Feiten Dhaka laat Bengalen in kou staan De laatste dagen van de Pravda 'Zolang we denken dat groei noodzakelijk is, komen we er niet' Donderdag 27 februari 1992 Redactie: 023-150225 janine bosma altan erdogan ronald frjsart (chef) onno havermans Patrick van den hurk hans jacobs jolanda oukes jan preenen sjaak smakman Vertalingen: margreet hesunga luutje niemantsverdriet Vormgeving: cor hoogeterp EN MENINGEN Bangladesh, een jaar burgerregering DHAKA MUSHAHID H Was 1990 een tumultueus jaar waarin tot grote opluch ting van de Bengalezen de toenmalige president, gene raal Hussein Ershad, ten val kwam; 1991 is de geschiede nis ingegaan als het jaar waarin de democratie in het straatarme Bangladesh vaste voet aan de grond heeft ge kregen. Maar terwijl het leger zich op de achtergrond houdt, slaagt de burgerregering er niet in het ontwikke lingsproces op gang te brengen. Voordat hij de tweede president van Bangladesh werd, was Rah man namelijk een hoge officier in het Bengaalse leger. Zia's getrouwen bestaan nog grotendeels uit de kring gepen sioneerde militairen die zij via haar echtgenoot leerde kennen. Een adviseur wiens mening zij hogelijk waardeert, is Mustafi- zur Rahman. Hij diende als mi nister van binnenlandseen later van buitenlandse zaken in de regering van Ziaur Rahman. De pogingen van Dhaka om goede betrekkingen aan te kno pen met de Pakistaanse rege ring van premier Nawaz Sharif zijn alom met instemming be groet. Zelfs de belangrijkste op positiepartij Awami League (AL, Awami Liga) heeft er enthou siast op gereageerd. Volgens Zia is de band met Pakistan „goed en vriendschappelijk". Zia zegt alweer uit te kijken naar haar volgende bezoek aan Pakistan. Zij is van plan daar heen af te reizen na de rama dan, de maandlange vastenpe riode van de moslim-gelovigen die op 5 april eindigt. Zij ver wacht dan een overeenkomst te ondertekenen voor de terugkeer naar Pakistan van 250.000 vluchtelingen die al sinds de Op 27 februari 1991 begaven de Bengaalse kiezers zich massaal naar de stembus om hun voor keur uit te spréken voor de Ben gaalse Nationalistische Partij (BNP, Bangladesh National Par ty) en haar leider Khaleda Zia. Nu, een jaar later, heeft de we duwe van wijlen president Ziaur Rahman zich ontpopt tot de on betwiste regeringsleider van het op twee na grootste moslim land van de wereld (na Indone sië en Pakistan). Nadat het land sinds de onaf hankelijkheid in 1971 meesten tijds heeft geploeterd onder mi litair of dictatoriaal bestuur, heeft Bangladesh nu de eerste stabiele burgerregering. Dit heeft veel vertrouwen in haar bestuur gewekt. Maar ook het leger heeft aan prestige gewon nen door de steun die het aan het constitutionele proces en aan de democratie neeft ver leend. Hoge legerofficieren hebben zonder moeite de BNP geaccep teerd, omdat deze is opgericht door Zia's echtgenoot Ziaur Rahman, die tijdens een coup poging in 1981 werd gedood. Eind december nog kwam het in de hoofdstad Dhaka tot ongeregeldheden. Aanhangers van de oppositiepar tij kwamen tijdens een algemene staking in botsing met de oproerpolitie. Op de foto wordt een fietstaxi ver nield v i die geen gehoor gaf aan de stakingsoproep. onafhankelijkheid in 1971 in Bengaalse kampen verblijven. Maar nu Bangladesh en Pakis tan nader tot elkaar komen, neemt de kloof tussen Bangla desh en India toe. Niettemin noemt Zia de relatie met India „goed". Bangladesh is zich wel bewust dat het de machtige buurman niet tegen zich in het harnas kan jagen. Toch heeft het de afgelopen maanden in diverse regionale en internatio nale kwesties de kant van Pakis tan, dus tegen India, gekozen. Het succes in de internationale politiek vindt echter geen weer slag op nationaal niveau. De BNP-rcgering is er niet in ge slaagd haar verkiezingsbelofte te houden om op het platteland de infrastructuur te verbeteren en recht en orde te herstellen. De regering en de oppositiepar tij AL komen op dit vlak voort durend met elkaar in aanvaring. Daardoor stranden alle pogin gen om het herstel van Bangla- FOTO EPA MUFTY MUNIR desh weer op gang te brengen. President Zia benadrukt de noodzaak van een „verantwoor de oppositie". Terwijl zij op subtiele wijze het patriottisme van haar politieke rivaal van de AL in twijfel trekt, zegt de pre mier: „In een democratie kun nen uiteenlopende meningen bestaan. Daar steekt geen kwaad in. Maar de belangen van de bevolking en van het land moeten voor alles worden gediend." moskou betsy mckay Minder dan een jaar geleden lag de Pravda nog op het bureau van iedere ambtenaar van de Sovjetunie. Nu lijkt het einde nabij. Na zeventig topjaren met een oplage van meer dan 10 miljoen exemplaren en een net werk van 40.000 corresponden ten, vraagt men zich af of de spreekbuis van de communisti sche partij hetzelfde lot bescho ren zal zijn als de Sovjetunie. Geteisterd door financiële pro blemen kondigde Pravda deze week aan dat het nog slechts vijf in plaats van zes maal per week zal uitkomen. Adjunct-hoofdre dacteur Victor Linnik waar schuwt dat „verdere verminde ringen niet uitgesloten zijn". Vorig jaar was de papierprijs nog 2.000 roebel per ton (onge veer 32 gulden). Inmiddels is de prijs gestegen naar 11.000 roe bel. Op ieder exemplaar van de in totaal bijna 1,4 miljoen kran ten per dag verliest Pravda 50 kopeken (8 cent). Hoeveel dat in Russische verhoudingen is, blijft onduidelijk, omdat nie mand deze dagen meer weet wat de roebel precies waard is. De abonnementen dekken de kosten bij lange na niet meer. Een abonnement kost slechts 30 roebel, een bedrag dat in juli 1990 vastgesteld is, toen nog heel andere prijsverhoudingen golden. „De situatie is para doxaal", zegt Linnik, „hoe meer abonnees des te groter de ver liezen." De trots van de Pravda werd sterk op de proef gesteld toen in december electriciteit en tele foon werden afgesloten. Pravda had de rekeningen niet betaald. De krant moet nu ook het ge bouw delen met concurrenten als Rossiiskaya Gazeta en Ros- siya, nieuwkomers die onder voogdij staan van Rusland. Niet alleen de Pravda is in moeilijkheden. De Komsomols- kaya Pravda heeft nog slechts voldoende middelen om tot midden april te blijven verschij nen, aldus adjunct-hoofdredac teur Yadviga Yuferova. De Izves- tia drukt op zowel oud papier, dat tegen een lagere prijs wordt gekocht, als op 'vers' papier. De krant onderhandelt met de pa pierproducenten over de prijs. „Het probleem is dat er twee markten zijn", zegt Victor Los hak van Moscow News, die on danks actieve advertentie-wer ving de crisis ook voelt. „De Russische regering steunt haar eigen kranten en helpt de ande ren alleen met mooie woor den." Als het milieu voor toe komstige generaties be houden moet blijven, dan zal de produktie flink moeten worden opge schroefd. Slechts in een florerende economie blijft er geld over voor noodza kelijke maatregelen, zoals de milieuheffing. Werkge vers voeren dit argument keer op keer op om de hef fing voorlopig uit te stel len, want Nederland vecht immers tegen een mini- recessie. Maar is het argu ment wel waar? Daarover zijn de meningen ver deeld. F.conoom Roefie llueting vindt het in ieder geval onzin. Het milieu is niet iets wat je moet beta len, je moet gewoon je ge drag veranderen, stelt hij. Als dat nooit gebeurt, zal het aan de Haagse econoom in ieder geval niet hebben gelegen. Vijf entwintig jaar lang heeft Hueting gezocht naar de oplossing voor het milieu- verlies en hij heeft haar gevonden: het Duurzaam Nationaal Inkomen. Deel III in de serie De Energie heffing. Econoom Huetings 'recept' voor een beter milieu: het Duurzaam Nationaal Inkomen den haag janine bosma Hoeveel heeft de wereld eigenlijk over voor het behoud van het milieu? Wie de discussie rond de mogelijke invoering van een milieuhèffing volgt, zou kunnen concluderen dat voor Nederland het antwoord op die vraag 'niet veel' luidt. Onder druk van de sterke lobby van het bedrijfsleven, aangevoerd door minister van economische zaken Andriessen, is de regering afgestapt van haar voorne men de heffing vanaf volgend jaar in te voeren. Nu hangt alles af van 'Brussel' want zelfs milieubewuste ministers als Kok en Alders vinden het vanuit concur- rentieoogpunt ineens niet meer slim om de heffing eenzijdig aan het Nederland se bedrijfsleven op te leggen. Een dergelijke discussie zal zich in de toekomst om de haverklap herhalen, want natuurlijk is de heffing 'slechts een druppel op de gloeiende plaat'. Voor een écht duurzaam behoud van het milieu is méér nodig. Heel veel geld dat, zo luidt een populaire kreet van regerin gen en bedrijfsleven, in een verhoging van de produktie (het zogenoemde Na tionaal Inkomen) moet worden gevon den. Onzin, vindt de Haagse econoom dr. Roefie Hueting. „Het (milieu) is niet iets wat je moet betalen, je moet gewoon je gedrag veranderen." Hueting neeft vijf entwintig jaar onderzoek verricht naar de berekening van een Duurzaam Na tionaal Inkomen (dni), waarin het ver lies aan milieufuncties is opgenomen. Als zijn theorie navolging vindt, zal ze vermoedelijk inderdaad leiden tot we reldwijd veranderend gedrag. Duurzaam inkomen De 62-jarige Hueting, hoofd Milieusta tistieken van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), reist momenteel de wereld over om tekst en uitleg te ver schaffen bij zijn rapport Methodiek be rekening Duurzaam Nationaal Inko men, dat hij samen met twee medewer kers heeft vervaardigd en eind vorig jaar werd gepubliceerd. Hueting zelf waagt zich niet aan voor spellingen over de uitwerking van zijn rapport, dat vermoedelijk zal worden besproken tijdens de UNCED, de we- relamilieuconferentie die deze zomer in Rio de Janeiro wordt gehouden. „Ik hou niet van koffiedik kijken" herhaalt de econoom als de verslaggever blijft aandrin gen. Met zijn vinger tikt hij op het licht blauwe kaft van zijn 'levenswerk'. „Ik ver schaf slechts de benodigde informatie en mijn rapport spreekt voor zich." Het blauwe, nog geen vingerdikke rap port, bevat wellicht de oplossing voor de milieuproblematiek, al zal het volgens Hueting nog vele generaties duren voordat er ook maar iets van een positieve uitwer king zichtbaar is. Schaarser goed Om te begrijpen wat het dni is. moet eerst duidelijk zijn wat het Nationaal Inkomen (ni) is. Dat is de som van alle goederen en diensten uitgedrukt in marktprijzen. Het ni CH4, methaan natuurlijk moerasgas, rijstplantages, aardgas, mijnwerkzaamheden, verbranding van biomassa en brandstofT* herkauwende dieren N20, stikstofdioxide dierlijke mest en natuurlijke produktie vanuit de bodem NOx, alle stikstof-oxiden microbiologische activiteiten in de bodem en natuurlijke produktie vanuit de bodem, uitlaatgassen en verbranding biomassa CO en C02, koolmonoxide, kooldioxide en kool-oxides verbranding van biomassa en brandstof (uitlaatgassen) CFK's, chloorfluorkoolwaterstoffen .a. in spuitbussen), freon (gebruikt in koelkasten) stamt uit de jaren dertig en houdt geen re kening met het verlies aan natuur, wier ve le natuurlijke energiebronnen (olie, aard gas), voor zover bekend, onontbeerlijk zijn voor het voortbestaan van de moderne sa menleving zoals wij die kennen. De schade aan het milieu als gevolg van consumptie en produktie wordt door Hue ting gezien als een economisch gegeven dat hij in marktprijzen probeert uit te druk ken omdat het milieu een steeds schaarser goed wordt. Hoeveel heeft de consument, ofwel de samenleving, dus over voor het behoud van het milieu en zijn bronnen? bat 'bedrag' wordt vervolgens afgetrokken van het ni en zo ontstaat het duurzaam na tionaal inkomen. Het ni wordt dus naar beneden bijge steld door aftrek van het 'bedrag', ofwel de benodigde milieumaatregelen, dat de con sument over heeft voor een duurzaam ge bruik van milieufuncties. Hueting: „De groei van het nationaal inkomen komt voornamelijk voor rekening van milieube lastende activiteitenjzoals de industrie, het autogebruik en de landbouw, red.) die glo baal slechts 30 procent van de totale activi teiten van een land vertegenwoordigen. En als je dat zet tegenover de stelling dat we de produktie en consumptie (het ni) moe ten verhogen om het milieu te betalen, dan ga je je wel even achter je oor krabben. Die stelling komt dan namelijk in een heel merkwaardig licht te staan." Schoon grondwater Om het dni te kunnen berekenen heeft Hueting jarenlang gezocht naar het ant woord op de vraag wat het milieu de sa menleving waard is. De kostprijs van een fiets kan je aflezen van het prijskaartje in de winkel, maar hoeveel heeft de consument over voor bijvoorbeeld schoon grondwater? Zoiets staat ner gens aangegeven en zo stokte Huetings onderzoek. De milieudiscussie van de laatste jaren bood de econoom echter uitkomst. Sinds het verschijnen van het VN-rapport 'Our Common Future' van de Brundtland-Commissie in 1987, wordt namelijk wereldwijd gesproken van een 'duurzame ontwikkeling' van de economie, waarin het milieu en zijn bronnen behouden blijven voor vol gende generaties. De term 'duurzame ontwikkeling' was voor Hueting de sleutel tot de oplos sing van zijn dilemma. Het vaststellen van de 'vraagprijs' van het milieu bleef en blijft onmogelijk, maar Hueting kon er ineens wel van uitgaan dat de con sument een duurzaam gebruik van het milieu voorstaat. Van een duurzaam gebruik is op dit moment geen sprake, bronnen raken uitgeput door overbe lasting. De zogenoemde 'duurzaam- heidsprijs' ofwel de norm voor een duurzaam gebruik van het milieu is dus de som van de kosten van de maatregelen die nodig zijn om die duurzaamheid te bereiken. De econoom onderscheidt vier maatrege len: Technische maatregelen voor een schoner produktie en consumptie, bij voorbeeld het gebruiken van katalysa toren en roetfilters. De ontwikkeling van alternatieve energiebronnen, zoals zonne- en wind energie. De verschuiving van milieubelasten de naar milieuvriendelijke activiteiten, zoals het gebruiken van de fiets in plaats van de auto. Een daling van de vervuilende activi teiten door een vermindering van de bevolkingsgroei. De laatste, zeer ingrijpende, maatregel is volgens Hueting alleen nodig wan neer blijkt dat al het andere niet vol doende vruchten afwerpt. Omdat een mogelijke geboortebeperking beelden oproept van Aldous Huxley's science fiction verhaal 'Brave New World' stelt de econoom nadrukkelijk dat zijn rap port geen politieke discussie is, maar slechts een wetenschappelijk opderzoek. Wel zijn volgens hem technische maatre gelen alleen, niet toereikend. Het mag dui delijk zijn: een energieheffing die"tot verde re efficiency leidt, zou dus inderdaad slechts een druppel op de gloeiende plaat zijn. Gevaarlijke stelling De maatregelen die Hueting voorstelt lei den allemaal tot een verlaging van het na tionaal inkomen. Volgens zijn becijferingen leidt een verschuiving van milieubelasten de naar milieuvriendelijke activiteiten met 1 procent tot een vermindering van het ni met tenminste 1.5 procent. Met dat ver houdingsgetal kunnen de 'kosten' worden geraamd van het overgaan op milieuvrien delijke maatregelen. Deze zijn overigens bijna altijd goedkoper. Een fiets is tenslotte goedkoper dan een Hueting: .Alles wat je doet om het milieu te sparen, leidt tot een lagere produktiegroei, terwijl die groei voor namelijk wordt gege nereerd door milieu belastende activitei ten. De stelling dat we moeten groeien om het milieu te betalen is dan ook de allergevaarlijkste stelling die ooit voor het milieu is uitgevonden. Het gaat erom je gedrag te veranderen, maar iedereen windt zich liever op over een cij- 1 fertje (ni, red.) in een boekje. De meesten hebben dat cijfer nog nooit gezien, weten niet hoe het wordt berekend, maar winden zich er wel over op. Ik vind dat vreemd. Het gaat toch om het reële leven, niet om een cijfer in een boekje. Als je het milieu wilt sparen, dan wordt de groei van dat cijfer geremd. Dat is iets wat zeker is." Zaak op z'n kop Wat het dni zou kunnen zijn van een be paald land, bijvoorbeeld Nederland, staat niet klip en klaar in Huetings onderzoek aangegeven. Dat kan ook nog niet. De we tenschapper geeft slechts aan hoe het dni moet worden berekend en aan welke maat regelen moet worden gedacht. Het nemen van maatregelen moet vol gens Hueting overigens op mondiaal ni veau gebeuren, omdat vervuiling niet op houdt aan de grenzen van een willekeurig land. Om de duurzaamheidsprijs van het milieu te berekenen, moeten landen in nauwe samenwerking, en dat vergt vele ja ren, niet alleen nagaan welke vormen van produktie en consumptie in eigen land schadelijk zijn voor het milieu, maar ook vaststellen wat hun aandeel is in de mondiale vervuiling. Als Nederland bij voorbeeld jarenlang tapioca voor de var kensindustrie importeert uit een Derde Wereldland is Nederland deels schuldig aan de bodemerosie in dat land. De duur zaamheidsprijs van die grond moet dan ook worden meegenomen in de bereke ning van het Nederlandse dni. Aan de vooravond van een persconferen tie in Londen, waar hij zijn rapport zal toe lichten, zegt de econoom te hopen dat het onderzoek naar de verschillende dni's snel op gang komt. „Mijn onderzoek heeft een heel mondiaal uitgangspunt en het is dus verschrikkelijk belangrijk dat ook andere landen dan bijvoorbeeld alleen Nederland ermee aan de slag gaan. Ik hoop in ieder geval dat mijn informatie de mensen wat dichter bij de werkelijkheid brengt en dat daardoor de kans om het milieu te redden iets wordt vergroot. De informatie die op dit moment algemeen voorhanden is dat we moeten groeien om het milieu te red den. Die informatie is averechts en zet de zaak op z'n kop. Zolang dat zo blijft komen weer zeker niet." Dit is Itet derde en laatste deel van een serie over de energieheffing. De delen I en II zijn op dinsdag 25 en woensdag 26 februari in deze krant gepubliceerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 2