Hoe de aarde kinderen laat beven WE m ade .Si i r;t ,i fc t ti Het verdriet van België zeurt voort Cultuur Kunst DONDERDAG 2 APRIL 1992 .26 Recente schokken in Turkije geven jeugdboek extra dimensie JEUGDLITERATUUR RECENSIE CASPER MARKESTEUN 'De kinderen van Leninakan' door Robert Klement, uitgeven) Facet 26,90; 'De maan draait' door Gudrun Mebs (vertaling Bart Moeyaert) met illustraties van Anne- mie Heymans, uitgeverij Averbode 18,95, 'Ben jij mijn vriend?' door Marita de Sterck met illustraties van Klaas Ver- plancke, uitgever!) Averbode 20,85. Met de recente aardbevingen in Turkije in herinnering, krijgt De kinderen van Leninakan van Robert Klement een extra di mensie. Je leest het boek met andere ogen, als je zojuist de in dringende televisiebeelden hebt gezien van een jonge veipleeg- ster die, nadat alle buitenlandse hulptroepen al vertrokken zijn, levend uit de puinhopen van daan wordt gehaald. De kinderen van Leninakan beschrijft namelijk een ramp die ook nog vers in het geheu gen ligt; de aardbeving in Arme nië op 7 december 1988. In dit verhaal vergelijkbare gruwelijke omstandigheden, die gebaseerd zijn op de realiteit. De auteur sprak in Armenië met overle venden van de aardbeving en beschreef wat zij meemaakten. Hij laat de jonge atleet Rasmik aan het woord, die in de Vere nigde Staten hoopt uit te komen voor zijn land Armenië. Rasmik wordt na de aardbeving de on vermoeibare redder die zijn heldhaftig optreden met waar schijnlijk blijvende invaliditeit moet bekopen. Seismoloog Tigran voorspelt de ramp op grond van simpele registratieapparatuur. Hij waar schuwt, maar wordt niet ge loofd. Scholiere Lilith wordt be dolven, zoals vele anderen, maar uit het puin gehaald. Haar klasgenootje Angela verdwijnt in de golvende vloer en wordt nooit meer teruggevonden. Aram Markarian ontkomt door dat hij tijdens gymnastiekles valt en vroeger naar huis mag. Zo slaagt de schrijver erin om vanuit de verschillende perso nen de lezer een goed beeld van binnenuit te geven. Je maakt de aardbeving haast aan den lijve mee. Minder geslaagd is de gro te hoeveelheid commentaar die de verteller tussendoor strooit. Commentaar op de slechte bouwwijze van grote gebouwen in Leninakan: het gevolg van corruptie bij de ambtenaren. Commentaar op de, voor jonge lezers toch zeer gecompliceer de, politieke verhoudingen in dat deel van de tegenwoordige GOS. Klements verteller trekt te duidelijk partij. Hij laat te wei nig aan de lezer over, en oor- OVERBOEKEN In Poetry Nation Review, liet meest gezaghebbende poëzieblad in Engeland, dat wordt uitgege ven door Manchester University, wordt de Nederlandse dichter Rutger Kopland genoemd als kandidaat voor de Nobelprijs voor Literatuur. Dat gebeurt in een bespreking van 'A world beyond myself, een selectie van 80 gedichten uit Koplands oeu vre, gekozen en vertaald door de in Nederland woonachtige Ja mes Brockway. De criticus is jui chend over de poëzie van Kopland en over de vertaling er van. Hij beschouwt Kopland als 'een buitengewoon begaafd dichter' en vraagt zich af hoe lang het nog zal duren voor het Nobelprijscomité hem in het vi- zier krijgt. Bij uitgeverij Het Wereldven ster verschijnt volgende week woensdag 'In de ban van de rin gen'. In dit boek van VyvSimson en Andrew Jennings, wordt vol gens de nieuwsbrief van de uit geverij, „op niet mis te verstane wijze het misbruik van geld, macht en drugs binnen het In ternationaal Olympisch Comité blootgelegd." De auteurs tonen volgens de uitgever na vier jaar onderzoek aan hoe „de organi satie binnen enkele jaren is ver anderd in een slap antidemo cratisch instituut dat aan de hoogste bieder moet worden ver kocht door de grootste onderne mingen ter wereld. In Amersfoort wordt op zon dag 26 april de 10de Nationale Schrijversdag gehouden. Op de ze dag kunnen schrijvers wier werk nog niet is uitgegeven door de grote literaire uitgeverijen el kaar ontmoeten. Plaats van handeling: Cultureel Centrum de Flint aan de Coninckstraat 60 in Amersfoort. Tijd12.00 tot 18.00 uur. V— m - T* Centrum van Leninakan vlak na de aardbeving. deelt en veroordeelt zelf al, zon der goed uit te leggen. Met meer afstand had hij dat kun nen voorkomen. Verliefdheid Minder rampzalig is het voor jongere kinderen bedoelde nieuwe boek van Gudrun Mebs De maan draait. Toch kunnen verliefdheid en jaloezie bij kin deren van een jaar of tien van grote invloed op hun leven zijn. Dat is zeker het geval bij Fanny die op haar manier hevig ver liefd is op Lucas. En Lucas heeft zeker oog voor haar. Tot Hein op het toneel verschijnt. Lucas en Hein worden vriendjes en als Fanny aan Lucas vraagt: 'Hé Lu cas, zijn we nu nog dunnetjes vrienden?' antwoordt hij: 'Nee- hee, met meisjes gaan is stom! Dat zegt Hein ook!' Gudrun Mebs weet feilloos aan te geven hoe zo n verliefd heid werkt en waar de pijn van de jaloezie zit: 'Ik zal nooit meer kunnen springen, mijn buik is veel te zwaar. Mijn buik zit vol, van mijn keel tot mijn benen.' Het verdriet dat Fannny heeft wil ze eruit huilen, maar dat gaat niet: 'Achter mijn ogen zit water, dat ik eruit moet huilen. In mijn eentje op de w.c. Maar het lukt niet. Het water brandt.' Zowel verliefdheid als de pijn van de jaloezie gaan over zoals die bij kinderen op die leeftijd over kunnen gaan. Gewoon, op eens is het alsof het er nooit ge weest is. Gudrun Mebs vertelt een prima verhaal dat nergens sentimenteel of ireëel is. Anne- mie Heymans maakte er aange name illustraties bij en Bart Moeyaert zorgde voor een goe de vertaling, die slechts op één plaats hapert. De meester van Fanny vraagt naar een woord met verschillende betekenissen. 'Pet' is een fout antwoord van Fanny. En 'muts' wordt ook niet goed gerekend. Blijkbaar kent het Vlaams die woorden alleen als zelfstandig naamwoord. Ontvoering Voor nog jongere kinderen ver scheen ook bij Averbode in de zogenaamde 'Trommelboek- reeks' Ben jij mijn vriend* van Marita De Sterck. Een boekje over vrienschap tussen de twee Debuut van Vlaamse auteurs Bogaert en Tavernier Als ooit een titel voor mij een begrip is geworden dan is het weï'Het verdriet van België' van Hugo Claus. Dat verdriet uit de ze titel is bijzonder aanwezig in de korte roman 'Keizer Doede' van Gie Bogaert en eveneens, zij het onderkend en daardoor minder verdrietig, in 'Een bij- stonder kind' van Lieven Taver nier. Beiden zijn Vlaamse au teurs, beiden debuteerden nog niet zo langgeleden. 'Keizer Doede' verplaatst ons naar een dorpsplein in de hete middagzon, met stilletjes wat dorpelingen hier en daar. Het is alsof we er gedropt zijn door een bus die verdween. Mét de dorpelingen zitten we in de schaduw van een grote boom, of juist in de zon, of staan we door een gordijntje naar het plein te turen. Het verhaal wordt steeds vanuit een apder verteld, een ander met zo zijn eigen gedachten, zorgen en be lemmeringen. Soms is er een 'gesprekjeDit laatste tussen aanhalingstekens, omdat er meestal langs elkaar heen wordt gepraat: er wordt gesproken maar niet gehoord, men heeft genoeg aan zichzelf. „Wie met zijn neus in de lucht loopt, trapt het eerst in de stront", zegt Vonne. En daar kan men zich maar beter rekenschap van ge- Het verhaal kabbelt, soms via het pleintje, van de ene kant van de straat naar de andere, van de slager naar het huis van de burgemeester en de kapsa lon. Pas op pagina 97, vijfen twintig pagina's voor het einde, komt er enige spanning in de dorp begon zowaar net e< roman. Erg laat. Ie kunt je afvra- beetje tot leven te komen, gen of een lezer daar nog wel In 'Een bijzonder kind' van Li behoefte aan heeft. Het suffe ven Tavernier gaan energie t groei hand in hand. Dit on danks de hoofdpersoon, die af en toe de tijd eens stil wil zetten maar zich realiseert dat dat on mogelijk is: er is geen weg meer terug. Het is het verhaal van een vader die samen met zijn vrouw en twee kinderen naar het plat teland verhuist waar de voor waarden voor de kinderen om op te groeien beter zullen zijn. „Het leven moet niet al te inge wikkeld zijn", merkt hij ergens Niet eens de natuur maar af zondering en rust zijn favoriet. De familie betrekt een landhuis in een onooglijk dorp dat al eeuwen in een lethargische slaap is gehuld. Daar verheugt de vader zich op de eerste stap jes, de eerste woordjes van het kleine kind, daar hoopt hij zijn eerste boek te schrijven. Terwijl de moeder en het oudste kind dagelijks het huis verlaten voor werk en school groeit het kleine kind onder de hoede van de va der op. Deze aanschouwt het le ven en wordt hierbij gesteund door de wijsheden van Bob Dy lan, Tolstoj, Tsjechov, door de beschrijvingen van Nescio en door de woorden van Streuvels. Langzaam maar zeker komt het kleine kind op eigen benen te staan en zo worden de wijze hulptroepen van de vader met zachte hand verdrongen. Het niet bij de naam noemen van de vrouw (het mooiste meisje) en kinderen (de Jongen en het Kleine Kind) staat in contrast met de veelheid van namen van schrijvers en zangers. Een con trast zoals tussen werkelijkheid en theorie. 'Een bijzonder kind' is door de vlotte en directe stijl en de korte schetsen een bij zonder boekje geworden. De ty- pografischre verzorging maakt het tot een mooi geheel. Sjoerd Kuyper Ik had een raam ik had een deur. De deur was dicht, maar uit het venster scheen nog licht. Ik had een raam, ik had een licht. Dat doofde ook, maar uit de schoorsteen kwam nog rook. Er kwam een kraai, die heeft daar toen een nest gebouwd. De rook sloeg neer, het vuur werd koud. Had ik een vriend, ik ging er heen. Ik heb er geen Een kraai vliegt om de schoorsteen heen. broertjes Ron en Wim. Ze spe len heerlijk samen en maken soms ruzie: 'Rotbroer, pestkop! Jij bent mijn vriend niet meer!' De voortdurende regen, al drie vakantieweken lang, zal er me de debet aan zijn. Ron en Wim maken een boevenhol, ontvoe ren hun zusje en vragen een losprijs van zakken chips. Op het oog een verhaal van dertien in een dozijn. Dat het toch bo ven veel andere uitsteekt, is te danken aan de soepele taal van Marita De Sterck en de vakbe kwame tekeningen van Klaas Verplancke. Badpak Wordt er dan toch zoveel poëzie gelezen in Nederland? Niemand kan erover klagen dat ze mond jesmaat het licht ziet. Hoe dan ook past een zekere trots op het lef waarmee uitgevers met regelmaat gedichten publice ren? Over het niveau van de re cent verschenen bundels valt te twisten, zoals een bloemlezing uit de voorjaarsaanbieding toont. Een aanwinst lijkt me de tweede bundel van Hester Knibbe, 'Meisje in badpak'. In een reeks observaties van het meisje uit de titel noteert ze zorgvuldig de onzekerheden van een beginne ling in het leven. Als een badpak zit het leven dan weer 'als gego ten', dan weer 'vreemd om het lijf. De gedichten hebben de zelfde aarzelende toon van voorlopige en verkennende no tities. Naarmate de bundel vor dert, krijgen de verzen een steeds vaster vorm. In de laatste cyclus, 'van heel oude mensen', winnen ze ook steeds meer aan betrokkenheid. Dan blijkt ook treffend hoe weinig winst aan weerbaarheid het leven ople vert. Vooral daar schrijft ICnibbe sterke poëzie, die ons niet zon der tederheid onze verganke lijkheid bewust maakt. Vaderland Oud zijn, leven in herinnerin gen, is het centrale thema van Vaderland' van Michel van der Plas. Zijn grootste talent ligt on getwijfeld in de kleinkunst, waarin hij een groot tekstschrij ver is. Hij is daar op z'n best in het grensgebied van emotie en sentiment: hard is z'n satire als er gesjoemeld wordt met emo ties. Daarom is de sonnetvorm die hij hanteert in deze gedich ten over zijn vader heel doelma tig. Vertrouwelijke herinnerin gen, gehandhaafde liefde en pijnlijk gemis zijn in strenge ka ders beheersbaar. De warme in timiteit maakt ze misschien nog niet tot sterke poëzie. Ze verdie nen met liefde gelezen te wor den, deze sonnetten van de kleine weemoed. Afrika Laat niemand het laten afweten wegens de drakerige titel van Emma Crebolders debuut 'Waar niemand wegen waande'. Al zou het maar zijn om de bijzon dere thematiek: Afrika, de ge schiedenis van een Bantoestam, het opgroeien van een kind tot volwaardig lid van de clan. Cre- bolder beseft dat koketteren met exotica en de oudbakken romantiek van de edele wilde poëtisch geen zoden aan de dijk zet. Ook blijft ons de goedkope afweging tussen onze opper vlakkige onnatuur en de diepe innerlijkheid van de natuur mens bespaard. In strak ge bouwde kwatrijnen en sonnet ten legt ze vast langs welke we gen mensen uit geheel verschil lende culturen verwant kunnen zijn. Haar gedichten wekken wel heimwee naar geborgen heid. In heldere verzen, zonder een spoor van valse idylle, maakt ze aannemelijk dat onze samenleving zoveel pijnlijke vrijheid en onverschilligheid niet aankan. Zoals geen mens dat kan, in welke cultuur dan ook. Niematz Max Niematz' bundel 'Ziels vrienden' is voor mij liefde op het eefste gezicht. Zijn sterke geconcentreerde gedichten be vatten keer op keer verrassende gezichtspunten die ook houd baar blijken bij herlezing. Nie matz' wereld, onze wereld, is die van de bewerkte grond, het cultuurlandschap van akker, sportveld en rangeercomplex. Daarin treden mensen op als kapper, surfer of hoogspringer. In die kunstmatige wereld zijn we allen verwant. Niematz slaagt erin de mensen zin te ge ven door ze in te boeken in zijn pantheon van beminden, in Ideine trefzekere portretten. Eenhoorns Van streekgenoot Leo van der Zalm verscheen 'Eenhoorns on der andere'. Van der Zalm is een natuurmens. Hij heeft oog voor details en weet onder scheid te maken tussen tragiek en idylle. Toch ontkomt hij er niet aan alles nog eens over te willen doen. Natuurlijk, de boer die ploegt, maakt een 'gebaar van alle tijden', maar daarmee ontstaat nog geen poëzie. Naïe ve kunst dan? Van der Zalm is niet zo naïef, zijn werk getuigt wel degelijk van inzicht. Hij kent de paradox tussen alles wat groeit en bloeit en de facts of life daarachter. Dat zou hij meer moeten uitbuiten. Kuyper Je kunt jaloers zijn op rfl ten van romans, die zoveel ver haal in hun bespreking kunnen doen, zoveel psychologie en al tijd wel wat deelkritiek op stijl en structuur. Goede gedichten zijn nauwelijks aan deelkritiek te onderwerpen. Ze zijn nu een maal zo 'verdomd godderig' dat het ontleedmes afketst. Ze zijn alleen toonbaar in hun geheel. Dat geldt meer dan eens voor de gedichten uit de juist ver schenen bundel van Sjoerd Kuyper, 'Nachtkind'. Hij ontwerpt de fraaiste beel den, die uitstekend te citeren zijn. 'Het laatste licht wordt als een kleed onder de dingen weg getrokken.' 'De regen ritselt op het dak als een rat in een wieg.' 'De nacht lag braak, als de hand van een verliefde oude man.' Maar wie taxeert de schade van zo'n inbraak in het gedicht? En bovendien, andere gedichten van Kuyper missen die beeld spraak en zijn niet minder goed. Uit het doorgronden van de wanhoop over leven en dood smeedt Kuyper een uiterste waakzaamheid. Met een perfect gevoel vOor understatement en een glanzend sarcasme, dat al weer nauwelijks te citeren valt, want dat buiten het vers onmid- delijk afsterft. Die waakzaam heid betreft eenvoudig alles wat aan het geluk ontbreekt, daarin is Kuyper niet kinderachtig. In ieder gedicht snijdt hij zo'n te kort aan en brengt het in kaart. Waarom helpt geld niet tegen nacht en dood? Wat is het ge heim van het eeuwig misver stand tussen vader en kind? Wat is er mis met het geluk, dat we morgen pas deelachtig kunnen worden? Natuurlijk werken gedichten niet als anti-depressiva. Maar als wanhoop onder woorden is gebracht, is ze tot op zekere hoogte, en vooral op zekere ter mijn, hanteerbaar. Dan kunnen ogen 'mooi en groot van angst' zijn. Ook als de taal in het ge dicht faalt: 'ach arme taal/-die lege vorm van lippen/ die om te kussen zijn.' Kuyper's gedichten zijn zeker geen meesterwerken. Maar ze hebben kracht genoeg om voedsel te geven aan een grimmige en montere ontroost baarheid. Nergens cynisch, ner gens bijdehand. Ed leeflang. foto bert nienhuis Leeflang Ed Leeflang tën slotte, een dich ter die zijn lezers allang voor zich heeft gewonnen, publiceert 'Begroeyt met pluimen'. Het zijn gedichten over vogels. Ge lukkig betreft het voor een stadsmens herkenbare soorten, geen regenwulpen of zoiets. De vogels 'fungeren' als de plaatjes in oude embleembundels: als plaatjes bij praatjes. Het werkt van twee kanten: ze illustreren de gedachte, maar maken die ook los. Vogels zijn de getuigen van stilte, van vrede en van inci denteel geluk. Ook hier geen idylle, maar wel diepe eerbied. Vogels zijn im mers zoveel beter bestand tegen het leven. De bundel is schitte rend geïllustreerd met tekenin gen van Peter Vos. Daarmee wordt het nogmaals een bundel met emblemen. Vos is immers zo trefzeker dat z'n modellen geen gelegenheid krijgen een pose aan te nemen. Fout, ze zijn in hun overlevingspose betrapt. Net als bij Leeflang W1MVEGT Hester Knibbe, "Meisje in badpak', uitg. de Prom. Michel van der Plas, "Vaderland', uitg. Anthos. Emma C re bolder, "Waar niemand we gen waande', uitg. Prometheus. Max Niematz, 'Zielsvrienden', uitg. de Arbeiderspers. Leo van der Zalm, "Eenhoorns onder andere', uitg. In de knipscheer. Sjoerd Kuyper, Nachtkind, Uitg. LJ. Veen. Ed Leeflang, 'Begroeyt met pluimen', q Peter Vos, uitg. De Arbei-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 26