Binnenland Zonder Piet wordt het angstig stil in de FNV Het eerste college kregen we, in het najaar van 1971, in de kantine van het hoofdkantoor van de Metaalbedrijfsbond NW aan de Andries Bickerweg in Den Haag. Het was een turbulent jaar. Het kabinet-Biesheuvel was net aan getreden. Om de vakbeweging te paaien trok de jonge CNV-bestuurder Jaap Boersma als nieuwe minister van sociale zaken de omstreden Loonwet in van zijn voorganger Roolvink ('De Knevelwet van Bauke Rioolvink'). Meteen lie pen de economen te hoop. Ze waarschuwden voor een onbeheersbaar haas- je-over-spel tussen lonen en prijzen. land ervan dat zij een spookbeeld van Nieuw Rechts opriepen om hun eigen on macht een antwoord te vinden op de gevol gen van de economische crisis en de wan kelende verzorgingsstaat te verbloemen. Dit was ongehoord: een geestverwant die het boegbeeld van de sociaal-democratie bijna onherstelbare schade toebracht. Wat Vos het meest kwalijk werd geno men. was dat de vakbondseconoom de au tomatische koppeling tussen sociale uitke ringen en lonen, tot op de dag van vandaag de heilige koe van de PvdA en de vakbewe ging, ter discussie stelde. Waarom deed hij dat? Vos koos voor werk boven inkomen. Hoe meer mensen aan het werk blijven, be toogde hij in een periode waarin tiendui zenden mensen per maand tegelijk hun baan verloren, des te steviger blijft het fun dament van de verzorgingsmaatschappij. Als werknemers loon inleveren voor be houd van werk. dan dreigen evenwel be jaarden en uitkeringsontvangers via het koppelingsmechanisme onder de armoede grens te duiken. De scherpzinnige en prag matische Vos, die zijn linkse'afkomst nooit verloochende, maakte toen de enige juiste keus: vervang de automatische koppeling door een 'beleidsmatige koppeling'. Op die manier was door middel van gericht beleid te voorkomen dat de armoedegrens werd doorbroken. Naar dit zwaarwegende argu ment van Vos werd niet geluisterd. In blinde woede werd Vos door de leider zelf neergesabeld. In een interview met de Haage Post haalde Den Uyl op ongehoord felle wijze uit naar Piet Vos. Hij beschuligde de afvallige ervan een wig te willen drijven tussen industrie-arbeiders aan de ene en ambtenaren en uitkeringsontvangers aan de andere kant. „Waaraan Vos meedoet", aldus Den Uyl, „is typerend voor de Ameri kanisering van onze samenleving, leder komt op voor zijn eigen belang, en de ene arbeider bijt de Andere de strot af. Dat is dodelijk, het is het prijsgeven van de onder linge samenhang. Het einde van de solida riteit." Hoe kreeg Den Uyl dit uit zijn strot? Zo'n vernietigend oordeel over een arbeiders zoon uit de Rotterdamse Afrikaanderbuurt, van kindsbeen af gepokt en gemazeld in de Rode Familie. Nog dodelijker was dat kort daarna binnen de Federatie Nederlandse Vakbeweging zelf een Brutus opstond in de persoon van Henne Pauli, de naaste mede werker en vertrouweling van FNV-voorzitter Wim Kok. In de Vakbondskrant, het orgaan van de FNV, schreef Pauli dat het pleidooi van Vos om de automatische koppeling te vervangen door een beleidsmatige door ve len als een 'dolkstoot in de rug' werd erva ren. „Het heeft er de schijn van dat Piet Vos hier zijn eigen spook heeft opgeroepen", commentarieerde Pauli. Diep geraakt klom Piet Vos in de pen. Hij stuurde een lange, emotionele brief naar Wim Kok. Veel frustraties van de laatste ja ren schreef hij zo van zich af - hoe hij zich in FNV-kring 'vogelvrij' verklaard voelde, de openlijke twijfel aan zijn bedoelingen, dat collega's 'met het grootste gemak de man in plaats van de bal gingen spelen'. „In werke lijkheid", aldus Vos, „is het een reeks van niets ontziende aanvallen op de persoon. Daartegen is niemand opgewassen." Vos riep de FNV-voorzitter aan het slot van zijn brief op een eind te maken aan de discussie over 'Piet Vos', die de aandacht afleidde van het eigenlijke probleem. De vakbeweging wordt geconfronteerd met het dilemma dat de uitdijende collectieve sec tor de laagst betaalde en minst geschoolde werknemers in de marktsector het brood uit de mond stoot. „Ik begrijp best", aldus Vos, „dat de boodschapper van dat dilem ma niet met gejuich wordt begroet. Maar en KEES TAMBOER We mochten voor de Haagse Post de nieu we voorzitter van de Metaalbedrijfsbond NW, Arie Groenevelt, interviewen. Piet Vos zou ons eerst uitleggen waarom de kersver se voorzitter zich, na jaren van arbeidsrust, opmaakte om de barricades op te gaan. We moesten absoluut niet geloven dat die me taalstaking werd voorbereid omdat een nieuwe voorzitter zich nu eenmaal altijd zo nodig moet profileren. Er was iets heel anders aan de hand. Tus sen de lege koffiekopjes in de kantine lag de nota-Vos, een tamelijk ingewikkelde notitie hoe een 'anti-inflatie-cao' op te tuigen. Met zijn wat lijzige stem debiteerde Piet Vos voor ons onbegrijpelijke teksten. Er was geen touw aan vast te knopen. „Leg het as jeblieft nog eens uit, Piet", zuchtten wij wanhopig. Waarop er nieuwe bezwerings formules uit zijn mond rolden. Razend knap Piet Vos is razend knap. Hij is altijd met een mengeling van bewondering en ergernis bejegend. Wij hebben Vos onder alle om standigheden geïnterviewd. Vaak urenlang. Meestal moesten we terug voor een tweede gesprek. Piet, leg het ons asjeblieft nog een keer uit! En hij verloor nooit z'n geduld. In welke gemoedstoestand we hem ook aan troffen, hij bleef de blijmoedige zendeling die nooit moe wordt zijn boodschap uit te dragen. De econoom van de Industriebond FNV zette steevast de toon in vakbondsland. Hij schroomde niet tegen de opvattingen van bondsbestuurders op te roeien die, onder druk van hun achterban, dikwijls weg vluchtten in korte-termijnpolitiek. Piet Vos marcheerde voor de troep uit zonder ooit deloyaal te worden. Hij toonde weliswaar begrip voor zijn broodheren als die zijn ge- dachtengoed niet aan hun leden konden slijten, maar toch week hij nooit van zijn lijn. Die taaie vasthoudendheid heeft hem vaak in botsing gebracht met de beweging, die hij met hart en ziel is toegedaan. Er zijn jaren geweest dat Vos ontredderd en totaal geïsoleerd in zijn kamer in de Blauwe Burcht aan de Slotermeerlaan in Amster dam naar zijn tekstverwerker zat te turen. Of hij zat thuis. Piet is een beetje overspan nen. kregen we dan te horen. Wat was er dan aan de hand? De tegendraadse econoom had bij het uitstippelen van weer een nieuwe koerscorrectie vergeten om te kijken. Had hij dat wel gedaan, dan zou hij hebben gemerkt dat er niemand meer ach ter hem liep. Wanneer ten slotte het pelo ton van bondsbestuurders en medewerkers zich amechtig hijgend bij Vos aansloot, dan ging hij weer fris van de lever aan het werk. Ie kon er vergif op innemen dat er vervol gens een half jaar later weer een explosieve nota op de vergadertafel van het bondsbe- stuur belandde. Of er verscheen wel ergens een scherpzinnige analyse over politiek en vakbondsbeleid in een of ander tijdschift of boek, dat zijn omgeving shockeerde. Spook van Paradiso Een zeer harde dreun deelde Piet Vos uit in het najaar van 1983 met het doorwrochte artikel 'Het Spook van Paradiso' in het Vier de laarhoek voor het Democratisch Socia lisme. In dit verhaal viel hij PvdA-leider Joop den Uyl aan, die anderhalf jaar daar voor in het Amsterdamse Paradiso in een lange, defensieve rede de koers voor de ja ren tachtig had uitgezet. Vos betichtte Den Uyl en de hele linkse beweging in Neder Vrijdag 28 februari 1992 Na vandaag moet de Nederlandse vakbe weging verder zonder een van haar op merkelijkste figuren. Econoom Piet Vos verlaat de Industriebond FNV omdat hij na meer dan dertig vakbondsjaren met' pensioen moet. Denktanks bestaan altijd uit meerdere mensen en soms uit hele in stituten, maar Vos was in zijn eentje een complete denktank. In die functie legde hij tal van gedachten en nota's op tafel. Hij nam daarbij geen blad voor de mond. Ook de vakbondstop kon, als Vos dat no dig vond, op kritiek rekenen. Frans Nypels en Kees Tamboer kwamen ruim twintig jaar geleden voor het eerst met hem in aanraking. Sindsdien maakten ze bij hem nog ontelbare malen hun opwachting. Vandaag nemen ze op deze pagina af scheid van een gesprekspartner die meer dan eens ook hun leermeester was. Als lid van de commissie-Wagner trapte Vos op heel wat vakbondstenen. naar rechts: commissievoorzitter Wagner (Shell), Vos, Philips-bestuurder P borg en PvdA'er Vredeling. f Vakbondseconoom Vos gaat vandaag met pensioen Arie Groenevelt (met bril) ten tijde van de eerste ontmoeting tussen Vos en de schrijvers van dit artikel. unitid rmotoï tx boir 3. Uit deze twee stellingen volgt de logische waarschuwing van Piet Vos: hoedt u voor de gevaren van een ongebreideld uitdijende collectieve sector! In eigen kring klinkt deze boodschap als een WD-verhaaJ. Nog steeds zitten de PvdA en een groot deel van de vakbeweging verstrikt in het collecticve- sectordenken. Toen de lasten van de uitdij ende collectieve sector na de tweede olie crisis fataal leken te worden voor de indus triële bedrijvigheid, was Piet Vos de eerste in eigen kring die de noodklok luidde als lid van de commissie-Wagner. PvdA en FNV waren net gewend aan het toekomstper spectief van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (rapport-Van Stip hout. 1977) dat we m hel posi mriustnrlr tijdperk allemaal een plezierige baan zou den vinden in de dienstverlenende sector, of Piet Vos schudde iedereen ruw wakker uit die droom. Vos werd door menigeen in de vakbeweging verketterd als een slippen- drager van het kapitalisme Het gebeurde in die dagen dat hem in de lift in het FNV-ge bouw werd toegesist: „Wie niet werkt zal niet eten hè..." 4. Het in stand houden van de verzorgings staat is niet alleen de verantwoordelijkheid van de overtwkl Mei doemHhoad \<>s in het krijt tegen economen en politici bin nen de PvdA die betoogden dat de verzor gingsstaat alleen in stand kon worden ge houden door middel van geleide loonpoli tiek. En het w&rcn niet de genngsten die dat zeiden: Tinbergen, De Galan, Van den Doel. Ook ons heeft hij menigmaal bestraffend toegesproken, en dan was hij helemaal niet moeilijk te begrijpen. Iedereen moet zich verantwoordelijk weten voor de instand houding van de verzorgingsstaat, want pas dan is het maken van keuzes mogelijk. Door middel van cao-afspraken met werk gevers bouwt de vakbeweging volgens Vos net zo hard aan de verzorgingsmaatschap pij als de dames en heren aan het Binnen hof. Geef je de mogelijkheid priis om jaar lijks met de werkgevers in de slag te gaan voor verbetering van arbeidsvoorwaarden, dan kun je de vakbeweging opheffen en maak je de weg vrij voor rigide overheids beleid. 5. Behoud van werk is belangriker dan van jaar op jaar gegarandeerde inkomensverbe teringen Ook deze stelling heeft te maken met de machtspositie van de vakbond. Piet Vos heeft in eigen kring een verbeten ge vecht gevoerd over de \iaag of loon mo< ht worden ingeleverd voor behoud van werk. Zijn tegenstanders verweten hem dat hij de vakbeweging tandeloos wilde makrn door haar het loon wapen uit handen te slaan /ij wilden niet begrijpen dat «-en door massa werkloosheid overwoekerde arbeidsmarkt verwordt tot een 'werkgr-versmarkt'. waar laag geschoolden geen enkele kans op een baan krijgen. Massawerkloosheid, hield Vos niet op te prediken, maakt de vakbeweging pas echt tandeloos. Centen of procenten Piet Vos heeft a!ti|d gekozen voor de 'on derkant'. Zo was hij in het begin van de ja ren zeventig een van de eersten die de on eerlijkheid van het systeem van prijscom pensatie aan de kaak stelde Prijsstijgingen vergoeden door middel van procentuele loonsverhogingen, zo hield hij ons voor. leidt tot het scheef trekken van inkomens verhoudingen. Zes prcent prijscompensatie over een inkomen van een ton tikt heel wat harder aan dan zn procent van dertigdui zend gulden. Procentuele prijscompensatie leidt tot overcompensatie van hogere inko mens. De logica van de/e redenering valt niet te betwisten. Ais een brood een stuiver duurder wordt, dan geldt die prijsverhoging voor iedereen. Het is belachelijk mensen met een hoger inkomen daarvoor meer compensatie te bieden dan lager betaalden - alsof ze meer brood eten! Piet Vos pleitte daarom voor een prijs compensatie in centen in plaats van in pro centen. Dat gevecht heeft hij helaas verlo ren. De vakbeweging ging er in 1973 welis waar de barricaden voor op, maar zij stuitte op zo'n heftig en emotioneel verzet dat het strijdpunt uiteindelijk ten grave werd ge dragen. Uit diezelfde mentaliteit sproot in de jaren tachtig de omstreden keus van Vos voort dat behoud van werk boven behoud van koopkacht gaat. Ook dat was een keus voor de 'onderkant' En wat gaat er gebeuren nu de waakhond van de minst bedeelden de vakbeweging verlaat7 Net nu Nederland opnieuw over spoeld dreigt tc worden door een nieuwe saneringsgolf en de crisis van 1982/1983 nog lang niet is verwekt Wij zijn somber gestemd Waarom? Omdat de vakbeweging er geen blijk van geeft een eensluidende vi sie te hebben op de toekomst van de ver zorgingsstaat en een betrouwbare gids in de discussie hierover ontbeert. Terwi|l nu al anderhalf miljoen mensen aan de kant staan, lijkt het er sterk op dat de ral nuv naar hogere produktiviteit en dito inko mens voor de actieven ongeremd doorgaat. Binnen de vakbeweging heerst angstige stilte liever geen omstreden denklijnen uitzetten waarop je nat kunt gaan lijkt het devies. Pappen en nathouden Behouden wat we hebben. Handen af van de wao De vut moet blijven Een ministelsel is onbe spreekbaar Koppeling handhaven en de koopkracht omhoog Vanaf 1 maart 1992 is er geen (Tel \<is meer die de moed had zjjn eigen brood he ren een spiegel voor te houden het is toch uw en rfiijn werk om ons met die dilemma's bezig te houden en er oplossin gen voor te bedenken. En dat gaat niet zon der discussie." Op Vos werd toen voor het eerste de An- dré van der Louw-bejegening uitgepro beerd. Zijn hartekreet bleef een maand lang onbeantwoord en vervolgens afgedaan met een koel briefje ter bevestiging van de ont vangst van zijn schrijven, uitmondend in de aanbeveling contact op te nemen met de secretaresse van Kok voor een afspraak. Dat gesprek heeft dus nooit plaats gevonden. Professorenbaantje Piet Vos is taai. Hij komt altijd terug, zelfs als hem bekend wordt dat sommigen hem weg willen manoeuvreren naar een profes sorenbaantje. In dat opzicht lijkt hij in elk geval wel op Joop den Uyl. Wat hem van Den Uyl onderscheidt is de ijzeren conse quentie waarmee hij al die vakbondsjaren - meer dan dertig - heeft vastgehouden aan zijn stellingen, die hij als een moderne Lu ther met grote regelmaat aan de poorten van de vakbeweging bleef spijkeren. De rode draad in het denken van Piet Vos is een heel simpele, hoe moeilijk en inge wikkeld hij dat vaak ook onder woorden bracht: iedereen moet kiezen, je kunt een gulden niet twee keer uitgeven. Wie geld wil besteden aan verbetering van de gezond heidszorg kan dat geld niet tegelijkertijd uittrekken voor een tripje naar Parijs. Alles heeft zijn prijs. Niemand mag de leden van de vakbeweging een rad voor ogen draaien met de bewering dat de collectieve sector kan uitdijen zonder dat de koopkracht wordt aangetast. „Als wij een pot pindakaas kopen", zei Piet Vos twaalf jaar geleden al, „vinden we het normaal dat we daar een prijs voor betalen. Maar als de sociale voor zieningen duurder worden omdat we on danks een toenemend aantal uitkeringsont vangers het niveau van de uitkeringen wil len handhaven, dan willen we dat de koop kracht op oude hoogte gehandhaafd blijft. Op dat punt vind ik ons als vakbeweging erg dubbelzinnig." Hoe luiden vrij vertaald de ijzeren stellin gen van Piet Vos? 1. De Particuliere en collectieve sector zijn communicerende vaten. Klopt. Er lopen nog steeds lieden in de vakbeweging rond die roepen dat deze stelling oneigenlijke te- Piet Vos: altijd gekozen voor de 'onderkant'. genstellingen oproept. Maar niemand kan ontkennen dat je wat je aan de ene sector onttrekt door middel van belasting- of pre mieverhoging, in de andere sector kunt ge bruiken om collectieve diensten te produ ceren. Omgekeerd kan de overheid door overbodige subsidies te schrappen de be stedingsmogelijkheden van de burgers ver- 2. Collectieve voorzieningen zijn net zo be langrijk als loonsverhogingen. Als loonmati ging wordt vertaald in beter onderwijs en betere gezondheidszorg, dus als er geld van de ene sector naar de andere wordt overge heveld. dan is het vakbondslid even goed of zelfs beter af. Dat is volgens Vos ook belan genbehartiging. Deze stelling wordt in zijn algemeenheid in vakbondsland wel onder schreven. Maar zodra de bondsbestuurders met werkgevers aan de onderhandelingsta fel zitten, is de praktijk weerbarstiger dan de leer. Eerst het loon en dan zien we wel. De keuze wordt niet gemaakt en de uit komst is het brood-en-boter-denken van de vakbonden in een veramerikaniseerde maatschappij waar Piet Vos juist afstand van wil nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 5