Kroaten mijnenveld ingejaagd
Staatsprijs Israël
brengt Arabier
in lastig parket
Feiten &Meningen
De vier fouten van
PvdA'er Leijnse
VRIJDAG 8 ME11992
2
VN-lroepen kunnen uitzettingen in oosten Kroatië niet verhinderen
,,l let is hier niet heter geworden sinds de blauwhelmen
er /ijn, het is slechter geworden. Met Pasen zijn 104
Kroaten uit Dalj midden in de nacht uit hun bed gehaald
en met bussen naar de grens gebracht. Dat gebeurt pas
sinds de Verenigde Naties hier zitten. Als ik op straat
loop, zeggen mensen regelmatig verbaasd dat ze dachten
dat ik al weg was."
Belgrado runa helungaken. Russische militairen zou
den bijvoorbeeld weigeren 's
nachts, als de uitzettingen
plaatsvinden, te patrouilleren.
Hij voegt er aan toe dat de VN
formeel nog niets te zeggen
hebben in het gebied. Ook dat
noemt hij een rare zaak, omdat
het de bedoeling was dat de
blauwhelmen het gezag al begin
mei zouden overnemen, maar
die datum wordt steeds uitge
steld.
Ondertussen hebben de Ser
viërs vrij spel om het gebied
vaster in handen te krijgen. Er
rijden inmiddels bijvoorbeeld
lichtblauw overgeschilderde mi
litaire voertuigen rond, mate
rieel dat het Joegoslavische le
ger aan de plaatselijke politie
heeft overgedaan en dat straks
dus gewoon blijft staan als het
JNA zich volgens afspraak uit de
regio terugtrekt.
We kenden het verhaal van de
uitzettingen ook uit Kroatische
kranten. Die beschuldigen de
Russen er zelfs openlijk van met
het JNA samen te werken. Maar
de 'bewijzen' die de kranten
daarvoor aanvoeren, zijn ma
ger: een voetbalpartij tussen
JNA en Russische soldaten, het
gemeenschappelijke orthodoxe
geloof en de traditioneel vriend
schappelijke banden tussen
Moskou en Belgrado. In Zagreb
werd de stationering van een
Russisch bataljon in Oost-Sla-
vonië om die reden van meet af
aan een blunder genoemd.
Volgens onze zegsman in Bel
grado en de Kroatische pers ge-
CORRESPONDENT OOST-EUROPA
J-.r klinkt geen enkele hoop,
geep enkel optimisme meer in
de stem van onze Kroatische
kennis in Dalj, een door Serviërs
bezet stadje in het uiterste oost
puntje van Kroatië. Hij straalt
alleen maar verslagenheid en
apathie uit. Dat is wel eens an
ders geweest. Bij vorige bezoe
ken had hij altijd nog de ver
wachting dat het op den duur
wel beter zou worden, dat de si
tuatie zou veranderen als de
VN-troepen er eenmaal waren.
Maar nu ziet hij er geen gat
meer in. Na tien maanden
werjdoos thuis zitten en met de
constante dreiging van uitzet
ting boven het hoofd, zit de fa
milie geestelijk en materieel
volkomen aan de grond. De
moeder verontschuldigt zich
dat ze niet meer kan aanbieden
dan een kop koffie. Wij kennen
haar gastvrijheid en weten wat
dat betekent: dat er vrijwel niets
meer te eten in huis is.
Niet weg
indanks de hopeloze situatie
wil onze kennis nog steeds niet
weg: „Ik vertrek alleen met ge
weid. Ik ben nergens aan schul
dig, ik heb me nooit met poli
tiek bemoeid, waarom zou ik
gaan? De Kroaten worden be
handeld als tweederangs bur
gers, maar dit is mijn dorp. Ver
dreven worden is erger dan een
vluchteling te zijn, omdat je het
besluit om te vluchten in elk ge
val nog zelf neemt."
We hadden het verhaal over de
nachtelijke uitzettingen al ge
hoord van een waarnemer in
Belgrado, die echter absoluut
anoniem wilde blijven. Hij wees
met een beschuldigende vinger
in de richting van het Russische
VN-bataljon, dat volgens hem
zeer nauw met de soldaten van
het Joegoslavische leger en de
Servische milities zou optrek-
beuren op dit moment s nachts
de verschrikkelijkste dingen in
Oost-Slavonië. In dorpen in de
Baranja, het noord-oosten van
het gebied, worden Kroatische
en Hongaarse dorpelingen 's
nachts met de loop van het ge
weer in de rug door de mijnen
velden naar de andere kant van
het front gejaagd. Zo'n tien pro
cent van de betrokkenen over
leeft die tocht slechts met zware
verwondingen. Een VN-militair
is, alweer op voorwaarde van
strikte anonomiteit, bereid dat
verhaal te bevestigen. „We we
ten dat dit soort dingen gebeu
ren, we weten dat mensen 's
nachts van hun bedden worden
gelicht en via Hongarije naar
Kroatië worden vervoerd. We
weten ook dat het goed wordt
georganiseerd. Ze weten precies
bij welke huizen ze moeten
aankloppen. Maar zolang de VN
formeel nog niet het gezag in de
regio hebben overgenomen,
kunnen we daar niets aan
doen."
Zo vreedzaam mogelijk
De militaire politie van de
blauwhelmen kan volgens hem
alleen maar proberen de uitzet
tingen tegen te houden en, als
dat niet lukt, zorgen dat de uit
zettingen zo vreedzaam moge
lijk verlopen. Soms doen de VN
wel aangifte bij de plaatselijke
politie, maar dat leidt meestal
tot niets. Overigens is het twij
felachtig of de VN ooit in staat
zullen blijken dit soort praktij
ken helemaal te stoppen. Het
hoofdkwartier in Erdut beschikt
in totaal over 700 man, die een
groot gebied met vele dorpen
en veldwegen moeten controle
ren. Het is duidelijk dat ze nooit
overal tegelijk kunnen zijn.
Maar dat het Russische bataljon
de Serviërs feitelijk steunt,
noemt de VN-militair een zeer
gevaarlijke uitspraak. De Russen
hebben volgens hem wel betere
contacten met JNA-soldaten
dan de meeste blauwhelmen,
maar dat komt vooral omdat
hun talen verwant zijn en ze el
kaar min of meer kunnen vér-
staan. Maar om van samenwer
king te spreken, gaat hem echt
te ver.
Ook onze kennis in Dalj meent
dat de beschuldigingen aan het
adres van de Russen eerder op
geruchten dan op bewijzen zijn
gestoeld. Hijzelf is ervan over
tuigd dat hij waarschijnlijk al
leen nog maar in zijn huis
woont, omdat de VN na de
massale uitwijzingen van
Kroaten met Pasen protesten
hebben laten horen. Dat neemt
niet weg dat hij rekening houdt
met het ergste: „We hebben on
ze tassen gepakt, voor het geval
ze ons ook komen halen."
JERUZALEM SARAH HELM
CORRESPONDENT
l .milc I labiby oogt niet als een man die
cei» bijzondere prestatie heeft geleverd.
I lij is de eerste Israëlische Arabier die
de Israëlische staatsprijs voor literatuur
heeft gewonnen. De prijs werd gisteren
uitgereikt op Israëls onafhankelijk
heidüdag. In het verleden is de prijs al
tijd aan Hebreeuwse schrijvers toege
kend.
De eer die J labiby ten deel viel, plaats
te hem in een lastig parket. Hij moest
beslissen of hij de prijs wel zou accep
teren. Moest hij ja zeggen om de Israë
lische Arabieren, die bijna achttien
procent van de Israëlische bevolking
vormen, deze eer niet te onthouden?
Of moest hij de prijs weigeren, zoals
veel Palestijnse critici in de bezette ge
bieden en de Arabische wereld ver
langden, omdat hij door de prijs te
aanvaarden de joodse staat een propa
gandastunt in handen zou spelen?
I labiby, die het best bekend is om zijn
vijf romans - in het Arabisch geschre
ven maar over de hele wereld vertaald -
erkent dat Israël de prijs kan gebruiken
als een wapen in de strijd tegen radica
le Arabische groeperingen en om de
onverzettelijke opstelling van de rege
ring in het vredesproces te vergocilij-
ken. Hij erkent ook dat het aanvaarden
van een dergelijke prijs zou kunnen
worden uitgelegd als verraad, zolang
de censuur van Arabische geschriften
in Israël nog wijdverbreid is.
Maar hij benadrukt dat hij de prijs zal
gebruiken als een springplank om de
strijd voor gelijke rechten voor zijn
740.1XX) mede-Palestijnen in Israël.
I loewel hij voor de priis was voorge
dragen door een panel van Israëlische
schrijvers en intellectuelen, kwam de
beslissing van de regering om zich ach
ter de nominatie te scharen als een
verrassing. „IX* prijs", aldus Habiby.
„is een soort erkenning van het feit dat
de Palestijnse cultuur in Israël een on-
derdeel vormt van het zich ontwikke
lende Israëlische erfgoed".
Habiby heeft ook toegezegd dat hij de
prijs zal gebruiken om de zaak te steu
nen van degenen die in de bezette ge
bieden vechten vooreen onafhankelij
ke staat.
Dilemma
I Jabiby's dilemma is kenmerkend voor
de situatie van alle Israëlische Arabie
ren sinds de stichting van de joodse
staat in 1948. Dit waren de Arabieren
die wisten te ontkomen aan uitzetting
door het Israëlische leger tijdens de
onafhankelijkheidsoorlog of die ver ge
noeg van het strijdtoneel vandaan
woonden om zich niet op de vlucht te
laten jagen. Anders dan de Arabieren
die Palestijnse vluchtelingen werden,
bleven deze Palestijnen achter om als
Israëlische burgers door het leven te
gaan.
In de jaren die volgden, werden ze
door Palestijnen buiten Israël en door
de rest van de Arabische wereld ver
guisd. In Israël werden ze het slachtof
fer van felle discriminatie en moesten
ze dulden dat het leger hun gemeen
schap regeerde. Maar in plaats van
zich te verzetten, kozen ze uit prakti
sche overwegingen ervoor de status
quo te accepteren. Hun ambivalente
situatie is door Habiby beschreven in
een van zijn bekendste boeken, De Op-
simist, waarin hij betoogt dat een Is
raëlische Arabier pessimistisch kan
zijn, omdat zijn land door Israël is in
gepikt en omdat zijn familie en vrien
den zijn verbannen. Maar hij kan ook
'optimistisch zijn. omdat hij in zijn
thuisland kon blijven wonen en daar
een bestaan heeft.
In zijn 'opsimisme' is Habiby zelf altijd
meer optimistisch dan pessimistisch
geweest, mogelijk dank zij zijn sardoni
sche gevoel voor humor. Hij werd in
1922 geboren in een Arabisch-christe-
lijke familie, groeide op in Haifa en
werd in de jaren veertig een leidend fi
guur in de Palestijnse Communistische
Partij, die hij later in de Knesset verte
genwoordigde.
Hij heeft zich altijd pragmatisch opge
steld inzake de kwestie van de Israëli
sche Arabieren. In 1947 riep hij de Ara
bieren op om de verdeling van Palesti
na. zoals voorgesteld door de Verenig
de Naties, te accepteren. Hij is altijd fel
van leer getrokken tegen de geweldda
dige strijd. „Na 1948 hadden de Arabi
sche landen de mond vol van Arabi
sche eenheid, maar daar werden wij
nooit in betrokken. Ze waren van me
ning dat wij in Israël konden blijven
omdat we bereid waren een hoge poli
tieke prijs te betalen voor samenwer
king - met andere woorden, dat we
verraders waren", briest Habiby ver
ontwaardigd. „Vanaf het prille begin
konden we alleen op onszelf vertrou
wen."
Habiby is inmiddels gewend aan de
snierende opmerkingen van Palestij
nen buiten Israël, die de Israëlische
Arabieren beschuldigen van 'rugge-
graatloosheid' en 'collaboratie'. „Vaak
hoor ik de vraag: wanneer komt de in
tifada naar de Arabische gemeenschap
in Israël? Maar onze situatie is totaal
verschillend van die in de bezette ge
bieden. We wisten vanaf het begin dat
we de weg van vreedzaam protest
moesten kiezen om zo een manier te
vinden om met de bezetting te leren
leven."
Intimidatie
Hij heeft zelf de nodige ervaring gehad
met intimidatie door de Israëliërs,
zoals hij zich verbitterd herinnert. Het
huis van zijn familie in Haifa werd ge-
confisceerd en zijn broers werden in
1948 uitgewezen. Tijdens de militaire
bezetting werd hij geslagen en werd
hem het recht om te reizen ontzegd.
„Tot 1966, toen het militaire bewind
over ons werd opgeheven, waren we
als de zwarten in Zuid-Affika", zegt hij.
„De soldaten intimideerden en sloegen
me. Zelfs toen ik lid was van de Knes
set kenden ze mijn naam niet."
De beschuldigingen van mede-Arabie
ren doen hem duidelijk nog steeds
pijn. Hij is zich ervan bewust dat ze ge
lijk hebben wanneer ze zeggen dat hij
een prijs aanvaardt op een moment
waarop de hoop op vrede gering is en
de Likud-regering, die uit is op herver
kiezing in juni, haar verzet tegen de
oprichting van een Palestijnse staat
niet onder stoelen of banken steekt. Hij
weet ook dat de Israëlische Arabieren,
die hun vreedzame strijd tegen de be
zetting soms wat halfslachtig hebben
gevoerd, nauwelijks kunnen volhouden
dat ze als Israëlische staatsburgers ge
lijke rechten hebben. Twee weken ge
leden werd de Israëlisch-Arabische
dichter Shafik Habib veroordeeld tot
een boete en voorwaardelijke gevange
nisstraf wegens het publiceren van ver
zen die volgens de rechter de intifada
zouden kunnen doen oplaaien. Als de
dichter in de gevangënis was gegooid,
had Habiby zijn prijs niet geaccep
teerd.
Habiby gelooft dat de Palestijnse critici
worden gemotiveerd door een gevoel
van schuld. „Dit is een dilemma dat
diep in het bewustzijn van ons volk is
geworteld - met name bij de Palestijn
se vluchtelingen. Ze hebben het gevoel
dat ze iets verkeerd hebben gedaan.
Waarom hebben hun ouders niet de
dood verkozen boven verbanning uit
hun haard en huis? Wij vormen een le
vend voorbeeld van de juistheid van de
beslissing om in ons eigen land te blij
ven, waardoor hun gevoel van schuld
alleen maar toeneemt."
Habiby gelooft dat de realiteitszin van
de Israëlische Arabieren over de jaren
heen nu effect begint te sorteren onder
de meer gematigde Palestijnse leiders
in de vredesonderhandelingen. Alle Pa
lestijnse delegatieleden steunden zijn
beslissing om de literatuurprijs te ac
cepteren.
Wezenlijk succes
Habiby gelooft dat de Israëlische Ara
bieren een wezenlijk succes hebben
geboekt door in Israël te blijven: ze
hebben voorkomen dat alle Arabieren
uit de joodse staat zijn verbannen. „Wij
zijn het levende bewijs van het falen,
tot op zekere hoogte, van de joodse sa
menzwering om de Palestijnse aanwe
zigheid hier te elimineren. We zijn blij
dat we zijn gebleven. We hebben geen
andere bron van verlossing dan vanuit
ons zelf. vanuit Israël. We hebben geen
ander thuisland dan dit land - wat er
ook gebeurt."
Vertaling Margrggt Hwlinga.
Vice-fractievoorzitter Leijnse van de PvdA reageert op de uitlatingen
van de oppositiepartijen tijdens het spoeddebat van gisteren in de
Tweede Kamer.
WOUTER GORTZAK
Alweer een tragikomedie. Deze
begon op de Eerste Mei, ergens
in het land, op een PvdA-verga-
dering. De voorlopige afronding
ervan speelde zich af in de nieu
we vergaderzaal van de Tweede
Kamer. Donderdagmiddag. Aan
het woord is Dr. Leijnse, vice-
voorzitter van de PvdA-fractie.
Geen kind in de boosheid toch,
niet zo'n sociaaldemocratische
domoor waarvan er, volgens
voorzitter Rottenberg, te veel
zijn in het parlement. Frans
Leijnse doet boos tegen WD'er
Linschoten. „Ik laat me niet ver
leiden tot spelletjes," piept hij,
en onderstreept zijn gespeelde
vastberadenheid met een
krachtterm.
De voorzitter tikt Leijnse op de
vingers en de cleane vergader
zaal is écht ingewijd. Van het
spreekgestoelte slaat de parle
mentariërs een penetrante geur
tegemoet. Hans van Mierlo was
nog bang geweest dat het zover
nooit meer zou komen: in de
'oude' zaal rook je 't zweet als
het spannend werd, maar in de
weidse ruimte van de nieuwe
Kamer zouden de emoties te
gemakkelijk ontsnappen. Lin
schoten echter weerlegt Van
Mierlo's veronderstelling. Hij
manoeuvreert Leijnse in de
hoek, zet hem vast en haalt hem
door de gehaktmolen. Is het,
zoals Leijnse zegt, een WD-
spelletje? Onzin! Leijnses optre
den op de Eerste Mei werd be
kwaam doorgeprikt.
Het houdt niet op, bij de PvdA.
Van de ene misère naar de an
dere blunder. Waar precies
maakte Leijnse zich aan schul
dig? Ging het om politiek onbe
nul of waren we getuige van een
nieuwe fase in de machtsstrijd
in de PvdA, met de wao-maat-
regelen als inzet en de 'onom
keerbare wao'er' als speelbal?
Op het eerste gezicht lijkt onbe
nul in het spel. Deed Leijnse op
de eerste mei misschien inhou
delijk góede voorstellen om de
wao-plannen van de regering
bij te stellen? Waar zulke proce
durele missers worden gescoord
komt zo'n vraag niet eens aan
de orde.
Moeizaam overleg
De bestaande wao-plannen zijn
de uitkomst van moeizaam
overleg in het kabinet. Wil de
PvdA-fractie die plannen wijzi
gen? Veranderingen laten zich
beargumenteren, de plannen
verdienen geen schoonheids
prijs. Omdat de plannen moei
zaam tot stand zijn gekomen is
het echter verstandig mogelijke
reacties van de coalitiepartner
te onderzoeken. Maken de wij
zigingen een kans of leiden ze
tot een kabinetscrisis? Het over
leg vond niet plaats en daarmee
maakte de PvdA'er zijn eerste
fout.
Wat was er gebeurd als de mo
gelijke CDA-reactie was ge
peild? Waarschijnlijk had het
CDA dan de voornemens afge
wezen. Had de PvdA ze dan niet
kunnen lanceren? Natuurlijk
wel, maar men had dan precies
geweten waaraan men begon.
"Wij willen aanpassingen in de
wao-wetgeving, het CDA wei
gert. We vinden onze verbete
ringen zo belangrijk dat ze ons
een kabinetscrisis waard zijn.
We rekenen er overigens op het
CDA alsnog van de redelijkheid
van onze voorstellen te overtui
gen zodat de coalitie in stand
kan blijven.' Zo bedrijft de poli
ticus het vak: hij neemt het risi
co de coalitie op te blazen en
kiest daartoe een punt dat de
kiezer aanspreekt en dat daar
om een kabinetscrisis waard is.
Wie het risico wil lopen van een
foto anp ed oudenaarden
kabinetscrisis moet zich er ech
ter wel even van overtuigen hoe
zijn omgeving erover denkt, in
de eerste plaats de PvdA-be-
windslieden. Maar PvdA-leider
Kok en Sociale Zaken-staatsse
cretaris Ter Veld wekten niet de
indruk ingenomen te zijn met
Leijnses voorstellen. Kennelijk
is nagelaten de PvdA-bewinds-
lieden over de ideeën te peilen
en is hun evenmin gevraagd of
ze op dit punt een kabinetscrisis
willen riskeren. Van Agt zou het
'actie beschadiging partijleider'
hebben genoemd. Het is fout
Nou goed, kamerfractie en be
windslieden hebben elk een ei
gen verantwoordelijkheid. Geen
overleg met de PvdA'ers in het
kabinet? Daar echter staat te
genover dat vice-fractievoorzit
ter Leijnse de kwestie in de
PvdA-fractie aan de orde heeft
gesteld. Fout drie. De leden van
de PvdA-fractie die ik erover in
terpelleerde kunnen zich niet
herinneren met Leijnse over de
ideeën omtrent wijziging van
het kabinetsbesluit inzake de
wao te hebben gesproken.
Fout vier. Een recent PvdA-con-
gres koos met grote meerder
heid Felix Rottenberg en Ruud
Vreeman tot 'duo-voorzitter', de
strohalm waaraan de PvdA zich
vastklampte om uit het moeras
te komen. Voortvarend stelde
het duo een soort Comité de Sa-
lut Public in, een bureau om het
optreden van de PvdA-top te
stroomlijnen om tegenover de
buitenwereld een soort van
eenheid uit te stralen. Leijnse
maakt deel uit van het gezel
schap dat echter niet van te vo
ren van zijn ideeën op de hoog
te is gebracht.
Vier is te veel
Vier fouten is te veel voor ie
mand die als redelijk verstandig
te boek staat. Maar misschien
was Leijnses optreden niet zo
zeer gestoethaspel van een kat
in nood als Machiavelli in actie.
Of hoe men zijn collega's een
streek levert. De wao-voome-
mens van het kabinet hebben
de PvdA veel aanhang gekost,
de betrekkingen met de FNV-
top onder druk gezet en een
kloof binnen de PvdA veroor
zaakt. Die kloof is door twee
congressen dichtgekit. maar
niet overwonnen. FNV-top en
delen van de PvdA beschouwen
herziening van de wao-voorstel-
len als voorwaarde voor het her
stel van de vriendschappelijke
betrekkingen tussëh partij en
vakbeweging. Om daartoe bij te
dragen schoof Frans Leijnse, in
een eerdere fase, de voorzitter
van de FNV-vervoersbond Vree
man naar voren als kandidaat
voor het voorzitterschap. De in
zet van de verkiezingsstrijd tus
sen de kandidaten Rottenberg
en Vreeman zouden de wao-
plannen en de verhouding tot
de vakbeweging zijn geweest.
Door Vreeman als 'duo-voorzit
ter' aan zich te binden heeft
Rottenberg dat voorkomen en
kon de PvdA zich in schijn-een-
heid achter beiden opstellen.
Hoezeer de eenheid schijn was
bewijst Leijnse met zijn onver
hoeds gelanceerde wao-voor-
stellen, die de instemming heb
ben van FNV-voorzitter Steke
lenburg maar verder uitsluitend
de verwarring in de PvdA ac
centueren. Waren Rottenberg
en Vreeman als duo-voorzitters
'de laatste kans voor de PvdA'?
Dan lijkt, nog geen twee maan
den na hun verkiezing, ook die
kans weer verkeken.
Nog steeds wordt hevig gevochten in en om Sarajevo. Vele Bosniërs hebben dan ook besloten huis en haard
te verlaten, slechts wat schamele bezittingen met zich meezeulend. foto a