Extra Turk in Nederland, Nederlander in Turkije Miljonair Van Aalst ziet meer in bedreigde aap dan in damestextiel -W DONDERDAG 2 APRIL 1992 Redactie: 023-150239 JAN VAN DER NAT. FRANS VISSER Vormgeving: ESTHER NYPELS 22 Zwerven tussen twee onderwijsculturen HATICE TOKGOZ GPD Een laatste blik en een groet. Toen ver dween het groene busje met bestem ming Nederland uit het oog. De toen 12-jarige Iskender Kormaz bleef alleen achter bij familieleden. Hij zou zijn ver dere opleiding in Turkije moeten vol gen. Een kind dat ter wille van een goe de opleiding in Turkije achter moest blijven. Een kofferkind, net als tiental len andere lotgenoten. De in Enschede geboren Iskender behoort tot de tweede generatie Turken in ons land. I ot zijn twaalfde ging hij naar een Neder landse basisschool. Lol trappen en de ruige jongen uithangen in de klas. is het enige wat hem is bijgebleven van de lagere school. De angst van zijn ouders dat hun zoon ooit in de goot zou belanden, was de reden om Iskender in 1982 bij familie in Turkije achter te laten. Acht jaar later keer de hij echter terug naar Nederland en be gon hij in Nijmegen met de studie Cultureel werk. Iskender is een van de vele Turkse jongeren die na de basisschool teruggekeerd zijn naar Turkije om daar verder te gaan met hun opleiding. Echter niet voor lang, want ondanks de motivatie van de jongeren valt het leven en de opleiding in het eigen land vaak tegen. Velen keren na een tijdje met hangende pootjes terug; anderen blijven in I urkije om te trouwen of te werken. 'Kofferkinderen' noemen de jonge pende laars zichzelf, „je wordt van het ene land naar het ander gesleurd. In feite weet je ge woon niet waar je aan toe bent." vertelt Aynur Aydin. Ook zij vertrok na de Neder landse basisschool naar Turkije. Vorig jaar maart kwam ze terug naar Nederland. Aynur: „Het ging niet meer zo goed op school en ik wilde alleen nog maar weg uit Turkije." Volgende jaar gaat ze weer stude ren. Nu volgt ze een cursus Nederlandse taal. Exacte cijfers over Turkse jongeren die hun opleiding in Nederland afgebroken hebben voor een opleiding in Turkije, zijn er niet. Volgens beleidsmedewerker van het CNV Talip Demirhan komt dat door de ouders, die nun kinderen vaak overhaast achterla ten in Turkije. De angst dat het kind 'ver- westerst', de Turkse normen en waarden vergeet, speelt hierbij een grote rol. „Veel ouders geloven dat alles goed zal gaan als ze het kind in Turkije achterlaten." zegt De mirhan. „Maar de ervaring leert dat de kin deren er alleen maar ongelukkig van wor den. en dat neem ik de ouders zeer kwa lijk." Hoge verwachtingen Voor de meeste 'teruggangers' zijn de eerste maanden in Turkije spannend. Immers, ze kennen het land en de cultuur niet en ook het onderwijs wil nog wel eens verschillen met dat van Nederland. Met frisse moed beginnen ze aan hun nieuwe leven, dat al lesbehalve makkelijk is. „Ik had hoge ver wachtingen, maar dat viel allemaal erg te gen. Ik kon het maar vier jaar uithouden," zegt de 18-jarige Ilknur Aksakal. Net als Aynur is Ilknur vrijwillig terugge keerd naar haar vaderland. Al snel merkte ze echter, dat het leven in eigen land moei lijk is voor een 'Nederlandse Turk'. Ilknur: „Ik was 'de Hollander' in de ogen van men sen, omdat ik gebrekkig Turks sprak. Ook op school was alles vreemd voor me; veel discipline, roddelen en zware straffen." Terwijl het voor scholieren in Nederland heel gewoon is 'een grote mond' te hebben tegen hun leraar, is dat in het Turkse onder wijssysteem ondenkbaar. De leerling moet veel respect tonen voor de leerkracht en het onderscheid leerling-leraar is sterk. Ook moeten de scholieren gedurend hun mid delbare opleiding een schooluniform dra gen. Meisjes dienen sober gekleed te zijn; lange nagels, make-up of sieraden zijn streng verboden. „Ik was niet onderdanig genoeg volgens de leraren en ze bedreigden me met allerlei straffen. Je hele persoonlijk heid werd gewoon de grond in geboord," vertelt Ilknur. Met afschuw herinnert zij zich haar 'lise-tijd'; lise is de Turkse middel bare opleving die vergelijkbaar is met de havo. Aynur verging het beter, maar ook zij had moeite met de machtsverhouding tussen leraar en leerling. „Ik werd in het diepe ge gooid in Turkije, maar geen enkele leraar die de moeite nam om me te begeleiden. Steun heb ik wel gekregen van mijn zussen die daar al zaten," meent Aynur. 'Vreselijk' noemt Iskender de stropdas en zijn nette schoolpak, maar dat vindt hij niet het ergste. „Door de strenge discipline durf de ik niet meer voor mijn eigen mening uit te komen. Nog steeds voel ik me onzeker als het gaat om het uiten van mijn eigen mening, terwijl dat in Nederland juist heel belangrijk is." Niveauverschil Voor een Turks kind met een afgeronde Ne derlandse basisopleiding is het vaak moei lijk om mee te draaien met het Turks on derwijssysteem. De kinderen beginnen aan de middelbare opleiding (lise, dus) met het idee dat het allemaal wel mee zal vallen. Het niveauverschil tussen het Nederlandse onderwijs en de Turkse kan echter rampza lig zijn voor het kind. „Een kind dat in Ne derland geboren en opgegroeid is, weet bij na niks van de Turkse taal, cultuur en ge schiedenis af. Alleen al daardoor zullen de kinderen altijd buitenbeentjes blijven," ver telt onderwijs-beleidsmedewerker Naci De- mirbas van het Nederlandse Centrum voor Buitenlanders (NCB). Ondanks de moèilijkheden die de 'Holland se' jongeren tegen komen, neemt het aantal leerlingen dat in Turkije voortgezet onder wijs volgt, toe. „Velen worden door hun ou ders gewoon achtergelaten bij familieleden. Het Idnd kan daar weinig tegen inbrengen, terwijl het toch om zijn toekomst gaat," zegt Demirbas. Meestal zijn de ouderen bang dat hun kind, in negatieve zin, in aan raking komt met Nederlanders. Voor meis jes zou dat betekenen dat ze een Neder lands vriendje krijgen. En dat is nog steeds de grootst denkbare schande voor de fami lie. Bij jongens spelen de hoge verwachtin gen van de ouders weer een grote rol. De mirbas: „De 'zoon' moet de beste zijn en als dat niet lukt, sturen ze hem gewoon terug. Ze hopen dat het in Turkije wel beter zal Het onderwijs op de Nederlandse scholen is echter ook een van de redenen van de 'te rugtocht'. Allochtone leerlingen hebben vaak al een achterstand als ze op de basis school binnen komen. Anders dan de Ne derlandse kinderen, groeien buitenlandse kinderen tweetalig op. Het mondelinge ge bruik van de Nederlandse taal valt mee, maar als het om Nederlandse spellingsre gels gaat, vallen de kinderen vaak buiten de boot. „De leerkrachten missen nogal eens de vaardigheid om allochtone kinderen te begeleiden. De kwaliteiten van de kinderen Aynur Aydin (rechts, met vriendin Arco): Het leven is een race die je zonder kleer scheuren moet zien t< overleven. Foto: DIJKSTRA worden ondergewaardeerd. Zo kan het ge beuren dat een intelligente leerling het ad vies krijgt om toch maar lbo te doen," zegt Demirbas. „In plaats van dat advies te vol gen, sturen de ouders hun kinderen dan ge woon naar Turkije." Advies Dat is ook de ervaring van Iskender. Na de basisschool kreeg hij het advies om naar een 'schakelklas' te gaan. Een school voor buitenlandse kinderen met taalproblemen. Iskender „Ze roepen dat buitenlanders meer kansen moeten krijgen, maar na de basisschool wordt je al afgeschreven." Dat een in Nederland geboren kind geen succes kan hebben in het vaderland van zijn ouders staat niet bij voorbaat vast. Maar toch is er in vele gevallen sprake van mislukking en teleurstelling. Meestal verlie zen de leerlingen ook nog kostbare jaren Il knur ..Als ik had kunnen kiezen, had ik mijn opleiding onafgebroken in Nederland gevolgd." Inhoudelijk, vinden Ilknur, Iskender en Nu- ray zijn de jaren in Turkije goeddeels verlo ren jaren. Toch hebben ze ook wel positieve dingen gezien in de Turkse opleiding. Aynur „Ik ben zeer jong zelfstandig gewor den. Ook heb ik geleerd om te vechten voor je toekomst, zonder daarbij je zelfvertrou wen te verliezen." En dat geldt voor de meeste teruggangers: dat ze zich vpel vol- wassener voelen dan hun Nederlandse leef tijdgenoten. Voor hen is het leven een soort race, die ze zonder kleerscheuren moeten zien te overleven. Ilknur klaagt dan ook over de luiheid en gemakzucht van haar Nederlandse klasgenoten. Iskender is vooral blij dat hij de Turkse waarden en normen heeft leren kennen. „Vroeger schaamde ik me voor mijn Turkse afkomst, maar nu kan ik met trots zeggen dat ik een Turk ben. Onze cultuur en warm bloedigheid zijn te mooi om ze te ontken- In 'Night zoobestuurt computer vlees schietend tenniskanon Uitgekeken op het damestextiel, waarmee hij rijk was geworden, besloot de Bergeijkse miljonair Patrick van Aalst zijn bedrijf aan de kant te doen en zich in te zetten voor bedreigde apen. Achter in zijn tuin begon hij ze te fokken. Hij schonk ze aan die rentuinen die niet alleen aan het vermaak van het publiek dachten maar ook het milieu een goed hart toedroegen. Achterlig gende gedachte: als je zulke dieren fokt, hoef je ze niet uit het oerwoud te halen. Nu wil hij ruim een miljoen Stoppen in een Night Zoo, een dierentuin waar bedreigde nachtdieren helemaal zichzelf kunnen zijn. Om zijn droom te verwezenlijken, moet de gemeente Eindhoven besluiten de aanvullende acht miljoen op tafel te leggen. CERTRUM NOCTUM BERGEUK PIETER V BERGEIJK (GPD) Waarom trekt een mil jonair zich het lot aan van de met uitsterven bedreigde capucijner-aap? De 55-jarige Pa trick van Aalst, zakenman in ruste uit het bij België gelegen Bergeijk, denkt dat het in de jaren zestig bij hem begon met een gevoel van onbehage^ over de verloedering van het milieu. Steeds sterker voelde hij in die dagen de drang iets te doen voor de natuur. Geld was geen punt. Want hij had redelijk geprofiteerd van de groei-economie, kun je wel zeggen. Of misschien was het in de da mestextiel verdiende geld juist wel een punt. speelde er een soort schuldgevoel „Apen kwamen toen nog met kisten vol rechtstreeks uit het oerwoud Nederland binnen om hier snel dood te gaan. Want wat wist de doorsnee-Nederlander van apen af? Apen, die waren leuk, daar kon je om lachen. Hoe je ermee om moest gaan. wist niemand. In Den Haag heb je een straat, de Apendans. Twee dierenwinkels waren er. Als je aap dood was, kocht je meteen een nieuwe. Zo ging dat. De bees ten hadden geen schijn van kans om te overleven. Het gaf me een gevoel van machteloosheid. Dat kon ik niet hebben. Ik was ervan overtuigd dat ik iets moest doen." „Ik kon natuurlijk gewoon geld geven aan bijvoorbeeld Natuur en Milieu of Greenpea ce. maar dat vond ik te gemakkelijk. Want al had ik dat geld niet op een onoirbare ma nier verdiend, al had ik er hard voor ge werkt. het was er toch maar vlotjes geko men. Daarom wilde ik vooral zelf iets doen. Maar ik ben geen man om op een boot te stappen en daadwerkelijk mee te strijden tegen de milieuvervuiling. Het moest dus iets zijn dat me geld kostte en waarin ik te gelijk m'n energie kon stoppen." Fokken Als je van dieren houdt, vooral in die zin dat je ze in hun waarde wilt laten, wat kun je dan beter doen dan bedreigde soorten ver antwoord te fokken om ze vervolgens aan 'nette' dierentuinen te schenken, zodat ze die beesten niet meer in het wild hoeven te vangen, zo redeneerde hij. Met toestemming van het ministerie van landbouw ontstond achter zijn gerieflijke woning een professioneel ogend verblijf *ir Een impressionistische tekening van Certrum Noctum. PatricK van Aalst met één van zijn apen. waar aapachtigen zich volgens kenners zeer thuisvoelen. Hij heeft twee meisjes in dienst om de dieren te verzorgen. Zelfs is hij er dag en nacht mee bezig. Van meet af aan was het meer dan een liefhebberij, zegt hij. „Ik ben eerst naar Artis gegaan om te leren hoe je apen moest verzorgen. Het was een van de dierentuinen die al in een vroeg sta dium goed bezig was, niet alleen recreatief, ook educatief, met oog voor het milieu, voor de natuurlijke leefomstandigheden van de dieren vooral. Vroeger was een die rentuin vooral vermaak. Tentoongestelde dieren." „Mijn ouders hadden negen kinderen en dertig beesten: vissen, muizen marmotten, konijnen, duifjes. Dieren waren een must bij ons thuis. /Ms je jarig was, kreeg je een beest, af, uit. We mochten er niet verwend mee omgaan, ze waïen er niet alleen om mee te spelen. Mijn ouders leerden ons die ren met respect te behandelen. Ze brachten ons bij dat elk wezen iets eigens heeft.", in hel met veel noen gemende villadorp Bergeijk is het dier goed af. denkt Patrick van Aalst. Dat komt volgens hem doordat nogal wat dorpelingen van boerenkomaf zijn. Al verdienen de meesten 'modern' hun geld, in het bedrijfsleven, in de dienstensec tor, ze voelen zich nog verwant met de na tuur. „Vrijwel niemand gebruikt hier gif. De mensen beroemen zich erop dat ze hun ei gen onbespoten boerenkool eten. Salaman ders en kikkers krijgen hier de kans te gedij en. Dat ze er hier weer zijn, doet de mensen deugd." Dankzij die plaatselijke liefde voor het dier kijken buren niet gek aan tegen de aapach tigen in de achtertuin van Patrick van Aalst. Het gekrijs dat soms uit de kooien opstijgt, wordt volgens hem niet als geluidsoverlast ervaren. Chip in aap Trots meldt Van Aalst dat zich daar achter in zijn tuin de eerste in Nederland met een chip geïmplanteerde aap bevindt. Een pin- cé-aapje kreeg onderhuids zijn stamboom gegevens ingeplant, vlak onder z'n velletje. In een wip kun je elektronisch de bijzonde re kenmerken van de aap te weten komen. Met een leespen, zo'n apparaat waarmee ze in geavanceerde supermarkten de prijzen van artikelen met een streepjescode afle zen. Zo kan worden voorkomen dat ogen schijnlijk op elkaar lijkende soorten met el kaar in contact worden gebracht, wat door gaans vervelende gevolgen voor het fokken heeft. In het fokprogramma van Van Aalst zit voorts een pygmee-aapje. Het diertje past met zijn tachtig gram gemakkelijk in een theekopje. Tot voor kort was het onmogelijk het bloed van de pygmee te onderzoeken. Het dier bezit namelijk nog geen (Jrie ku bieke centimeter, amper drie dobbelstenen vol. Het afnemen van een uiterst minimale hoeveelheid zou voor het aapje de doodsteek betekenen. Door gebruik te ma^ ken van de verfijnde bloedcomputer van het Sint Jozefziekenhuis in Eindhoven kan een dergelijk onderzoek thans wel worden uitgevoerd. Op die manier is een nieuw chromosoom ontdekt. Een ondersoort van het pygmee-aapje Ï6 nu als zodanig te her kennen. Het fokken wordt daardoor verge makkelijkt. Daar achter in die tuin wordt verder onder zocht hoe het komt dat gibbons zich zo ma gertjes voortplanten. Mogelijk kan het te maken hebben met de neiging van gibbon- ouders hun kinderen te verstoten. Van Aalst: „Het is een misverstand te denken dat het hier ontaarde ouders betreft. Door de kinderen te dwingen zich elders voort te planten, wordt inteelt voorkomen. Het is heel goed dat mannetjes de deur uitgaan op zoek naar vrouwtjes." De fokprogramma's van Van Aalst zijn ge richt op het verkrijgen van zo natuurlijk mogelijke exemplaren. Hij gunt zijn beesten een bij hen passende omgeving, waarin ze kunnen leven zoals hun voorouders in het oerwoud. Dommelen Daarom gaat bij de in zijn achtertuin ver blijvende nachtdieren om zes uur de sche mering aan. Dat, denkt hij, gebeurt in te weinig dierentuinen. Dat maakt het zo wei nig levendig. Want nachtdieren slapen overdag. Op z'n gunstigst dommelen ze. kij ken lodderig voor zich uit. In de Night Zoo, de nacht-dierentuin die hem voor ogen staat, is er een en al beweging. In de dierentuin van zijn dromen krijgen vrijwel alleen bedreigde diersoorten onder dak. En dan nog uitsluitend in een omge ving zoals ze in het wild gewend (zouden) zijn. Certrum Noctum heet zijn dierentuin in plechtige taal: cultureel educatief recrea tief (de eer in certrum) centrum voor nacht dieren. - Zullen de dieren daar zo natuurlijk leven, dat ze in staat worden gesteld elkaar op te eten? Dat nu gaat Van Aalst te ver. Maar de na tuur wordt ook in dat opzicht zo veel moge lijk nagebootst. Katachtigen krijgen de kans om op jacht te gaan. Een soort tenniskanon zal op willekeurige tijden stukken vlees door de lucht schieten. De computerge stuurde prooi activeert het jachtinstinct. Vanuit speciaal voor het publiek bestemde observatieposten kan worden bekeken hoe het dier achter zijn prooi aangaat. Iets der gelijks heeft Van Aalst voor met ijsberen. Want ook het bedreigde dagdier krijgt de volle aandacht in het Certrum Noctum. De ijsberen krijgen hun vissen in stukken ijs geserveerd. Die glibberen tussen hun klau wen door. Daardoor hebben de beren het gevoel dat ze echt op jacht zijn, tenminste dat denkt de Bergeijkse miljonair. Om zijn natuurgetróuwe dierenpark te rea liseren, heeft Van Aalst meer dan een mil joen over. Ook wil hij zijn in de loop der ja ren opgebouwde aanzienlijke kennis van natuurlijk levende dieren ter beschikking stellen, evenals de beesten zelf, alsmede zijn kennis van het management. Management heeft hij geleerd in de textiel. Hij stond aan het hoofd van een 135 man groot bedrijf in Eindhoven. Op gunstige voorwaarden kon hij het overdoen aan een Engelse onderneming. Op het juiste mo ment, denkt hij. Financieel is hij er niet slechter van geworden, maar ook niet véél beter. Belastingtechnisch gezien had hij be ter aan de andere kant van de grens kunnen gaan zitten. „Maar achteraf ben ik blij dat ik het niet heb gedaan, al zou ik dan wel meer geld in de dierentuin kunnen steken." Van Aalst: „Ik heb een mooi huis en verder heb ik niet zo veel voorwerpen nodig. De groei-economie heeft me geen windeieren gelegd; ik zou oneerlijk zijn als ik anders be weerde. Maar ik zie wel steeds scherper de bezwaren van een dergelijke economie. Da^jom zet ik me in voor dieren erf daar mee voor de natuur. Die idee moet gestalte krijgen in een kritische dierentuin." Of zijn Certrum Noctum er daadwerkelijk komt, hangt van de gemeente Eindhoven af. Want al blijkt uit door hem gefinancier de marktonderzoeken dat de Night Zoo met ruim driehonderdduizend bezoekers na ze ven jaar kostendekkend is, de gemeente moet wél acht miljoen gulden investeren. Als ze dat niet doet. gaat het plan niet door. Want het plan helemaal voor zijn rekening nemen, doet Van Aalst niet. Zo onzelfzuch tig is de miljonair nou ook weer niet. De liefde voor mens en dier heeft zo z'n gren-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 22