De lange mars van Kinnock Elan van Cresson was al heel snel uitgewerkt Feiten &Meningen DONDERDAG 2 APRIL 1992 2 Labour voor het eerst sinds jaren niet kansloos bij verkiezingen Onder leiding van Neil Kinnock maakte de Labour Partij de afge lopen negen jaar een lange mars naar het politieke midden. Voor het eerst sinds 1979 zijn de socialisten bij de verkiezingen van 9 april niet op voorhand kansloos. In het Lagerhuis bevechten de hoogmogenden elkaar nog in kroegtaai, maar in het stemhokje za! de kiezer zich afvragen: is er eigenlijk nog verschil tussen La bour en de Conservatieven? Jfe WIM STEVENHAGEN FiCTseR m rfchtj* KRIJGT VOORRAD TTaiWK# eao AANH/\H^./M«ATeBe,&L OM fOLITlEIA v) EENfaHTM toch vookn/wieu/ic aecnrs pOtiriaoE r\ $e£>PiÊATeE£P£,vö?5WTE 1 v AUT0|V10g,|L|ST EEN5" UT Niemand wilde Mitterrands kleine soldaatje helpen Kinnock op het campagnepad. FOTO PRESS ASSOCIATION Neil Kinnock. Volgens pre mier Major is hij „onge schikt om te regeren". Zijn technieken, vond minister Waldegrave, „zouden in nazi-DuitsIand niet heb ben misstaan". Voorzitter Patten van de Conservatie ven dacht: „Hij beweert al les wat in zijn kraam te pas komt, is tot alles bereid om z'n voet tussen de deur te krijgen". LONDEN CEES VAN ZWEEDEN CORRESPONDENT Dat Kinnock niet bemind wordt door zijn vijanden, zal hem geen zorgen baren. Maar het volk draagt hem evenmin op handen. „Als Neil morgen door een bus wordt overreden, zou den we op 9 april op onze slof fen winnen", fluisterde een van zijn medewerkers vorige week. I n inderdaad: de opiniepeilin gen duiden erop dat de partij populairder is dan haar leider. „Kinnock?", vroeg een politiek redacteur van de Times. „Oh, een aardige vent, dat zweer ik je, en een briljante partijleider. Maar geen premier." Zijn colle ga van de linkse Guardian schreef: „Van iemand die aan het University College in Cardiff is afgestudeerd kan niet veel verwacht worden". En de London Review of Book meen de: „Kinnock kan geen premier worden, omdat hij in Oxford noch Cambridge heeft gestu deerd". Neil Kinnock irriteert. Schrijf ster Germaine Greer noemde hem een „onhandige, vervelen de, ongedisciplineerde aap die er maar niet in slaagt die dwaze grijns van zijn gezicht te krij gen". Anderen zeiden dat Kin nock een probleem heeft met bijvoeglijke naamwoorden zoals sommige andere politici met whisky: hij kan er niet van af blijven. Kinnock is zo breed sprakig, verklaarden zij, dat een vergadering onder zijn leiding driemaal zo lang duurt als on der voorzitterschap van plaats vervanger Roy Uattersley. Voorts wordt hij gebrandmerkt als „zó opvliegend dat zijn vin ger maar beter niet te dicht bij de atoomknop kan liggen". In 1986 verkocht hij naar verluidt twee jongelieden een muilpeer nadat dezen hem met een krant op het hoofd hadden geslagen. En in 1988 zou hij in een Afri kaans land een diplomatieke rel hebben veroorzaakt door „wilde en obscene gebaren" te maken naar soldaten die hem bij ver gissing hadden opgepakt. Neil Kinnock irriteert, maar de voornaamste reden daarvoor is zijn succes. Terwijl elders in Eu ropa de sociaal-democratie aan een zwanczang bezig lijkt, is Kinnock erin geslaagd 1-abour weer respectabel te maken. In het hoofdkwartier van de Britse Conservatieve Partij hing negen jaar geleden een citaat aan de muur, zorgvuldig inge lijst en van ontspiegelend glas voorzien. Het was van Pat Wall, destijds Labour-kandidaat voor een Ixigerhuiszetel. Het citaat luidde: „Een marxistische La- boui regering /al een socialisti sche verandering van de maat schappij doorvoeren. Dat bete kent de afschaffing van monar chie en Hogerhuis alsmede het ontslag van generaals, admi raals, luchtmacht-maarschal ken, hoge ambtenaren, politie chefs en in het bijzonder van rechters. Als dat niet zou gebeu ren, zouden we in Engeland re kening moeten houden met de mogelijkheid van een burger oorlog die dood en verden /aait' Sinds 1983 zijn er dingen veran derd in de üibour Partij. De geest van Trotzki is de partij uit gedreven en als labour straks de verkiezingen wint, kunnen de admiraals nistig gaan slapen. Neil Kinnock heeft de badge van de CND (de Britse vredes beweging) van zijn revers ver wijderd en onder zijn leiding zal het land kernwapens houden „zolang er een ander land is met kernwapens". De socialisti sche verandering van de maat schappij zal ophouden bij een hogere kinderbijslag en een waardevaste aow. Michael l oot was in 1983 een makkelijke schietschijf voor de Conservatieven. Hij droeg foute iasscn, vooral geschikt voor langdurige demonstraties in de regen. Hij was voor nationalisa tie van particuliere bedrijven, tegen de Europese Gemeen schap en tegen kernwapens. Het verkiezingsmanifest waar mee hij de ongelijke strijd aan ging, werd door de gematigde Labour-politicus Gerald Kauf- mann omschreven als „de lang ste zelfmoord-brief in de ge schiedenis van de mensheid". Oudgediende Conservatieven denken met heimwee terug aan Michael Foot. Neil Kinnock hult zich in donkerblauwe pakken en heeft de partij zo ver moge lijk naar het politieke midden getroond. De Tony Benns en Ken Livingstones ter linkerzijde morren, maar erkennen dat het politieke gesternte onder Kin nock gunstiger is dan ooit. „Kinnock weet dat hij geen stemmen kan verliezen aan links", zei Livingstone. „Ter lin kerzijde van de Labour Partij is er namelijk niets. Hij kan straf feloos naar rechts opschuiven en het politieke midden voor zich winnen". Voor een deel was de transfor matie van Labour cosmetisch. Kinnock heeft zijn haar gekort wiekt, begon zich waardiger te gedragen en viel ook niet meer in zee, zoals op een van zijn eerste congressen als partijlei der. Maar voor het allergrootste deel was de verandering beleidsma tig. In zeven jaar slachtte Kin nock alle heilige koeien van links. Behalve de eenzijdige ont wapening werden ook de anti- EG-politiek en het Keynesiaaan- se economische beleid op het altaar van de modernisering ge offerd. In 1983 wilde Foot het land zo snel mogelijk uit de Europese Gemeenschap terugtrekken. Op een enkeling na was heel La bour tegen het 'Europa van de multinationals'. Parlementariër Frank Dobson oefende toen de volgende milde kritiek: ,,Die Eu rofanaten, die spreken over Eu ropa als de cockpit van bescha ving, zitten er niet alleen histo risch naast maar hebben ook oogkleppen voor als het gaat om nazi-Duitsland. De EG heeft een hele klasse van lieden voortgebracht die op ander mans kosten in Europa rond vliegen, en ik betwijfel zeer of iemand daar iets beter van wordt behalve de eigenaren van hotels en luchtvaartmaatschap pijen. Al die klootzakken met hun verdomde Gucéi-koffer- tjes." Nu is Dobson Kinnocks woord voerder voor energiezaken en gegrepen door het Europese ge- dachtengoed. Geruggesteund door Dobson en andere leden van zijn schaduwkabinet, veeg de Kinnock in december de vloer aan met het onderhande lingsresultaat dat premier Major in Maastricht voor de poorten van de hel had weggesleept. Hij, Kinnock, zou zonder voorbe houd het sociale hoofdstuk heb ben ondertekend en zich heb ben vastgelegd op één Europese munt. Ook op sociaal en economisch gebied heeft Kinnock een kleine „perestrojka", zoals hij het noemt, volbracht. „Onze plan nen betekenen dat we aanzien lijk meer zullen uitgeven", sprak Foot in 1983 nog. „Daartoe zul len \\r geld lenen Maai anno 1992 hangt de rode vlag er ge heel anders bii. Labour zal het belastingtarief voor de inko mens boven 75.000 gulden op trekken van 40 naar 50 procent, maar het monetaire beleid van de huidige regering voortzetten. Dat betekent: geen hogere staatsschuld, geen devaluatie van het pond sterling. Het enige verschil met de Con servatieven is dat Labour mor dicus tegen belastingverlaging is en dat geld wil besteden aan onderwijs, openbaar vervoer en gezondheidszorg. Maar verdwe nen zijn de plannen om de ge privatiseerde industrieën weer te nationaliseren. Voorgoed ver dwenen is ook de aloude macht van de vakbonden. Alle heilige koeien van links zijn geslacht, maar het opmerke lijkst was dat deze koeien nau welijks weerstand boden. De re de waarmee Kinnock in oktober 1991 het partijcongres aan zijn voeten kreeg, zou hem een de cennium eerder het partijlid maatschap hebben gekost. De goeroes van links zijn rechts ge worden of gewoon weggezui verd. Overgebleven is een ap plausmachine. „Volgend jaar krijgen we van de partijleiding zeker gebedsmatjes zodat we voor Kinnock kunnen knielen", knarste een dissidente congres ganger De transformatie van Labour is ook de transformatie van Kin nock zelf geweest. Toen hij in 1983 het roer overnam, gold hij nog als als exponent van links. Hij stond bekend als de tamelijk militante zoon van een mijn werker uit Wales die ooit had gezegd: „Ik ben het eerste man nelijke lid van mijn familie in drie generaties dat er enigszins vertrouwen in kan hebben deze Aarde te zullen verlaten met het zelfde aantal vingers, handen, tenen en ogen als bij de geboor te". Toen hij in 1970 in het La gerhuis het sociale en onder wijsbeleid van de Conservatie ven laakte, sprak hij: „Ze ver minken eerst onze kinderen en straffen hen dan omdat ze lam zijn". Zijn studietijd in Cardiff ge bruikte hij om te betogen tegen Zuid-Afrika in het algemeen en bloedsinaasappels in het bij zonder. Zelden werd de jeugdi ge Kinnock gebogen over zijn studieboeken aangetroffen, en toen hij zijn graad in de politie ke en economische weten schappen haalde, was hij zelf het meest verbaasd. Maar eenmaal op de Labour- troon begon hij zijn opvattingen te herzien. Standpunten die hij zijn halve leven met verve had verkondigd, werden achteloos ingeleverd. Zo ver schoof hij op naar rechts, dat de vraag zich begon op te dringen of er aan opportunisme niet een prijs kaartje hangt. Kan een politicus die zijn eigen principes ver kwanselt, daarvoor beloond worden met een plaats onder de zon? Zelf maakt Kinnock zich daarover niet al te veel zorgen. Toen hij in 1984 na een auto ongeluk uit zijn tot schroot ver worden Ford Sierra stapte, wees hij naar de hemel en sprak: „In elk geval is er iemand die me mag". PARUS HANS GERTSEN CORRESPONDENT Amper tien maanden geleden, op 15 mei 1991 om precies te zijn, benoemde de Franse presi dent Francois Mitterrand Edith Cresson tot zijn eerste minister. Edith Cresson was volgens het staatshoofd de aangewezen per soon om de wat ingeslapen re gering van Michel Rocard nieuw leven in te blazen. De strijdlustige socialiste Cres son moest de regering nieuw elan geven en de Franse samen leving rijp maken voor het Eu ropa van 1993. En - wat Mitter rand niet hardop zei maar on getwijfeld wel dacht - ze moest de snel dalende populariteit van de socialisten tot staan brengen. Het nieuwe elan van Edith Cre sson was echter razend snel uit gewerkt. Het 'avontuur Cresson' is in vrijwel alle opzichten een mis lukking gebleken. Tien maan den na haar aantreden verkeert Frankrijk in een diepe politieke, sociale en economische crisis. De werkloosheid nadert de tien procent van de beroepsbevol king en slaat vooral onder jon geren hard toe. Veel voorsteden dreigen zich te ontwikkelen tot echte ghetto's, bevolkt door slecht geïntegreerde etnische minderheden en langdurig werklozen. En de Franse socia listen zijn in een week tijd twee maal verpletterend verslagen bij plaatselijke en regionale verkie zingen Toch zou het oneerlijk- zijn de schuld van al die ellende in de schoenen van Edith Cres son te schuiven. De eerste reacties op de benoe ming van de nieuwe premier waren vorig jaar tamelijk posi tief. De politieke vechtjas Cres son zou wat meer leven in de brouwerij brengen, zo ver wachtte iedereen. Maar de eer ste vrouwelijke minister-presi dent in de Franse geschiedenis stelde vrijwel vanaf het begin teleur. Haar regeringsverklaring werd door de oppositie, maar ook door heel wat socialisten, de grond in geboord als vaag en nietszeggend. Voorzover ze al voor leven in de brouwerij zorgde, was dat voor al het gevolg van haar taalge bruik. In de eerste weken van haar premierschap verwierf z,e zich een reputatie als 'flapuit'. Dat kwam doordat ze achter eenvolgens verklaarde dat ze 'schijt had aan de effectenbeurs' en doordat niet altijd even ge- 'nuanceerd ten strijde trok tegen de Japanners die volgens haar een economische óorlog voeren tegen de rest van de wereld. Met de uitspraak dat volgens haar een kwart van de Engelse mannen homoseksueel is, maakte ze zich aan de overkant van het Kanaal al evenmin po pulair. In de ruim tien maanden dat ze in Hotel Matignon (de ambts woning van de Franse premier) verbleef, heeft Edith Cresson kans gezien een nogal droevig record te breken. Geen enkele na-oorlogse Franse premier zag zijn populariteit zo snel dalen als Edith Cresson. Bij haar aan treden was 43 procent van alle Fransen van mening dat ze een goede minister-president was. Vijf weken later scoorde ze al 16 procent lager. En volgens de laatste peilingen had nog maar 18 procent van de Fransen ver trouwen in de eerste-minister. Dat percentage komt nagenoeg overeen met de rampzalige sco re van de socialisten bij de re gionale verkiezingen. Het falen van Edith Cresson heeft meer dan een oorzaak. Ten eerste lijkt ze gewoonweg niet de capaciteiten te hebben die voor het leiden van een re gering vereist zijn. Het ont breekt haar aan tact en over wicht. Haar persoonlijke staf is volgens veel insiders te zwak om haar voor uitglijers en mis stappen te behoeden. Maar het falen van Cresson be rust voor een niet gering gedeel te ook op het feit dat ze van het begin af aan te weinig steun heeft gehad van haar socialisti sche broeders. Een deel van de partijtop en diverse ministers hebben haar nooit geaccep teerd en ze hebben geen gele genheid onbenut gelaten om haar toch al wankele gezag te ondermijnen. Zelfs oproepen van Mitterrand om de rijen te sluiten konden dat niet verhin deren. De hoofdschuldige van Cres- sons teloorgang lijkt echter pre sident Mitterand zelf. De man die Cresson in het verleden eens 'mijn kleine soldaatje' noemde, heeft haar van het be gin af aan verhinderd het heft echt in handen te nemen. Toen ze als premier aantrad, wilde ze de ministersploeg die ze van Michel Rocard erfde, ingrijpend wijzigen. Cresson wilde een aantal socialistische 'olifanten', zoals minister Pierre Bérégovoy van financiën, diens collega van buitenlandse zaken Roland Dumas, Philippe Marchand (binnenlandse zaken) en Lionel Jospin (onderwijs) aan de dijk zetten. Maar het staatshoofd weigerde daar aan mee te wer ken. De zwaargewichten in de rege ring heeft ze nooit in haar greep gekregen. Cresson was daar door veroordeeld met gebon den handen en met een aantal onwillige kameraden ten strijde te trekken. Dat kón gewoonweg niet goed aflopen. Toen president Mitterrand haar vandaag met dank voor alle moeite ontslag verleende, zal ook Edith Cresson waarschijn lijk opgelucht adem hebben ge haald. Haar korte soldatenleven is beslist niet de leukste periode van haar leven geweest. Toen Cresson eergisteren na een geprek met Mitterrand het presiden tiële Elysée-paleis verliet bestookten verslaggevers haar met de vraag of ze nog steeds premier was. Glimlachend kon ze dat toen nog bevesti gen. FOTO AFP

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 2