vm Mag het ietsje meer zijn? ZATERDAGS BIJVOEGSEL Vr.j - eindredactie: willem schrama ZATERDAG 13 JUN11992 vormgeving: fred van gelderen marco kroes ruud vogelesang Albert Heijn: 'Het is om te huilen... te doen. Ze komen onderweg al zo veel ande re leuke winkels tegen dat ze het einddoel niet eens halen. la. in Amerika is het wel ge lukt en in Frankrijk ook. Maar dit is een an der land." Van den Broek ..Hier is bood schappen doen in veel gevallen een sociaal gebeuren, 's Ochtends gezellig brood halen 's middags groenten en aardappelen. Wij hebben klanten die drie keer per dag naar de winkel komen." Een omstandigheid die de rijen voor de kassa's er ook niet korter op doet worden Heijn prompt: .Daarom willen we de winkels ook zo graag uitbreiden. Grotere magazijnen, bredere looppaden, meer kassa's. Maar die ruimte krijgen we niet. Uit een onderzoek van het CBL blijkt dat de ergernissen bij het boodschappen doen afnemen En dat vind ik heel bijzonder in een tijd dat de mensen steeds ongeduldiger en steeds minder toJe rant worden. Maar dat neemt toch niet weg dat die ergernissen er nog altijd zijn. Hoogst vervelend allemaal Maar verre van desastreus. Nog nooit had de levensmiddelenbranche zo n goed jaar als in 1991. Een nuchtere Nederlander die zoiaU constateert zegt dan: 'Klagers hebben geen nood.' Van den Broek vriendelijk: ..Maar wij klagen ook niet. Wij constateren slechts dat het naar de klant toe best een stukje beter kan en dat wij in dat streven worden ge dwarsboomd door allerlei van buitenaf opge legde beperkingen. En dan kunt u wel zeggen dat die er onder meer zijn ter bescherming van kleinere middenstanders, maar dan zeg ik. net als de heer Heijn: daarvan bestaan er niet zoveel meer." Concurrentie Wat zo zou de leek kunnen veronder stellen méér nadelen heeft dan alleen maar het feit dat je op zaterdagavond niet meer even 'achterom' een paar flesjes bier kunt halen bij het huurtwinkeltje Want waar blijft de concurrentie als straks laten we het maar even extreem stellen Albert Heijn ook nog eens Dirk van den Broek opslokt? Heijn ..Ik heb in dit leven afgeleerd het woord onmngrli|k in de mond te nemen maar dat lijkt me sterk. Albert Heijn en Van den Broek Ne»-, te verschillend. Maar dat gold ooit ook voor Albert Heijn versus Simon de Wit. En toch verdwenen de winkels van die laatste, na een coupe van de eerste. \r>or eens en altijd uit het Hollandse straatbeeld. Heijn: ..Ik zei al: het woord on mogelijk wordt door mij niet meer gebruikt Eind zestiger jaren had Albert Heijn in Ne derland een marktaandeel van 12 procent We zouden, zo rekenden knappe economen ons voor. niet veel meer kunnen groeien we moesten voor omzetuitbreiding naar het bui tenland Dat hebben we zoet gedaan en met succes. Maar intussen bezitten we in ons land nu wel een marktaandeel van 26 pro cent." Waarmee maar gezegd jvll zijn Alben Heijn snel: „Nee. nee. nee. Overnames sluit ik bepaald niet uit. maar er zullen in Neder land nog een heleboel mooie krui den iersbe drijven overblijven, die en dat is maar goed ook elkaar op het scherpst van de snede zullen blijven beconcurreren lan Van den Broek, spinnend van tevre denheid: „Precies!" Grootgrutters vinden weinig begrip bij overheid ROB VAN DEN DOBBELSTEEN Voor eens en voor altijd kruideniers. Jan van den Broek (47) net zo goed als Albert Heijn (65). De eer ste (president-commissaris van de samen werkende Dirk van den Broek-bedrijven) volgde de tweede (tot voor kort eerste man bij Ahold) vorige maand op als voorzitter van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL). In ons anderhalf uur durend gesprek zijn ze het niet één keer met elkaar oneens. „Inderdaad Ab", „Ben ik met je eens Jan". Op de constatering dat kruideniers elkaar toch zo graag mogen aftroeven door de prijs van een pot rinse appelstroop zonder voor aankondiging met dertien cent te verlagen, volgt slechts gelach. „Dat is onderling, dat is gezonde concurrentie. We zitten in het nieuwe (veertien dagen geleden geopend) kantoor van het CBL in Leidschendam. Heijn en Van den Broek heb ben het nog niet gezien. Mooie gelegenheid om samen eens rond te kijken. Daar komt niets van. Van den Broek moet na afloop van het interview als de wiedeweerga naar het Produktschap van Bier (Heijn. kijkend naar de blauwe lucht buiten: „Daar heb je dan mooi weer voor uitgezocht"): de ander heeft nog voor het middaguur ook een afspraak el ders in het land. „Ik hoop dat u me toestaat omstreeks tien uur weer te vertrekken." Every inch a gentleman. De achtergrond van beiden is nagenoeg gelijk. Met dit verschil dat de Heijndynastie al Jan van den Broek: 'Met dit beleid jagen ze ons weg uit de binnenstad' „Wij klagen niet. Wij constateren slechts dat het naar de klant toe best een stuk beter kan en dat wij in dat streven worden gedwarsboomd door allerlei van buitenaf opgelegde beperkingen. Verslaggever Rob van den Dobbelsteen aan tafel met de twee grootste grutters van Nederland: Al- bert Heijn en Jan (van Dirk) van den Broek. wat langer in krenten en rozijnen doet dan die van Van den Broek. De oude Heijn dreef al voor de eeuwwisseling een winkeltje in Oostzaan. De vader van Jan, Dirk van den Broek, opende zijn eerste zaak pas na de Tweede Wereldoorlog (in Amsterdam Oud West). Maar verder verbindt heel Nederland hun achternaam onmiddellijk met comesti bles. Albert Heijn is de grootste grootgrutter van het land, Dirk van den Broek één van de grootste. Nee, ze hoeven niet zo nodig nog meer fili alen. Veel liever willen ze grotere winkels. Stel je voor. van de 7.000 supermarkten in Neder land hebben er maar 400 een oppervlakte van 1000 vierkante meter of meer. Heijn en Van den Broek in koor: „En als u dan weet dat de eerste de beste buurtsupermarkt al snel 5000 verschillende artikelen heeft. En dat die niet alleen in de schappen staan, maar in het magazijn ook nog in voorraad moeten worden gehouden. En dat daar weer gewerkt moet worden met kratten die niet op elkaar passen, met negentig verschillende soorten pallets ook..." Kommer en kwel waarvoor zo zuchten beide heren een tikje verongelijkt de over heid weinig begrip kan opbrengen. Ze zijn toch waarlijk niet de kleinste neringdoenden van het land. Sterker nog: in de detailhandel vormen de kruideniers met 180.000 werkne mers de grootste partij. Bovendien wordt er door klanten per jaar 34 miljard gulden uitge geven. En dan toch die beperkingen via vesti gingseisen en bestemmingsplannen, die nota bene al tien tot twintig jaar geleden werden opgesteld. Dat prangt. Heijn: „Ik heb het wel eens tegen Van Thijn gezegd, de burgemeester van Amster dam: „Burgemeester", zei ik „ik durf met buitenlandse collega's nauwelijks uw stad in om supermarkten te bekijken. Ik schaam me dood." Het is toch ook om te huilen? Onze zaak in de Johannes Verhulststraat, zo klein, zo vol..." Van den Broek: „Met dit beleid ja gen ze ons weg uit de binnenstad. En moet iedereen daar dan blij mee zijn? Geloof het maar niet. Zaken als die van ons hebben een geweldige zuigkracht op het publiek. Als wij verdwijnen, kwijnen de winkels in de omge ving ook weg." Jammer Mooi beeld. De grote kruidenier als de Moeder der Middenstand. Het schijnt dat hard sappelende kleine kruideniers daar toch heel anders over denken. Heijn kent geen medelijden. Om de eenvoudige reden dat die kleine kruideniers er volgens hem niet meer zijn. Wat ook weer jammer is. Vroeger kon je op zaterdagavond om negen uur bij plotse ling bezoek nog wel eens een paar flesjes bier halen bij de winkel om de hoek. Liep je even achterom naar het woonhuis. Nu sluit de grote kruidenier stipt om vijf uur zijn zaak en wat alsnog veel irritanter wordt ondervon den begint het personeel reeds om vier uur te dweilen, te boenen en te poetsen dat het een aard heeft. Chloorlucht, spiegelglad de vloeren en gapendlege schappen en vitri- Heijn, de hand dapper in eigen boezem stekend: „Ik kreeg laatst op zaterdagmiddag onverwachts visite en ging nog even vlug naar onze winkel. Dat stemt je inderdaad niet Vi.'- Jan van den Broek (links) en Albert Heijn. Nog meer filialen hoeven ze niet Veel liever willen ze grotere winkels. gelukkig als je dat ziet. Ik wilde een paar bief stukjes, maar die waren op. Het vlees dat er nog lag, kwam me helaas te onbekend voor en uiteindelijk ben ik thuisgekomen met een paar vacuüm getrokken kippetjes. Ik vind dat bijzonder onprettig. Maar als wij durven be weren dat het toch te gek is voor woorden dat het in de horeca, in het vervoerbedrijf en noem maar op. dat het daar voor niemand een probleem is 's avonds te werken en bij ons wèl, dan is de wereld te klein. Winkelper soneel acht dat een inbreuk op het sociale Ie- Toekomst Niet begrijpende bl(k achter fonkelende brilleglazen en het verhaal van de Sparwin- kels in Engeland die ten dode waren opge schreven. Totdat iemand de 'Eight till Late- formule' bedacht. Heijn: .Die winkels gaan om acht uur open en ze worden pas gesloten als de baas dat nodig acht. Net als Seven Ple ven in Amerika. De zaken bloeiden meteen op en lopen weer als een trein." Van den Broek strijdlustig: „Maar pas op: bij ons kan het ook niet lang meer uitblijven hè. Zodra we het onderling helemaal eens zijn een kwestie van tijd gaan we met Economi sche Zaken en de vakbonden in de slag. Dat komt wel goed, dat komt heus wel goed." „Omdat", zegt Heijn. „het niet tegen te houden is. Steeds meer vrouwen werken bui tenshuis en willen 's avonds boodschappen doen. Steeds meer allochtone winkeltjes Indiërs. Marokkanen blijven gewoon open als wij sluiten. Daarbij: de druk overdag wordt almaar groter. Klanten ergeren zich als de schappen tijdens het winkelen met zo'n ijzeren karretje worden bijgevuld. Want een scheen of enkel is vlug geraakt. Maar wat kunnen we anders? In een kleine, drukke winkel moeten veel produkten 's ochtends al weer worden bijgevuld. Iedereen komt tege lijk. Bij langere openingstijden is die stroom veel gelijkmatiger. Kun je bijvullen tijdens de stille uren." Is teleshoppen ook een oplossing? Heijn: „Ia, zou kunnen. Wij hebben James, zoals u weet, en dat is zo'n succes dat we een klan tenstop moesten instellen. Maar we draaien wel met verlies. Ten eerste kost de automati sering verdomde veel geld en ten tweede hebben we ook nog die jongens en meisjes die met een besteJautootje de binnenstad van Amsterdam in moeten om vijf pakjes af te leveren op de Reguliersbreedwarsstraat r zoveel drie hoog." Van den Broek droog: „Waar ze dan worden opgewacht door een grommende en bijtende herdershond." Voorbij Hoe genoeglijk rolt het leven des genisten grutters heen (vrij naar Hubert KomeÜsz. Poot). Van den Broek de milde spot nege rend: „Voor alles moet worden geknokt, niets gaat vanzelf." Heijn: „Vroeger waren de leve ranciers de baas: zij bepaalden wat goed voor ons was. Pas toen wi) ons aaneen hadden ge sloten in het CBL konden wij eisen gaan stel len Van den Broek ..Op het gebied van \er pakking bij voorbeeld. Hoe meer er gerecy cled kan worden hoe beter. En waarom niet vierhonderd velletjes wc-papier op één rol in plaats van tweehonderd? Scheelt per jaar voor ik weet niet hoeveel geld aan kokertjes, die dingen die in het midden zitten, weet u wel. Het is nog minder schadelijk voor hel milieu ook." Maar dan wel enorme, horizon en andere dingen vervuilende weidewinkels willen bou wen met nog grotere parkeerterreinen Heijn: „Die tijd is voorbij. Afgezien van de milieu overwegingen moet ik constateren dat Ne derlanders niet bereid zijn er met de auto ki lometers op uit te trekken om boodschappen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 35