Feiten
'Ze hebben me nodig. Dus ga ik'
Italianen maken zich
op voor stembusstrijd
'We móeten voorop lopen, want we zijn de grootste viespeuk'
Dinsdag 25 februan 1992 redactir 023-150225 janine bos ma altan erdogan ronald frisart (chef) onno ka vermans Patrick van den hurk hans jacobs jolanda oukes jan preenen sjaak smakman
Vertalingen: MARGREET HESUNGA LUUTJE NIEMANTSVERDRIET Vormgeving: DRIES DE BOERS
TOM JANSSEN
EN MENINGEN
Ambassadeur Tsjikvaidze wordt minister in Georgië
Vorige week vertrok hij als ambassadeur van de Russi
sche Federatie in Nederland naar Moskou. Het afgelopen
weekeinde keerde hij terug als toekomstig vice-premier
en minister van buitenlandse zaken van de onafhankelij
ke voormalige Sovjet-republiek Georgië. Het kan snel
gaan, zo weet Alexander Tsjikvaidze (60). „Vijf dageh ge
leden wist ik nog van niks. Maar ze zeiden tegen me dat
Georgië me nodig had. Dat ik als geboren Georgiër en
patriot niet kon weigeren. Dus ga ik", aldus de (ex-)am-
bassadeur.
DEN HAAG WILCO DEKKER
Waarmee meteen de vraag is
beantwoord waarom iemand
een solide baan in een rustige
standplaats inruilt vooreen on
zekere missie in het roerige Ge
orgië. Want problemen heeft de
tussen Kaukasus en Zwarte Zee
ingeklemde ex-Sovjetrepubliek
voldoende. „Ik maak me vooral
zorgen over de economie, de si
tuatie verbetert wat dat betreft
maar weinig", zegt Tsjikvaidze.
„We moeten eerst maar eens
een markteconomie van de
grond krijgen."
Dat het oog van de Georgische
leider Sigua op Tsjikvaidze viel,
is niet verrassend. Het betreft
hier niet alleen een Georgisch
patriot, maar tevepseen Inter
nationaal ervaren beroepsdiplo
maat. Politieke wetenschappen
en de diplomaten-academie in
Moskou, medewerker van het
Sovjet-consulaat in Londen,
consul generaal in San Francis
co. ambassadeur in Kenya;
Tsjikvaidze heeft het een en an
der van de wereld gezien. Bo
vendien heeft hij ook nog wat
verstand van economie, na een
zes maanden durende cursus
aan de beroemde London
School of Economics.
Zodoende weet Tsjikvaidze dat
een florerende economie aller
eerst vraagt om een politiek sta
biele situatie. „Ik heb begrepen
dat het de laatste maand wat
beter gaat in Georgië", aldus de
toekomstige minister. „Het gaat
alleen zo langzaam. Maar goed,
dit soort processen vraagt tijd.
Al die voormalige Sovjet-repu
blieken willen naar mijn over
tuiging veel te snel veel te veel
veranderen. Het duurt ook ne
gen maanden voordat een baby
er is, zeg ik altijd maar." Over
de verdreven president Gamsa-
choerdia, die zijn hoop op te
rugkeer in de Georgische hoofd
stad Tblisi nog altijd niet heeft
opgegeven, is Tsjikvaidze voor
zichtig. „Ik heb hem een maand
of drie geleden ontmoet. Verder
wil ik er weinig over zeggen."
Des temeer over ons land. naar
de stellige overtuiging van Tsjik
vaidze een van de beste plaat
sen ter wereld om te leven. „En
dat zeg ik echt niet om u te vlei
en, want die leeftijd heb ik al
lang gehad", zegt de ambassa
deur. ,,Uw land is. om een Rus
sisch woord te gebruiken, 'ba-
Alexander Tsjikvaidze: „Nederlanders en Georgiërs lijken op elkaar, ze
hebben hetzelfde gevoel voor humor." foto cpd roland de bruin
banirka'. Alsof je een doos cho
colaatjes opent, alles klopt en is
netjes. Ik hou van dit land. Ik
heb de Nederlanders leren ken
nen als hard werkend en zeer
betrouwbaar. Het is een klein
volk, net als de Georgiërs. want
wij zijn maar met vijf miljoen
mensen. En kleine volken weten
hoe ze moeten vechten voor
hun positie. Nederlanders en
Georgiërs lijken op elkaar, ze
hebben zelfs hetzelfde gevoel
voor humor."
Dat kan Tsjikvaidze wellicht
helpen bij de moeilijke taak die
hem in Tblisi te wachten staat.
Want de Georgische leider Si
gua verwacht niet minder dan
dat Tsjikvaidze Georgië defini
tief een plek op de wereldkaart
bezorgt. „Tsja, men verwacht
nogal wat", peinst Tsjikvaidze.
„Maar goed, het belangrijkste is
volgens mij Georgië uit zijn iso
lement te halen. Daarvoor heb
ik een sterk ministerie nodig,
dat ga ik als eerste opbouwen.
En daarna contacten leggen."
Overigens heeft Tsjikvaidze zijn
eerste succesje al binnen. Sa
men met Sigua sprak hij vorige
week met James Baker, de Ame
rikaanse minister van buiten
landse zaken. Baker zegde toe te
heroverwegen of Georgië - dat
als niet GOS-land buiten de
boot viel - alsnog voedselhulp
kan krijgen.
Over de toekomst van Georgië
is Tsjikvaidze optimistisch. „Ge
orgië is een prachtig land. Je
kunt er baden in de Zwarte Zee
en skieën in de bergen. Het is
net Zwitserland, maar dan
mooier en met een subtropisch
klimaat. Ik zie dan ook een be
langrijke rol voor het toerisme,
naast de voor ons zeer belang
rijke landbouw. En we moeten
op zoek naar buitenlandse in
vesteerders, maar die willen
eerst ook een stabiele situatie.
De ondernemers van tegen
woordig zijn net diplomaten; ze
weten alles van de politieke si
tuatie in een land en zijn heel
voorzichtig."
Tsjikvaidze denkt eind volgende
maand te kunnen beginnen in
Tblisi. Tot die tijd heeft hij het
geweldig druk met alle ceremo
niële klussen die een ambassa
deur bij zijn vertrek moet af
handelen. „Ik moet nog naar
uw koningin en naar de minis
ter van buitenlandse zaken. Wie
mijn opvolger wordt? Dat weet
ik nog niet. Maar ik heb ze in
Moskou wel verteld dat dit land
de beste verdient die er is."
Ch if i/ÊRKMAR u MIÉRSIJ ONSCWütPlC-
'jxfiu Pf UKWM AMSLAG...
ROME EELCO V P UNPEN
CORRESPONDENT
„Tekent allen, tekent allen. Partito Europa 2000,
uw keus voor de toekomst! Wij zijn voor legalise
ring van bordelen; voor heropening van alle psy
chiatrische inrichtingen en voor afschaffing van
de wet die het gebruik van de veiligheidsgordel
verplicht stelt!" De argeloze Japanse toerist op het
Romeinse Piazza di Spagna weet het nu ook: de
Italianen mogen over een maand stemmen.
Europa 2000 is een van de naar schatting 100
partijen, die op 5 april zullen dingen naar de
gunst van de kiezer. Dankzij de lage kiesdrempel
en een systeem van evenredige vertegenwoordi
ging krijgt iedereen de kans zijn of haar politieke
aspiraties te volgen. Een bonte groep van partij
en, partijtjes, bewegingen en liga's stormt af op
de verkiezingen.
Europa 2000 heeft de woorden van president
Cossiga, die de verkiezingen magisch noemde,
letterlijk opgevat. Haar kader bestaat uit magiërs
en kaartlezers van nationale faam. „Italië moet
worden verlost van de corrupte politici en kan
wel wat spiritualiteit gebruiken", zegt waarzegster
Betty vanachter haar tafeltje met kaars. „Maar
wees gerust, we zullen de kiezers niet op occulte
wijze beïnvloeden. We zijn serieus; allemaal inge
schreven bij de nationale orde van occultisten."
De magiërs zijn vertegenwoordigd, maar ook
de Italiaanse automobilisten (5 partijen), jagers
(3),. huis vrouwen (4), gepensioneerden en verlief
den. De 'Partij van de Liefde', onder rondborstige
leiding van pornoster Moana Pozzi, trekt de
meeste belangstelling. Moana's programma 'sex,
liefde en gymnastiek' slaat aan, ook bij de Itali
aanse ouden van dagen, die al tot een lijstverbin-
ding hebben besloten.
Ad van den Biggelaar.
foto dijkstra
I-ang voor de verschijnings
datum lag de helft van de
gegevens al op straat en
had iedereen z'n mening
erover klaar; het rapport
van de (kommissie-Wolfson
over invoering van een
energieheffing. Terwijl de
argumenten voor en tegen
de maatregel over tafel blij
ven gaan, zal het kabinet
aan de hand van het rap
port, dat morgen verschijnt,
moeten besluiten of de
maatregel wel of niet in
1994 wordt ingevoerd. De
bedoeling van de heffing is
eenvoudig: door een forse
verhoging van de energie
prijzen wordt het energie
gebruik teruggedrongen en
tiaalt de uitstoot van C02
(kooldioxyde), de belang
rijkste veroorzaker van het
broeikaseffect. Het bedrijfs
leven hamert ai maanden
op de negatieve gevolgen
van de heffing voor de
werkgelegenheid en de con
currentiepositie en dreigt
zelfs met vertrek uit Neder
land. Voor de milieubewe
ging is de heffing slechts
een eerste, noodzakelijke
stap op weg naar een maat
schappij die milieubehoud
boven produktiegroei stelt.
En ais dat leidt tot vertrek
van bedrijven, het zij zo.
„We zullen ee blij gaan uit
zwaaien", zegt directeur Ad
van den Biggelaar van de
Stichting Natuur en Milieu.
Hij zet vandaag in het eer
ste deel van een driedelige
serie over de energieheffing
zijn standpunten uiteen.
Milieu-voorman Ad van den Biggelaar op oorlogspad tegen industrie
UTRECHT JANINE BOSMA
De gedrevenheid straalt van hem af, zoals
hij daar zit aan de ronde vergadertafel in
zijn riante directeurskamer. Ad van den
Biggelaar," oud-vakbondsman ert directeur
van de invloedrijkste milieu-organisatie
van Nederland, de Stichting Natuur en
Milieu. Het gaat hem zichtbaar aan het
hart. de aftakeling van de natuur. Vaak ver
raadt zijn stem opwinding en boosheid.
Toch heeft Van den Biggelaar tot nu toe
voornamelijk gezwegen in de discussie
rond de invoering van de energieheffing,
die zo langzamerhand is verworden tot een
ordinair gekrakeel tussen voor- en tegen
standers. waarin de werkgevers zich vol
gens hem bepaald niet onbetuigd laten.
„Begin december vorig jaar kreeg ik de
zogenoemde bouwsteenstudies waarop het
rapport van de Commissie-Wolfson is ge
baseerd. Omdat ik veronderstelde dat ze
mij vertrouwelijk waren toegestuurd, heb
ik de publiciteit bewust niet gezocht. Wie
schetste mijn verbazing dan ook toen met
name de rechtse pers met geweldige kop
pen kwam van: 'De milieuheffing is slecht
voor het milieubeleid' en interviews met
het VNO (Verbond van Nederlandse On
dernemingen, red.) waarin echt het ene
onzin-argument na het andere over tafel
ging om de heffing maar niet in te voeren.
Ik heb mij daar óntzettend boos over ge
maakt."
Grootste viespeuk
Zijn ogen schieten vuur. „De industrie
blijft maar roepen dat we met milieuvrien
delijke maatregelen niet zo voorop moeten
lopen. Ja, dank je de donder! We zijn ge
woon de grootste viespeuk, dus móeten we
voorop lopen. Er is geen land ter wereld
waar de milieudruk zo groot is. Omdat we
met zoveel mensen op een klein oppervlak
zitten, hebben we meer asfalt per vierkante
kilometer, meer autokilometers dan waar
ook ter wereld, het hoogste gebruik van be
strijdingsmiddelen per hectare en het
hoogste energiegebruik. D'r is trouwens
ook geen land ter wereld met zoveel bees
ten per hectare."
Even is het stil. Hij pakt een keurig zwart
tabaksetuitje en draait een shagje. Na een
vuurtje wordt de aanval op het bedrijfsle
ven vol overtuiging hervat.
„De industrie belijdt een milieuvriende
lijke aanpak met de mond. maar in de
praktijk blijkt dat ondernemend Nederland
vrij slordig omspringt met het energiege
bruik. Terwijl de werkgevers in 1989 nota
bene hun handtekening hebben gezet on
der het advies van de Sociaal-Economische
Raad (Ser, red.) waarin unaniem wordt ver
klaard dat de doelstellingen van het milieu
beleid van een hogere orde zijn dan die van
het sociaal-economisch beleid. Maar zodra
je praat over heffingen die tot doel hebben
het energiegebruik terug te dringen, geeft
men niet thuis. We jagen elkaar op, want
(piepstemmetje) 'we moeten kunnen blij
ven concurreren met lapan en de Verenig
de Staten'. Daar moet dus een trendbreuk
in komen!"
„De heffing zou een eerste stap in de
goede richting zijn. maar er moet natuur
lijk méér gebeuren. Onze groei moet ter
discussie. Een tijd lang werd gedacht dat 1
procent produktiegroei gelijk stond aan 1
procent meer energiegebruik, maar dat is
niet waar. Je bent méér dan 1 procent extra
energie kwijt. Bovendien, als in West-Euro
pa de economie met 1 procent groeit,
neemt de uitstoot van schadelijke gassen
met 4 5 procent toe, zo blijkt uit Europese
studies."
„Je moet je dus echt gaan afvragen wat je
met die produktiegroei aan moet, die moet
ter discussie. Hoewel de consument er
waarschijnlijk helemaal niets van zal mer
ken als er wat minder wordt geproduceerd
roept iedereen toch altijd: 'Oh, nu gaan we
terug naar de Middeleeuwen' als je met
zo'n krimp-scenario op de proppen komt.
Maar als je kijkt hoe de materiële welvaart
in termen van koopkracht is toegenomen
ten opzichte van de jaren vijftig, dat is gi
gantisch! Zijn we door die groei nou vier
keer zo happy'? Daar zet ik vraagtekens bij."
„Wanneer ik met het bedrijfsleven praat,
en dat doe ik. wordt nooit beweerd dat ik
mijn verhaal niet rationeel heb onder
bouwd. Alleen wordt altijd Nèl hel -irgu-
ment van concurrentie op tafel gelegd. Zij
beweren dat ze die groeispiraal niet kun
nen doorbreken, maar wat er eigenlijk ach-
tersteekt is dat ze haar niet willen doorbre
ken."
Huidkanker
Een dergelijke houding is voor Van den
Biggelaar onbegrijpelijk. Zijn gezicht
spreekt boekdelen. „Deze mensen moeten
toch óók slapeloze nachten krijgen als ze
zich rekenschap geven van wat er gebeurt.
Als ie nou toch leunt lezen in de krant dat er
de komende decennia in de VS meer dan
een half miljoen extra doden zullen vallen
als gevolg van huidkanker? In Nieuw-Zee-
land mag je op een mooie zomerdag niet
langer dan zes tot twaalf minuten onbe
schermd in de zon zijn omdat je anders
kanker krijgt. De standaard-zonnecrème
daar heeft een beschermingsfactor 21. Dan
moeten we toch zo langzamerhand onge
rust gaan worden?"
„Het staat zwart op wit in hét rapport
Zorgen voor Morgen (van het ministerie
van milieu, red.) dat na het jaar 2000 veer
tig procent van ons grondwater niet meer
bruikbaar is voor drinkwater omdat we het
zo hebben verziekt met nitraten en bestrij
dingsmiddelen. Zelfs al houden we nu op
met die troep, dan nog mogen we dat wa
ter zeventig tot tachtig jaar lang niet ge
bruiken, omdat de vervuiling nog onder
weg is. nog door de bodem aan het zakken
is. Waar zijn we nou mee bezig? Daar moet
toch de beuk in?"
Plan van Aanpak
„Kennelijk is niemand in staat aan te ge
ven hoe we uit die traditionele economi
sche spiraal van almaar groeien kunnen
komen. Dat zie je in de hele discussie rond
Schiphol. In het Flan van Aanpak laten
overheid en bedrijfsleven op slag alle goede
voornemens ten aanzien van het milieu va
ren. Schiphol moet zich ontwikkelen tot
een mainport met drie keer zoveel luchtrei
zigers in 2015. Dat wordt een geweldige
milieubelasting. Al die negatieve ontwikke
lingen worden in cijfers uitgedrukt en des
ondanks wordt er gezegd: Schiphol moet
mainport worden. En we krijgen met Rot
terdam dezelfde discussie, want Rotterdam
moet wèl de grootste haven van Europa
blijven, met alle gevolgen vandien voor het
milieu. Daar heb je 't dus weer: die econo
mische groeispiraal die maar niet in te
drukken valt."
Stapje voor stapje
„De regulerende energieheffing is een
voorzichtige poging een zodanig sturings
mechanisme in de markt aan te brengen
dat onze economische structuur gaat ver
anderen. Kijk maar naar de regeringsver
klaring. Daarin stelt Lubbers expliciet dat
onze produktie en consumptie ingrijpend
moeten veranderen. Regulerende heffingen
beogen dat veranderingsproces op gang te
brengen."
De waterval van woorden maakt weer
even plaats voor het draaien van een shagje
en een denkpauze over de vraag hoe hoog
zo'n heffing dan wel zou moeten zijn. „Het
in rekening brengen van de milieukosten
moet in elk geval stapje voor stapje, anders
zou je in een klap héle grote prijsverhogin
gen moeten berekenen, gelet op de gewel
dige druk waaronder het milieu staat. Be
gin met een heffing van enkele dollars per
vat olie. als maar duidelijk wordt dat milieu
een kostbaar goed is.
Nu is het nog zo dat
73 procent van de
overheidsinkomsten
wordt geïnd via de
loon- en inkomsten
belasting en via pre
mies. Het milieu is
bijna voor niks be-
schikbaar en arbeid
hebben we duur ge
maakt. Geef het milieu z'n prijs en haal
daar meer overheidsinkomsten vandaan.
Dan kun je de kosten van de factor arbeid
verminderen, zoals het kabinet ook wil. Ja,
en als dat leidt tot vertrek van een aantal
bedrijven omdat schoon produceren voor
hen te duur wordt en zij niet willen om
schakelen, dan zeg ik samen met de com
missie economische deskundigen van de
Sen we gaan ze blij uitzwaaien. Ja! Voor
een goede duurzame ontwikkeling hebben
we ze helemaal niet nodig."
De milieu-voorman is allerminst be
vreesd voor banenverlies en massale werk
loosheid. als de multinationals inderdaad
hun dreigement waarmaken en met hun
investeringen naar het buitenland vertrek
ken. „Ik ben ervan overtuigd dat een eco
nomie gericht op energiebesparing veel
meer banen oplevert dan de 'wegwerp
maatschappij'. Nu gooien we alles weg,
maar in een .economie gebaseerd op kring-
loopdenken, creëer je banen omdat je
mensen nodig hebt om verpakkingen en
produkten waarvan de levensduur is ver
streken, terug te brengen naar de fabrie
ken. Vervolgens heb je weer mensen nodig
om de spullen te sorteren, om te smelten
en ga zo maar door. Het is andersoortig ar
beid, dat wel, maar daarom niet minder
hoogwaardig dan de banen van nu."
„Ik moet gelukkig vaststellen dat de be
reidheid tot discussie over het milieu in
Europa groter is dan in Amerika. Als ik dit
interview zou hebben in de Verenigde Sta
ten, dan zou ik morgen als risee in de me
dia staan. De Amerikanen willen absoluut
niet hun materiële groei ter discussie stel
len. Dus zeggen wij: dan zal Europa het op
eigen kracht moeten gaan aanpakken."
„Het doorbreken van dat denken in ter
men van economische groei, kan ook al
leen in Europees verband. Individuele
overheden spelen natuurlijk een belangrij
ke rol. maar zijn qua polsstoklengte toch
afhankelijk van wat de samenleving accep
teert. In die hele Europese discussie kan
Nederland wèl een voortrekkersrol vervul
len. móet dat ook als grootste viespeuk."
Weer een stilte, ditmaal die van de on
macht. Het tabaksetuitje wordt weer aan
gesproken. Hij verzucht. „Wat ik vrees, en
daarom begrijp ik de terughoudendheid
van de industrie niet, is dat we de verloede
ring van het milieu steeds duidelijker gaan
waarnemen, zodat een overheid er op een
gegeven ogenblik niet aan ontkomt in te
grijpen, en dan bedoel ik radicaal ingrij
pen. En wat ik dus ontzettend stom vind, is
dat de industrie kennelijk nu nog niet be
reid is om daarop te anticiperen. Als we
straks vijf keer zoveel voor ons drinkwater
moeten betalen, dan gaat de samenleving
de gevolgen wel voelen."