Leven en wonen Nauwsluitend of stretch, de toekomst is synthetisch ■t Cara Nuttig gidsje eerste hulp bij dieren Denk eens aan een vijver Redactie: 023-150263 HENRJETTE VAN DER HOEVEN Vormgeving: RUUD BLOKHUIZEN LET BU aankoop van kleding op het wasvoorschrift. Als het kledingstuk chemisch gereinigd moet worden, kost u dat al gauw een paar tientjes per jaar extra. ORGANDI IS een batistsoort uit ka toen, dat door een zuurbehandeling doorschijnend en stijf gemaakt is. Daarom wordt organdi ook wel glas batist genoemd. 13 BATIST is genoemd naar de eerste vervaardiger de Fransman Batiste. Het is een in linnenbinding geweven stof van fijne, meest katoenen ga rens. Er is ook een batist uit rayon (kunstzijde) en synthetische vezels. SPREEKUUR TUIN Greet Buchner illustratie Han van der Ven RECENSIE MONICA WESSELING Eerste hulp aan dieren; Grasduinengids, Nico Vermeulen; ISBN 9054284110, prijs 12,50 gulden Het is iedereen wel eens overkomen: je vindt een zieke vogel, egel en je weet abso luut niet wat je rrtoet doen. Moet een jonge ree in het bos achterblijven, wat te doen met een patrijs die vleugellam is en kan een vis worden teruggezet? Eerste hulp bij dierenongelukken is een vak apart. Om onnodig dierenleed te voorko men heeft de Stichting Grasduinen een boekje uitgebracht met tal van tips voor hulp aan dieren. Er wordt exact verteld wat wel en vooral ook wat niet te doen. Het zo goed bedoelde lekker bij de kachel zetten' van gevonden dieren is uit den bo ze. Ook een jonge vogel mee naar huis ne men en het elk uur een paar, met moeite gevangen, vliegjes geven blijkt geen zin te hebben. Op welke manier wel hulp kan worden gegeven en vooral ook wie een ziek dier het best kan helpen (vogelasiels en der gelijke), staat ook in het gidsje vermeld. Bovendien is in het boekwerkje een lijst op genomen van belangrijke 'dierorganisaties' zoals de Vlinderstichting, de Stichting Das en de Dierenambulance. Voor iedere dierenliefhebber die wel eens in de natuur rondstruint, is het boekje heel in teressant. Bijkomend voordeel is dat van de opbrengst bijna de helft naar de stichting Grasduinen gaat. Grasduinen ondersteunt kleinschalige natuurprojecten. Water geeft een heel eigen sfeer aan de tuin. Het hoeft heus geen grote plas te zijn: een klein bassin zorgt al voor veel extra variatie. Willen we behalve moeras- en waterplanten ook vissen hebben en bovendien onderdak bieden aan overwinterende kikkers, dan zal de vijver minimaal 70 cm diep moeten zijn. Zestig centimeter geldt als de uiterste vorst- grens in zeer koude winters en een beetje extra ruimte hebben overwinteraars toch nog nodig. Voor alleen water- en moerasplanten vol staat een bak van 30 tot 40 cm. Elke plas water geeft extra tuinplezier, niet alleen vanwege de grotere verscheidenheid aan planten maar ook omdat water vogels, kik kers en libelles aantrekt. Soms ook reigers maar die maken ons minder gelukkig om dat ze onze vissen vangen. Waar komt de vijver? Liefst niet in diepe schaduw, ook niet in fel le zon als het een kleintje wordt want dan kan het water te warm worden. Half scha duw is prima, maar onder een bladverlie zende struik of boom is weer niet zo han dig. En nu het materiaal: dat bepaalt de vorm. Met vijverfolie (laat u geen iandbouwfolie in de maag splitsen, dat wordt bros in de zon) zijn we vrij wat de vorm aangaat. Een kant- en-klaarvijver van kunststof is ideaal want deze is niet vorstgevoelig en zelfs bestand tegen hondepoten. Een nadeel is de prijs. Een gemetselde vijver is echt uit de tijd. Resten nog de zwarte metselbakken, die weinig kosten maar slechts 40 cm diep zijn en dus niet geschikt om er vissen in te hou den. Tenzij we die 's winters binnenhalen. Gebruiken we vijverfolie dan graven we Welke soort vijver we ook kiezen, we laten deze vollopen maar doen er nog geen plan ten, laat staan visssen, in. Daarmee wach ten we tot na half april. Dan is het water tot rust gekomen. Tegen die tijd zullen we het hebben over waterplanten. Nu gaan we aan het spitten. LEZERSVRAAG HANNY VAN AKEN VAN W1JCHEN IN NOORDW1JKERHOUT voelt zich min of meer een massamoordenaar als ze de com post omzet en dan allerlei kruipende beest jes en regenwormen beschadigt. Ze vraagt dan ook of het nodig is compost om te zet ten. Ja, dat is hard nodig om de simpele reden dat voor het vergaan van plantaardig weef sel binnen korte tijd een hoge temperatuur nodig is. Die ontstaat binnen in de hoop. Door afkoeling blijft de buitenkant altijd la ger van temperatuur en verloopt daar net verteringsproces langzamer. Om nu alles te kunnen gebruiken en ook om eventuele on kruidzaden die op de compost terecht ge komen zijn ondschadelijk te maken, moe ten we wel gaan omzetten. Dan kan ook de buitenste laag gaan broeien en verloopt de omzetting van de totale hoop gelijkmatig. Bovendien kunnen we tij dens het omzetten eventuele ongerechtig heden zoals stukjes plastic en dergelijke verwijderen. Dat we daarbij levende wezens die ons helpen bij de omzetting af en toe beschadigen is jammer maar niet te voor komen. eerst de grond uit, drukken deze heel goed aan en doen op'de bodem nog een laagje fijn zand. Pas dan wordt de folie er in ge plooid met een brede, overstekende rand. immers als we er water in laten lopen, zakt meestal nog een stukje rand weg en we moeten minimaal 20 cm rand overhouden. Die dekken we af met stenen, aarde of blok ken turf zodat de folie niet kan worden be schadigd. Komt er bij u al tuinierend of wandelend in de natuur een vraag op? Greet Buchner zal proberen voor u het antwoord te vinden. De vraag kunt u opsturen naar Damiate Dagbladen, Postbus 507,2003 AP Haarlem t.a.v. de redactie LEVEN EN WONEN. Muriël is 16 en met sport kan ze niet goed meekomen. Na een rondje hardlopen gaat haar adem piepend in en uit en het duurt een tijd voordat ze weer normaal kan ademhalen. Zo'n zelfde aanval krijgt Muriël als ze met de kat van haar oma heeft ge speeld. Ze heeft astma. Theo is 45 en hij hoest elke ochtend voordat hij zijn eerste sigaret van die dag opsteekt. Meestal geeft hij dan ook slijm op. wit of grijs van kleur, soms ook groenig. Theo heeft chronische bronchitis. Meneer Dubois is 62 en hij is net verhuisd naar een gelijkvloerse woning. In zijn vorige huis kon hij de trap niet meer op komen zonder buiten adem te zijn. Hij komt nau welijks nog buiten, zijn maximale loopaf stand is de laatste jaren ineengekrompen tot een paar honderd meter. Meneer Du bois heeft longemfyseem. Astma, chronische bronchitis en longemfy seem: alle drie zijn het aandoeningen van het ademhalingsstelsel. Ze staan bekend onder de verzamelnaam cara, een afkorting van chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen. Men heeft voor deze verza melnaam gekozen omdat de aandoeningen vaak samen voorkomen: een emfyseempa- tiënt heeft vaak ook chronische bronchitis en iemand als Theo kan ook piepen op de borst, hèt kenmerk van astma, hebben. Cara komt veel meer voor dan algemeen gedacht wordt: 20% van de bevolking heeft in meer of mindere mate chronische lucht wegklachten. Dat betekent dat ongeveer 3 miljoen Nederlanders moeite hebben met ademhalen. Ook de kosten die aan deze aandoeningengroep verbonden zijn zijn aanzienlijk. In 1985 bij voorbeeld slokten de cara-consulten 9% van de totale kosten van huisartsenhulp en 7% van de kosten van specialistische hulp op. Als we daar de kos ten van ziekenhuisopnamen en geneesmid delen bij optellen komen we, voor 1985, op een totaal bedrag van 726.000.000 gulden. Omdat het aantal patiënten met cara toe neemt en de geneeskundige hulp op alle fronten duurder wordt, is een schatting van 1 miljard gulden voor 1991 niet overdreven. Cara varieert van mild. zoals bij Muriël tot heel ernstig en invaliderend, wat we bij me neer Dubois zien. De ernstige chronische luchtwegobstructie die we aantreffen bij emfyseem en chroni sche bronchitis, is in Nederland ook een be langrijke doodsoorzaak. Jaarlijks overlijden ongeveer 11.000 mensen direct of indirect aan de gevolgen van cara. De groep cara-patiënten valt grofweg in twee delen uiteen. Enerzijds degenen die uitsluitend of voornamelijk astma hebben, anderzijds de mensen met chronische bronchitis en/of emfyseem. De astma- groep bestaat voornamelijk uit jonge men sen die vaak allergisch zijn. bij voorbeeld voor graspollen of huisstof. maar astma kan ook op oudere leeftijd beginnen. Astma wordt gekenmerkt door aanvallen van kort ademigheid met piepen op de borst. Tussen deze aanvallen door kan de patiëntvolledig klachtenvrij zijn. De oorzaak van astma is niet bekend, hoewel er duidelijke aanwij» zingen zijn dat er een erfelijke component in het spel is. Astmapatiënten zijn bij juiste behandeling meestal volledig klachtenvrij te krijgen. De andere groep bestaat uit mensen die emfyseem en/of chronische bronchitis heb ben. Deze twee chronische aandoeningen worden vaak samen genoemd onder de En gelse afkorting copd (chronic obstructive pulmonary disease). In de overgrote meer derheid der gevallen is copd het gevolg van het roken van sigaretten. Ieder tweede roker krijgt chronische bronchitis en één op de zes rokers zowel chronische bronchitis als emfyseem. In tegenstelling tot astma zijn bij copd de klachten chronisch, zoals bij Theo die vrijwel elke dag hoest en een beetje slijm opgeeft. De geneeskunde heeft bij deze chronische klachten veel minder te bieden dan bij astma. De schade die door de sigarettenrook aan het longweefsel en de luchtwegen is toege bracht. is niet meer te herstellen. Medica menten die de luchtwegen openhouden ge ven wel verlichting van de klachten, maar 'klachtenvrij' zoals bij astma is bij deze pa tiëntengroep meestal niet mogelijk. Het enige wat echt helpt is stoppen met roken voordat er ernstige klachten zijn. Cara: astma, chronische bronchitis en em fyseem. Drie aandoeningen die gekenmerkt worden door kortademigheid, hoesten, op geven van slijm en piepen op de borst. Geen van deze verschijnselen is normaal, ook niet als bejaard bent Als u een <>l meer van deze verschijnselen hebt. doet u er verstandig aan uw huisarts te consulte ren. Gestopt met roken was u natuurlijk al. Over de behandeling van cara een andere keer. Bloemen en stippen spelen een grote rol in de nieuwe jeugdige collectie van Saint laurent. foto ap Yves Saint Laurent 30 jaar in het vak Yves Saint Laurent vierde zijn dertigjarig ju bileum als modeontwerper met een spran kelende, jeugdige collectie waarin typische Saint-Laurent-elementen waren verweven. Nieuw was er eigenlijk weinig. Laurent had het meer gezocht in de verfijning van oude ideeën. Met vlammende rode en witte combinaties voor overdag, blouses bezaaid met bloem- applicaties en feestkleding met bloem- en stippelmotieven was zijn show een groot ju bileumfeest. Zijn rokken vallen boven de knie mSar zijn wat ruimer dan in voorgaande jaren. Zijn tamelijke wijde pantalons vallen boven de enkel en hebben een omslag. De schouders zijn bij Yves Saint Laurent altijd nog een blikvanger. Hij vult ze zelfs soms nog op, terwijl andere ontwerpers duidelijk de voor keur geven aan het zandlopersilhouet. De bruid, zij vormt traditioneel het slotstuk van een modeshow, feliciteert Saint Laurent met zijn jubileum. foto ap Modeontwerpers hebben in de toe komst gekeken. En die toekomst draait allemaal om stoffen en materi alen. De overvloed aan vormen, stij len en kleuren op de podia van inter nationale modeshows verhult de be langrijkste ontwikkeling voor de ja ren negentig: een technologische re volutie die de grenzen van het moge lijke verlegt. ROGER TREDRE THE INDEPENDENT nieuwe materialen waar modeontwer pers zo lyrisch over zijn, zijn kunstvezels met vreemde, door verkoopafdelingen be dachte namen zoals tactel, dorlastan, supplex en meryl. Van deze vezels is alleen lycra echt bekend, gedeeltelijk dank zij een miljarden guldens verslindende promotie campagne van de fabrikant Du Pont. Kunstvezels raakten in de jaren zestig 'uit' toen de consument ontdekte dat die nylon, nat op te hangen overhemden en coltruitjes wel gemakkei ijk waren (minder strijkwerk), maar niet echt comfortabel. In de jaren ze ventig en begin jaren tachtig werden nieuwe high-tech-vezels uitsluitend toegepast in sportkle- ding: skipakken, zwemkleding t berguitrustingen. In de mo dewereld verkondigden ontwer pers liever het evangelie van na tuurlijkheid: honderd procent katoen, zuivere wol en voor wie het kon betalen: kasjmier. Terugkeer De terugkeer van de kunstvezel begon eind jaren tachtig, toen modeontwerpers ideeën overna men uit de sportwereld. De nauwsluitende stretchkleding van modeontwerper Alaia ver overde de markt. Ontwerpers ontdekten dat wollen materialen traan twee procent lycra was toegevoegd, nieuwe eigenschap pen hadden zonder dat het 'wol- gevoel' werd aangetast. In Milaan investeren hippe, jon ge paninari hun spaarcenten in jacks en jassen, gemaakt van nieuwe synthetische materialen die zó fijn zijn, dat ze aanvoelen een perzikschil. Elders in Eu ropa is dit materiaal nog niet echt aangeslagen, voornamelijk door de hoge prijzen. Maar in de komende jaren zal het ook hier een marktaandeel opeisen. De industrie betitelt deze vezels als superfijne filamentgarens, of microvezels. De meest geavan ceerde vezels zijn dunner dan zijde en even zacht. Fabrikanten beseffen dat consumenten dro- n van een stof die even na tuurlijk aanvoelt als zuivere wol of zijde, maar die de eigenschap pen heeft van synthetische ma terialen (kreukvrij en makkelijk te wassen). Anders dan de zweterige synthe tische prototypen uit de jaren zestig zijn de nieuwe materialen ademend: transpiratievocht wordt niet gevangen, maar kan ontsnappen. De nieuwe stoffen zijn stevig en toch licht van ge wicht, robuust en toch zacht. Voor modeontwerpers is een 'Nieuwe materialen zullen mode voorgoed veranderen De legging heeft zich, mede door de ontwikkeling van nieuwe materialen, definitief een plaatsje in het modebeeld ver overd. Toch is het een kledingstuk waar je wat voorzichtig mee moet zijn. Heb je geen perfect figuur doet zulke strak aan sluitende kleding meer kwaad dan goed. Maar voor degenen die het kunnen dragen is deze legging in satijn-lycra met op vallende naadverwerking in combinatie met het jarenvijftigtopje, beide uit de collectie van Marielle Bolier, het neusje van de zalm. nieuwe wereld opengegaan. Britse ontwerpers zoals Helen Storey, Rifat Ozbek en John Galliano verkennen de mo gelijkheden van deze vezels, net als de Eu ropese ontwerpers Jean Paul Gaultier, Hel mut Lang en Marithé Francois Girbaud. Claire Campbell, een Britse ontwerpster van de Girbaud-collectie, is dol enthousiast: „De nieuwe materialen zullen de mode voorgoed veranderen, omdat we nu kleren kunnen ontwerpen die het hele jaar door te dragen zijn. In de winter houden ze je warm, in de zomer koel. Bovendien zijn ze waterdicht en beschermen dus tegen de re gen. In de toekomst zal het idee van ver schillende modecollecties voor de verschil lende seizoenen overbodig worden.'' Uit een rek pakt ze een zwarte broek met een satijnglans. „Dit materiaal werd oor spronkelijk gebruikt door turnsters. Je kunt er in joggen en je kunt hem naar het werk dragen, 's Avonds trek je er een satijnen lijf je bij aan en draag je hem naar een dinner party. Modeme kleren moeten multifunc tioneel zijn. En de moderne kunstvezels maken dit voor het eerst mogelijk. Ik heb deze broek tijdens mijn hele zwangerschap gedragen." Fabrikanten wijzen er op dat de ze lcunstvezels het milieu niet i*», zwaarder belasten dan natuurlij- ke vezels. Peter van Hoecke van ICI Fibres, de maker van tactel? zegt: „Er bestaan geen milieu vriendelijke vezels. Het produk- tieproces voor tactel is aanzien lijk schoner dan van bij voor beeld katoen. Katoen moet met pesticiden worden besproeid en chemisch worden behandeld." Van Hoecke doet zijn best de modemedia en de consumenten in tactel te interesseren. „Vezels trekken niet gauw de aandacht - van de consument. Als mensen kleren kopen, letten ze veel meer op prijs en kwaliteit." Ondoorzichtig Voor de lente van 1992 heeft ICI Fibres een modeblad gemaakt getiteld In Touch, met foto's van speciaal door modeontwerpers gemaakte kleding in een poging te laten zien hoe de kunstvezel kan worden gebruikt. Hierin volgt ICI het voorbeeld van Du Pont, dat met succes televisiere clame gebruikte om de bijzonde re stretchkwaliteiten van lycra te promoten. Vezelfabrikanten verliezen ge makkelijk het overzicht over de verschillende toepassingen van hun produkten. Tactel wordt bij voorbeeld alleen al in Europa verkocht aan ten minste 200 stoffenproducenten, die hun stoffen weer aan meer dan 2.000 kledingfabrikanten verkopen. Voor de consument is het alle maal nog ondoorzichtiger. In de winkel hangen veel synthetische modestoffen die zijdezacht en luxueus aanvoelen, maar die be duidend minder duurzaam zijn dan je zou verwachten. De koppeling van high-tech- kunstvezels en modekleding wijst de weg naar de toekomst, maar zo ver is het nog niet. Vertaling Margreet Hesllng».

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 13