Zweet en valeriaan N ZATERDAG 16 ME11992 .A- ederland knarst van het denken. De examens zijn weer begonnen. Sommi ge scholieren dromen van zegepraal, zien hun tas al aan de vlaggestok hangen. An deren worden 's nachts badend in het zweet wakker en grijpen naar de valeri aan. Want je weet het maar nooit - het grootste ei onder de leraren kan zich in de examentijd ineens ontpoppen als een wrede inquisiteur die met één gemene vraag je toekomst nog een jaartje uitstelt. Wij vroegen een aantal prominenten uit de regio naar hun herinneringen aan die periode. Moedig voorwaarts maar! Er is nog leven na het examen. ZATERDAGS BIJVOEGSEL Jan Siemerink (22), proftennisser „Ik heb twee keer eindexamen gedaan bij Visser 't Hooft in Leiden. Dat ik de eerste keer zakte, kwam eigenlijk niet onverwacht. De overgang van de vijfde naar de zesde klas was eigenlijk al met de hakken over de sloot. In de vijfde klas was ik soms weken van school om in het buitenland te tennissen. In de zes de klas blijkt dan eigenlijk dat je basiskennis tekortschiet om het examen te halen. Na twee schoolonderzoeken was al duide lijk dat ik het nooit zou redden. Ik heb het jaar vervolgens relaxed afgemaakt. De tweede keer ging het veel gemakkelijker. Ik kreeg an dere leraren, dat zorgde voor een frisse blik op wat vakken. Ik merkte al snel dat ik het zou redden. Daardoor kon ik ook dat jaar vrij ontspannen afmaken. Ik wist bovendien hoe het er bij zo n eindexamen aan toe ging. Nadat ik zakte, heb ik er sterk over gedacht om van school te gaan en al als proftennisser te beginnen. Ik had wat deelcertificaten en kon die andere vakken later wel halen. Ik ben blij dat ik dat niet heb gedaan. Het was toch een bevrediging dat ik dat papiertje op zak had. Op het moment dat ik mijn diploma kreeg, vond ik het toch de eerste échte pres tatie die ik had geleverd. Want wat had ik daarvoor nou gedaan? Ja, ik had wel eens een tennistoemooitje gewonnen." Gerard Désar (48), conrector „In 1962 deed ik eindexamen hbs-b aan het St. Norbertus Lyceum in Roosendaal, een jongensschool in het katholieke zuiden. De meisjes zaten vlakbij op het St. Geertrude's. Tussen de examens door spraken we halver wege af. Je moest trouwens het hele examen in het donkerblauw gekleed zijn. De kledij van meisjes werd gecontroleerd. Was de bloes niet te diep of de rok te kort? Half mei begon het schriftelijk in de gym nastiekzaal, voor de bètavakken. Als je een zeven of hoger had, was je vrijgesteld *voor het mondeling, een maand later. Ik kon me dus geheel richten op de verplichte monde- lingen voor de talen en dier- en plantkunde. Alle andere vakken, zoals aardrijkskunde en geschiedenis, zaten in het schoolonderzoek. Ik herinner me dat het prachtig weer was en dat ik tot laat zat te studeren. Ik moest wel goed plannen, want ik was net profvoetballer bij de eerstedivisieclub RBC geworden en speelde gewoon door. En de meimaand was bij katholieken ook belangrijk vanwege het geloof. Je ging met vrienden op voettocht naar een Mariakapel, ook om er tussen uit te zijn. We stonden allemaal op het schoolplein te wachten, toen de laatste mondeling deed. Di rect daarna verscheen de rector op het bor des en riep de namen van de gezakten af. De anderen kregen, opgesteld in een rij, het di ploma. Ik had trouwens ook hard gewerkt, omdat ik een beurs wilde hebben. Die was afhanke lijk van de cijferlijst Ik kom uit een groot ar beidersgezin en kon anders niet gaan stude ren. Direct na het examen zocht ik een kamer in Leiden. Ik kreeg 1800 gulden voor mijn scheikundestudie en dat was ruim." A.W. Helder (52), dierenarts „Mijn ouders hadden een boerderij en de af spraak was, dat als ik niet in één keer zou sla gen, ik op de boerderij moest gaan werken. Daar had ik geen zin in, want ik wilde abso luut dierenarts worden. Dat was dus een goeie stok achter de deur om m'n best te doen. Ik heb erg veel tijd in m'n studie gesto ken. Ik deed in 1958 eindexamen aan de rijks- hbs in Alkmaar. De exacte vakken, de b-kant ging me goed af, maar ik had ook nog talen erbij. De schriftelijke examens voor algebra en meetkunde rondde ik zeer goed af, voor scheikunde had ik zelfs een 10, dat kan ik me nog heel goed herinneren. Maar die talen, hè. Met name Frans en Duits waren struikelblok ken. We moesten ontzettend veel boeken lezen en dan bedoel ik ook echt lezen. Tegenwoor dig is het niet veel meer dan uittreksels uit wisselen, maar ik heb ze nog echt allemaal gelezen. Het mondeling examen Frans is van begin tot het eind een grote schrik geweest. Ik heb er ook geen voldoende voor gehaald en voor Duits ook niet. Dat waren m'n enige twee onvoldoendes op m'n eindlijst. Een paar weken voor de eindexamens kre gen we vrij van school om te studeren. Het was die weken prachtig weer. Iedereen was buiten op het land, heerlijk in de zon bezig. Ik zat ondertussen op m'n kleine slaapka mertje onder de kap te studeren. Ik heb daar vele uren transpirerend doorgebracht, terwijl ik eigenlijk ook veel liever buiten wilde zijn. Maar ik heb wel in één keer het examen ge haald en kon vervolgens diergeneeskunde in Utrecht gaan studeren." Harry Mens (45), makelaar „In 1965 heb ik eindexamen hbs-b gedaan. Op het Fioretti College in Lisse. dat toen nog een filiaal van het Bonaventura College was en aan de Van Matenesselaan zat, in van die barakken. Ik ben gezakt en heb het nooit overgedaan. Waarom niet? Dat vond ik zonde van de tijd. Ik ging liever oefenen in de wei, daar leer je meer van. Ik zie die pater Van Tienen nog de klas bin nenkomen. met zo'n bruine Franciscanenpij aan en een koord om z'n middel. De leraren mochten me niet zo. omdat ik toen al in een Volkswagen Ponton naar school kwam. ter wijl die gasten zelf alleen een fiets hadden. Maar mijn vader was juist dat voorjaar over leden en ik had zijn auto gekregen. Ik was in de ogen van die paters dat rechtse jongetje met die wagen. Ja. toen waren ze al rood in het onderwijs. Enfin, die Van Tienen komt de klas in en meldt met een triomfantelijke blik dat ik was gezakt. Tot volgend jaar. zei-ie tegen me. en laat het een troost zijn dat je je rijbewijs hebt. Ik zeg tegen hem: dan heb ik een teleurstel lende mededeling voor je. want je ziet me hier niet meer terug. Dan zal ik eens laten zien wat je met een rijbewijs kunt. Zes jaar later heb ik hem nog eens klem gereden in zijn kevertje. Ik wilde hem toch eens vragen of hij al wist wat je allemaal met een rijbewijs kunt. ha ha. Je moet dus nooit je examen overdoen als je de indruk hebt'dat je zakt omdat de schoolleiding je niet mag. Dat kan ik ieder een aanraden. Ik heb trouwens wel veel ge leerd op de middelbare school. Vooral de ta len vond ik belangrijk. Van de stelling van Py thagoras word je niet veel wijzer, hoewel ik er bij moet zeggen dat ik wel goed in wiskunde was. Werd je niet moe van. Gelachen heb ik ook op school. Die barak ken stonden naast het weiland van boer Schrama, maar die kwam daar nooit. Soms sprongen we, tot verdriet van die pater Van Tienen, uit het raam om schapen te helpen die lammetjes kregen. Dan hing er zo'n kop- pie uit en gingen wij trekken. En echt, het is allemaal waar gebeurd. Maar maak er wel een fatsoenlijk artikeltje van, wil je. want mijn dochter gaat straks ook naar het Fioretti College Of ik tegen haar ook zeg dat een diploma niet belangrijk is? Na tuurlijk. Als je maar spinazie kan koken, zeg ik altijd. En de talen leren spreken dus. Ze zouden eigelijk ook Italiaans en Spaans op de middelbare school moeten geven. Cijfers en diploma's zeggen me niks. Ik zat met jongens in de klas. die alleen maar tienen haalden en nu werkloos zijn. Het enige diploma dat ik wel heb gehaald was mijn makelaarsdiploma. Dat had ik binnen veertien dagen." J. van der Reijden (65), wethouder „Ik yvas 18 jaar oud toen ik mijn diploma op de christelijke hbs aan de kagerstraat in Lei den kreeg uitgereikt. Ik heb echter nooit exa men gedaan. Ik kreeg mijn diploma in het jaar dat Nederland werd bevrijd van de Duit sers: 1945. Het was een enorme puinhoop in die tijd: de bezetting en de bevrijding. En even later de strijd om het voormalige Nederlands In- dië. Er was in die dagen niemand te vinden. De mensen waren ondergedoken of op weg naar Indië. Daarom hoefde onze hbs-klas van 1944-1945 geen eindexamen te doen. Maar ik had me. samen met een onderge doken vriendje, goed voorbereid op mijn examen, dat wel. Je had in die tijd - de hon gerwinter - immers weinig anders om han den. Er was geen radio; er was niks. helemaal niks te doen. Je had hooguit een fiets met houten banden, maar je ging de deur niet uit omdat de kans bestond dat je tijdens een raz zia werd opgepakt. Verder lag het leven in de hongerwinter helemaal stil. Of ik zenuwachtig was? Dat kwam hele maal niet in je hoofd op. want je was met heel andere dingen bezig. In de hongerwinter ging het immers om de strijd om het bestaan: mijn vader ging op de fiets naar Zoeterwoude om eten te halen bij boeren. Ik heb ook bloembollen en suikerbieten gegeten. Met die dingen was je bezig: pannekoeken bak ken van suikerbieten. In je eerste levenson derhoud voorzien dus. „Na de oorlog ging ik economie studeren in Rotterdam, nadat ik was uitgeloot voor de marine. Hoewel ik geen last heb gehad van eindexamen-vrees, heeft mijn hbs-tijd me nog jaren achtervolgd. Ik werd dan badend in het zweet wakker, dromend van een of ander smerig proefwerk; algebra of zo." Hans Laroes (36), NOS-verslaggever „Wij hadden bij ons eindexamen de rector in de nek. omdat het de laatste hbs-lichting was. Niemand mocht zakken Dat zou zo'n gedoe zijn, met een apart hbs-klasje terwijl de rëst al in het havo- en vwo-systeem zat. Ik haalde in 1972 mijn hbs-a in Middelburg. Ik was zestien, bijna zeventien, want ik was een vroege leerling en heb de lagere en de middelbare school doorlopen zonder te blij ven zitten Dat klinkt een l>eet|e braaf, maar dat was ik niet. Ik had altijd de neiging om met studeren tegen de deadline aan te wer ken, dus wat dat betreft was ik wel geschikt voor de journalistiek. Ik deed een beetje aan resultaatvoetbal. Ik begon pas laat. maar werkte niet tot diep in de nacht zwetend door. Een zeven vond ik goed genoeg. Uitein delijk had ik ook voornamelijk zevens. En een zes en een vijf. voor Duits. Examenvrees had ik niet. maar het was na tuurlijk wel spannend. Het is behoorlijk echt om in zo'n gymzaal te zitten, met een strenge toespraak van de rector en verzegelde enve loppen. Mijn eigen eindexamenfeest herinner ik me niet zo goed. We hadden wel een groot feest op het strand. De volgende dag gingen we naar school om daar de school te baricca- deren en iets geks te doen. Tot vlak voor het eindexamen dacht ik dat ik de horeca in wilde. Maar toen ik de folder van de hogere hotelschool zag is dat opge houden. Al die jongens in keurige pakken en met kon haar... Dat paste niet bij mij. er was te veel cultuurverschil. Op het laatste mo ment heb ik me aangemeld voor de School voor de Journalistiek in Utrecht, maar vlak na het examen hoorde ik dat ik was uitgeloot. Ik heb daarop een tijd als correspondent voor De Stem gewerkt." Anton Korteweg (48), dichter "Ik heb mijn eindexamen gedaan op het Christelijk Lyceum in Dordrecht. De dichter Cees Buddingh' woonde op een steenworp afstand. Hij kon bijna de klas in kijken, ten minste, als-ie op het dak zou gaan staan Maar dat deed hij. geloof ik. mei dagelijks Ik deed examen in een gymnastieklokaal dat speciaal voor de gelegenheid was ontzweet. Ik herinner me eigenlek alleen dat ik in de periode kort daar.ian oor afgaand keihard heb gewerkt. Op school deed ik nooit zoveel. Ze werkten in die tijd nog met gecommit teerden. De man die ik had. heette Bijvoet. Een mooie Hollandse naam. Maar het gekke was dat die man mank liep Een aantal kan didaten begon zenuwachtig te lachen op het moment dat hij zich aan hen voorstelde Ze vertelden me dat ze daardoor een onvol doende van hem hadden gekregen, maar of dat waar is. weet ik niet Ik wist mijn gezicht goed in de plooi te houden. Echt sterke her inneringen heb ik aan dat examen niet meer Dat speelt, denk ik. meer bij mensen die het examen met hun hakken over de sloot halen Naderhand, toen ik Nederlands en algeme ne literatuurwetenschap ben gaan studeren, moest ik ook behoorbik wat tentamens en examens doen Ik heb het altijd op het nip pertje gehaald. Tot grote woede van mijn fa milie moest ik op mijn trouwdag mijn einds criptie nog gaan inleveren Ik herinner me nog dat ik eens tentamen moest doen bij professor Stutterheim in Oegstgeest. Ik had me rot zitten leren, hele nachten doorgehaald Toen de dag van het tentamen was aangebroken, kwam ik eracb ter dat ik niet precies wist waar Stutterheim woonde in Oegstgeest Dat besefte ik pas op het tijdstip waarop tk tentamen moest doen Ik zie mezelf daar nog hijgend door een villa park in OegMgr.-M MM IDMI gens een deur ojien In de deuropening stond Stutterheim. 'Hé. Korteweg hier moet je zijn jdh'. riep-ie Die mondelinge tentamens hadden, als het goed ging tenminste, wel iets ontspannends Een heer en een aankomende heer die ge/el lig met elkaar zaten te keuvelen. Ik pronk er tegenover mijn familieleden nog wel eens mee dat ik nog steeds aan het studeren ben. Want gek. hoewel ik al mijn tentamens en examens al lang achter de rug heb droom ik regelmatig dat ik ze nog moet doen I egen de mensen die nu voor die jieriode in hun lr\m staan zou ik willen zeggen inoedtg voor waarts! Er is nog leven na het examen Maja van Hall, kunstenaar „Dat haal ik wH, dacht ik Ik hoopte alleen dat ze de goeie dingen zouden stagen I n die vroegen ze Of ik heb gefeest na het behalen van mijn diploma? Welnee, ik deed examen in 1954 en toen werd er nog niet zo hard v feest Als je in Nederland één keer hard hor-ra riep. kreeg je bij wijze van spreken al een jaar eenzame opsluiting We zaten in de tijd van de wederopbouw Niet bepaald een uitbun dige periode Nu moet ik elke dag examen doen Voor mezelf, en dat is veel moeilijker Met elk beeld of elke tekening die ik wil maken viel ik mezelf een zware opgave Ik slaag nooit hele maal. Meestal wordt het toch nog anders dan ik in mijn hoofd had Het is alsof het ide» dat ik wil concretiseren telkrns terugwijkt Pak me dan als je kan. zoieis Ik heb ai lange tijd een figuur in mijn hoofd die zowel staat als wegloopt Het lijkt wel alsof dat beeld zich er tegen verzet dal ik het maak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 43