Marcel Didden, in middels 18 jaar, heeft er patent op en won zelfs de NK Tum bling in 1989. Ringen Zijn broer Ron (20) een an dere topper binnen de vereni ging moet het meer van de ringen hebben. Hij heeft iets meer spierballen dan zijn jon gere broer. De twee 'Diddens' zijn wild van hun sport, maar weten dat ze in hun enthousias me geen tientallen leeftijdgeno ten meekrijgen. Het zij zo. Ron:Als ik tegen iemand zeg 'ik zit op gym' wordt er altijd een beetje lacherig gedaan. Het is kennelijk niet stoer genoeg. Maar als je ze dan een s3to laat zien, worden ze opeens laaiend enthousiast. 'Nog een keer, nog een keer', roepen ze dan. Ieder zijn sport, zeg ik maar. Marcel en ik krijgen een kick als we on ze grenzen weer hebben ver legd. Ik ben bijvoorbeeld een jaar bezig geweest om de 'breedtehang' te beheersen. Dat betekent dat je met de armen horizontaal gestrekt in de rin gen kunt hangen. Dat lijkt zo simpel, maar het kost maanden van training. Nu kan ik het. In een wedstrijd of demonstratie duurt het misschien maar drie seconden, maar toch. Marco van Basten laat op de EK heel wat zien, maar dit kan hij niet Zo zie ik dat." Naast de wedstrijden bestaan er voor de leden van Excelsior ook de demonstraties. Daar moet de sport zich laten zien en manifesteren. Secretaris Jan Guldemond bevestigt dat. „Op een demonstratie kun je attrac tieve dingen laten zien. Dat boeit de mensen. Gelukkig zijn we nogal sterk in tafelspringen en dat soort dingen." Volgens Guldemond zit een verbetering van het imago in kleine dingen. „Spreken over turnen klinkt veel populairder dan als je het hebt over gym nastiek. Meestal noemt een ver eniging zich gymnastiek- en turnvereniging, want toesteltur- nen is in feite een onderdeel van de gymnastiek en moet dus los worden gezien. Wij heten nog gewoon gymnastiekvereni ging. Maar turnen heeft een modernere klank. Gymnastiek raakt als term wellicht uit de mode. Ritmische gymnastiek heet nu ook al gewoon ritmisch turnen, zo gaat dat." De club is gezond van lijf en leden, daar gaat het om. Gym nastiekvereniging Excelsior zal de honderd wel halen. Ron en Marcel Didden: „Wij beleven het eeuwfeest, zeker weten."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 23