Geluidgolf
tussen de
Alpen
Slag op de electronicamarkt
c
T
H ussén Philips en Sony woedt de
I zoveelste slag om de elektronica-
■M., markt. De Nederlandse multina
tional heeft de dcc gelanceerd, de digitale
compact cassette, een opnamebandje met
cd-kwaliteit. Het Eindhovense concern
hoopt dat bezitters van cassettedecks bin
nen drie tot vijf jaar hun oude kastje inruilen
voor een nieuw exemplaar. De consument
heeft dan weliswaar de wetenschap dat hij
oude cassettes op dé nieuwe apparatuur, kan
1
afdraaien, maar: niet op cd-kwaliteit.
Zo is hrit ook met Sony's nieuwste vinding,
de mitii-ciisc (rad). Op een uiterst klein
plaatjélperst het Japanse bedrijf 74 minuten
muziel Bovendien kan de consument op de
md miljoenen keren opnemen. Sony gokt er
op dal de ouderwetse tape itaar de geschie
denis wordt verwezen en vervangen door
een nöahandzamer apparaatje. Eind dit jaar
volgt delntroductie bij de consument.
Onlangfhad een kleine, chique introductie
en 'voortgangsconferentie' rond het nieuwe
produkwplaats in Salzburg. Daar ging de top
van het Japanse concern in de tegenaanval
op Philips en toonde aan dat de fabricage
van schijfje en afspeelapparatuur op schema
ligt.
De hard-ware-journalisüek is in Salzburg
overtuigd geraakt van de kwaliteit van het
geluid, maar nog niet van de apparatuur.
Inzet van de strijd tussen de giganten Sony
en Philps: een potentiële markt, waarin
elektronicaconsumenten jaarlijks zo'n 100
miljard wereldwijd uitgeven.
chloss Klessheim straalt een neo-
i Tp classicistische arrogantie uit. Ooit
domein van de hogere aristocratie,
nu speeltje van een maatschappelijke boven
laag. Het is een uit de kluiten gewassen oran-
gerie met neobarokke hoge zalen die op de
eerste verdieping in elkaar overlopen, zodat
je wel drie keer het vertrek kunt verlaten zon
der in staat te zijn je aan de ruimte te ont
trekken.
Van de statige hekken bij de entree tot aan
de trappen die voeren naar de hoofdingang
van het gebouw loopt een oprijlaan van een
kleine driehonderd meter. Aan de voet van
het slot is met mathematische precisie een
fontein aangelegd, die in samenhang met de
quasi-Franse tuin slot Klessheim een vreem
de, anachronistische allure verschaffen. Post
modernisme avant la lettre.
Twee touringcars zetten een heterogeen
internationaal gezelschap gasten van de
firma Sony af bij het gietijzerwerk van de
entree. Er bevinden zich keurige Zweedse za
kenlieden onder; de meesten met embon
point want het gaat hen nog steeds goed in
de audio-videobranche. Maar er zijn ook En
gelse dealers onder, als altijd wat shabbyër
gekleed en al bij voorbaat op hogere snelheid
pratend over 'the next Jap magic that does
the trick'. Ze hebben het over hun marktaan
deel.
Het merendeel van de genodigden vergaart
het inkomen in de voorlichting over de
laatste grapjes die de audio-visuele wereld
verzint om de consument te prikkelen. Het
zijn hard-ware-journalisten, vaak self-made
men die hun eigen glimmende magazines
vervaardigen vanaf een tot kantoortje omge
bouwde slaapkamer. Kleine, wandelende
eenmansbedrijfjes in desk-top-publishing die
er hun kantoorbaan bij een, verzekerings
maatschappij of in de ambtenarij aan heb
ben gegeven toen de consument halverwege
de jaren tachtig niet meer zonder handy-cam
en car-stereo bleek te kunnen.
Vanaf het bordes van Klessheim klinkt
hoorngeschal. Alweer barok. Japanners kie
zen altijd voor klassiek als ze willen impone
ren. Onder aan de trappen van het slot wacht
het welkomstdrankje. Diverse variaties op het
thema kir. Champagne met caloriearme
likeur, uitgeserveerd door een regiment ge
disciplineerde Oostenrijkers die in een Sissi-
film het figureren nog onder de knie moeten
hebben gekregen.
Ik loop een goeie Duitser tegen het lijf, die
dit voorspel beziet met een Hollands aan
doende nuchterheid. Niet'alleen verwijzend
naar dit moment ('De Japanners zullen nu
toch echt wat moeten laten zien'), maar ook
naar de historie ('Hier staan we in wat ooit
Mittel-Europa werd genoemd. De vuilnisbelt
van ónze continentale geschiedenis') en zelfs
naar de problemen van alledag ('Duitsland is
niet racistischer dan het Frankrijk van Le
- Pen'). De sfeer kan worden omschreven als
q verwachtingsvol, maar sceptisch. Hqt pakjes-
avondgevoel dat je als kind elk jaar op 5 de-
cember bekroop. Je moeder had je cadeau-
lijstje ruimschoots op tijd gekregen, maar of
sint zich er aan hield?
Voordat in de grote salon de 'Mild ge-
raucherter Hirschschinken mit Sellerie-Apfel-
Salat' of de 'Geda"mpftes Wallerfilet auf
Safransosze mit Lauchnudeln' wordt opge
diend, wacht in de hal van Klessheim een
klein welkomstwoord. Abbott, een rijzende
'ster binnen Sony Europe, neemt de egards
ï-waar. Zeer Brits, en dus correct en met gevoel
voor understatement. „Wij hopen dat U onze
gast wilt zijn en morgen zult ervaren dat niet
alles wat Philips zegt waar is." De hard-ware-
journalisten gniffelen op zeker 55 dB.
-k
i 'Nicholais mysticisme kwam op een na-
middag aan bet licht toen hij een oefenspel
r speelde met Otake-San, een zeer strakke en
klassieke partij waarin slechts de vaagste
nuances van ontwikkeling het spel ónder-
scheidde van leerboekpartijen. Tijdens het
derde uur voelde Nicolai de poort naar rust
en éénzijn zich openen, en hij liet zich er in
ondergaan. Na een poosje loste het gevoel
zich op en Nicolai zat zich. roerloos en uit-
l gerust, vaag af te vragen waarom de leraar
t treuzelde met een voor de hand liggende
i zet. Toen hij opkeek, verraste het hem dat
de ogen van Otake-San op zijn gezicht ge-
vestigd waren en niet op de Go-ban.
iVat is er, Meester? Heb ik een fout ge-
l maakt?'
Otake-San bekeek Nicholais gezicht scherp.
'Nee Nikko. Je laatste twee zetten vertooi i -
den geen bijzondere brille, maar evenmin
een. Maar... hoe kun je spelen als je zit te
l dagdromen?'
(Uit: 'Shibumi', van Trevanian).
~k ~k
ÏOhga-San, Chief Executive Officer en Presi
dent van de Sony Corporation, bevindt zich
•sinds een kleine drie jaar in het oog van de
orkaan, het centrum van de macht binnen
Schloss Klesheim nabij Salzburg diende als decor voor Sony's tegenaanval op Philips.
"zijn multinational. De 62-jarige manager
heeft een ebbehouten uitstraling, een aura
dat overeenkomt met de verhalen die binnen
zijn grote bedrijf over hem de ronde doen.
'Hard, militair, rigide, saai. Mist de flair van
zijn voorganger, Akio Morita, die overigens
nog steeds op de achtergrond aan de touw
tjes trekt. We moeten er niet aan denken dat
die nog eens helemaal met pensioen gaat'.
Maar vergis je niet. Norio Ohga is jong ge
noeg om de oorlog te hebben meegemaakt
en van het echec van het Japanse imperialis
me te hebben geleerd. In 1957 studeerde hij
in Berlijn af in culturele studies, na zich in
Tokyo zowel in de schone kunsten als de in
de naoorlogse jaren snel opkomende tele
communicatie te hebben bekwaamd. Zijn
curriculum vitae verraadt een gespleten
loopbaan, deels in de soft-ware binnen CBS,
de grote platenmaatschappij, deels binnen
de hard-ware-fabrikant Sony.
Morita-San was veel communicatiever ge
weest dan Norio, sprak zijn talen beter. Lacl
te veel en uitbundig, en zodanig dat de w
terlingen begrepen waarom hij lachte. Aa
het begin van de jaren vijftig was
Eindhoven bij de NV Lichtfabrie
ken Philips, waar de televisietoe:
stellen in massaproduktie gingen
en zich een an dere tijd aankon
digde. Morita had er aantekenin
gen gemaakt, er zijn eigen voet-
noten aan toegevoegd en dertig
jaar later het genoegen kunnen
smaken Philips in eigen land te
hebben verdrongen als elektroni
cafabrikant nr. 1.
Weldra kwamen zij uit Eindho
ven naar Japan om wat op te ste
ken of in vele gevallen om licen
tieovereenkomsten af te sluiten
over vindingen die binnen Phi
lips waren gedaan, maar waar
van de adaptie vooral Japans zou
blijken te zijn. Sony was sneller,
behendiger, trendyërdan Philips.
De verbeelding was er aan de
macht. Terwijl het gevecht om de
afzetgebieden het dagelijks leven
kleurde, leek het alsof een kleine
developmentafdeling rond JMori-
ta zich voortdurend aan dagdro
men kon overleveren.
Philips bedacht zeker twee van
de drie belangrijkste audio-visu
ele doorbraken van de afgelopen
decennia (cassette en cd), maar
Morita kwam met het concept
waarmee je als hard-ware-fabri
kant de consument meer ter wil
le kon zijn en dus meer aan die
consument kunt verdienen. De
moderne mens is er een die zich
beweegt en verplaatst. Niet al
leen in de auto maar overal wil
die moderne mens zich bedie
nen van hi-fi-geluid. Morita be
dacht de walkman, de cd-man,
het vestzak-tv'tje.
De marketingwereld nam
Akio's begrippen over. Het En
gels werd verrijkt met begrippen
als availability (de mate waarin
iels beschikbaar is), consumera-
bility (de mate waarin en het ge
mak waarmee een consument
over iets kan beschikken) en
quick random access (de snelle
toegankelijkheid van een appa
raat). Op basis van draagbare ap
paratuur zou de moderne mens nog meer
comfort gegund zijn. Morita bleek een "be
hoefte te hebben geprikkeld waar geen eind
aan komt. Geen mens kijkt nog op van draag
bare telefoons en draagbare pe's.
Ohga-San beklimt het spreekgestoelte in
een gerieflijk conferentieoord. Achter zijn
hoofd zoemen de sérhi-automatische en
deels computergestuurde diaprojectoren, die
aan de hand van grafieken en animatie laten
zien waarom de consument telkens wat an-
ders wil. Maar voordat Norio vertelt dat de
verkoop van lege cassettes over de hele we
reld schrikbarend daalt, memoreert hij een
eerder bezoek aan Salzburg. De Japanner
houdt van klassiek. Meister Von Karajan had
het behaagd hem, Ohga-San, de hand te
drukken. En vandaar dat we nu in Salzburg
zijn.
'Toen commandeur Peny in de vorige eeuw
(1854 - JO) de Japanners een bronzen hou
witser ten geschenke had gegeven, nadat
hij Japan uit het isolement van drie eeu-
Een privéaudiëntie. Ik mag een kwartier met
de top van de Japanse onderneming van ge
dachten wisselen.
Ohga-San prijkt als een veldheer achter de
ovale tafel. Zijn linkerhand hangt in de lucht
om de bezoeker naar binnen te dirigeren.
Zijn hoofd neigt licht, voordat hij zijn rech
terhand uitsteekt om die van de bezoeker te
drukken. De linker maakt een flauwe boog
door de lucht ter introductie van de zes an
dere directieleden van Sony Corporation.
Vier andere Japanners en twee westerlingen,
de Zwitser Jack Schmuckli, president van So
ny Europa en Michael P. Schulhof, vice-
cliairman Sony USA, beiden vijftigers en de
enige niet-Japanners in de board of directors
van een grote Japanse onderneming.
Ohga-Sans linkerhand hangt nog steeds in
flauwe imitatie van Von Karajan in de lucht.
Hij dirigeert mijn vragen naar het betreffende
directielid. Soms prikt hij de vinger op de ei
gen borstkas: als in een zelfgestelde opdracht
iets van het antwoord te maken. De generaal,
denk je. Rinus Michels, MacArthur, of die
grote vent die de Golfoorlog won.
Ik wil het niet over hard-ware hebben. Niet
alleen, althans. Meer over de opvatting die
Sony er vier jaar geleden toe verleidde CBS
op te kopen en daarmee (naast Philips) uit te
groeien tot de eerste Japanse multinational
die zowel de cd-spelers levert als de discs die
er bijhoren. De eerste gigant die entertain
ment tot zijn speelterrein maakte.
'Mickey...?', wijst Norio Ohga. Schulhof
gaat er voor zitten. ,,We waren al nauw met
CBS verbonden sinds 1968, en dus vertrouwd
met het bedrijf. Toen CBS aangaf dat het
overgenomen wilde worden, voelden we
daarvoor. We hebben altijd een voorkeur ge
had voor een combinatie van hard-ware en
soft-ware. Het zijn twee wielen onder dezelf
de auto. Zowel wat muziek als video aangaat,
is het nodig om beide terreinen geheel te be
heersen, wil je in staat zijn als onderneming
de 21ste eeuw aan te kunnen."
„We hebben CBS in feite pas onlangs over
genomen en dus enkele jaren nodig gehad
om een strategie te ontwikkelen, maar je zult
de komende jaren zien dat de samenwerking
tussen beide onderdelen van het concern
zich snel zal ontplooien. Als topmanagement
bekijken we deze bedrijfstak zelf als een en
kel terrein: we doen niet aan hard-ware of
soft-ware. We doen aan entertainment. Ie
mand die een Sony-tv aanzet, heeft program-
Sony-topman Nprio Ogha. Volgens itigewij- Michael 'Mickey' Schulhof. Amerikaans top-
den een saaie, harde man. In directe confronta- .man in centrale directie Sony: „Wereldconcern
tie kunstminnaar en'dirigent'. werkt overal als lokale ondernemer."
ma's nodig waarnaar hij kan kijken."
Zo ver als Philips, dat Dire Straits gebruikt
om de eigen haird-ware aan te prijzen en,
zoals marketing-'deskundigen zeggen, in de
markt te zetten, yvil Sony niet gaan. „Onze
grootste kopzorg js dat zo veel grote artiesten
zich willen afficheren met onze produkten.
Maar er zijn voor ins voldoende artiesten be
schikbaar die als 'ihet ware Sony promoten.
Dat hoef je er niet bovenop te leggen."
„We hebben obze nieuwste vinding, de
mini-disc, getoond aan heel veel bekende ar
tiesten en producers. Neem nou John Cougar
Mellencamp, hij is een muzikant die bij Poly
gram (de platenholding van Philips JO)
onder contract staalt. Hij wilde een zogeheten
letter of endorsement (een aanbeveling) voor
de mini-disc schrijven. Polygram wilde dat
uiteraard voorkomen omdat Philips de dcc
op de markt brengt,) maar artiesten laten zich
niet de mond snoeren. Mellencamp ook niet.
Je ziet, we hoeven er zelfs niet eens moeite
voor te doen." I
Schuljiof heeft het over een mondiale aan
pak, maat weigert aanvankelijk te praten over
het westerse imago vjan Sony. Ohga-san wuift
met zijn hand in goedkeuring. Ohga: „Er zit
ten drie westerlingerj in de top van ons be
drijf. Twee in de dagelijkse leiding, een gede
tacheerd. Meer dan 7$ procent van onze om
zet behalen we in het buitenland; dus heb je
mensen van buiten jeleigen milieu nodig om
meer van de wereld te weten. Bovendien
staan er nog wat kandidaten in de coulissen
klaar." Flij werpt eersteelse blik op Sony-
topman Abbott. Deze veert op: Thank you,
Ohga-San".
De vraag of de onderneming ooit door een
niet-Japanner kan worden geleid, wordt door
Ohga gedirigeerd naar jzijn voorganger Akio
Morita; twee Japanse directeuren praten al
vdtor hun beurt. „Ja, dat kan." Schulhof haalt
een wit voetje: „Maar Ohga-San is nog jong."
Ohga: „En krachtig!" Schmuckli: „Ik kan het
me eerlijk gezegd niet voorstellen dat zo'
op middellange termijn gebeurt. Sony is nog
altijd een kind van de Japanse samenleving,
dat kun je niet zonder meer ontvoogden."
Toch wordt de Japanse opmars in
Amerikaanse entertainment gezien als 'De
Nipponnisering van de Verenigde Staten'. In
navolginig van Sony verwierven grote Japanse
bedrijven zich een meerderheidsbelang ii
Amerikaanse platenindustrie en gingen veel
Hoilywood studio's in hun handen over. De
ze maand werd zelfs een Amerikaans honk
balteam, de\Portland Mariners Japans eigen
dom. Ohga-San schiet in de lach: „Ik was het
Mickey Schulhof: „Eigenlijk gaat het er bij
mondiale ondernemingen precies zo toe als
bij kleine bedrijven. Je wilt je op elk gebied
kunnen laten gekden. Het is niet een kwestie
van Japan neemt Hollywood over, of bezit
straks alle basebalAteams. Kijk eens naar IBM
in Europa; die, heel? heel grote researchafde
lingen en assemblagefabrieken in Frankrijk
en Duitsland. Hij wil zich positioneren in Eu
ropa als een Europees bedrijf, wij willen dat
in Amerika als Amerikanen. Kijk eens naar
Kodak in Zuid-Ameriika; dat gedraagt zich
daar als een lokalè, oriderneming. Zo werkt
een moderne onderneming. We bevinden
zich in deze wereld niet langer meer op één
plek. Het is voor ons belangrijk dat de politie
ke stabiliteit en de economische structuur
zo'n gedrag ook mogelijk rtiaakt."
-fc
'Foekoeda Kenji rende met uvee treden de
stationstrap van de ondergrondse op. Hij
had nu de wind in de zeilen éh, bespeurde
het in de lichtvoetigheid van
zijn benen. Hij wrong zich
door de massa forenisen die die
maandagmorgen uu' het sta
tion in Tokyo naar In dien
stroomde. Een nieuwe \,leuze-
banier van de overheid hing
aan de roodbaksteneh i 'oorge
vel van de stationstoren, wap
perend in de wind. Foekoeda
keek over zijn schouder o.m de
tekst te kunnen lezen en giïm-
-j£ J? lachte. 'Zorg dat de vreemde
lingen gehoorzamen. maar
voorkom dat zij begrijpen.
(Uit: 'Kensei, een verbeten
y gevecht tussen Japanners en
Amerikanen om de 256rbks
optische chip'. Van Sever
Schlossteinju
-fc 7*r
DACA Austria is een ultramoder
ne platenfabriek in Anif, zo'n tien
kilometer buiten Salzburg en niet
ver van de woonhuizen van wij
len Von Karajan en Claudio Ab-
bado. Onder ultramoderne en la
boratoriumachtige omstandighe
den is de produktie van deze So-
ny-fabriek in vijf jaar opgevoerd
van 1,5 miljoen exemplaren naar
ruim 16 miljoen cd's, cd-Roms
en beeldplaten per maand. Di
recteur D. Daum leidt ons rond
en zorgt dal we de schoenen
plaatsen in blauw vinylen zak
ken. Hij legt onderwijl uit dal hij
tussen september van dit jaar en
januari 1994 een maandcapaci-
teit van 1,5 miljoen mini-discs
wil bereiken. Een investering die
zo'n 150 Oostenrijkers aan een
baan helpt. Daum: „De aantallen
heb ik wel in mijn hoofd. Ik weet
ook hoe het fabricageproces ir
zijn werk gaat, maar wie die pla
ten allemaal kopen, is me eer
raadsel."
'Ik heb niet gekozen wat ik
ben. Het is mijn karma.
(Oude Japanse volkswijsheid)
De toekomst van personal audio? In ieder geval is de
Md-apparatuuren md-schijfjes komen in het
najaar op de internationale markt. Nog betere
'quick random access' van geluidapparatuur.
Sony in tegenaanval op Philips
wen had gehaald, werd hij spoedig gecon
fronteerd met de kopieerkunst. Koestier
haalt dit voorbeeld aan: Fen jaaroftivee
later venvelkomden de japanners de Ame
rikaanse vloot met een saluutsalvo uit een
batterij fraaie bronzén houwitsers, in ieder
opzicht precies nagebootst naar het voor
beeld van die ene die Perry hun had gege
ven. Ieder onderdeel van het kanon was
precies tot in het kleinste detail gekopieerd:
percussiesloten, trektouwen, kruit- ofkar-
doeshoüder, alles.
(Uit: 'De Japanse uitdaging, de
digitalisering van de SamuraiVan Peter
van Dijk en Simon Rozendaal).
ZATERDAG 20 JUN11992