Extra
Scandinavië snakt naar 'vrije' borrel
#7
Toekomst Sellafield op drijfzand
VRIJDAG 1 MEI 1992 RedartJe: 023-150239 «JAN VAN DER NAT. FRANS VISSER •Vormgeving; ANDRIES DETMAR
6
ANDRE KEIKES CPP
Het alcoholvraagstuk heeft het in het
noorden nooit aan belangstelling ont
broken. Behalve een machtige ge
heelonthoudersbeweging, heeft ook het
parlement af en toe het voortouw ge
nomen bij de bestrijding van uitwassen
op dit gebied. Zo'n ingrijpen was altijd
goed voor verhitte debatten. In het par
lement zaten (en zitten nog steeds) de
nodige vertegenwoordigers van de ont
houdersorganisaties, die er door de ja
ren heen een machtige lobby vormden.
Het Zweedse parlement heeft zich ook al
zeer vroeg bezig gehouden met de kwestie,
die in heel Noord-Europa veel slachtoffers
maakte. Strenge wetten en maatregelen
haalden echter weinig uit, onder meer
doordat het thuis zelf stoken van vooral
brandewijn een wijd verbreide zaak was en,
in het uitgestrekte gebied, bovendien moei
lijk controleerbaar door de overheid.
Acties aan het begin van de vorige eeuw
van de toen al uiterst actieve geheelonthou
ders, resulteerden aanvankelijk in weinig
meer dan het formeel verboden verklaren
van het thuis stoken. In het midden van die
eeuw boekten zij wel het succes dat alcohol
een staatsmonopolie werd, tot vandaag de
dag toe.
Aan het begin van deze eeuw verzamelden
de gezamenlijke drankbestrijders maar
liefst twee miljoen handtekeningen die de
overheid ervan moesten overtuigen het
land helemaal droog te leggen. Een referen
dum over de kwestie in 1922 bracht echter
een - weliswaar uiterst kleine - meerderheid
aan het licht die dat toch wel wat te ver
vond gaan.
Rantsoenering
In plaats van een totale drooglegging be
sloot Zweden tot de invoering van een rant
soeneringssysteem door middel van een zo
geheten 'motbok' (anti-boek), een rantsoe-
neringsboekje, waarin alle inkopen werden
aangetekend. Mannen 1, 2 of 3 liter per
maand, al naar gelang hun gedrag en beta
ling van belastingen en vrouwen 1, 2 of 3 li
ter per kwartaal onder dezelfde voorwaar
den. Het boekje bevatte behalve de naam
van de houder, de datum en winkel van
aankoop.
Het 'motbok' was een bedenksel van dr. In-
gvar Bratt, een zeer gedreven politicus en
'drankbestrijder', die ook aan de wieg stond
van het systeem van staatsslijterijen (Sys
tembolaget), de staatsinkoop-, en produk-
tiecentrale (Vin-, och spritcentralen) en de
restaurantketen SARA, waar voor het eerst
de formule 'geen drank zonder eten' werd
toegepast.
Over de resultaten van het 'motbok' lopen
de meningen sterk uiteen, waarschijnlijk als
direct gevolg van de verschillende menin-
grn.
Tegenstanders van het rantsoeneringssys-
tecm wijzen erop da't veel mensen hun
maximale hoeveelheid drank steeds snel
ophaalden, terwijl er ook een levendige ruil
handel was en een niet te overzien aantal il
legale stokerijen. Voorstanders zeggen dat
li) de tijd van het 'mothok' het misbruik
halveerde, de criminaliteit als gevolg van al
cohol halveerde en dronkenschap onder
vrouwen en kinderen zo goed als verdween.
Ook het aantal mensen met ziekten als di
rect gevolg van alcoholgebruik zou dras
tisch zijn gezakt.
Vraag een Scandinaviër wat hij van
de Europese integratie vindt en tien
tegen een dat hij dan begint over li
beralisering van het alcoholbeleid.
Alcohol is in Scandinavië van ouds
her een politiek controversieel on
derwerp en een veelbesproken the
ma onder de mensen. Niet in het ca
fé. Want die bestaan niet of nauwe
lijks in het noorden van Europa. Er
is één Scandinavisch land waar veel
inwohers de Europese Gemeenschap
eigenlijk best vaarwel willen zeggen:
Denemarken. De EG heeft hun als
gevolg van de hoge levensstandaard
op veel terreinen immers weinig ge
geven en bovendien veel geld ge
vraagd. Denemarken behoort tot de
rijkste lidstaten. De 'winst' van het
lidmaatschap is dus ook betrekkelijk
gering, ware het niet dat het alcohol
beleid in de EG-periode Europeser is
geworden. En dat vinden veel Denen
heel belangrijk. In Zweden, maar
ook in Noorwegen en Finland, vol
trekt zich de laatste tijd een verge
lijkbare discussie, maar dan in de rol
van buitenstaander. In de Scandina
vische media worden veel vraagte
kens gezet bij de EG-gerichtheid van
de laatste tijd, maar één ding blijft
buiten kijf: het alcoholbeleid kan er
alleen maar door opknappen.
Computer
Met deze cijfers in de hand komen dan ook
steeds opnieuw voorstanders van een rant
soenering in actie om het pas in 1955 afge
schafte 'motbok' opnieuw in te voeren, dan
uiteraard met behulp van de computer.
Daarbij zou dan in ieder geval geen verschil
meer kunnen worden gemaakt tussen man
nen en vrouwen, rijkeren en armeren of ge
huwden en nict-gehuwdcn. Bratt vond dat
in zijn tijd nog heel acceptabel.
Om de zaak bij het verdwijnen van het
'motbok' toch in de hand te kunnen blijven
houden, werd een begin gemaakt met de
zware accijnzen, een mogelijkheid die heel
eenvoudig was toe te passen, omdat de slij
terijen in handen van de overheid bleven.
Ook tegenwoordig nog krijgt de Zweedse
staat zo'n 7 procent van zijn totale inkom
sten uit alcoholaccijnzen.
Maar er werden meer ingrijpende maatre
gelen genomen om vooral jongeren af te
houden van (te veel) alcoholconsumptie. In
campagnes, die aardig doen denken aan de
huidige Nederlandse met Phil Collins' 'Do
you know, do you care', wordt onder meer
grote nadruk gelegd op sportbeoefening.
Vaak poseren sport-, en popsterren voor de
affiches van 'Systembolaget', waarbij dan
uitspraken worden gedaan tegen het ge
bruik van sterke drank. Ook komen muziek -
artiesten van tijd tot tijd in actie op festi
vals, gericht tegen alcohol en, in toenemen
de mate, drugsgebruik. Verder bleef het ser
veren van alcoholhoudende dranken in res
taurants aan strenge regels gekoppeld.
Liberalisering
De afgelopen jaren hebben de - in verhou
ding tot andere landen - nog steeds vrij
Ff;
W
-
W'-
\st
..-Z8
sterke onthoudersbewegingen toch wel iets
van hun invloed zien verdwijnen. Welis
waar is hun stem altijd nog van zwaarder
gewicht dan hun werkelijke ledental doet
vermoeden, in parlement en samenleving
gaan toch steeds meer stemmen op om ver
der te gaan met de liberalisering. Ook bin
nen de onthoudersgroepen klinken nu ge
regeld geluiden in die richting, al moet
daarbij natuurlijk wel worden opgemerkt
dat het zou moeten gaan om een zeer voor
zichtige stap-voor-stap-politiek.
Scandinavië is er nog niet uit, maar met de
spoedig verwachte toetreding tot de Eu
ropese gemeenschap, zal er ongetwijfeld
gesleuteld gaan worden aan de naar onze
begrippen uiterst betuttelende alcoholwets-
regels. Dat is ook wel nodig, want er hebben
zich de afgelopen decennia uiterst vreemde
zaken voorgedaan.
Zoals ruzies tussen kamerleden over de
vraag of aan buitenlandse gasten nu wel of
niet een glaasje mag worden geschonken,
relletjes over restauranteigenaren die hun
gasten maanden niet te hard te lachen, om
dat dat de indruk zou kunnen wekken dat
er iemand te veel gedronken heeft (wat nare
gevolgen zou kunnen hebben voor de
schenkvergunning) of juridische gevechten
van restaurants die geen alcoholvergunning
konden krijgen, omdat er in hun straat al
twee andere etablissementen waren met
zo'n papier.
Maar er heeft zich ook eens een geval voor
gedaan van een gehandicapte aan wie een
glaasje geweigerd werd, omdat de exploi
tant in de zaak meende dat er zo'n verbod
bestond. Verder kan het aanzienlijke aantal
illegale stokerijen worden genoemd, het
omvangrijke alcoholtoerisme op de veerbo
ten van en naar Scandinavië en de diefstal
len van pure alcohol die voor technische
doeleinden bedoeld was.
Wat de koop van sterke drank in het buiten
land betreft, kan worden opgemerkt dat de
rederijen en drankhandelaren over de grens
erg goed in de gaten hebben welke voorde
len zij hebben boven de vestigingen van
'Systembolaget', de als apotheek vermomde
staatsdrankwinkels, die geen commercieel
belang hebben bij meer omzet. In EG-land
Denemarken zijn de prijzen soms wel een
derde lager dan in Zweden en dat heeft een
intensief verkeer tot gevolg. (Denemarken
dat toch nog een restrictief beleid voert,
kent overigens weer eenzelfde verschijnsel
richting Duitsland) De verkoop van 'toeris
tendrank', zoals dat in Zweden wordt ge
noemd zou zeer omvangrijk zijn.
Nieuwe cijfers die onlangs bekend werden
gemaakt in de krant Dagens Nyheter, als re
sultaat van een onderzoek door de vereni
ging van brouwerijen en drankproducenten
gaan inderdaad in die richting. Uit de gege
vens blijkt dat van de in Zweden gedronken
alcoholische dranken bijna 45 miljoen liter
pure alcohol legaal is en bijna 18 miljoen li
ter illegaal. Daarvan is 8,8 miljoen liter in
het buitenland gekocht, maar in Zweden
gedronken, 2 miljoen liter in het buitenland
gedronken, 5,5 miljoen liter zelfgestookt,
0,8 miljoen liter gesmokkeld en 0.2 miljoen
liter geproduceerd met behulp van alcohol
voor technische doeleinden.
Buitenland
Opmerkelijk zijn ook de cijfers over het
drinkgedrag van Zweden in het buitenland,
of op weg daar naartoe. Tijdens de reis dr
inkt de gemiddelde Zweed al drankjes met
in totaal 2.5 cl. pure alcohol per dag. Een
maal op zijn bestemming aangekomen
stijgt dat getal tot 3 cl. pure alcohol. Dat be
tekent overigens niet dat de Scandinaviërs
die in de reisindustrie aan het werk zijn
geen glas aanraken. Ook personeel op veer
boten en in vliegtuigen heeft zo zijn interes
sen, zo blijkt uit de verse cijfers. Zij kopen
per jaar 100.000 liter in en hopelijk wachten
zij met consumptie tot zij thuis zijn.
Alles Jbij elkaar zouden de Zweden 38 pro
cent meer alcohol drinken dan uit de offi
ciële statistieken blijkt. En omdat er in zui
delijker gelegen landen veel minder thuis-
stokers zijn en er als gevolg van een libera
ler alcoholpolitiek minder wordt gesmok
keld, zijn de aangepaste Zweedse cijfers dus
ook niet gemakkelijk meer te vergelijken
met andere landen. Voor de vereniging van
drankproducenten reden om op te merken
dat het in sommige kringen zo bejubelde
alcoholmatigingsbeleid dus helemaal niet
zo goed functioneert als wel wordt be
weerd.
Nu 'Europa' steeds dichterbij komt, begin
nen ook veel Zweedse politici, wetenschap
pers en instellingen in te zien dat hun land
niet langer een eiland kan vormen. Toch
wordt er zachtjes gehoopt dat, samen met
de mede-Scandinaviërs, een vorm mogelijk
is die goed aansluit bij het tot nog toe ge
voerde beleid. Sterken zoals je dat vaker ziet
in wat afzijdige, neutrale landen, wordt er
zelfs serieus gedacht de andere Europese
landen te kunnen bekeren tot het eigen ge
loof.
Mimimum
De geheelonthoudersbeweging klampt zich
vast aan het gegeven dat 'Brussel' wel mini
mumprijzen voor alcoholische produkten
heeft vastgesteld, maar geen maximum.
Verder wordt vastgesteld dat ook in EG-lan-
den momenteel veel meer over alcohol- en
drugsproblemen wordt nagedacht dan in
het verleden. Zo speelt in Zweden de ook in
ons land actuele discussie over staatscon
trole op levenswijze. Het gaat daarbij om de
vraag of iemand die riskant leeft evenveel
recht heeft op medische behandeling als
gezond levende landgenoten. Dat deze 'cri
minalisering' van ziekte ook de alcoholdis
cussie beïnvloedt mag duidelijk zijn.
Een niet onaardige proef voor een alcohol-
beleid-nieuwe-stijl, kan deze zomer het Eu
ropees kampioenschap voetbal worden, dat
in Stockholm, Göteborg, Malmö en Norrkö-
ping zal worden afgewerkt. Het komt im
mers niet vaak voor dat er zo veel op drank
beluste continentale Europeanen tegelijk de
Zweedse grens overkomen. Dat de juist op
dit terrein zo gevoelige Scandinaviërs heel
wat herrie verwachten, blijkt wel uit het feit
dat er in juni een kleine vijfduizend politie
mensen zullen worden ingezet. Voor gear
resteerde vandalen wacht zelfs een plaatsje
in een psychiatrische inrichting. Maar daar
moet je niet te veel achter zoeken: het is ge
woon een gevolg van het feit dat er niet vol
doende politiecellen zijn.
Meer kerncentrales Ontmanteld dan gebouwd
De opwerkingsfabriek van Sellafield die pas volgend jaar in produktie komt foto cpd
SELLAFIELD/tONDEN CEES VAN ZWEEDEN
CPD
Terwijl half Duitsland in 1987 te hoop
liep tegen 'Wackersdorf', tekenden zich
op de grazige weiden bij Sellafield de
contouren af van een Britse opwer
kingsfabriek. De centrale in het Beierse
Wackersdorf zou uiteindelijk nooit wor
den geopend, maar anno 1992 staan de
Britten klaar om radioactief afval uit he
le wereld te verwelkomen.
,Kijk", zegt Richard Warren geestdriftig,
„daar ligt hoogwaardig radioactief materi
aal uit Nederland, Duitsland, Japan, Zwit
serland en Engeland". Zijn vinger wijst in
de richting van een enorme, rechthoekige
vijver, op de bodem waarvan een groot aan
tal containers zichtbaar is. „Ie zou gewoon
naar de overkant kunnen zwemmen. Het
water werkt als een biologisch schild tegen
radioactieve straling."
Hoewel de opwerkingsfabriek bij Sellafield
pas januari volgend jaar in produktie komt,
is een deel van het te verwerken radioactie
ve materiaal reeds gearriveerd. In totaal zal
THORP, zoals de opwerkingsfabriek heet,
de komende tien jaar 7000 ton aan splijt-
-stofstaven verwerken. De grootste leveran
cier is lapan (2676 ton), de kleinste Neder
land. Uit Dodewaard zal 53 ton naar de En-
fclse noordwestkust worden verscheept.
HORP is naar iedere maatstaf een indruk
wekkend project. Als de fabriek eind du jaar
klaar is, zal zij een slordige zes miljard gul
den hebben gekost. In Europa is alleen de
Kanaaltunnel een groter bouwkundig pro
ject, en in de fabriek is zoveel beton ge
bruikt dat daarmee een rij betonmortelwa-
gens gevuld zou kunnen worden ter lengte
van de weg Maastricht-Groningen. Het
computersysteem van het gebouwencom
plex is het grootste ter wereld.
Behoefte
Maar de vraag is: heeft de wereld behoefte
aan THORP? „Ia", zegt Richard Warren dié
verantwoordelijk is voor de opslag van de
aangevoerde splijtstofstaven. „We werken
de gebruikte brandstof op tot uranium en
plutonium dat opnieuw in kerncentrales
gebruikt kan worden. Als we dat niet deden,
zou de wereld binnen honderd jaar door
haar uraniumvoorraad heen zijn."
„Onzin", meent Simon Boxer van Green
peace. „De kans dat het opgewerkte urani
um opnieuw gebruikt wordt in centrales, is
klein. Ten eerste is het duurder dan nieuw-
gedolven uranium, ten tweede is het moei
lijker te hanteren. Anders dan nieuwe splijt
stofstaven, kan het opgewerkte uranium al
leen door robots worden verplaatst."
THORP wordt een van de drie opwerkings-
centrales in Europa (de beide andere staan
in het Franse La Hague). Samen zullen ze
het komende decennium 20.000 ton aan
splijtstofmateriaal verwerken.
„Ongeveer 97 procent van de splijtstofsta
ven is na behandeling weer te gebruiken als
brandstof voor kerncentrales," legt THORP-
manager Richard Warren uit. „De resteren
de drie procent is kernafval. Voor een deel
is dat afval licht radioactief, voor een deel
een sterk radioactieve vloeistof. Die vloei
stof kunnen we hier verwerken tot glas, dat
gemakkelijker te hanteren is."
Greenpeace zou de gebruikte splijtstofsta
ven liever gewoon opgeslagen zien. „Door
van de staven in THORP op te werken, blijft
de totale radioactieve straling gelijk", zegt
Simon Boxer. „Maar door het opwerkings-
proces wordt het volume van het radioac
tieve afval 160 keer zo groot. Je zit met het
opgewerkte uranium en plutonium, dat
toch niet hergebruikt wordt. En je zit met
het afval van het opwerkingsproces, waar
onder ook de machines en werkkleding."
Geen dumpplaats
De bedrijfsleiding van THORP beklemtoont
dat Engeland geen dumpplaats van buiten
lands kernafval wordt. Als Dodewaard 53
ton splijtstofstaven naar THORP ver
scheept, krijgt het dat materiaal met dezelf
de straling terug. Maar manager Warren
geeft toe dat de hooggewaardeerde klanten
uitsluitend het compacte, hoogwaardige
materiaal krijgen. THORP blijft zitten met
het lichtere maar volumieuze afval dat
moeilijker is op te slaan.
Het orderboek van THORP is de komende
tien jaar gevuld met opdrachten uit acht
verschillende landen, waaronder Engeland.
De orders zijn vijf miljard pond (16 miljard
gulden) waard, zodat het komende decen
nium een jaarwinst van 50 miljoen pond
(160 miljoen gulden) verzekerd lijkt.
Is daarmee tenminste niet de economische
haalbaarheid van een opwerkingsfabriek
aangetoond? Simon Boxer: „Wat is nou 50
miljoen? Een beetje chocoladefabriek
maakt meer winst. En dan zijn er andere
dingen die je ook mee moet tellen: de stra
ling, de enorme hoeveelheid radioactief af
val, de machines en gebouwen die besmet
raken."
Maar over enkele decennia zou THORP nog
wel eens met weemoed kunnen terugden
ken aan de jaren waarin tenminste nog een
winst van 50 miljoen pond werd geboekt.
De vooruitzichten op lange termijn zijn
somber. De fabriek heeft volgens manager
Warren een 'levensduur' van 30 jaar, en al
leen voor de eerste tien jaar zijn er orders.
En daarna? „Op wereldschaal worden thans
meer kerncentrales ontmanteld dan ge
bouwd", aldus de woordvoerder van Green
peace. „Dat betekent dat de vraag naar ura
nium steeds verder zal afnemen. De orders
voor het komende decennium heeft
THORP jaren geleden binnengehaald, toen
de kernindustrie nog verwachtte dat de ura-
niumvoorraden snel uitgeput zouden ra
ken. Inmiddels is die gedachte achterhaald.
Waarom zouden kerncentrales dan nog
hun opgebruikte splijtstofstaven naar Sella
field verschepen? Het is veel goedkoper ze
gewoon op te slaan."