Wetenschap
Antwoord gezocht op
revolutie Oost-Europa
Russen draaien voorlopig nog rondjes in de Mir
Russische wetenschapper in financiële problemen
Onderzoekers mogen
niet te lang weg
Dinsdag 11 februari 1992
071-161400 Redactie: BRAM VAN LEEUWEN EN HANS SONDERS Eindredactie: HANS SONDERS Vormgeving: RUTCER J HOOGERDUK
8
DE OMWENTELING in de voormali
ge Sovjetunie stelt ook de weten
schap en haar beoefenaars voor grote
problemen. En niet alleen in het voor
malige en nu verbrokkelde wereldrijk
alleen. Ook haar tegenvoeters in het
Westen moeten vaststellen dat de
'oude wereld' niet meer bestaat en
antwoorden zoeken op nieuwe vra
gen. Bij wijze van uitzondering is de
wetenschapspagina dit keer geheel
alleen aan deze problemen gewijd.
Wetenschappelijke
medewerkers
specialiseerden zich
jarenlang als
Sovjetologen,
polemologen, militaire
deskundigen en
planeconomen. Plotseling
bestaat hun werkterrein
niet meer, of het zal
drastisch veranderen.
Waar vroeger het volgen
van één plaats, het
Kremlin, voldoende was,
moeten de
wetenschappers hun
werkterrein aanzienlijk
uitbreiden. Daarvoor
ontwikkelen de -
inmiddels meer dan
twintig - geheel
onafhankelijke staten van
Midden- en Oost-Europa
en Azië zich te divers.
LEEUWARDEN HENK HELLEMA
De omverwerping van de communistische
regimes in Oost-Europa heeft het leven var
daar werkende onderzoekers er niet
gemakkelijker op gemaakt. In ingezonden
brieven in het Engelse vakblad Nature van
januari wijzen een Tsjechoslowaakse en vijf
Russische onderzoekers op hun belabberde
financiële situatie.
Volgens de plantkundige dr. Sestk van de
Academie van Wetenschappen in Praag is e<
30
kwart van de staf van het instituut ontslagen.
Maandelijks verdient hij, als een van de best
betaalde onderzoekers van de Akademie, zo n
f 350. Het abonnement op enkele Amerikaanse
vakbladen kost hem ruim een maandsalaris,
voor een symposium van een week in Engeland
moet hij drie maanden werken en voor een
personal computer een half jaar.
Ook de Russen, alle vijf sterrenkundigen,
wijzen op de bijna onhoudbare situatie van
(sterrenkundige) onderzoekers in de
voormalige Sovjetunie. Volgens hoofdredacteur
John Maddox van Nature zou
Moskou-New York tienmaal het jaarsalaris v
een directeur van een wetenschappelijk
instituut bedragen.
Alle briefschrijvers wijzen erop dat het
Westen zich goed moet realiseren dat vrijheid
nog geen geld brengt en dat financiële steun,
dan wel nauwe samenwerking, onontbeerlijk is.
Zonder deze steun vrezen de Oosteuropeanen
in een internationaal volstrekt geïsoleerde
positie te geraken.
raar, Hyl-
ke Tromp:
„het is
toch
dat de
Sovjetunie
Ruim 40 jaar lang was de
wereld in orde. Europa stak
overzichtelijk in elkaar.
Wij, aan deze kant van de
Europese grens, en die an
deren achter het IJzeren
Gordijn. De macht op de
planeet was eerlijk ver
deeld tussen Witte Huis en
Kremlin. Wat er ook op de
wereld gebeurde was vrij
wel altijd een afgeleide van
deze 'bi-polaire' tegenstel-
ling.
LOUIS BURGERS
Dat beeld is in enkele weken
tijd drastisch veranderd, of -
zoals de Groningse hoogleraar
polemologie Hylke Tromp het
na de kerstvakantie tegen zijn
studenten zei: ,,Het is toch
idioot. Wie had nu kunnen
voorspellen dat sinds onze
laatste ontmoetirlg de Sovjetu
nie zou worden opgeheven!"
De ontwikkelingen in Europa
sinds de zomer van 1989 gingen
voor velen in oost en west te
snel. Een voorbeeld: de Oost
duitsers, die via Praag en Bud
apest massaal naar het westen
vluchtten, bleken slechts de
voorbode van nog ingrijpender
veranderingen.
Later dat jaar viel de Muur,
symbool van de Koude Oorlog,
en vrijwel gelijktijdig verdwenen
de meeste Oosteuropese com
munistische regimes. De Sov
jetunie hield het daarna nog
een jaar vol, maar ook dit con
glomeraat van republieken, au
tonome gebieden en regio's met
zelfbestuur verdween uiteinde
lijk van de kaart.
Specialisaties ingehaald
Op vrijwillige basis werken de
nieuwe Gemenebest-staten
nauw samen, maar niemand
weet hoe lang dat zal duren.
Duidelijk is alleen dat zij de zo
moeizaam verkregen onafhan
kelijkheid niet opnieuw aan een
centrale overheid zullen over
dragen.
Talloze specialisaties lijken
door de recente ontwikkelingen
ingehaald. Maar dat betekent
niet dat de kennis verloren is.
Tromp verwacht dat er een al
gemene heroriëntatie komt. De
wetenschappers zullen daar
voor op zoek gaan naar verge
lijkbare, herkenbare situaties uit
het verleden. Vooral in sectoren
als de politicologie en de pole
mologie kan dat verwacht wor
den: de historici hebben voorlo
pig nog de handen vol om alles
wat gebeurd is te beschrijven.
Tromp wijst er echter ook op
dat op de meest relevante ter
reinen de bestaande kennis ze
ker niet achterhaald is. Beslui
ten worden nog steeds van bo
venaf opgelegd. De 'beslissings
structuur' veranderde niet door
de politieke omwentelingen.
De meeste beslissers van het
oude regime nemen ook nu nog
de besluiten, en dat doen ze op
de traditionele manier. Ook is
het karakter van de mensen in
Midden- en Oost-Europa door
de veertig of zeventig jaar com
munistische heerschappij op
r ontwikkeld.
„Er zijn daar nu vele honder
den miljoenen autoritaire per
sonen, mensen die getraind zijn
in onderworpenheid". Ze kun
nen niet anders, want dat is al
les wat ze kennen. „De Russi
sche president Jeltsin regeert
per decreet. Ze regeren allemaal
per decreet. Dat kan ook ge
makkelijk, want ze zijn alleen
geïnteresseerd in de vraag wie
onder hen staat en wie boven
hen staan".
Compromis
Het is belangrijk om te weten
hoe de mensen in dit soort cul
turen functioneren. Dat is heel
anders dan bij ons: „In een de-
mocratie is het heel belangrijk
dat mensen bereid zijn naar el
kaar te luisteren, een compro
mis te sluiten. Dit zijn geen
mensen die bereid zijn compro
missen te sluiten".
Tromp wijst erop dat in Oost-
Europa tientallen jaren geen
politieke opvoeding plaatsvond.
Dat heeft dramatische gevolgen:
de Oosteuropese wetenschap
pers - vooral economen en his
torici - kunnen worden afge
schreven. Hun theorieën klop
pen niet meer.
Tromp noemt vooral een ge
brek aan eigen initiatief en crea
tiviteit 'onbekende grootheden'.
n de juiste
Dat heeft
gevolgen voor de gehele samen
leving. Aan de andere kant
wordt het daardoor voor het
westen gemakkelijker, overzich
telijker.
„We hebben onderhandeld
met al die mensen, we hebben
met ze gepraat. Wij kunnen een
vrij goede diagnose stellen van
hun problemen".
Dat neemt niet weg dat 'dè'
wetenschap niet in staat is ge
weest de snelle omwenteling in
Oost-Europa te voorspellen, of
zelfs maar enigszins adequaat
te volgen. Tromp erkent dat,
maar stelt vast dat je in de ge
schiedenis vaker meemaakt dat
iets 'heel snel in elkaar dondert'.
Ook het uiteenvallen van de
Sovjetunie was moeilijk te voor
spellen: er zijn mensen geweest
die zeiden 'het houdt nooit
stand', maar dat geeft nog niet
r het gebeurt.
Plotselinge omslag
„Soms vliegen de ontwikkelin
gen uit de bocht, letterlijk en fi
guurlijk. Oorlogvoering bijvoor
beeld begint ook altijd zo. Het is
een plotselinge omslag, een
keerpunt, in het hele politieke
klimaat en in de politieke be
trekkingen". Soms komt er ge
woon een omslag, net zoals wa
ter plotseling ijs wordt.
Een tweede verklaring is dat
wetenschappers zich instellen
op een bestaande situatie. Al
leen daarmee houden ze zich
dan bezig. Bepaalde uitgangs
punten nemen ze als vaststaand
aan. Ze laten zich vooral leiden
door de problemen van alle dag.
Ten onrechte, zegt Tromp, want
de uitgangspunten moeten
voortdurend getoetst worden
aan de werkelijke ontwikkeling.
De omslag mag dan snel heb
ben plaatsgevonden, dat wil
niet zeggen dat de problemen
nu in een klap voorbij zijn.
Tromp voorspelt dat dit nog ve
le jaren kan duren. In de tus
sentijd zal de aandacht versnip
peren. Er ontstaat een grote be
hoefte aan nieuwe specifieke
deskundigheden. Veertig jaar
lang was daaraan geen behoef
te.
Ook de Oost-Europa deskun
dige dr. A.W.M. Gerrits, onder
meer verbonden aan instituut
Clingendael, gelooft dat slechts
weinig Sovjetologen serieus re
kening hielden met het ineen
storten van het systeem. Wat
dat betreft blijken de deskundi
gen nauwelijks anders te reage
ren dan normale mensen. Na
deel is dat ze gefixeerd zijn op
het Kremlin en op het traditio
nele groepje zelfbenoemde lei
ders.
Gerrits gelooft dat een her
oriëntatie onvermijdelijk is. Met
Tromp vindt hij dat de verande
ringen nieuwe kansen bieden,
maar ook een bedreiging vor
men voor de Rusland- en Oost-
Europa-kunde. Niet langer geldt
de Sovjetunie immers als een
'uniek' land. Het land is als het
ware normaal geworden. Veel
kennis (planeconomie, commu
nistische stelsel, rechtssysteem,
ideologie) wordt overbodig.
Meer en meer wordt het een
studie, waarin de verschillende
ontwikkelingen in het gebied
vergeleken worden. De belang
stelling voor de ex-Sovjetunie in
de VS zal afnemen, verwacht
Gerrits, nu dit geen supermacht
meer is. Daarentegen zal de in
teresse in West-Europa toene
men. De gevolgen van de ont
manteling van het Sovjet-impe
rium worden hier immers aan
den lijve gevoeld.
De planeconoom professor
H.C. Bos (Erasmusuniversiteit
Rotterdam) geeft toe dat 'een
heleboel boeken' in zijn boe
kenkast niet meer zo relevant
zijn, sinds de omwentelingen in
Oost-Europa hun beslag kregen.
Het socialisme dat de basis voor
de economie vormde, wordt te
genwoordig gezien als 'niet
meer wenselijk'.
De wetenschappers moeten
daarop inspelen, zegt de emiri-
tus-hoogleraar in de economie
van de centraal geleide stelsels.
Planeconomen worden gecon-
LEIDEN BEN APELDOORN
Nu de Sovjetunie al enige tijd
niet méér is dan een verzame
ling onderling (bek)vechtende
staten en staatjes rijst de vraag
welke gevolgen dat heeft voor
de Russische ruimtevaart. Vol
gens het op dit gebied door
gaans uitstekend geïnformeerde
Amerikaanse blad 'Aviation
Week Space Technology' zul
len de gevolgen van het gekra
keel de komende paar jaar nog
niet merkbaar zijn, maar is de
verdere toekomst van de Russi
sche ruimtevaart onzeker.
Russische ruimtevaartdeskundi
gen verwachten dat binnenkort
besprekingen zullen beginnen
om te komen tot een soortgelij
ke organisatorische constructie
als die van de European Space
Agency (ESA). Dat is een sa
menwerkingsorganisatie waarin
een aantal Europese landen,
waaronder Nederland, naar
draagkracht participeert.
Of de staten die deel uitmaak
ten van wat ooit Sovjetunie
heette, bereid zullen zijn deel
uit te maken van een dergelijk
samenwerkingsverband, is nog
maar de vraag. Ook is het de
vraag of de Russische Republiek
van president Boris Jeltsin al
leen in staat zal zijn de enorme
bedragen op te hoesten die de
ruimtevaart kost.
Daarbij komt nog dat de grote
lanceerbasis te Baikonoer is ge
legen in de staat Kazachstan en
planeet en het is
al die tijd, behalve een klein half
jaar in 1989, bemand (geweest).
In maart van dit jaar zal een
tweekoppige beman
ning naar het 'MIR' worden ge
lanceerd. Deze moet de huidige
bemanning, bestaande uit
Alexander Volkov en Sergei Kri-
kalev, gaan vervangen. De
laatste zit al sedert mei vorig
het 'MIR', Volkov ging er
i augustus heen. Beiden zullen
bij hun terugkomst een ietwat
anders georganiseerd vaderland
betreden vergeleken met dat
wat ze vorig jaar verlieten.
Eind juli volgt een tweede
lancering, van twee kosmonau
ten in gezelschap van de Frans-_
man Tognini, naar het 'MIR'
i verblijf van een half
an het eind van die ge
wichtloze rit is het jaar 1993 dus
al aangebroken. Tognini maakt
die jaarwisseling overigens niet
mee; volgens plan moet hij al
na twaalf dagen terug.
Verder is het onzekerheid wat
de klok slaat, hoofdzakelijk als
gevolg van budgettaire proble
men en ingewikkelde reorgani
saties van en bezuinigingen en
ontslagen in lucht-, land- en
zeemacht die altijd een belang
rijke rol speelden bij de ruimte
vaartactiviteiten van de USSR
van weleer.
Onzeker is of het machtige
werkpaard, de 'Energia' die in
nuttige last van
baan om de aar
de kan brengen, nog zal vliegen
om het 'MIR' uit te bouwen tot
een echt groot station of om
der te brengen.
Hetzelfde geldt voor de Russi
sche Space Shuttles 'Buran-1 en
-2' waarvan de laatste, nog
steeds half afgebouwd, ergens
in een hangar staat te staan. Al
leen de Buran-1 heeft ooit, on
bemand en geheel computerge
stuurd, heel even een frisse
neus in de bovenlagen van de
dampkring mogen halen.
daa
i de
liever volle win-
kelctalages dan brullende raket
lanceringen. Wat dat laatste bë-
treft verandert er, in ieder geval
in 1992, maar weinig.
Deze maand draait het Russi
sche niimtestation 'MIR' al zes
fronteerd met twee belangrijke
ontwikkelingen. Op korte ter
mijn gaat het erom de overgang
van het oude naar het nieuwe,
kapitalistische stelsel te be
schrijven en onderzoeken.
„Hoe gaat dat gebeuren. Plot
seling? Geleidelijk? Dat is een
geheel nieuw probleem. Daar
mee hebben we ons nooit eer
der bezig gehouden. Niemand
kan daar antwoord op geven".
De tweede vraag is veel funda
menteler, zegt Bos, en hij wijst
erop dat die ook relevant is voor
het westen en bijvoorbeeld de
ontwikkelingslanden. „Dat is de
vraag wat de gewenste econo
mische orde is, dat wil zeggen
welke verdeling tussen overheid
en markt er moet komen. Daar
is nog weinig aan gedaan".
Doorslaan
Het gaat daarbij om heel ingrij
pende veranderingen, waarbij
vooral de rol van de staat ter
discussie staat. In het 'oude'
systeem hadden de bedrijven
geen of weinig vrijheid zelf be
slissingen te nemen. Daarop
volgt nu een reactie. Bos is bang
dat de nieuwe, onafhankelijke
staten doorslaan. „Zij weten zelf
niet waar het heen moet. De
kans bestaat dat ze helemaal te
ruggaan naar het 19e eeuwse li
berale kapitalisme, waarbij de
staat slechts een politiefunctie
had".
De wetenschappers die ant
woord willen geven op die twee
vragen moeten in ieder geval
beschikken over meer kennis
van ons eigen systeem. Net
zoals de kennis van de ontwik
kelingen in Oost-Europa rele
vant is voor het westen en de
ontwikkelingslanden. Want ook
hier wordt de rol van de over
heid teruggedrongen. Bos ver
wijst daarbij naar de privatise
ringen en de de-regulering, die
in tal van westerse landen door
gevoerd worden.
Voor het (Amsterdamse)
Glasnost en Perestrojka Insti
tuut is met het uiteenvallen van
de Sovjetunie het probleem niet
opgelost. Het werk houdt niet
verhevigde
volgen en waar nodig bij te stu-
Directeur Henk Wolzak ver
telt in zijn kantoor in de Am
sterdamse Pijp dat de belang
stelling voor Oost-Europa de
laatste jaren toeneemt. Steeds
meer bedrijven komen om in
formatie, steeds meer media
beschikken over eigen corres
pondenten in Moskou en ook
groeit de oplage van het infor
matiebulletin 'Rusland Moni
tor'. Ook na de augustus-coup
nam de belangstelling niet af.
Congressen worden steeds be
ter bezocht. Hij verwacht niet
dat dit zal verminderen.
Wolzak: „Belangrijk is de
overgang van dictatuur naar de
mocratie. Daarbij kunnen wij
helpen. Het was een land met
een leugen, nu moeten de Uk
raine en Rusland de overstap
naar de democratie voltooien.
Daarom moeten wij ook met di
verse groeperingen in contact
blijven". Het instituut werkt op
dat punt samen met de Duitse
researchinstelling 'Das Land
und die Welt' lh München.
De overstap naar de demo
cratie wordt overigens extra be
moeilijkt door de grote econo
mische problemen waarmee
Rusland worstelt. „Jeltsin had
de prijzen nog niet moeten vrij
laten. Hij had eerst de juiste
voorwaarden moeten scheppen.
Hij had moeten zorgen voor
volle winkels, dan hadden de
vrije prijzen het gewenste resul
taat gehad".
Hoewel de kans bestaat dat
de oude situatie terugkomt
('Die mensen leefden vele jaren
onder een dictatoriaal regime.
Zij zijn niet plotseling allemaal
democratea geworden') gelooft
Wolzak niet dat Rusland uitein
delijk een onbetekenende natie
wordt.
„Het is geen achterlijk land. Ik
zeg wel eens: het is het meest
ontwikkelde van de ontwikke
lingslanden. Ik verwacht grote
vooruitgang, vooral omdat het
potentieel heel rijk is". Het was
een supermacht, weliswaar bij
gratie van de defensie, maar de
mensen kunnen dus heel wat.
„Met behulp van het
mate door. Juist nu wordt het kan Rusland in 25 jaar
zaak de ontwikkelingen goed te enorme sprong vooruit maken".
Tekening van het Russische ruimtestation Mirdat al se
dert februari 1986 in een baan om de aarde draait en vrij
wel onafgebroken bemand is.
LEEUWARDEN NICO HVLKEMA
Geldproblemen hebben de voormalige Sovjet
onderzoeksgemeenschap in een moeilijk parket gebracht. Tot
nu toe konden wetenschappers nog rekenen op de sympathie
van collega's elders, maar nieuwe maatregelen om het openbaar
bankroet het hoofd te bieden zouden daar wel eens een
voortijdig eind aan kunnen maken.
Het wetenschapstijdschrift Nature maakt melding van
maatregelen tegen wetenschappers die te lang buiten Rusland
verblijven.
'Zakenreisjes'
Er is altijd al met enige jaloezie gekeken naar onderzoekers die
'zakenreisjes' mochten maken naar het Westen. Vroeger, in de
'oude' Sovjetunie, was het aantal en de duur van die reisjes meer
een zaak van gunsten en bescherming dan van verdienste. De
laatste jaren is dat evenwel ten goede veranderd. En juist nu
dreigen serieus bedoelde en welkome bezoeken aan westerse
laboratoria onmogelijk te worden.
Straffen
Dat zou dan het gevolg zijn van het besluit van sommige
instituten van de Russische Academie van Wetenschappen in
Novosibirsk, om onderzoekers die qieer dan drie maanden op
buitenlandse laboratoria verblijven, voor dat privilege mogelijk
te bestraffen met het verlies van hun baan.
Een doelmatiget weg naar middelmatigheid is, zo schrijft
Nature, nauwelijks denkbaar.
Verloren
De wetenschappers die in deze tijden vol van concurrentie
uitnodigingen krijgen voor buitenlandse reizen zijn de
pienterste, de beste en vaak ook nog erg jong.
t zou in ieders belang zijn en zeker in het Russsische, als deze
onderzoekers bij terugkeer juist in betere posities terecht
komen. Zoals het nu staat zullen deze jonge onderzoekers
wegblijven en verloren gaan voor Rusland, dat hun talent meer
dan nodig heeft.
Maar wellicht is dat nu net de bedoeling van het oude
wetenschappelijke establishment, waar brille nooit in hoog
heeft gestaan.