'Omdat er niets
mooiers bestaat'
Drollepol
A T E R D A C S ZATERDAG 7 MAART 1992
IJ V O E G S E L.
Het Nederlandse Noordpoolteam oefent onder zware ijs- en weercondities op de Frobisher Bay bij Iqualiit (Noord-Canada), april 1989.
ROB VAN DEN DOBBELSTEEN
Verhalen die dagenlang door je kop
gonzen. List, bedrog, brekend ijs
en triomf. Nan sen, Amundsen,
Peary, Nobile en Scott. Bevriezingen, neer
stortende vliegtuigen, in het pakijs vastgelo
pen schepen en spoorloos verdwenen red
dingsexpedities. Maar vooral die laatste regel
in het dagboek van Robert Falcon Scott na
tuurlijk. Scott die, op donderdag 29 maan
1912, niet lang voordat hij op nauwelijks 15
mijl van een voedsel- en brandstofdepot zou
doodvriezen, in het op z'n lijk gevonden
schrift noteerde: „Het is jammer, maar ik ge
loof niet meer dat ik kan schrijven."
De ontdekking van beide polen: het blijft
een fascinerende geschiedenis. Was Robert
Edwin Peary in L909 werkelijk de eerste die
de Noordpool bereikte? Of was hij een leuge
naar die slechts een wat lang uitgevallen sle-
detocht had gemaakt? Dat vijf Noren onder
leiding van Roald Amundsen op 14 december
1911 de Zuidpool bereikten, staat vast. Scott
arriveerde er nietsvermoedend een maand
later en noteerde teleurgesteld in z'n dag
boek: „We vonden een zwarte vlag gebonden
aan een stuk van een slee vlak bij de rest
van een kampement en het duidelijke
'In je auto stappen
en naar Frankrijk
rijden is linker'
spoor van hondepoten veel honden. Dit
vertelde ons het hele verhaal: de Noren wa
ren ons vóór geweest."
Geen Bewijs
Maar Peary? „Stars and Stripes nailed to the
Pole" liet de Amerikaan Associated Press in
een telegram weten. Waarna het rumoer be
gon. Want was dr. Frederick Cook, die een
jaar eerder eveneens had beweerd dat hij de
Noordpool had bereikt, hem nou wel of niet
voor geweest? Cook bleef eerst nog vriende
lijk („Er is genoeg roem voor twee", meldde
hij grootmoedig), maar nadat Peary publie
kelijk verklaarde dat de man nooit op de
Noordpool kon zijn geweest omdat hij geen
enkel spoor had gevonden, barstte het gekra
keel los. Waaruit ten langen leste Peary als
overwinnaar te voorschijn kwam.
Niettemin: een echt bewijs heeft de op het
heldenkerkhof van Arlington (VS) begraven
Peary nooit kunnen leveren. Wat ook knap
moeilijk is. De Noordpool immers ligt op een
voortdurend in beweging zijnde ijslaag in de
Noordelijke IJszee en positiebepaling ge
schiedde tachtig jaar geleden nog met een,
zeker in het hoge noorden, onnauwkeurige
sextant. De Noordpool, die merkwaardige
plek waar de wind altijd vanuit het zuiden
komt. waar geen datum is. geen tijd. is eigen
lijk niet meer dan een abstractie. Waartegen
zich niettemin honderden mannetjesputters
sakkerend te pletter hebben gelopen.
En hoevelen keerden er zonder lichamelij
ke mankementen van het gruwelijke ijs te
Nederlandse expeditie wil volgend jaar naar de Noordpool
rug? Een verre van
volledig lijstje ver
meldt onder anderen
Pears, die nog pre
cies een teen over
had toen hij stierf.
En van de Koreanen
die een jaar geleden,
rinkelend van het op
hun parka's vastge-
i ijs. i
tip
top uitrusting op de
Noordpool
den. lopen er nu
twee met een kunst
voet. Bittere kou. die gillende centrifuge van
eindeloze sneeuwstormen vol messcherpe
ijsnaalden, het bij opkomende vloed knallen
de, krakende en kruiende ijs, ijsberen soms...
Buys Ballot
De eerste expeditie waarvan onomstotelijk
vaststaat dat ze over het ijs de Noordpool be
reikte, was die van Ralph Plaisted. En toen
was het toch al 1968. Hoevelen Plaisted dat
precies hebben nagedaan? „Vijfentwintig,
hooguit dertig", schat de in Egmond aan Zee
wonende Amsterdammer Cees Ingwersen na
enig rekenwerk, „en dan tel ik Peary nog
Ingwersen is een van de vier leden van de
tweede Nederlandse Noordpool Expeditie.
De tweede inderdaad, want de eerste was er'
al in 1882. De onderneming stond merkwaar
digerwijs onder leiding van Christophorus
Henricus Didericus Buys Ballot,
een man die in Nederland toch
eerder bekend staat als oprichter
van het KNMI en ontdekJcer van
de naar zijn achternaam ge
noemde wet. dan als koene pool-
vorser. Ingwersen: „Wij waren
ook stomverbaasd toen we het
ontdekten. We hebben het uit
een logboek van Frithjof Nansen,
de man trouwens die als eerste in
de gaten had dat de Noordpool
niet op land lag. maar in zee."
Precies de omstandigheid dus
die het bereiken van het topje
van de aardbol tot zo'n moeilijke
klus maakt.'Want ijs, ook al is het
drie meter dik. blijft verraderlijk.
Kou en wind maken het nog er
ger. Blessures kunnen fataal zijn
en zijn dat in de loop der jaren
ook daadwerkelijk gcblekcnen.
Nog een keer de Zuidpoolex
peditie van jde vermetele Scott
Drie Hollanders hebben het plan opgevat om volgend jaar
maart vanuit het meest noordelijke puntje van Canada
naar de Noordpool te sleeën. Zesenhalve ton is er voor deze
expeditie nodig. Dat is nogal veel, geeft ook Cees Ingiversen
toe. „Maar daarom hoeven we het toch niet te laten?"Sup
port is er genoeg, maar geld nog niet. Dat vindt hij raar ei
genlijk. „Dat moet Nederlanders toch aanspreken: de natio
nale driekleur wapperend op de Noordpool?"
aangehaald. Robert Falcon Scott die op 17
maart 1912 kapitein Titus Oates zijn leven
zag offeren omdat hij met zijn bevroren voe
ten het tempo van zijn metgezellen niet meer
kon bijhouden. Oates' laatste woorden: „Ik
ga even naar buiten en ik kan wel een poosje
wegblijven."
Scott in z'n dagboek: „We wisten dat Oates
zijn dood tegemoet liep. maar hoewel we
probeerden hem tegen te houden, wisten we
dat het een daad was van een dappere kerel
en een Engelse gentleman. Wij hopen alle
maal in dezelfde geest aan ons eind te komen
en het is zeker dat het einde niet ver is." Een
einde dat dus op of iets na 29 maart moet
zijn gekomen.
Uitdaging
Gevaarlijk, zo'n poolexpeditie? Ingwersen
vindt van niet. De tijden zijn veranderd. Ra-
Coördinator Cees Ingwersen (links) c
„Zó mooi, zó prachtig mooi."
dioverbindingen,
vliegtuigen die op ijs
kunnen landen, per
fecte plaatsbepaling
via de satteliet... Ing
wersen: „In je auto
stappen en naar
Frankrijk rijden is
linker."
Maar wat is de uit
daging dan? Ing
wersen: „Het is voor
al een enorme spor
tieve prestatie.
(Grijnzend en een
beetje spottend) John Vincken heeft het al de
Moeder aller Tochten genoemd."
Vincken (45) is initiatiefnemer van de ex
peditie. Verzot op prestaties waarmee hij zijn
lijf tot. of zelfs over de grens van het toelaat
bare jaagt; verzot ook op die bevroren wereld
tussen Canada. Groenland. Spitsbergen en
Alaska. Op de iets ten noorden van Canada
gelegen magnetische Noordpool was hij al
eens; de geografische (meer dan 1000 kilo
meter noordelijker) is zijn volgende doel.
In de alpinisten Gerben Peters (31) en Ro
bert Steenmeijer (29) vond de triatleet en
zeezeiler uit Almere maatjes die hem graag
willen vergezellen; en in Cees Ingwersen (69)
vond hij de man die straks vanuit het basis
kamp op Cape Columbia, het meest noorde
lijke puntje van Canada, de onderneming
gaat coördineren.
Ingwersen: „De jongens hebben hard ge
traind. de organisatie is rond. nu
het geld nog. Ik moet eerlijk zeg
gen. dat is me tegengevallen. Ik
ben er steeds van overtuigd ge
weest dat de financiën het klein
ste probleem zouden zijn. Ook al
omdat we allerlei wetenschappe
lijke onderzoekingen zullen doen
op het gebied van milieu en der
gelijke Maar de Olympische Spe
len zaten ons dwars Het lijkt wel
of bijna al het beschikbare spon
sorgeld daar naartoe is gegaan
Getraind
Maar hij versaagt niet, Cees Ing
wersen Net zo min als Wim
Klein Schiphorst (57) uit Heiloo
De voormalige reclameman
kwam Ingwersen min of meer
toevallig tegen op een 'onverge
telijke Odyssee' door de witte
stilte van de Noordelijke IJszee.
Klein Schiphorst, die samen met
FOTO CEES INGWERSEN
z'n vrouw één keer in de twee jaar een 'een
beetje buitenissige vakantietocht' probeert te
maken, raakte tijdens de trip net zo bevan
gen van John Vinckens hersenspinsel als Ing
wersen en trad op verzoek van die laatste
zonder veel nadenken als promotor toe tot
het bestuur van de toen net opgerichte Stich
ting Noordpoolexpeditie. Klein Schiphorst:
„En ik dacht ook hoor dat geld kan nooit een
punt zijn."
Er is nog tijd. De twee eskimo's die de drie
Nederlanders straks over het verraderlijke ijs
zullen gidsen, staan gereed; de twintig hon
den en de twee sleden eveneens; de expedi
tieleden ten slotte, zijn door en door ge
traind. Een nachtje bivak op het stijfgevroren
IJsselmeer (winter 1991) was een test; een
helletocht met honden en sleden rondom de
Mont Blanc (november 1988) een andere En
daar tussendoor werd in april 1989 dan ook
nog de magnetische noordpool bereikt. Klein
Schiphorst: „Over die jongens hoeft niemand
zich zorgen te maken. Die weten wat ze te
wachten staat."
Cees Ingwersen trouwens ook. Geen grote
re poolliefhebber dan deze voormalige ijs
hockeyer en FJfstedentochtrijder („Ik heb iets
met ijs"). Dertig keer eerder al reisde hij naar
het noordelijkste deel van Canada („omdat er
nu eenmaal niets mooiers bestaat"), dus
'Over die jongens
hoeft niemand zich
zorgen te maken
heeft hij het allemaal meegemaakt Een dag
lang ploeteren om met honden en sleden
twee kilometer verderop te komen. i|sbergen
zo hoog als flatgebouwen waar je niet alti|d
omheen kunt; het geknars, gekraak en doffe
gedreun van het door de opkomende vloed
gefolterde ijs; het sprookjesachtige licht van
de poolavond; de intieme warmte van een
iglo; de kristalheldere ochtend na een mid
den op het ijs doorgebrachte nacht, het zach
te gejank van de hondenZó mooi. zó
prachtig mooi."
Te Oud
En dan toch nooit de neiging gehad om zelf
naar de Noordpool te trekken7 Cees Ingwer
sen: .Ja natuurlijk wel. maar ik was al te oud
toen ik die wereld daar ontdekte. (Lachend)
Trouwens: ik heb op de Noordpool gestaan
hoor. wat dacht je. Alleen: ik heli het met een
vliegtuig gedaan, een Twin Otter, en tja. dat
telt natuurlijk niet. da s alleen maar leuk voor
mezelf Ook een avontuur hoor landen op de
Noordpool. Ik zie die piloot nog in paniek
zijn raampje openschuiven omdat hij plotse
ling geen zicht meer had Ik dacht: ga ik nou
hier 7 Maar dat is weer een heel ander ver
haal. Dat is niets vergeleken met de echte ex
peditie."
Adres Stichting Nederlandse Noordpool Expeditie
Achterwerf 25, 1357 BG Almere. telefoon 03240-
i MM
Onze taal
Op 1 december 1630 schreef
Annet Cats, de dochter van de
bekende dichter, een brief aan
haar vader. Ze begon met 'Lieve
en waerde Vader' en onderte
kende met 'UE dienstivillghe
dochter ende dienares'. Gewone
woorden in die tijd. P.C. Hooft
ondertekende zijn brieven vaak
met 'UE onderdaensten toege-
daensten P.C. Hooft'.
Iedere tijd heeft z'n eigen gewoonten.
Tegenwoordig zou men schrijven
Hel de hamiiike groeten van HM 14
'Groetjes van Annet'. Maar twee- en driehon
derd jaar geleden stond onder de meeste
brieven iets als 'uw gansdienstwillige', 'uw
toegeneghen verplichten dienaar', uw oot-
mot^lighe dienaar', 'uw dienstverbonden
vrindinne'. 'uw bereidvaardige dienaar'.
De dienstwillige dienaar is niet meteen opge
volgd door 'hartelijke groeten' en 'hoogach
tend'. Als ik het goed zie. bestond er in de vo
rige eeuw een tijdlang de gewoonte om te
ondertekenen met 'Uw vriend Hendrik'. 'Je
oom Van Klaveren' of 'je broer Gerard'.
Brieven schrijven is ondertussen minder ge
bruikelijk geworden, want menigeen geeft de
voorkeur aan de telefoon. Daar staat tegen
over dat er een geheel nieuw genre is ont
staan van korte, meestal liefdevolle bench-
ten: de kleine advertentie in het dagblad,
waarin ene Edwin laat weten dat hi| zo vrese
lijk veel van Sylvia houdt. Die mededeling is
natuurlijk niet voor ons bestemd, maar door-
óm i dvrin (Mo poMnpb Ml d bém I
kan schrijven en Sylvia de telefoon niet op
neemt. belt hij dc krant en plaatst zijn lief
desbetuiging bij de rubrieksadvertenties. En
zo komt het dat iedereen kan lezen hoeveel
Edwin van zijn Sylvia houdt
Deze Edwin heeft een geheel eigen stijl ont
wikkeld. Hij doet het niet op de 17de-eeuwse
manier van Cats en Hooft: 'Lieve en waerde
Sylvia, ik hou van je. Uw gansdienstwillige
dienaer Edwin'. Waarschijnlijk komt er iets
als S\i\ia. M hertje van mij. I love mui. liefs,
je poepie'. Of: 'Lieve Trut ik hou van je. Je
Kanjer'.
Sommige intieme namen zijn blijkbaar erg in
trek; iedereen kan het in de kranten nalezen
Het is een wonder dat zo veel mensen bij de
intiemste aansprekingen, de partner, de ge
liefde. de kinderen, de lieve vader of moeder.
luist urn iets fieel persoonlijks en eigens uit te
drukken, zo vaak op hetzelfde uitkomen Zo
moeten, verspreid over heel Neder4and. tien
duizenden gelieven elkaar aanspreken met
Beertje'. 'Knuffelbeer'. 'Knuffie'. Trut van
mij'. 'Mn Allessie'. 'Moppie'. 'Sluizemuisje'.
'Boefje'. 'Poepdoos'. 'Ijeve Kanjer' of 'Flap-
drolletje'. Ik verzamel al een hele tijd zulke
liefdesbetuigingen uit de dagbladpers, met
de koosnamen of troetelnaampjes Voora)
met Valentijnsdag stonden de kranten er bol
Tussen de talloze beertjes, knuffies, moppies
en poepies viel er ook nog een Drakie en
Kwabbie. Stinkerd en Duifje te noteren. Een
tje was er ondertekend door 'Je lekkere kont',
maar die was dan ook gericht aan iemand die
luistert naar de aanduiding 'Ouwe pik van
Het i!
i af e
toe iets ge
woons te lezen lieve Ellen, ik houd heel veel
van je. Han'. of: 'Piet, wil je met me trouwen?
Miranda'. Of 'Beertje, ik hou van je Annet'
Er is natuurlijk niets tegen af en toe zo'n en
kel beertje, het is alleen maar gênant wan
neer op diezelfde pagina blijkt dat half Ne
derland elkaar beertje, poepie of droUepoi
noemt.
Het komt eigenlijk door die Annet. die zo van
een zekere Beertje houdt, dat ik ineens moest
denken aan vader Cats en zijn dochter Annet
Misschien heeft die 17de-eeuwse Annet haar
vader wel Beertje genoemd, terwijl hij zijn
dochter aansprak met 'DroUepoi'
Maar ze waren toen nog niet zo smakeloos
om het in de krant te zetten.