Zonder glans van de schans Familiefeestje in de sneeuw TT ZATERDAGS ZATERDAG 14 MAART 1992 BIJVOEGSEL Wat hebben vijf jonge Nederlandse in hemelsnaam te zoeken op een Duitse ski schans? Te midden van een handjevol Engelsen, een Oegandees en buiten mededinging mee springende lokale favorieten vliegen zij een uur. lang van een 50-meter schans. De beste Nederlander krijgt als beloning de nationale titel. Wie alle niet-Duitsers achter zich laat, wordt bovendien kampioen van de Lage Landen. Waarin een klein vlak land heel misschien ooit nog eens groot kan worden. TIM BROUWER DE KONING tkj B et zal je kind maar wezen. Peter van Hal kent geen groter ge- JL «AL noegen dan zijn moeder de stuipen op het lijf te jagen door van grote hoogte naar beneden te springen. Met ski's onder zijn voeten, want de 19-jarige Leide- naar behoort tot het ras van schansspringers, dat in Nederland overigens uiterst beperkt is. Nu voortrekker Gerrit-Jan Konijnenberg het voor gezien houdt, is Van Hal de voornaam ste kandidaat om hem op te volgen. Al komt hij voorlopig nog niet in de buurt van het Ne derlands record van 97 meter. Net als andere schansspringers leert Van Hal het vliegen met vallen en opstaan. In het Zuidduitse wintersportoord Scheidegg is het laatste restje sneeuw op één plek bij elkaar geveegd. Op de kunstmatig gekoelde piste toegcjig vijf D-marken geldt de~Leidse lichtgewicht als torenhoge favoriet voor de Nederlandse titel. Door een val tijdens één van zijn sprongen ligt er echter uiteindelijk geen gouden, maar slechts een bronzen me daille klaar voor de ontgoochelde waaghals. Moeder Ria van Hal voelt de klap kennelijk aankomen. Zij heeft haar hoofd al afgewend van de met groene takjes gelardeerde sneeuwvlakte, waarop haar zoon terecht moet komen. Desondanks hoort zij dat het misgaat. Nog vóór Van Hal na 42,5 meter landt, ligt hij met zichzelf in de knoop. Met zijn hoofd vooruit duikt hij in de sneeuw. „Dit is de laatste keer dat ik naar een wed strijd van Peter ga kijken", zegt Ria van Hal. „Op deze manier beleef ik er nog minder lol aan dan Peter." Dat klopt. De gelukkig ongedeerde sport man richt zich, na enig gemopper en getier, alweer op zijn volgende en laatste poging. Naar de Nederlandse titel kan hij fluiten, maar 'op safe' neemt hij in elk geval revan che op zichzelf. Na een vlucht van 46 meter door het luchtruim, net zo ver als zijn eerste, niet meetellende poging, gooit hij beide ar men juichend in de lucht. De honderd Ne derlandse toeschouwers rond de Duitse schans klappen hun handen stuk, want dit is de beste sprong die zij van een 'Laaglander' hebben gezien. Maar door die vermaledijde val verzamelt Van Hal te weinig zogeheten houdingspunten om hoog te eindigen in het eindklassement. evenwichtiger Maarten Homan springt een stuk evenwich tiger. Het pas 13-jarige talent haalt drie keer 43 meter, genoeg om kampioen van Neder land te worden. In de Lage Landen Enge land doet ook mee aan de 'Lowlanders' moet hij alleen de Brit Alan Jonés voor zich dulden. Diens veel bekendere landgenoot Eddie Edwards, bijgenaamd 'The Eagle', had volgens hardnekkige geruchten ook willen deelnemen. De lachlust opwekkende brok kenpiloot zou echter in Finland betrokken zijn geraakt bij een auto-ongeluk en arriveer de niet in Scheidegg. De rol van publiekstrekker wordt moeite loos overgenomen door de donkerste schans springer aller tijden, Dunstan Odeke uit Oe ganda. Helaas blijft zijn optreden beperkt tot één onfortuinlijke sprong. Na een meter of dertig stort de 23-jarige Oegandees ter aarde. Bovendien rolt hij zo te zien niet al te com fortabel verder. De EHBO is snel ter plaatse, maar hoeft geen verdere maatregelen te tref fen. Odeke hinkt wel verder, op zoek naar zijn zus. Na afloop van de wedstrijd, die buiten mededinging volkomen wordt beheerst door Duitse springers van de vereniging uit het nabij gelegen stadje Isny, geeft de in Lon den wonende buitelaar in vrolijk Engels tekst en uitleg. „Ik heb alleen mijn enkel verzwikt. Volgende week spring ik weer. Ik kwam nu al verder dan ooit. Wat mij betreft sta ik over twee jaar op de olympische schans in Lille- hammer. Aan mijn Noorse trainer zal het niet liggen. Ik zoek alleen nog sponsors." Sportief gezien maakt Peter van Hal meer kans op een olympisch optreden in 1994. „Dat doel heb ik voor ogen. Ik streef er aller eerst naar de honderd -metergrens te over schrijden. Daarmee red ik het niet als deelne mer aan de Spelen, maar misschien willen ze mij wel als voorspringer. Dat zou voor mij het hoogst haalbare zijn. Ik ben nu eenmaal geen Nieminen (olympisch kampioen, red een natuurtalent uit Finland, waar schanssprin gen razend populair is." Dat Van Hal. geboren en getogen Leide- naar, er in de verste verte niet in zal slagen de wereldtop te halen, deert hem niet. Ook als een jonge landgenoot hem binnenkort voor bijstreeft, trekt Van Hal daaruit geen conclu sies. „Het gaat in Nederland om de volgende generatie schansspringers. Ik ben drie jaar Peter van Hal, Neer- lands meest talent volle schansspringer, wil als voorspringer naar de Olympische Spelen van 1994 in Lillehammer. „Dat doel heb ik voor ogen. Als deelnemer redt ik het toch niet." foto loek zuyderduin geleden na een talentenjacht van de Neder landse skivereniging begonnen met springen. Dat is in feite veel te laat. Als je naar Maarten (Homan, red.) kijkt, die op zijn dertiende net zo goed springt als zijn Duitse leeftijdgeno ten, zie je dat er hoop is voor de nieuwe ge neratie Nederlandse springers." Dat vindt Van Hal tenminste en niemand neemt de eerstejaars student aan de Haagse academie voor lichamelijke oefening zijn op timisme kwalijk. De realiteit is echter minder rooskleurig. Van de vijf man sterke Neder landse selectie van trainer Sidney Teeling krijgen Bas Bultje en Wijnand van Schijndel (broer van de vriendin van Teeling) meer kre diet dan ze verdienen. Met zichtbare angst stort Van Schijndel zich drie keer van de 50- meter schans om al na 29 of 30 meter neer te komen en vervolgens onderuit te gaan. Van progressie is geen sprake, wél van een ontvel de neus. De enige reden om Van Schijndel in de springploeg te handhaven is de subsidie die de Nederlandse skivereniging (NSV) voor hem afdraagt. Het budget voor de schans springers is in vergelijking met dat van de Nederlandse alpine-skiërs toch aan de scha mele kant. Van Hal en consorten zijn daar door nog niet verwend. Zij zijn al tevreden met de fantasieloze warme maaltijden die in een bijgebouw van de Stephanus-kliniek in het stadje Isny worden opgediend en waar voor bovendien een eigen bijdrage wordt ver langd. Peter van Hal verkiest het samenzijn met de ploeg zelfs boven dat met zijn ouders, die enkele kilometers verderop, in Neu- trauchburg, een appartement hebben ge huurd. °NDER DE PANNEN „Had ik dat gewetenmoppert Ria van Hal. „Peter is letterlijk en Figuurlijk onder de pan nen, dus kan ik gaan en staan waar ik wil. Maar toen wij onze vakantie hier boekten, was nog niet bekend dat voor de ploeg er gens onderdak zou worden geregeld. Nu zit ik hier in de buurt van Isny, waar nauwelijks sneeuw op de hellingen ligt. Voor hetzelfde geld had ik in Oostenrijk kunnen skiën. Dat zou dan de eerste keer sinds jaren zijn dat ik mijn vakantie niet aan de activiteiten van Pe ter hoef op te hangen." Toch wil Ria van Hal niet klagen. Daarvoor is zij te zeer betrokken bij het sportieve wel en wee van haar zoon. Als sportmasseuse kneedt zij hem bovendien vóór en na zware trainingen en wedstrijden. „Dat vindt Peter prettig. De andere jongens mogen ook ko men. maar die willen er nog niet aan." De bloedfanatieke Van Hal heeft ook wat meer verzorging nodig dan zijn ploeggeno ten. Vijf dagen voor de grote dag, zijn eerste officiële kampioenschap, overkwam hem na melijk wat iedere schansspringer vreest. Van Hal maakte de smak van zijn leven. Hij ging te gretig naar beneden van een hem onbe kende schans. In een poging om eerder te landen („Dat was een schrikreactie") duwde hij zijn ski-punten omlaag, waardoor ze te veel wind vingen. filtte vlek Wat daarna gebeurde, zal voor eeuwig een witte vlek blijven. „Tot een half uur na de val had ik last van geheugenverlies. Inderdaad, een hersenschudding. Op zich niet zo erg, maar daardoor kon ik een dag niet springen. Terwijl ik me juist wilde revancheren voor die smak. Al moet ik toegeven dat ik na een val altijd iets voorzichtiger spring. Eerst veilig landen en vooral niet voorbij het kritische punt terecht komen." Dat vereist nadere toelichting. „Wie verder springt dan het K-Punktzoals de Duitsers zeggen, komt er ongetwijfeld minder goéd af dan ik. Wij moeten namelijk landen op het schuine gedeelte van de helling. Maar de uit loop is vlak. Doordat ik veel te hoog vloog, dreigde ik aanvankelijk op dat gedeelte te recht te komen. In dat geval hadden mijn knieën het ongetwijfeld begeven. Om onge lukken te voorkomen beginnen de Duitse ski springers hier ook een stuk lager op de schans. Zij zouden zich anders veel te veel moeten inhouden." Als het aan Van Hal ligt, springt hij daaren tegen juist van nog hogere schansen af. Om dat te bereiken hervat hij in mei de training, op een groene schans in het Sauerland. Daarvoor moet zelfs de studie wijken. Van Hal verruilt de Haagse sportacademie voor die in Amsterdam, waar veel meer topsport faciliteiten zijn. „Dat kost me misschien een jaar, maar dat heb ik wel over voor een plaats in de selectie. Met de discipline heb ik totaal geen moeite. Stappen, daar vind ik vaak geen zak aan." En dat de kernploeg uit jongens van verschillende leeftijd bestaat, hindert ook niet. „Wij zijn net een stel oudere en jongere broers." Dat schansspringen ooit een volkssport in Nederland wórdt, verwacht Van Heü niet. „Dan zouden we in elk geval een schans in Nederland moeten hebben en die zie ik er voorlopig nog niet komen. Maar ik doe deze spon per se niet. omdat ik zo nodig exclusief wil zijn. Waarom dan wel? Springen is nu eenmaal mijn sport." Peter van Hal: verder dan ooit. foto pr De Nederlandse schansspring- en langlaufkolonie in Zuid-Duits- land lijkt één grote familie Sid ney Teeling, bondscoach van beide discipli nes, is de laatste die dat zal ontkennen. Zijn eigen vader loopt rond de springschans in Scheidegg te banjeren. Met behulp van zijn zus Bianca schreef Sidney Teeling al eens een boek over langlaufen. Bovendien is Hélène van Schijndel. de vriendin van de bonds coach. één van de pijlers van de Nederlandse langlaufselectie. Haar broer Wijnand maakt deel uit van de nationale schansspring- en langlaufselectie. Ondanks deze feiten wil Sidney Teeling niets van 'inteelt' weten. Puttend uit zijn pa rate kennis van met name de Noordse win tersporten (langlaufen en schansspringen) somt hij enkele buitenlandse duo's op, die ook een nauwe familieband hebben. Wat te denken van vader en zoon Vettori, om maar een illuster Oostenrijks voorbeeld te noemen. Als het aan Teeling ligt zot* hij er zelfs nog een tweelingbroer bij willen hebben. Nu moet hij namelijk voortdurend pendelen tus sen de langlauf- en springselectie. „Maar daarvoor heb ik mijn mannetjes", zegt Teeling opgewekt. „De springers kan ik met een gerust hart overlaten aan Heinz Kohier (een in Nederland woonachtige Zwitser, red Maar zelf beperk ik mij ook niet alleen tot de langlaufselectie. Een situatie als in an dere landen, met één bondscoach en diverse hulptrainers, mag je in Nederland nog niet verwachten." *wee uitersten Schansspringen en langlaufen zijn in feite twee uitersten. Maar met name in dé Skan- dinavische landen is die combinatie mate loos populair Ook Nederland kent enige all- rounders die zowel langlaufen als schans- spnngen. In tegenstelling tot Wijnand van Schijndel en Maarten Homan is Peter van Hal ednec m«-t ao'n weUjiflg typ* „M)n spiervezels zijn ongeschikt voor een duursport als langlaufen aldus Van Hal. die als student aan de Haagse sportacademie weet waarover hij praat „Bovendien heb ik van jongs af aan altijd al overal vanaf willen springen Die drang heb ik nu eenmaal Ie kunt mij genist een specialist noemen. Die ene keer dat ik niet van de schans spring, ga ik wel alpineskiën." Daarmee behoort Van Hal tot een kleine minderheid. Veel meer 'Noordse' Nederlan ders kiezen voor de duursport op de lange latten Maar ook de langlaufers lijden aan fa milieziekte'. Behalve Wijnand en Hélène van Schijndel bij de senioren zitten Patrick en Michel Dnbbe uit I >r 1Ik elkaar op de hielen bij de junioren en zijn de pupillen Hilda en Ad Brinks jeugdige beloften De laatste twee kregen hun liefde voor het langlaufen met de paplepel ingegoten. Men der Irene Brinks, die zelf op de lange, smalle latten goed uit de voeten kan. kon haar tel gen aanvankelijk goed bijbenen Maar tijdens de Lowlanders (wedstrijden voor skiers uit de niet wintersportlanden. red.) is de Hillegom se blij dat-zij niet achter haar grut aan hoeft te glijden. „Ik houd ze niet meer bij. la. 's zo mers als zij op rolski's trainen, rijd ik op de racefiets in hun spoor." Dat is overigens niet de enige opoffering die moeder Brinks zich om wille van haar kinderen getroost. „Tijdens de vakanties zijn wij enorm gebonden Rond Kerstmis twee weken verplicht met de kinderen de sneeuw in en nu weer één weck in Zuid-Duitsland. Maar er staat ook wel wat tegenover (.ezel ligheid bijvoorbeeld, omdat wij allemaal de zelfde spon beoefenen. Stel dat de kinderen per se hadden willen alpine skiën, dan zou ik ze dat niet hebben verboden, maar wél heb ben afgeraden." Door een handigheidje van Sidney Teeling lijkt de verzamelde Nederlandse familie van schansspringers en langlaufers bij de schans springkampioenschappen in Scheidegg meer dan honderd mensen te omvatten Hij heeft de prijsuitreiking van de langlaufwedstrijden aan de voet van de 50-meterschans gepland, vlak voor de springers de honderd treden ho ge trap beklimmen voor hun kampioen schap. Uiteraard wacht iedereen die de langlaufkampioenen heeft toegejuicht ook de afloop van de de schansspringkampioen schappen af. Bij het vastleggen van de hoog standjes van de laaglanders op de gevoelige plaat. 0VVBI h.u rrn iotOgMf /u lm I Ml gedempt gelach van de omstanders rolt het fototoestel langs de skihelling tientallen me ters naar beneden, op enige afstand gevolgd door de onhandige fotograaf Holland op zijn smalst. Door de aanwezigheid van een heuse cameraploeg van een Nederlandse omroep organisatie kriigen de aanwezigen echter het idee dat er écht wat aan de hand Is. Teeling legt uit dat het hier om een publiciteitsstunt gaat. „Die cameraploeg heeft de Nederlandse skivereniging gewoon ingehuurd. We moeten aan de weg timmeren met de springsport. die in Nederland in feite nog in de kinderschoe nen staat. En zeg nou zelf. de mensen staan zich hier toch te vergapen."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 37