'Joelende
kinderen is
het mooiste
geluid dat
ik ken'
Video geeft nieuwe kijk op gezinsproblemen
y-\r
ZATERDAG 28 MAART 1^93
ARIE BERGWERFF
ijk", zegt Wim Scholte, terwijl
hij de videoband tot stilstand
brengt. Op de beeldbuis kijkt
een jongen, die zich tot dusver op een hoek
van de bank verscholen had achter een strip
boek. in de richting van zijn moeder. „Hier
probeert hij contact te krijgen met zijn moe
der. Maar die pikt het niet op. Dit Is zo'n mo
ment waarop je haar later attent kan ma
ken."
De ongeveer tien minuten durende video
band wordt nog enkele malen stilgezet. Alle
maal momenten waarop er sprake is van
contact tussen de jongen en zijn ouders. En
juist dat contact ontbreekt volkomen, had
den de ouders tevoren laten weten. Met be
hulp van video-hometraining worden ze nu
geholpen bij hun pogingen dat contact te
herstellen.
Hometraining is een betrekkelijk nieuw ver
schijnsel in de hulpverlening, vertelt Wim
Scholte. Hij is als coördinator hometraining
verbonden aan het Amsterdamse kinderte
huis Overschinkel. De methodiek is een jaar
of vier geleden overgewaaid uit Engeland.
Voor een onderzoek was een aantal gedrags
films gemaakt van ouders en kinderen. Wat
daarbij het meest opviel was dat kinderen
steeds opnieuw contact zoeken met hun ou
ders. Komt dat contact niet tot stand, dan
probeen het kind desnoods op een negatieve
Eerst wilden de
kinderrechters er niet cwn,
maar videotechniek is wel
degelijk een uitstekend
hulpmiddel gebleken bij het
rechtbreien van verstoorde
gezinsverhoudingen.
manier de aandacht van z'n ouders te trek
ken. Als die daar vervolgens negatief op rea
geren, ontstaat er op den duur een patstelling
die door ouders en kind bijna niet meer te
doorbreken is.
Bij het analyseren van de films ontstond bij
de Britten het idee: als pen kind altijd weer
contact zoekt - in wat voor onmogelijke situ
atie dan ook - dan kan de ouders wellicht ge
leerd worden deze signalen van het kind op
nieuw te herkennen en daar op een positieve
manier op te reageren.
Niet Altijd
De videocamera maakte vervolgens haar de
buut in de jeugdhulpverlening, lien filmende
hulpverlener verscheen in het gezin-in-moei
lijkheden om er op alle mogelijke en onmo
gelijke momenten van de dag opnamen te
maken. Op een ander tijdstip kwam de hulp
verlener terug en bekeek samen met de ou
ders de videoband. Hij hielp hen - door de
band stil te zetten en verscheidene situaties
eruit te lichten - de contactpogingen van hun
kind opnieuw te herkennen. De methodiek
blijkt, in alle eenvoud, te werken. In negen
van de tien gevallen, zo beweren hulpverle
ners. gaat het na een periode van hometrai
ning echt beter in die gezinnen.
Scholte: „In het begin, een jaar of vier gele
den. werd hometraining gepropageerd als
ideaal, met een afgrijselijk hoog slaagpercen
tage. Dat leek me allemaal vrij stug. Nu we
een tijd met hometraining hebben gewerkt,
merk je dat het niet overal geschikt voor is
Wij hadden in Overschinkel de zorg voor 66
kinderen. Ons probleem was dat daar kinde
ren tussen zaten die misschien best nog wel
thuis geholpen hadden kunnen worden. Ie
was dus eigenlijk een beetje medeplichtig
'Hometraining' blijkt
goed alternatief voor
een uithuisplaatsing
aan het ontwortelen van kinderen. Als het
moet. dan moet het. Maar anders is het echt
veel beter een kind niet uit huis te halen. De
kinderen gingen aan het einde van onze 'rit'
terug naar huis. en da^r zag je vervolgens de
hele boel weer in elkaar storten. We consta
teerden dat we aan de kop en aan de staart
best nog wat meer in die gezinnen konden
doen. En zo kwamen we bij hometraining."'
Alternatief
Kinderrechters zagen aanvankelijk volstrekt
niets in de nieuwe methodiek. Scholte: ..Ze
dachten dat een kind dat bij Overschinkel
werd aangemeld binnen drie maanden toch
weer thuis zat. En dat ze vervolgens, na een
half jaartje aanmodderen, zo'n gezin op
nieuw op hun bordje zouden krijgen. Tegen
woordig merk je dat kinderrechters home
training zien als een goed alternatief voor uit
huisplaatsing. Ook van de vrijwillige hulpver
lening krijgen we steeds vaker het verzoek of
we met hometraining misschien nog iets
kunnen betekenen voor een gezin. Er kan
daarna altijd nog uithuisplaatsing volgen,
maar dan is in elk geval geprobeerd of er met
hometraining nog wat te redden viel."
„In het begin dachten we: als je de commu
nicatie in het gezin maar verbetert, dan heb
je kans dat alles meteen een stuk beter gaat
En sommige ouders leken na een paar keer
hometraining een heleboel dingen goed op te
pakken. Maar nadat de behandeling was
stopgezet, kwamen die gezinnen weer terug.
Je bent er nog niet als de communicatie in
het gezin verbetert, omdat ook andere zaken
een rol blijven spelen. Ie kunt een incest-
moeder helpen goed contact met haar kind
te krijgen, maar |e komt toch op het punt dat
er een enorme blokkade blijkt te zijn. Dat be
tekent vaak dat je de ouders moet helpen om
daaraan te gaan werken. Of je komt in een
gezin dat gigantisch in de financiHe proble
men zit. Ie kunt dan proberen de communi
catie te verbeteren, maar als ze niet te eten
hebben of als de deurwaarder voor de deur
7t**r*ng SyKiê Buamyto
staat, dan ben je natuurlijk bezig op drijf
zand."
„Mensen zeggen wel eens: om ouder te wor
den hoef je geen cursus te volgen Je krijgt
geen diploma Heel ved mensen zouden dat
eigenlijk wel nodig hebben I let Is nogal wat
om het echt goed te doen. Jij neemt zo veel
mee. je partner neemt zo veel mee. en dat
komt allemaal in het kind terecht. Naar het
kind toe doen wij niet zo ved Soms hoor Je
de ouders zeggen: ik zou psychiater moeten
zijn. er is wat mis met dat kind Ik hoop altijd
te Ivereiken dal de ouders ontdekken dat ze
zdf de beste specialisten zijn voor hun klod."
Eenvoud, de pijler onder het succes
van Piet 'Linnaeushof Grijpstra
Grijpstra beter kunnen la
ten. Gebrek aan bijbelken
nis. Toen Piet in de Heilige
Schrift las dat je een huis
op een rots moet bouwen
en nooit op zand, was het
reeds te laat. „Al die speel
toestellen zakten weg. We
hadden een vlak terrein no
dig. Maar daar hadden we
een bloemen- en plantentuin. En die kas."
Weg ermee dus? Ja, weg ermee. Wat mak
kelijk kon omdat 'eerstens' Harry W. Roozen
inmiddels van het toneel was verdwenen
(faillissement, nare kwestie, wil hij nou ver
der niet over uitweiden, „is indertijd genoeg
over geluld"), en 'tweedens' omdat hij wel
iets zag in de speeltuin-business. Waarom
precies, dat moeten ze hem niet vragen;
noem het maar een gevoel. Piet Grijpstra met
triomfantelijke blik: „Je denkt toch zeker niet
dat een haalbaarheidsonderzoek van zo'n
dure pakken-bureau mij ook maar de klein
ste kans van slagen had gegeven hè? Stel je
voor Europa's Grootste Speeltuin in Benne
broek... Haha, wat hadden ze gelachen."
A propos, is dat eigenlijk waar, grootste van
Europa? Niet aardig zo'n vraag. Piet Grijpstra
heeft persoonlijk het hele continent afgereisd
en „geloof me nergens, ik herhaal nergens"
heeft hij zo'n grote speeltuin gezien. Ja, par
ken met mechanische attracties, maar die
tellen niet mee. Piet: „Ik heb het nu dus dui
delijk over tuinen waarin de bezoekers zelf
actief moeten zijn. Vorig jaar hadden we hier
een Duitser. Die man stond paf. Das ist ein-
Piet Grijpstra in 'zijn' Linnaeushof: Je denkt toch zeker niet dat een haalbaarheidsonderzoek v
ste kans van slagen had gegeven hè?
„Driehonderd verschillende attracties, dat is drie cent per attractie. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat er iemand nóg goed
koper is." ARCHIEFFOTO United Photos De Boer
malig. zei hij. Ik bedoel maar, ik ben niet de
enige die het zegt."
Waarachtig een fenomeen, de Linnaeus
hof. De Efteling? Avonturenpark Hellen-
doom? EuroDisney? „Laat maar komen",
kraait Piet Grijpstra al jaren, waarna hij de
mouwen opstroopt en alweer een nieuw
speeltoestel in elkaar knutselt Want dat is
zijn kracht en die van zijn zoon: meepoetsen.
Gekletst wordt er genoeg op deze wereld. De
pr-man op samenzweerderstoon: „Wat denk
je wat ons dat aan overhead heeft bespaard?
Zelf een wip timmeren? Zelf onderhoud uit
voeren? Zelf reclame maken?"
Hij vindt het trouwens ge
weldig hoor, EuroDisney. Za-
I—ie niets van zeggen. Een paar
jaar terug was hij nog in Flori
da. Niet te geloven wat die jon
gens daar allemaal maken.
Maar daar mag je de Linnaeus
hof natuurlijk niet mee verge
lijken. Voor het geld van een
Disney-attractie bouwt Piet
Grijpstra tien Linnaeushoven.
net zo makkelijk. „Ik las laatst
dat EuroDisney een reclame
budget heeft van 82 miljoen
gulden per jaar... Tweeentach
tig miljoen. Mijn hemel."
Rekensommetjes
Maar hij is niet jaloers, Piet.
Waarom zou-ie ook. Ten eerste
is hij mans genoeg zijn wer
vende teksten zelf te bedenken
('LINNAEUSHOF is een DAG-
VULLEND REKREATIEPARK
voor GROOT en KLEIN'), hij en
zijn zoon hebben aan de tuin
bovendien altijd een dikke bo
terham verdiend. Tenminste,
dat vinden zij. Als hij verneemt
dat de inmiddels verdwenen
directrice van het Verkeerspark
in Assen een jaarsalaris had
van honderdvijftigduizend gul
den, ja. dan komen hij en zijn
zoon in het stuk niet voor.
Maar dat komt ook omdat ze
alles wat er werd verdiend meteen weer in de
tuin stopten. „Driehonderd verschillende
speeltoestellen hebben we nu."
Een getal waarmee Piet Grijpstra deksels
mooie rekensommetjes kan maken. Want
wat blijkt? Niet alleen verschaft het de tuin
het aureool 'Grootste van Europa', het is
daardoor waarschijnlijk nog de goedkoopste
ook. „Ga maar na", rekent Piet vaardig voor,
„negen gulden toegang, driehonderd ver
schillende attracties, dat is drie cent per at
tractie. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat er
iemand nóg goedkoper is."
Maar in zijn folders rept hij daar niet over.
Ben je gek. Kan hij wel bezig blijven. Drie
honderd verschillende speeltoestellen bete
kent bijvoorbeeld ook dat de wachttijden ge
ring zijn. Grijpstra als een repeterend geweer
„Gemiddeld hebben we drieduizend bezoe
kers per dag, dat wil dus zeggen dat er voor
een toestel nooit meer dan tien wachtenden
staan. Maar daar begin ik maar niet eens
meer over. Ik ben een bescheiden mens."
Met begrip voor de noden van zijn bezoe-
Voor het geld van één
Disney-attractie bouwt
hij tien Linnaeushoven
kers. Want hij is dan wel goedkoop; opa, oma
en de twee kleinkinderen betalen voor een
dagje Linnaeushof toch 36 gulden, voor velen
een aanzienlijk bedrag. Tegen het nuttigen
van meegebrachte etenswaren heeft de di
rectie - zolang dat tenminste op de speciale
picknick-units gebeurt - dan ook geen enkel
bezwaar. En tevens is diezelfde directie niet
te beroerd om hoogst persoonlijk een paar
waterkanonnen aan te slepen als de zon wat
al te heet dreigt te worden. Tot slot: hoe vaak
is Piet Grijpstra niet waargenomen terwijl hij
een huilend kind de tranen depte?
Hij heeft eigenlijk weinig meer te maken met
de Linnaeushof. Piet doet de public relations,
en dat is het dan. Maar daarom loopt hij er
nog wel bijna elke dag rond. Een betere mar
keting bestaat er niet. Voeling houden met je
publiek Waar zou hij anders al die ideeen
vandaan hebben gehaald? Niet door thuis
voor het raam te zitten. Piet Grijpstra. zijn
succes verklarend: ..Als ik een kind hoorde
schreeuwen: 'Meester, die kruisspin, onwijs
gaaf, dan wist ik dat ik goed zat. Als ik een
toestel zag waar nooit iemand op zat, dan
haalde ik het weg."
Simple comme bonjour, zoals alles aan Piet
Grijpstra. Trots op de investering van 2 mil
joen in een fonkelnieuw restaurant, maar
met vlakke stem ook meteen vaststellend dal
'we daar de eerste dertig jaar dus wel genoeg
aan hebben'. Je moet meegaan met je ti|d.
verdorie ja, maar je moet tegelijk niet verder
springen dan je polsstok lang is. Voordat Je
het weet zit je in het vertics Voorzichtigheid
is geboden. De concurrentie ligt om de hoek.
Moet je nagaan, las hij laatst in het Haarlems
Dagblad dat ze in Spaamwoude een Avontu-
rerüand willen gaan maken...
En daar wordt Piet Grijpstra voor het eerst
vandaag warempel heel eventjes heel erg
boos: „Dat is toch niet fair? Eerst in Het Twis-
ke zo'n waterspeelplaats, nu in Spaamwoude
een Avonturenland. Allemaal met subukiie
van de overheid. Ze moeten de kindertjes ge
woon naar de Unnaeushof sturen Wat nou
Avonturenland in Spaamwoude? Avontuur
zat daar. zou ik denken Bos, water, struikge
was. rondvliegende golfballen... Ik kan me
daar ontzettend kwaad over maken. Ja toch?
Ze bouwen het van ons geld. Ik heb nog
nooit een cent subsidie gehad. Betalen kan
ik Belasting, BTW, 25.000 gulden aan de pro
vincie voor recht van overpad
Na een paar minuten is de boze bui alweer
overgedreven. Want: „We hebben een gewel
dige toekomst. We kunnen nog jaren voort.
Kwaliteitsverbetering, daar gaat het nu om
Nog meer werken aan veiligheid En gewoon
blijven doen. natuurlijk image bewaken-
Lekker spelen, weinig betalen, daar gaat het
om. Geen kermisheme, wel joelende kindo
ren. Dat is het mooiste geluid dat ik ken. weet
je dat? Het geluid van spelende kinderen."
De Linnaeushof begint aan z'n
dertigste seizoen. Dat is geen
verdienste van Piet Grijpstra,
vindt hij zelf, dat is te danken
aan Onze Lieve Heer. Hij was
eerst politieman te Aalsmeer,
of, zoals hij dat zelf noemt,
ambtenaar van politie en
„haha, ik was geen slechte.
Men noemde mij wel Grijp
graag. Ik kon namelijk ver
schrikkelijk hard fietsen.Het
succes van een man zonder
poespas. „Alles is me overko
men.
Nou ja, wandelen? Het is
meer schrijden. Borst voor
uit, weidse gebaren en om
de meter pas op de plaats.
Dit om de vroege bezoeker
van teksten te voorzien als:
„Ik heb nooit nagedacht in
mijn leven, alles is vanzelf
op me afgekomen", „Wil je ideëel werken,
dan moet je commercieel denken" en „Ik
heb niet zo veel verstand, maar wel heel veel
handen."
Piet Grijpstra (70) was directeur van de
Bennebroeker Linnaeushof, door hem stee
vast geafficheerd als Europa's Grootste Speel
tuin. Tegenwoordig houdt hij zich alleen nog
maar bezig met de publiciteit omdat hij 'de
ongelooflijke mazzel' heeft een zoon te heb
ben (Frits) 'die net zo denkt als ik'. „Hij is iets
behoudender" meent Piet in de loop der ja
ren te hebben opgemerkt, „maar hij heeft
een vrouw die keihard meewerkt."
Hoe Grijpstra destijds in Bennebroek en
De Linnaeushof terechtkwam is een heel ver
haal, maar in het kort wil hij best een poging
wagen. Dat kwam, hij was in Aalsmeer ook
nog 18 jaar lang voorzitter van het Rode
Kruis. „Nou zal jij zeggen: wat heeft dat er
nou mee te maken, maar uiteindelijk is het
de basis geweest. Ten bate van dat Rode
Kruis organiseerde ik evenementen en daar
viel ook het miniatuur-bloemencorso on
der."
Het befaamde, in een bloemenkas opge
stelde miniatuur-bloemencor
so dat op zeker moment
70.000 bezoekers trok. „Zeg
Grijpstra", vroeg een van de
bezoekers (over wie zo dade
lijk meer) diep onder de in
druk, „zou u met die hele ex
positie ook niet een keer in
Bennebroek langs kunnen ko
men?" Dat wilde de politie
man na enig nadenken best.
Het Rode Kruis zou er immers
alleen maar beter van worden,
en daar ging het toch allemaal
Een reuze-succes, die ver
plaatsing naar de Linnaeushof
van Harry W. Roozen (want
dat was die bezoeker). Trok de
tuin voordien hoogstens
14.000 belangstellenden, nu
kwamen er 66.000. Onder wie
ook vele kinderen, die dat
priegelgedoe van naaldknop-
kleine bloempjes op lucifer-
doosgrote wagentjes al na vijf
minuten spuugzat waren.
„Weet je wat" bedacht Piet
Grijpstra, „we maken er een
speeltuin bij. Dan kunnen de
ouderen tenminste rustig kij
ken. Service, service."
Op een Rots
De eerste wippen en schom
mels verrezen op de zoge-