H— 'Jodenmoord plaatste alles in een ander perspectief De Moeder-Vaders ZATERDAG 6 JUNI 1992 ZATERDAGS BIJVOEGSEL Een roman overeen moffenhoer, geschreven door een auteur van joodse origine. Dat is het boek 'Een hart van Prikkeldraad'. Lisette Lewin, die zeifin de oorlog familie verloor, beschrijft daarin de liefde tussen een Katwijks meisje en een Duitser die haar vader had kunnen zijn, in een wereld van verzet collaboratie, naoorlogse hoop en teleurstelling. Een roman die meer is dan een op het oog bizar re, dodelijke liefdesgeschiedenis. Het is vooral een fascinerend verhaal over het schemergebied tussen goed en fout. Over nazisme en commu nisme, over schuld en boete. HANS VISSER als locatie De Duitser Heinz is nog niet eens de kwaadste in Lisette Lewins roman Een hart van prikkel draad. Maar zij Greetje van der Plas hoewel niet echt onsympathiek, toont zich een gewetenloze femme fatale. Wie haar lief de niet beantwoordt, tekent zijn doodvonnis. Een Hollandse Carmen, een Katwijkse Salo- mé. En zo zijn er meer metaforen ontleend aan opera's. Heinz leert zijn 'Greetchen' de schoonheid van de Duitse cultuur waarderen: Thomas Mann en Richard Wagner. Kunst die onein dig blijkt te zijn, in tegenstelling tot Hitiers duizendjarig rijk. Eigenlijk heeft Heinz niets tegen joden, maar hij vraagt zich wel af waar om ze in 'zijn' Duitse cultuur zo n prominente rol spelen. 'Een hart van prikkeldraad' is K.&tlVlJK de tweede roman van Lisette Le win. Ze werd geboren in Den Haag en overleefde als kind de oorlog, ondergedoken bij een fa milie op de Veluwe. Nadien kon ze slechts met moeite haar draai vinden. Ze studeerde, werd joumalisté en schreef enkele documentaire-boeken, waar onder Het clandestiene boek. In 1990 maakte ze haar romandebuut met Voor bijna alles bang geweest, waarvoor ze vrijuit putte uit eigen herinneringen. Het is een onderhoudend verhaal over een joods meisje dat, mentaal uit het lood geslagen, door diepe dalen haar weg zoekt. Goed voor het Gouden Ezelsoor, de prijs voor het best verkochte literaire debuut. Haar nieuwe ro man sluit daar, gek genoeg, naadloos op aan. Voorkeur „Ik heb", zegt Lisette Lewin, altijd willen schrijven. Niet zo vreemd, als je uit een fami lie komt van auteurs en journalisten, zoals mijn oud-oom Herman Heijermans, zijn dochter Hermine en Marjolijn de Vos. Maar als gevolg van de oorlog kwam ik pas laat op gang. Tot mijn dertigste leed ik aan een over dosis zelfrelativering en toen ik in de journa listiek terechtkwam, was er geen tijd voor het literaire schrijven." „Als journaliste gaf ik trouwens de voor keur aan een mooi verhaal, boven een pri meur. De scheiding tussen literatuur en jour nalistiek is dan ook niet groot. Mensen als Jo seph Roth, Tsjechov, en Tolstoi schreven in feite reportages waaraan ze een wending met fictie meegaven. 'Een Hart van prikkeldraad' heeft dat ook. Als je ziet hoeveel informatie ik in mijn dialogen probeer te geven..." „Ik schrijf niet ingewikkeld, geen mooie 'li- teratuurderige' zinnen. Maar ik hoop wel dat mijn werk tot de Nederlandse letterkunde behoort. Het gaat er om dat je als schrijver te werk gaat met enig gevoel voor humor. Boe ken waarvan de literaire pretentie op het eer ste gezicht afstraalt, leg ik meestal meteen weg." „De moderne Nederlandse literatuur zegt me weinig. Een boek als De wetten was even in de mode. Zoiets lees ik pas als blijkt dat het de tijd heeft doorstaan. Er is nog zo veel meer dat de moeite waard is: Elsschot, Van Dis, Karei van het Reve en zijn broer Gerard, de enige echte 'kunstschrijver' die we nu hebben, herder lees ik vooral de Russen. Het is hun traditie waaraan ik me wil spiegelen." Schrijfster Lisette Le win: 'Ik vraag me wel eens af of ik, met mijn liefde voor pri vacy, ooit wel zo-blij met onderduikers zou zijn geweest.' FOTO BERT NIENHUIS N K W I J Aanleiding „Het gegeven voor de roman 'Een hart van prikkeldraad' komt van een vriend die më knipsels stuurde over een Franse rechtszaak: een moffenhoer uit Duinkerken had na de oorlog haar vriend vermoord. Niet opzienba rend, maar wel een mooi plot. Van de stad Duinkerken maakte ik Katwijk. Voor de oor log ging mijn familie daar 's zomers 'en pen sion'. Er kwamen toen erg veel joden en Heijermans situeerde er Op hoop van zegen." „Er bestond een gesloten protestants- christelijke gemeenschap en de NSB kreeg er nooit echt aanhang. In de oorlog zaten er veel onderduikers: je had er nogal wat Sol daat van Oranje-achtige spionage. Maar het was ook een Katwijkse visser die mijn ouders heeft verraden. Ik kom er overigens toch nog graag. Katwijk hield iets idyllisch, terwijl vrij wel de rest van de Nederlandse kust is ver pest. Hoewel... Villa 'Allegonda', dat in mijn boek voorkomt als Villa 'Caligari', was ooit een monument van stijlarchitectuur, maar is nu afgrijselijk verbouwd. Het is een ballen tent geworden, net als 'Brittenburg'. Zó sma keloos ingericht... Dat zou verboden moeten worden." Inleven „Om rustig te kunnen schrijven heb ik me in januari vorig jaar voor drie maanden terug getrokken in een huisje in Groet. Mèt de kat, maar zónder telefoon, wat me reuze een zaam leek. Het viel mee. Ik schreef maar door en door. Aan de oorlog leek geen eind te ko men. Net als in werkelijkheid." „Ik heb me voordien zo goed mogelijk ge documenteerd. Ook over het onstaan van de DDR, om maar wat te noemen. Schokkend. Nu pas zag ik hoe weinig het scheelde of na de Duitsers hadden de Russen in Katwijk ge staan. Natuurlijk heb ik ook veel van Lou de Jong gelezen en films en journaals uit die tijd gezien. Dat leert je waarom Duitsers toen in hun verarmde land aan al die vaandels en vrolijke marsmuziek weer een nieuw elan ontleenden." „Het brievenboek Ik denk zo veel van Hedda Kalshoven-Brester uil hielp me enorm toen ik het denken van de Duitsers moest proberen te begrijpen. Wat een boek is dat! Ik was ontroerd bij de dood van Eberhard, een nazi!" Oordelen „Maar wat je ook doet, je goed inleven is heel moeilijk. Emoties kun je niet verzinnen. Ik heb nooit een moord gepleegd, toch moest ik er er een beschrijven. Honderdmaal heb ik het slot herschreven. Ik huilde toen het was afgelopen. Gek eigenlijk. Eline Vere heb ik ook wel twintig keer gelezen. Je weet hoe het afloopt, maar telkens hoop je weer dat ze zal blijven leven." „Ach, die moffenhoertjes. Als je die foto's van ze ziet... Schaapachtige schepseltjes. En sentimentéél. Hadden medelijden met die arme familie Cohen, die werd weggevoerd. Maar intussen gingen ze gewoon door. Ei genlijk heeft iedere vrouw iets hoerigs als je een man zo aanbidt om zijn overwicht, om wat hij te bieden heeft. Toen ik zo oud was en bij mijn vader in Jakarta woonde, mocht ik niet met Indonesische jongens omgaan en Nederlands jongens van mijn eigen leeftijd waren er niet meer. Wel oudere dan zo iemand af en toe verliefd heeft dat iets erotisch." „Een Duitser die in bezet Nederland een meisje in huis haalt, heeft iets van een kolo niaal die een inheemse huishoudster neemt. Zo'n man als Heinz dacht ook te leven in een duizendjarig rijk. Hij weet niet beter, anders dan een NSB'er. Heinz is een wat ïechts bur gerlijke man. Zonder de oorlog zou hij een gewone, oninteressante ambtenaar zijn ge weest. Nu was hij ver van huis en met zo'n meisje omgaan hoorde er gewoon bij." „Greetje zou onder normale omstandighe id jullie den een egocentrische huisvrouw zijn gewor- Bergen, den. Ik denk dat ik zelf op die leeftijd mis schien wel in het verzet zou zijn beland. Ik was begin jaren zestig lid van de opstandige studentenvereniging Politeia en in zo'n milieu rolde je er vermoedelijk vanzelf in." „Aan de andere kant: als ik mezelf nu in mijn huis met mijn tuintje zie zitten vraag ik me ook wel eens af of ik, met mijn liefde voor privacy, ooit wel zo blij met onderduikers zou zijn geweest." „Ach, wanneer moet je iemand veroorde len? Je kunt mensen iets kwalijk nemen. Mengelberg bij voorbeeld was als dirigent van het Concertgebouworkest pleitbezorger van Gustav Mahler, een joods componist. Maar in de oorlog dirigeerde hij het Horst Wessellieden dronk hij champagne met Duit sers die je landgenoten vermoordden. Hij mochj later niet meer dirigeren. Maar Her- bert von Karajan daarentegen was zowel in Oostenrijk als in Duitsland lid van de nazi partij. En je werd daar niet zó maar toegela- „En Elisabeth Schwarzkopf? Die heeft na de oorlog prachtig kunnen zingen doordat ze is blijven optreden. Jo Vincent nam daarente gen in 1942 afscheid en is voor een appel en een rauwe wortel tussen de schuifdeuren je kijkt, gaan staan. Daar was moed voor nodig. Het brak haar carrière, want na de oorlog heeft ze nooit meer het oude niveau kunnen halen. Een stem heeft nu eenmaal ruimte nodig." 'Bespottelijk' „De Duitse cultuur is geen nazisme. Het is bespottelijk dat in Israël de muziek van Wag ner niet mag worden gespeeld. Ik ben zelf gèk op Wagner. Maar wanneer je nagaat wat bij voorbeeld Heijermans heeft geschreven.... Een verhaal als Duszinka, over een onschul dig.blank Duits meisje, dat op een vreselijke manier wordt behandeld door een joodse woekeraar. Als Heijermans geen jood was ge weest zou je hem een antisemiet noemen. ToCh was die stijl vóór de Jodenmoord heel gewoon. Ais je de Bijbelse geschiedenis voor kinderen van Ulfers leest gaan je haren over eind staan van het antisemitisme. Trouwens, in de verzetspers zijn ook heel wat antijoodse stukken gepubliceerd, waarvoor je tegen woordig voor de rechter zou worden ge daagd." „Maar Wagner...? Hij werd door zijn joodse dirigent Levi geadoreerd. En Richard Strauss, een geniaal componist. Wat moet je hem ver wijten? Hij zat bij zijn vrouw onder de plak. Die zei elke morgen tegen hem: 'tJnd jetzt gehst komponieren'. Hij liep met zijn hoofd in de wolken. Was voorzitter van de k'ultur- kammer, maar is in 1936 afgetreden omdat hij weigerde te breken met zijn joodse libret tist Stefan Zweig." „De jodenmoord heeft alles in een ander perspectief geplaat st „De waarheid is dat ik mijn kinderen soms ge woonweg niet kon uitstaan. En zij mij ook niet. Soms was ik gewoon te moe om ze lief te vinden. Dan loeiden ze zich beslist onbemind, waren uit hun doen vanwege de vijandige atmosfeer. Nor maliter, als er zo iets gebeurt, kan de ene ouder voor de andere inspringen. Maar een alleen staande moeder of vader heeft niemand die zegt: 'Nou rustig maar. Schakel jij maar even af. Ik neem het wel over'. Lisette Lewin schrijft roman over een moffenhoer 'Een hart van prikkeldraad', door Lisette Le win. Uitgeverij Nijgh en van üitmar, Amster dam. Prijs: f 39,90. minderjarige kin deren dat opgroeit in een eenoudergezin neemt dui delijk toe. Van 7% in 1981 loopt het via 9% in 1985 op tot 16 17% in de periode 2000-2010, waarbij vooral echtscheiding de boosdoener is. Op dit moment komen jaarlijks tussen de 38.000 en 40.000 kinderen als gevolg van echtscheiding van hun ou ders in een eenoudergezin te recht. Daarnaast zijn er nog eens zo'n 10.000 mindetjarige kinde ren die als gevolg van het overlij den van een van hun ouders In zo'n situatie belanden, leder jaar weer dus zo'n 50.000 'nieuwe' kinderen, die voor kortere of lan gere tijd maar één ouder in huis aantreffen. Die ouder is in onge veer 85% van de gevallen van het vrouwelijk geslacht. Deze onge lijke vrouw-manverdeling zal tot ver in de 21ste eeuw niet veel veranderen. Kortom, de zorg voor kinderen in een eenouder gezin is en blijft hoofdzakelijk een aangelegenheid van vrou- in de meeste gevallen staat de eenoudervTouw voor de opgave om drie taken te vervullen: die van moeder, van vader en van werkneemster- broodwinner. De meeste vrouwen kunnen de moederrol wel aan en zo is het ook met de taak van werkende vrouw. Het is het vaderen dat de grote problemen geeft. Als een kind bij voorbeeld hartstikke ver velend is kan de moeder niet zeggen. 'Pas maar op jij, als pap pa straks thuis komt. dan zul je wel anders piepen'. Dat pro bleem laat zich ook niet gemak kelijk oplossen via een nieuwe partner of vaste relatie van de moeder. Op de eerste plaats heeft naar schatting een op de drie eenoudervrouwen geen vas te relatie. Verder blijkt dat dege nen die wel een vaste relatie heb ben daar voor de opvoeding van hun kinderen lang niet altijd steun aan te kunnen ontlenen. Niet zelden Is zo'n relatie juist een bron van moeilijkheden met de kinderen. Kinderen in eenou dergezinnen kunnen behoorlijk wreed zijn als een 'vreemde' pro beert om hen wat discipline bij te brengen. Ze zeggen doodleuk dingen als: 'Als mijn vader hier was dan zou ik vanavond om 10 uur wèl naar de bioscoop mo gen'. Zonder vaders in de buurt heb ben moeders een dubbele klus. Ze moeten mee vissen en ze moeten bij het voetballen langs de lijn staan, ze moeten het voorbeeld geven bij schreeuwen, yellen en vloeken, ze moeten hel pen bij het wiskundehuiswerk en ze moeten met gebalde vuisten de paden op en de lanen in om de kinderen in elkaar te slaan die haar kinderen in elkaar geslagen hebben. Allemaal 'natuurlijke' plichten voor de vaders die er niet zijn. Bovendien hebben de meeste eenoudermoeders het niet breed. Ze kunnen de kinde ren vaak niet geven wat tv graag willen geven of wat wel gekund zou hebben als vader er nog was geweest. OP DE VRAAG aan een groep een oudermoeders wat hun grootste problemen zijn kreeg de psycho loge Lynn One van de meeste \Touwen een antwoord in drie delen, schuldgevoelens, ver moeidheid en alleen zijn. Schuldgevoelens over de schel ding, waardoor aan de kinderen een vader onthouden wordt en schuldgevoelens over het idee niet in staat te zijn de kinderen genoeg tijd en aandacht te ge ven. Zoals een vrouw het ver woordde Ik had schuldgevoe lens en ik heb ze nog omdat ik er niet altijd was als dc kinderen me nodig hadden, omdat lk niet al tijd wist wat goed was. Ik denk dat ik de perfec te moeder wilde zijn. zonder überhaupt te weten wat dat is. Maar ik had een soort van ideaalvoorstelling dat ik de kinderen moest compenseren voor het feit dat ze geen vadeT hadden. Ik denk dat ik me schul dig voel omdat ik daar niet in ge slaagd ben. Vaak was ik gewoon te moe. te uitgeput. Maar ik voel me ook schuldig over het feit dat ik mijn leven niet helemaal aan de kinderen wilde opofferen, dat ik ook wat voor mezelf wilde: aandacht, een mannelijke arm om mijn schouders, seks. Aan die twee vuren, wat ik voor de kinde ren wilde zijn en wat ik voor me zelf wilde, heb ik me constant ge brand. Ik voel de blaren nóg." EEN GROOT PROBLEEM VOOr de eenoudermoeder blijkt het alleen zijn zelf. Wanneer je alleen bent, krijg je geen feedback, geen cor rectie, geen andere zienswijze. Als je geen partner hebt, kun je zaken die de kinderen betreffen wel met anderen bespreken, zoals familieleden of vriendin nen. maar dat is niet hetzelfde als de problemen met een even zeer betrokken partner-vader te delen. In de meeste relaties heeft ieder zijn eigen bijzondere roL Neem er een weg en je hebt nog de helft van wat je had Zoals een vrouw het zei: 'Ik heb altijd het gevoel gehad een andere helft nodig te hebben. Dan hadden we tenminste met elkaar kunnen praten, samen dingen kunnen uitplussen. We hadden mis schien elkaar in de haren geze ten. maar ik had In ieder geval de problemen aan de orde kunnen stellen bij iemand die ze ook als zijn problemen zou zien.' als er meerdere kinderen zijn en die zijn qua persoonlijkheid duidelijk verschillend, dan doet het ontbreken van een partner zich vaak nog duidelijker voelen. Want de kans dat twee volwasse nen de eigenaardigheden van verschillende kinderen kunnen bestrijken en hanteren is meestal groter dan de kans dat een enke le volwassene dat kan Als je als alleenstaande moeder het niet redl met een van je kinderen (omdat je als persoonlijkheid nou eenmaal minder goed met hem of haar 'klikt' en je de tijd, geld en steun moet ontberen om dat te compenseren) en dat kind, eenmaal groot geworden, laat je dat ook duidelijk weten, dan is dat niet alleen een hmn vtD schulgevoel maar vooral ook van bitterheid Die bitterheid kun je als het ware aanraken in wat een moeder, die van haar volwassen zoon voor de voeten geworpen kreeg dat ze het als eenouder met hem volstrekt verkeerd had gedaan, zich liet ontvallen: 'En hoe zat het dan met zijn vader? Heeft hij hem ook verwijten ge maakt? Nee, die afwezige vader, die is de gevierde man nou. Er wordt met twee maten gemeten. Mij wordt de verantwoordelijk heid voor alles toegeschoven en alles wat hii van zijn vader heeft gekregen, dat is prachtig, daar is niks op aan te merken. Dat brengt me op de hamvraag: wat moeten we nog met Vader dag in een samenleving waarin binnenkort I op de 6 kinderen een moeder vader heeft? Mijn suggestie is Beatrix te vragen op 21 juni over alle zenders een toe spraak te houden, 41e als volgt begint: 'Geliefde Lndgenot en Vflfaueen oud gezegde uit In dia is er een heel dorp voor nodig om een kind op te voéden'. Die toespraak eindigt als volgt: 'En als het misgaat is het dus de schuld van ons hele dorp' Na afloop worden in de tuin van paleis Soéstdijk alle moeden die het werk van vaders opknappen, geridderd. RENE D1EKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 43