Oeroude vogelfossielen tonen vlieg-evolutie Erfelijkheidsleer onderuit gehaald Braken voor wetenschappelijk onderzoek Wetenschap DINSDAG 10 MAART 1992 21 REDACTIE BRAM V Wie kent niet de schitterend getekende en geschilderde platen van reusachtige 'vliegende draken', ook wel 'Pterosauriërs' geheten? Er zeilden er in het luchtruim rond. waarbij een modem, tweepersoons zweefvliegtuig nietig zou lijken. Maar er waren er ook bij, de bekende 'Pterodactylus' bijvoorbeeld, die niet groter waren dan een modale zeemeeuw. leiden ben apeldoorn Fossielen van deze zen op een skeletbouw die wel iets weg had van die van de vleermuis, maar echt klapwie ken zullen met name de groot ste Pterosauriërs niet hebben gekund. Net als bij vleermuizen had 'moeder natuur' bij de Pterosauriërs een leerachtig membraan gespannen tussen een groot deel van de romp en een lang uitgegroeide 'vinger' bij de voorpoten. Waarschijnlijk is het hoog stens bij kunstig zweefvliegen gebleven, met als startbaan een hooggelegen punt in de omge ving. Er zijn fossielen gevonden waaruit men kon opmaken dat sommige soorten van deze 'gly- ders' uit het Juratijdperk (213 tot 144 miljoen jaar geleden) behaard waren. Vliegende wezens waren, zelfs toen, overigens niets bijzonders meer. Per slot van rekening heeft men in aardlagen, date rend uit het Carboon, 320 mil joen jaar oude fossielen gevon den van vliegende insecten zoals reuzenlibellen. Reuzenvogels De Pterosauriërs behoorden tot een uitstervende soort. Onze te genwoordige vogels stammen daar dus niet van af; het bekken van bijvoorbeeld een kip lijkt veel meer op dat van de kleine en grote loop- ranke, watervlugge Hypsilopho- don tot aan de afschrikwekken de reus Tyrannosaurus rex. Veel onderzoekers vermoe den dat met name de reuzenvo gels die nog tot in of ver na de Middeleeuwen de aarde bevolk ten, zoals de 'Olifantsvogels' uit Midden-Europa, Afrika en Ma dagascar en de Moa's van Nieuw-Zeeland, wat betreft bekken- en skeletbouw kunnen afstammen van de grote, carni vore (vleesetende) sauriërs uit het Krijttijdperk. Ondanks hun kinderachtige vleugeltjes (ze konden dan ook niet vliegen) waren het geen kinderachtige vogels. De Oli fantsvogels' van het soort 'Ae- pyomis titan' op Madagascar stonden waarschijnlijk model voor de gevederde monsters in de verhalen van Sindbad de Zeeman. Deze loopvogel kon, getuige gevonden restanten, meer dan 4 meter hoog worden, woog ruim 500 kilo en was, al dus een van Sindbad's vertellin gen, in staat een olifant te do den en deze weg te slepen. Zo nu en dan worden van deze be haarde reus nog bijna een halve meter grote eieren gevonden in het zand van sommige kusten Het vermogen om te kunnen vliegen blijkt niet alleen uit een zo licht mogelijk (hol) skelet maar ook uit andere kenmerken zoals goed ontwikkelde borst en sleutelbeenderen voor de aanhechting van krachtige vleu- Eerste voorloper mens buiten Afrika tbilisi Bij de Georgische hoofdstad Tbilisi is het tot nu toe oud ste overblijfsel van Homo erectus, voorloper van de huidige mens, buiten Afrika gevonden. Het betreft een kaak waarvan de ouderdom op 1,8 miljoen jaar wordt geschat. De kaak met alle tanden en kiezen vertoont zeer grote overeenkomst met een al eerder in Kenya gevonden exemplaar dat aan Homo erectus wordt toegeschreven. De vondst in Georgië zou erop wijzen dat deze voorloper van de mens, zo'n 2 miljoen jaar geleden de 'opvolger' van Homo habi- lis, veel eerder Afrika heeft verlaten dan wordt aangenomen. Tot nu toe lagen de schattingen rond de 1 miljoen jaar. Minder dierproeven voor medicijnen leiden Het aantal dierproeven in ons land bij geneesmiddelen onderzoek is in 1990 met 11 procent verminderd vergeleken met 1989. Dat staat in het jaarverslag van de Veterinaire Hoofdin spectie. Voor kankeronderzoek daalde het aantal dierproeven met 13,4 procent, terwijl voor onderzoek naar andere ziekten het aantal proefdieren met 15,8 procent steeg. Het aantal dierproeven voor onderzoek naar schadelijke stoffen daalde met bijna 20 procent. In 10 jaar is het totaal aantal dier proeven teruggebracht van 1,5 miljoen tot circa 950.000. De meest gebruikte dieren zijn knaagdieren en konijnen. Psychiatrische opnamen te voorkomen utrecht Zeker een derde van de opgenomen psychiatrische pa- tienten kan beter terecht bij de dagbehandeling. Die is vergele ken met de 24-uursopname even effectief, maar de patiënten vinden dagbehandeling veel prettiger. Dat blijkt uit een proef schrift van drs. A. Schene die deze week promoveert aan de Uni versiteit Utrecht. Patiënten die met psychiatrische problemen voor 24 uur worden opgenomen, hebben het daarna vaak moeilijk als ze weer terug zijn in de maatschappij. Op een psychiatrische opname heerst nog altijd een taboe. Ook missen ze vaak het contact met hun ei gen leefomgeving. amsterdam Onderzoekers van het Amster dams Medisch Centrum heb ben één van de dogma's van de erfelijkheidsleer onderuit ge haald. Zij ontdekten dat het overzetten van erfelijk materi aal, opgeslagen in het DNA, in RNA op een geheel andere ma nier verloopt dan tot nu toe werd aangenomen. Het onder zoek heeft inmiddels geleid tot een wereldwijde race tussen wetenschappers die het ontdek te fenomeen willen oplossen. Tot dusver ging men er van uit dat erfelijk materiaal exact wordt overgezet in RNA, dat als blauwdruk dient voor aminozu ren en eiwitten. Eventuele fou ten in het DNA leiden dus tot foute eiwitten. Tot grote verba zing van de onderzoekers bleek dat het RNA de DNA-fouten en tekortkomingen uiteindelijk niet overneemt. Er is hier spra ke van het „herschrijven" van het DNA-materiaal door het RNA. R. Benne is de oorspronkelijk ontdekker van het fenomeen, terwijl H. van der Spek het on derzoek voortzette en zijn be vindingen inmiddels heeft vast gelegd in zijn proefschrift waar op hij vorige week promoveer de. De ontdekking werd gedaan bij een onderzoek naar de gene tische code van een tropische parasiet. Hoe het herstelproces precies verloopt, staat nog niet vast. Wetenschappelijke onder zoekers in de VS hebben intus sen wel ontdekt dat een soort gids-RNA de ontbrekende of herstellende informatie levert. it 0 S* Deze bijna 5 meter hoge vleesetende Diatryma uit het Eoceen (35 miljoen jaar geleden) wordt door velen beschouwd als de rechtstreekse afstam meling van de grote loop-Sauriërs. Ze konden geen van alle vliegen. foto cpo gelspieren. In het voorjaar van 1861 werd nabij het Duitse Solnhofen de fossiele afdruk ge vonden van een vogel uit het Juratijdperk. De vondst werd gedaan in 150 miljoen jaar oude B ft het was een heel bijzondere, omdat naast de af drukken van het geraamte dui delijk die van een verendek zichtbaar waren in het gesteen te, terwijl de snavel rijen tanden vertoonde. De 'Archaeopteryx' ('Oervo- gel') werd aanvankelijk inge haald als dè ontbrekende scha kel tussen de reptielen en de vo gels. Het ontbreken van een sterk vooruitstekend borstbeen (nodig voor de aanhechting van de vliegspieren) deed echter twijfel ontstaan aan het vlieg- vermogen van 'Archaeopteryx' en de kleine klauwtjes aan de uiteinden van zijn vleugel'han den' versterkten die indruk. Veel onderzoekers houden het er nu op dat deze 'vogel' met de klauwtjes in bomen om hoog klauterde om van daaruit in glijvlucht op insekten te ja gen. Van de 50 miljoen jaar na 'Archaeopteryx' zijn geen gave fossielen van vogels bekend. Groot was dan ook de verras sing toen onlangs in een 135 miljoen jaar oude bedding van een meer in Noordoost-China een aantal vrijwel gave, fossiele afdrukken van vogels werden gevonden die veel meer lijken op onze moderne vogels. Volgens James Gauthier van de Californische Academie van Wetenschappen in San Francis co laten de vondsten duidelijk zien hoe vogels zich na 'Ar chaeopteryx' ontwikkeld heb ben. De fossielen, van vogels ter grootte van onze spreeuw, zijn de meest complete, ooit gevon den uit het tijdperk ongeveer 15 miljoen jaar later dan dat waar in 'Archaeopteryx' leefde. Gezien de \indplaats zijn de ze vogels 'Sinornis' ('Chinese Vogel') gedoopt. In tegenstelling tot 'Archaeopteryx' heeft 'Sinor nis' veel beter voor vliegen ge schikte vleugelgewrichten en - beenderen; het 'pols gewricht is zo geconstrueerd dat de vleugel gedurende de vlucht of in rust toestand plotseling en krachtig kan worden ingeklapt net als bij de moderne vogels. Verder zijn de klauwtjes bijna geheel verdwenen en is er een sterk ontwikkelde middeKvleu- gebvinger aanwezig om bepaal de groepen veren tijdens de vlucht te kunnen 'sturen'. Volgens Gauthier wijst alles erop dat ..vliegvermogen de plaats heeft ingenomen van het primair vangen van prooi". Ver der is de bouw van 'Sinornis' 'Duidelijk maken dat ruimteziekte een verklaarbaar verschijnsel is soesterberg karin beneken kolmer Bijna iedereen die wel eens heeft geprobeerd in een bus een boek te lezen, weet dat je daar van flink misselijk kunt worden. Hetzelfde gevoel kun je opdoen in een vliegtuig dat langzaam door de bocht gaat of op een deinende boot. De beste reme die voor reisziekte is; rustig blij ven zitten en hopen dat de reis snel ten einde is. Maar dat gaat niet op voor as tronauten, die een week lang in hun ruimteschip verblijven en bovendien hard moeten wer ken. Zestig procent van de as tronauten blijkt last te hebben van ruimteziekte: ze worden misselijk, raken gedesoriënteerd en braken, vooral wanneer ze zich veel moeten bewegen. Dr. B. de Graaf van het Insti tuut voor Zintuigfysiologie (IZF/TNO): „Een ramp voor het ruimteonderzoek, want de meeste vluchten duren maar een week en de astronauten hebben een strak schema van allerlei experimenten die ze uitvoeren.1' Vloeistof en steentjes Op het instituut in Soesterberg proberen onderzoekers te ach terhalen hoe ruimteziekte ont staat en wat er aan gedaan kan worden. Net als wagen-, zee- en luchtziekte heeft het te maken met het evenwichtsorgaan in de binnenoren. Het bestaat uit drie cirkelvormige kanalen, die met een stroperige vloeistof gevuld zijn en twee zakjes, die minus cule steentjes bevatten. Als ie mand z'n hoofd beweegt, bewe gen ook de vloeistor en de steentjes. De snelheid waarmee en de richting waarin iemand z'n hoofd beweegt, bepalen de richting en de versnelling van vloeistof en steentjes. In de kanalen bevinden zich op de bodem kleine haartjes, omgeven door vloeistof, die meedeinen met de vloeistof. De haartjes geven via de zenuwcel len aan de hersenen door hoe snel de vloeistof beweegt of hoe hard de steentjes drukken. In de hersenen wordt informatie die binnenkomt uit verschillende zintuigen verwerkt en gecombi neerd. Dit is nodig om er achter te komen wie of wat er nu eigen lijk beweegt. Als iemand z'n hoofd naar een muur toe be weegt. dan registreren de ogen i astronauten worden in de ruimte nog vaak ruimteziek. In Soesterberg wordt gepoogd de oorzaken te achterhalen. een muur die dichterbij komt. Omdat het evenwichtsorgaan een snelle voorwaartse hoofd beweging registreert, wordt in de hersenen de conclusie ge trokken dat het hoofd en dus de persoon beweegt en niet de muur. In normale situaties wordt de informatie probleemloos ge combineerd. Maar nu iemand die in de bus een boek leest; de ogen zien een niet bewegend boek, maar het evenwichtsor gaan neemt wel allerlei bochten en bobbels waar. De ogen 'zeg gen' dat de persoon stilzit, het evenwichtsorgaan 'zegt' dat de persoon een versnelling onder- ,gaat. Het conflict in de herse nen leidt tot misselijkheid. Zakjes van slag Door gewichtloosheid blijken in het evenwichtsorgaan de zakjes van slag af te raken. Op aarde drukken de steentjes onder in vloed van de zwaartekracht op de haartjes. In de ruimte daar entegen. zweven de steentjes los door het zakje en dan werkt het niet meer. Ruimteziekte lijkt te maken te hebben met de toestand van ge wichtloosheid, maar hoe onder zoek je dat op aarde? Hel la Mei niet mogelijk om langdurig een situatie van gewichtloosheid te creëren. Door toeval hebben Nederlandse onderzoekers een manier gevonden om dit pro bleem misschien te omzeilen. De Graaf: „Op het Nederlands Lucht en Ruimtevaart Genees kundig Centrum hebben ze in 1989 Wubbo Ockels gedurende twee uur in een centrifuge laten ronddraaien die wordt gebruikt voor het trainen van piloten. Wubbo kreeg drie keer de zwaartekracht te verwerken omdat onderzoekers wilden meten wat de invloed zou zijn op het menselijk immuunsys teem. Toen hii uit de centrifuge stapte, vertelde Wubbo dat hij zich na deze behandeling net zo voelde als tijdens een ruimte reis: bij het maken van hoofd bewegingen leek de wereld te draaien „Dit bracht ons op het idee dat het misschien juist gaat om het venchil In zwaartekracht Misschien is het net zo erg om van drie keer zwaartekracht in een centrifuge naar de gewone zwaartekracht op aarde te gaan, als van de gewone zwaarte kracht naar gewichtloosheid in de ruimte. Als dat zo is hebben we toch de mogelijkheid om op aarde het ontstaan van ruimte ziekte te onderzoeken". „We hebben vervolgens de drie Europese astronauten. Oc kels. Messerschmid en Funer. in de centrifuge gestopt Zij kwamen er flink aangeslagen uit. ze probeerden hun hoofd zo min mogelijk te bewegen en lie pen enigszins stijf. Eén van hen dacht zes uur na de behande ling wel weer hersteld te z.ijn, boog voorover om z'n veter te stril&en en begon te braken. korter, meer gedrongen dan van 'Archaeopteryx' en dus beter voor vliegen geschikt en datzelf de geldt het borstbeen en de schouderpartij waar veel meer ruimte is voor zware vliegspie- Tóch heeft 'Sinornis' een aan tal primitieve kenmerken die hem /haar onderscheiden van modeme vogels. „Het is zeker een boombewoner geweest met alle vereisten om te kunnen vliegen", zegt Paul Sereno van de universiteit van QliClgO „Maar als je goed kijkt, lijkt het wel alsof er nog veel onnodige ballast aan is blijven kleven. Ballast die je bij de huidige vo gels niet meer terugvindt". Volgens de Europese astronau ten kwamen deze specifieke ge waarwordingen nauw overeen met sommige van hun ervarin gen in de ruimte". Goede pad Binnenkort zal een aantal Nasa- astronauten in Soesterberg aan de centrifuge behandeling on derworpen worden. De Graaf speculeert al op de toekomst: „Als ook de Nasa-astronauten de overeenkomst bevestigen, dan zitten we op het goede pad. We kunnen dan de centrifuge gebruiken om astronauten te trainen ik heb /Hf mnnddHs 12 uur gedraaid en ik heb in de af gelopen twee jaar meer ge braakt dan m'n hele leven er voor. Maar je kunt er mee leren omgaan. 1c kunt astronauten beter voorbereiden. Ie kunt dui delijk maken dat ruimteziekte een verklaarbaar verschijnsel 1 en dat maakt het angstigend". hijnsel is nder be- Schimmel bestrijdt schadelijk aaltje in tropisch gewas DEN HAAG HENK HELLEMA „Wortelknobbelaaltjes. die vooral in de (sub)tropen aan zienlijke schade aan cultuur- gewassen toebrengen, kun nen ook met schimmels wor den bestreden". Dal zegt drs FAAM. de Ieij, die onlangs aan de LU Wageningen pro moveerde op een onderz-oek naar biologische bestrijding met schimmels. „Nagenoeg alle belangrijke gewassen in de (sub)tropen hebben van deze aaltjes te lijden zoals die van ba naan, koffie, thee. kat-.en 10 maat en paprika aldus I>e Lei). „Maar ook in Nederland neemt de schade door deze aaltjes toe, vooral bij de teelt van aardappelen en granen. I >e l.men dnngen de wortel toppen binnen, vormen daar knobbels (gallen) en ontne men de plant daarmee veel energie. In principe zijn deze aal tjes. aldus De Leij, goed te bestrijden met bepaalde s< lummels In zijn drbmtto onderzoek heeft hij zich ge concentreerd op oe schim mel Verticiilium chlamy dosporium. „Deze schimmel doodt de eieren van de aal tjes die vanuit de wortel- knobbels in de grond te rechtkomen. In een veld proef met tomatenplanten die met deze aaltjes waren besmet, bleek dat ze voor '«<1 procent door de schimmel konden worden bestreden. IV schimmel doet de pfaf) ten zelf geen kwaad". Helemaal zonder bestrij dingsmiddelen zal de teler het. ook in de toekomst, waarschijnlijk niet kunnen Reden, oen I MJ 1M geldt zeker wanneer de planten al aangezien -de schimmel al leen de eieren om zeep helpt De Leij wijst er evenwel op dat er vele soorten schim me Is voorkomen die het op wortclknobbdaaltjes hebfx n gemunt. Naar die schimmels zou meer onderzoek naar moeten worden gedaan. De Leij ziet goede moge lijkheden voor deze vorm van biologische bestrijding bij gewassen die in kassen worden gekweekt, omdat dc omstandigheden (als bij voorbeeld dc temperatuur) daar goed in dc hand te hou den zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 21