Zes woordjes Nederlands per uur
Extra
WOENSDAG 3 JUN11992
Het isolement van de Chinese gemeenschap
Chinezen zijn de oudste migrantengroep van Nederland.
Tachtig jaar geleden vestigden de eersten zich in Rotter
dam, nu wonen over het hele land verspreid ongeveer
60.000. Ondanks dit grote aantal heeft de overheid ze niet
als minderheid gekwalificeerd. Zo redeneerde ook de
Chinese gemeenschap: „De integratie in de Nederlandse
maatschappij lukt ons wel op eigen kracht." Inmiddels
heeft de stichting Chinese Cultuur, Recreatie en Maat
schappelijk werk (CCRM) ingezien dat het tegendeel het
geval is. Geen integratie, maar isolatie, vooral van Chine
se ouderen en vrouwen, blijkt de praktijk te zijn.
De blauwe pet van mijnheer Wu
danst op en neer als hij zijn ogen sa
menknijpt en lachend met zijn hoofd
knikt. Het lachen blijkt bedoeld als
excuus. Nee, hij spreekt geen Neder
lands. Ja, wel een héél klein beetje,
maar dat is echt héél weinig. Soms
verstaat hij een woordje. Mijnheer
Wu (62) is geboren in Kwantung in
de Volksrepubliek China, vertaalt Y.
Cheung, coördinator van Chun Pah,
de Chinese landelijke ouderenvereni
ging. Aan het eind van de jaren zestig
ontvluchtte Wu onder druk van de
Culturele Revolutie zijn vaderland en
emigreerde naar Hong Kong. De ver
diensten ip de Engelse kroonkolonie
waren echter slecht en mijnheer Wu
besloot naar Nederland te gaan. Bre
da werd de eerste stad waar hij zich
vestigde. Hij deed er hetzelfde als de
meeste van zijn landgenoten: werken
als kok in een Chinees restaurant.
Het doel van Wu was geld verdienen
om zelf een restaurant te kunnen be
ginnen. Dat is er nooit van gekomen.
PAUL STEINHOFF
Zijn vrouw kwam na enige jaren over en
ook drie van zijn vijf kinderen zijn in'Ne
derland geweest. Mevrouw Wu is inmiddels
overleden en de kinderen zijn teruggekeerd
naar Hong Kong. Ze konden niet wennen in
Europa.
Mijnheer Wu heeft zijn kinderen voor het
laatst acht jaar geleden gezien. Hij woont
nu alleen in Utrecht. Sinds 1984 is hij werk
loos. In die tijd heeft hij acht maanden ge
probeerd Nederlands te leren, maar dat wil
de niet zo goed lukken. Nu brengt hij zijn
tijd af en toe door met andere Chinese ou
deren. Ze wandelen wat samen en drinken
een kopje koffie. Voor de rest van de tijd is
hij alleen. Als hij boodschappen doet moet
hij de dingen die hij wil hebben aanwijzen.
De post gaat mee naar de bijeenkomsten
van Chinese ouderen, waar altijd wel ie
mand is die hem kan helpen met de verta
ling ervan.
Formica
Die bijeenkomsten zijn voor hem van groot
belang. Twee keer per week hebben ze
plaats, op maandag- en op woensdagmid
dag. In een rijtjeshuis in de Utrechtse wijk
Lombok, eigendom van de Chinese Evan
gelische Kerk, is de huiskamer omgebouwd
tot trefcentrum. Plastic stoelen en tafels
met formica-bladen. Het geluid van de tv,
waarop een Chinese film is te zien, staat
hard, héél hard. „Daar houden wij van",
zegt tolk Cheung. „Wij praten ook graag
hard, ook al vinden Nederlanders dat
vreemd."
Mijnheer Wu komt elke week naar de bij
eenkomsten in de Ie Atjehstraat. Vooral om
te praten, de laatste nieuwtjes en roddels
uit te wisselen. Of om film te kijken en een
partijtje dam te spelen. Dat sociale contact
is van groot belang, hij kijkt er elke keer
naar uit.
„De oudere Chinezen willen graag inte
greren in de Nederlandse samenleving",
zegt Cheung, „Maar de taalbarrière vormt
een enorm probleem. De ouderen willen de
taal wel leren, maar weten niet hoe. We
hebben ook de financiële middelen en de
juiste leermiddelen er niet voert". Daarbij
komt dat de helft van de leden van Chun
Pah ook geen Chinees kan lezen."
Cheung weet uit eigen ervaring hoe
moeilijk het is om Nederlands te leren. In
Den Haag geeft hij taalcursussen. In één les
van zestig minuten kan hij zes woordjes be
handelen. Een week later zijn de cursisten
de helft van dat aantal woordjes alweer ver
geten.
In 1911 kwamen de eerste Chinese mi
granten Nederland binnen. Deze eerste
groep staat bekend als 'bootjes-Chinezen',
omdat ze in de Rotterdamse wijk Katend-
recht in zeemanshuizen woonden. Tot de
eerste groep behoort ook een aantal Indo-
Chinese studenten, Chinezen die afkomstig
waren uit het toenmalige Nederlandsch-In-
dië.
In de jaren twintig kwam er een tweede
'stroming'. Chinezen die de armoede in
hun vaderland ontvluchtten en hier wat
geld wilden verdienen. Het was niet de be
doeling dat ze definitief bleven: net als de
zeelui en de studenten zagen ze hun verblijf
in Nederland als tijdelijk. De terugkeer naar
het vaderland werd echter bemoeilijkt door
de crisis van de jaren dertig en de daarop
volgende oorlog.
De contacten met de familieden aan het
andere eind van de wereld verslapten. De
Chinezen, een paar duizend in getal, zagen
in dat ze hier langer moesten blijven dan
Oudere Chine
zen treffen el
kaar tweemaal
per week in
een tot tref
centrum om
gebouwde
huiskamer in
Utrecht.
FOTO CPD
huis durven ze niet eens te denken, want
dan krijgen ze het schrikbeeld van een Azia
tisch tehuis voor ogen: zes tot acht ouderen
op één kamertje, slapen in een stapelbed.
Erna Chan: „Om dat beeld te doorbreken
zijn we een keer met een gToep Rotterdam
se Chinezen naar een bejaardenhuis ge
gaan. Ze keken hun ogen uit! 'Ja', zeiden /c.
'zoiets lijkt ons toch ook wel wat."
Hel gewilg is nu ci.it de CRM in RottCt
dam bezig is met de realisatie van een ge
bouw dat door een groep Chinezen be
woond kan worden. „De-gemeente zei aan
vankelijk dat dat de integratie in de weg
staat, maar wij hebben de ambtenaren er
van kunnen overtuigen dal alleen wonen
juist boteend werkt. Ren alleenwonende
oude Chinees die geen Nederlands spreekt,
komt niet ver. Die blijft thuis tot de dood
erop volgt, cj.it is de realiteit tik en i
kaar komen ze verder, ondernemen ze wat.
gaan ze ook eerder naar taallessen
Naast de ouderen krijgen de Chinese
vrouwen aandacht van de stichting CCRM
„Nog geen twintig procent van de rouwen
tussen de 25 en 50 jaar spreekt Nederlands
i te probleem is om n Dij de toalk
krijgen. Als wij aankondigen: morgen Ne
derlandse les, komt er niemand. We probe
ren ze te lokken met andere activiteiten
naailessen, koken en dergelijke. Het en
thousiasme is groot Wij bereiken echter
slechts zo'n 600 vrouwen, alleen diegenen
die lid zijn van een VUI dt vQf tuMSe
vrouwenverenigingen. In Nederland wonen
waarschijnlijk 10.000 vrouwen in de leeftijd
\;in 25tOt 'in |.mi
Meer geld en meer politieke aandat ht
zou volgens Chan al veel oplossen. „We
kunnen de Chinezen in Nederland moeilijk
bereiken. Ze wonen niet bij elkaar, maar
juist sterk verspreid. Om ze te bereiken
moeten we voorlichtingsmateriaal hebben,
zoiets kost handenvol geld. Als jc naar het
postkantoor of het arbeidsbureau gaat. zie
je volop foldertjes met voorlichting in bet
Turks en het Marokkaans. Dat zou ook in
het Chinees moeten gebeuren."
Geen rol
A. Aboutaleb. woordvoerder vain het minis
terie van WVC, kent de problemen van de
Chinezen in Nederland, maar ontkent dat
ze te weinig aandacht krijgen van de over
heid. „Ze zijn inderdaad niet erkend als
minderheid, maar in de praktijk worden ze
vaak wel zo behandeld. Zo hebben ze radio
zendtijd bij de NOS, ten koste van de Span
jaarden en de Portugezen. Voor subsidie
moeten ze in de meeste gevallen ook niet
bij de rijksoverheid zijn. maar bij de lokale
overheden. De Chinezen hebben zichzelf
sterk op lokaal niveau georganiseerd, dus
moeten ze déér zijn voor financiële ondet
steuning."
Aboutaleb is ook op de hoogte van het
probleem van de Chinese ouderen, maar
ook daarin ziet hij geen rol voor dc rijks
overheid weggelegd .Bejaardenhui/en val
len onder de provincie, dus moeten ze daar
zijn met hun verzoek voor aandacht."
verwacht en startten een eigen nering: in de
meeste gevallen een restaurant.
Vlak na de Tweede Wereldoorlog kwa
men er voornamelijk Chinezen naar Neder
land die in Nederlandsch-lndië woonden.
Het waren veelal hoger opgeleiden, artsen
en advocaten. Met integratie hadden ze
nauwelijks problemen. Velen spraken ook
al Nederlands en geen Chinees.
Verreweg de grootste groep Chinezen
kwam naar ons land in de jaren zestig en
zeventig. De toename van de migranten is
duidelijk af te lezen aan het aantal Chinese
restaurants: voor de jaren zestig waren er
nog geen 100, twintig jaar later waren het er
ongeveer 1400. De meeste Chinezen die in
deze periode naar Nederland emigreerden,
waren afkomstig uit Hong Kong, waar ze
slecht betaalde banen hadden of werkloos
waren. Een kleinere groep kwam uit de
Volksrepubliek. Ze hadden net als hun
voorgangers niet de intentie om hier lang te
blijven en namen de moeite niet om de Ne
derlandse taal machtig te worden.
Hereniging
Toen duidelijk werd dat hun verblijf wei
eens langer kon duren dan aanvankelijk ge
pland, lieten de Chinezen hun vrouwen en
kinderen in de jaren zeventig overkomen.
Het was voor het eerst dat Nederland ge
confronteerd werd met gezinshereniging en
dat leidde onmiddellijk tot problemen. De
mannen, die gewend waren in een stapel
bed boven het restaurant te slapen, hadden
geen woonruimte voor hun gezin. Tevens
werd het taalprobleem goed duidelijk: er
waren geen onderwijsvoorzieningen en wie
n^r de dokter moest, kon niet uitleggen
wat er aan de hand was. Het gevolg was dat
de Chinezen massaal de horeca in gingen,
een veilige oplossing, want daar was de
taalbarrière veel minder nadrukkelijk aan
wezig.
Mevrouw Ema Chan kwam op twaalfjari
ge leeftijd in 1968 naar Nederland. Volgens
haar heeft de keuze van de Chinezen voor
de restaurants ook te maken met een be
kend Chinees gezegde: „Volgens ons kan
een werknemer nooit een goede toekomst
krijgen, het is beter onafhankelijk te zijn en
zelf baas te zijn."
Ema Chan beschouwt zichzelf als lid van
de Chinese tussengeneratie. „Dat is de
groep die niet in Nederland is geboren,
maar wel op jonge leeftijd hier kwam wo
nen. Door gebrek aan goede onderwijsvoor
zieningen hebben wij geen goed Neder
lands geleerd. De meesten van ons gingen
uiteindelijk niet naar school, maar hielpen
mee in het restaurant. Taallessen waren
privélessen. Ik herinner me nog een man
netje in Katendrecht dat voor een tientje
per uur Nederlandse les gaf."
Gevolg van het gebrekkig onderwijs is dat
de tussengeneratie ook niet goed Neder
lands heeft geleerd. Chan: „Mijn man en ik
spreken thuis Chinees, terwijl ons dochter
tje, dat hier geboren is. vloeiend Neder
lands spreekt. Ik heb daarover wel eens een
aanvaring met een onderwijzer gehad. Die
zei dat wij thuis Nederlands moesten spre
ken, dat zou beter voor Esther zijn. ik heb
hem toen verteld dat ik haai geen goed Ne
derlands kan leren, ze zou van mij allerlei
taalfouten overnemen."
Aan het einde van de jaren zeventig volg
de een tweede |*olf van gezinshereniging.
Gelijktijdig kwamen Chinezen uit Suriname
naar Nederland. Deze laatste groep spreekt
in het algemeen goed Nederlands en be
schikt over een Nederlands paspoort. Het
integratieprobleem is voor hen veel kleiner.
Daarnaast zijn er in deze periode ook Tai
wan-Chinezen en Chinezen uit Vietnam
naar Nederland gekomen. Ook zij kampen
volgens Chan niet met het integratiepro
bleem, omdat de meesten hoog opgeleid
zijn of (zoals de bootvluchtelingen) goed
opgevangen werden in Nederland.
Het probleem van de integratie spitst zich
voornamelijk toe op de Chinezen uit de
Volksrepubliek en Hong Kong. Niet alleen
hebben ze veel moeite met de taal, ook het
culturele verschil is groot. De enigè organi
satie tot 1984 die zich het lot van deze
groep immigranten aantrok, was de Chine
se Evangelische Kerk.
Beleid
Erna Chan werkte vanaf 1975 als vrijwillig
ster bij de Chinese kerk. Een van de proble
men waar ze op stuitte was dat alleen de le
den van dit kerkgenootschap opgevangen
werden en hulp kregen aangeboden bij pro
blemen als huisvesting, onderwijs, dokter,
enzovoort. Wie geen lid was van de Chinese
Evangelische Kerk kon in Nederland ner
gens met zijn problemen terecht. Om die
reden besloot Ema Chan in 1984 de neutra
le stichting Chinese Cultuur, Recreatie en
Maatschappelijk werk (CCRM) in Rotter
dam op te richten. „Wij wisten op dat mo
ment niet eens dat er in Nederland zoiets
als een minderhedenbeleid bestond", ver
telt Chan. Ze voegt er aan toe dat dat ook te
maken heeft met de instelling van de Chi
nezen. „Er is een gezegde dat zegt: Je bent
slim als je je niet met politiek bemoeit."
Het minderhedenbeleid van de overheid
is er op gericht groepen in de samenleving
te ondersteunen die moeilijk hun eigen po
sitie kunnen ontwikkelen. Dat betekent dat
maatregelen en instrumenten zijn ontwik
keld om de minderheden te helpen bij on
derwijs, huisvesting en sociale diensten. De
Chinezen vielen buiten deze regeling, om
dat, volgens een onderzoek van de Univer
siteit van Leiden, hun sociaal-economische
positie in het algemeen veel beter is dan bij
andere groepen die wel zijn opgenomen in
het minderhedenbeleid.
Een van de eerste zaken die de CCRM on
dernam, was de organisatie van een de
monstratie om aan te tonen dat de situatie
anders was dan de overheid dacht. Chan:
Oudere Chinezen
leven door taalpro
blemen over het al
gemeen in een iso
lement. Om toch
nog enig sociaal
contact te krijgen,
is de horeca voor
de meeste Chine
zen de enige mo
gelijkheid. FOTO
groep subsidie kregen van WVC. In 1985
was dat 2.5 ton. Dat was de eerste stap van
de integratie. Het geld is voor een deel ge
bruikt om de 01 gillij—tla VOO do HM Op
te bouwen."
In het daarop volgende jaar werd de sub
sidie van WVC voor Chinese organisaties
verdubbeld, maar volgens Chan was ook
dat nog niet voldoende om een goed lopen
de Chinese organisatie op poten te zetten.
„Het voortbestaan van de slichting CCRM
is alleen mogelijk dank zij giften uit de Chi
nese gemeenschap en het werk dat verricht
wordt door een grote groep vrijwilligers. Als
we dat niet hadden, konden we de slichting
wel opheffen. Vorig jaar zag het daar ook
naar uit. maar gelukkig kregen we toen
160.000 gulden van WVC en 50 000 gulden
van dc gemeente Rotterdam. Nu kunnen
we ook over een paar vaste medewerkers
beschikken."
Ouderen
De grootste probleemgroep binnen de Chi
nese gemeenschap wordt volgens Chan ge
vormd door de ouderen. Voor hen is de ou
derenvereniging Chun Pah drie jaar geleden
opgericht. „Ouderen zijn bij ons de mensen
boven de vijftig. Chinezen van die leeftijd
spreken heel slecht of geen Nederlands. Bij
Chun Pali zijn momenteel 1300 leden aan
gesloten. er zijn er slechts 10 die Neder
lands spreken,"
Hoog op het verlanglijstje van de Chinese
ouderen staat huisvesting. In China is het
dc gewoonte dat ouderen bij de kinderen
blijven wonen, maar door de toenemende
integratie van de Chinese jongeren komt
dat in Nederland steeds minder voor. Een
Chinees wiens vrouw is overleden, blijft al
leen achter. Aan een Nederlands bejaarden -
„We noemden het
geen demonstra-
zoekdag'. Demon
stratie is een bela
den woord en dan
krijg je geen Chi
nees op de been.
bang dat ze zijn
om het land te
worden uitgezet.
We wilden de
overheid duidelijk
maken dat we ook
integratieproble
men kennen. Het
gevolg was dat we
voor het eerst als