'Jass it up boys, jass it up' \T Gewenste intimiteiten T ZATERDAGS ZATERDAG 8 FEBRUARI 1992 Denkwijzer New York City, mei 1988. Op klaarlichte dag stort een reusachtige, 35 ton wegende construc- tiekraan plotseling in elkaar. De ongelukkige Birgitte Gerney raakt bekneld onder grote stuk ken staal, haar beide benen worden verbrijzeld. i erwijl zware machi- I nes bezig zijn om de W stukken \rerwrongen staal rond en van haar lichaam te verwijderen, houdt brandweer man Paul Ragonese haar hand vast, zes uur lang. De aanraking van een vreemde man geeft haar hoop en vormt een wal tegen de aanstormende golven van paniek en wanhoop. Van alle manieren van menselij ke communicatie is lichamelijke aanraking de minst afstandelijke of meest intieme en daarom, let terlijk en figuurlijk, de meest in dringende, de meest krachtige. Juist vanwege die kracht is het ook het meest zorgvuldig be waakte en gereguleerde commu nicatiekanaal. In een non-contact cultuur als de onze mogen we in woorden vrij wel alles tegen elkaar zeggen, zelfs als we vreemden voor elkaar zijn. Er zijn ook weinig verschil len in de regels die we aanleggen voor mannen en vrouwen bij het gesproken woord. Maar voor li chamelijke aanraking hebben we een heel stelsel van uitgesproken en onuitgesproken regels en nor men. Die regels zijn verschillend voor vreemden versus bekenden, s vrouwen, vol- us kinderen, bazen versus werknemers. Aanraking tussen vreemden, met uitzondering van de handdruk, is vrijwel altijd taboe, tenzij er een heel bijzondere reden voor is, zoals een ongeval, een ramp, of de behandeling van een gezond heids- of schoonheidsprobleem (fysiotherapeut, kapper). Het feit dat veel mensen een bij zondere band voelen met dege nen die hen beroepshalve (mo gen) aanraken, heeft sterk te ma ken met deze manier van con tact. Uit een onderzoek onder mannen die een kapsalon be zochten waar ze door een (jonge) vrouw werden bediend, bleek dat ze zittend op de kappersstoel in nerlijk heen en weer werden ge slingerd tussen een zekere angst voor de intimiteit van de aanra king (zoals schedelmassage) en een duidelijk verlangen daar naar. Gevraagd naar hun fanta sieën tijdens de behandeling ga ven nogal wat mannen aan dat ze in hun hoofd een beeld van de kapster aan het samenstellen wa ren dat bestond uit een mengsel van moederlijke en erotische ele- Opmerkelijk is dat dit soort fan tasieën vaker gerapporteerd wer den door mannen die op het punt van lichamelijke aanraking naar eigen zeggen nogal 'te kort kwamen'. Het zijn vermoedelijk ook deze mannen die voor een vluchtige aanraking van een vreemde vrouw met harde munt bereid zijn te betalen. De psycholoog Thayer van de Universiteit van New York deed in een aantal restaurants een on derzoek naar het effect van de aanraking van mannelijke klan ten door serveersters op de grootte van de fooi. Een serveer ster die bij hel afrekenen even de hand of de schouder van een klant aanraakte, kreeg gemiddeld een veel grotere fooi dan een ser veerster die 'op afstand' bleef. Toen Thayer in een volgend on derzoek naging wat het 'fooi-ef fect' was als degene die serveer de een man was, vond hij geen verschil tussen wel en niet aanra ken. Wat hij wel vond was dat sommige mannelijke cliënten een duidelijk zichtbare span ningsreactie vertoonden als ze door een kelner werden aange raakt. Eén klant maakte zelfs een denigrerende opmerking over de mogelijke seksuele voorkeur van de kelner. Soortgelijke verschillen in reactie zijn ook gevonden in onderzoek naar het effect van aanraking bij het voorschrijven van behande lingen in de gezondheidszorg. De psycholoog Hubble van het Har ding ziekenhuis in Ohio trainde artsen en psychologen om pa tiënten ten minste tweemaal aan te raken (een hand op de arm van de patiënt), terwijl ze de pa tiënt instrueerden over wat deze zelf moest doen om de behande ling succesvol te laten verlopen. Hij vond dat patiënten die tij dens de instructie aangeraakt werden, zich gemiddeld beter aan de voorschriften hielden, zich deze ook beter wisten te ten die niet aangeraakt werden. Maar het verschil was veel groter, in positieve zin, bij vrouwelijke dan bij mannelijke patiënten. Bij sommige mannelijke patiënten nam de spanning als gevolg van de aanraking, ongeacht of de be handelaar een man of een vrouw was, eerder toe dan af. Wat maakt dat sommige men sen aanraken en aangeraakt wor den als plezierig of ontspannend ervaren en anderen zich daar eerder ongemakkelijk of zelfs ge spannen bij voelen? Als het gaat om aanraking door mensen van je eigen kunne, blijkt er een verband te zijn met persoonlijkheidskenmerken. Hoewel mannen in het algemeen meer moeite hebben met aanra king door een man dan vrouwen door een vrouw, geldt voor beide sexen dat hoe autoritairder en ri- gider of inflexibeler iemand is, hoe meer moeite hij of zij met zulke aanrakingen heeft. Mensen die aanraking als posi tiever ervaren, zijn in het alge meen minder huiverig en minder achterdochtig ten a motieven van andere r ook in het leven van alledag zijn ze minder angstig en gespannen. Ze zijn ook, en dat is weer niet zo verrassend, meer tevreden met hun eigen lichaam ('voelen zich meer thuis in hun eigen huid en uiterlijke verschijning. Deze verschillen in persoonlijk heid manifesteren zich het dui delijkst in de intimiteit van lief desrelaties. Partners blijven sa men en gaan uit elkaar om de meest uiteenlopende redenen, waaronder de manier waarop ie der van hen genegenheid en inti miteit uitdrukt en beantwoordt. Voor de een zijn gevoelens en woorden genoeg; voor de ander zijn aanraking en lichamelijke in timiteit nodig. De verschillen in behoefte op dit gebied kunnen soms zo groot zijn dat, als je naar de een of de andere partner af zonderlijk luistert, je soms het gevoel hebt dat het eigenlijk over twee verschillende relaties gaat. Een fraai voorbeeld daarvan le vert de film Annie Hall van Woody Allen. Op een bepaald ogenblik zie je in de ene helft van het beeld Woody Allen die met zijn therapeut telefoneert, terwijl de andere helft van het beeld Diane Keaton laat zien terwijl zij met haar therapeut belt. Als de therapeut vraagt hoe vaak ze sex hebben, antwoordt hij „Bijna nooit, misschien drie keer per week", terwijl zij zegt: „Constant, zeker drie keer per week." Hoewel lichamelijke intimiteit natuurlijk meer is dan scx alleen, blijkt er wel een duidelijk ver band tussen hoe vaak partners elkaar 'gewoon' lichamelijk aan raken - omhelzingen overdag, arm over eikaars schouder, aai over wang - en de tevredenheid met de relatie in het algemeen, inclusief sex. Dat verband is ster- kèr naarmate de relatie langer bestaat. Bij lang bestaande rela ties blijkt de frequentie van licha melijke aanraking een zeer goede graadmeter van de kwaliteit van de relatie. Maar, en dat is misschien wel de meest belangrijke uitkomst van onderzoek op dit terrein tot nu toe, er is een verband tussen de intensiteit van lichamelijke aan raking «n een relatie en de ge zondheid van de partners. Veel aanrakende en aangeraakte part ners hebben minder ziektever zuim en een normalere bloed druk. Of dat nou betekent dat aanrakende partners elkaar meer gezond houden of dat gezonde partners elkaar meer aanraken, weet nog niemand. Het zal ver moedelijk wel weer en-en in plaats van of-of zijn. De moraal: het wordt onderhand tijd vooreen Postbus 51 Cam pagne voor gewenste intimitci- het c RENE DIEKSTRA hoogleraar klinische en gezondheidspsychologie Victor Bronsgeest met op de piano een lp van The Original Dixieland Jazz Band: „Die jongens waren zo ontzettend goed en ze speelden zulke leuke muziek..." FOTO United Photos De Boer ROB HENDRIKS 'Jass it up boys.jass it up', riep een fan in Chi cago tussen twee slokken whiskey door. De term 'jass', later veranderd in jazz, was geboren en werd zelfs beroemd toen Die Original Dixieland Jazz Band op 26 februari 1917 de eerste jazz plaat opnam. Een miljoen werden er van ver kochten trombonist Victor Bronsgeest kan daar mooie verhalen over vertellen. South aan het werk te zien. Eerst in Schiller's, daarna in Del'Abe's en ten slotte in Casino Gardens. Sterke benen die de weelde kunnen dragen. Alcide 'Yellow' Nunez, de klarinetist die later niet geheel onverwacht The Alcoho lic Blues zou componeren, raakte aan de drank; het optreden van drummer Johnny Stein als beheerder over de kas riep al spoe dig ernstige vragen op, en Nick LaRocca werd op zekere nacht door Joe Bova, leider van de South Side Gang, dringend verzocht nog voor het opkomen van de zon Chicago te verlaten, wilde hij niet veranderen in een 'waterlogged cornet player'. Nick had aan het liefje van Joe gezeten, Mooie Jessie De Dames Worstelaar, en daar had de gangster moeite mee. Nou had ook Nick een paar onderwereld vriendjes, dus van dat dreigement had hij verder geen last. Mickey Collins, baas van de North Side Gang, riep zijn hooggewaardeer de collega Bova even op zijn kantoor, spijker de hem aan een oor vast tegen het behang en maakte vervolgens bekend dat hij LaRocca verder maar beter met rust kon laten. Nunez moest evenwel plaats maken voor Larry Shields, en Stein voor Tony Sbarbaro. Anders gezegd: The Original Dixieland Jazz Band in z'n meest befaamde bezetting (LaRocca op comet, Shields op klarinet, Ed die Edwards op trombone, Henry Ragas op piano en Sbarbaro op drums) was geboren. In tranen Het moet in die tijd zijn geweest dat Al 'Son ny Boy' Jolson het orkest de Livery Stable Blues hoorde spelen en - vertelt Hank O. Brunn in zijn geschiedschrijving - spontaan in tranen uitbarstte. Zo mooi, zo apart. „Hey Max", telegrafeerde hij nog diezelfde nacht naar zijn agent Max Hart in New York, „ik 75 Jaar geleden werd de eerste jazzplaat opgenomen m ictor Bronsgeest moet je niet reke- \J nen natuurlijk. De Heemstedenaar heeft nu eenmaal een tic voor alles wat ook maar enigszins naar de Original Dixieland Jazz Band ruikt. Maar aan de ande re kant blijft het een merkwaardige zaak. Toeterden vijf Amerikanen nu precies 75 jaar geleden de eerste jazzplaat vol, besteedt nie mand er aandacht aan. Bronsgeest: „En dan te bedenken dat er nog een miljoen exempla ren van zijn verkocht ook. Dat was op dat moment nog nooit gebeurd." 9 Een smakelijk verteller, Bronsgeest. Dol op anekdotes, vooral als ze gaan over de vijf le den van de Original Dixieland Jazz Band, de mannen dus die 'op of omstreeks 30 januari 1917' de eerste jazzplaat maakten. In New York gebeurde dat, en de technicus in de op namestudio - zo wil de overlevering - is na dien nooit meer de oude geworden. De man had zich voorbereid op het smeltende fon dant van zoiets prachtigs als The Heavenly Hawaiian Twins of The South Seas Trou badours, en dan is het natuurlijk knap lastig als je ineens wordt geconfronteerd met de 'flying tackle' cornet van Dominic James 'Nick' LaRocca. Bronsgeest: „Het moet een waar pandemonium zijn geweest daar. Dat kun je op die plaat trouwens wel horen ook." Rijst de vraag waarom dan juist de Original Dixieland Jazz Band was,gevraagd een plaat opname te maken in een tijd dat de al eerder genoemde Heavenly Hawaiian Twins en de nog veel beroemdere Enrico Caruso de dienst uitmaakten. Een ingewikkelde geschiedenis waaraan de zeer geleerde meneer Hank- O. Brunn van de Louisiana State University zelfs een heel boek heeft gewijd. Want - en dat dient ook te worden vastgesteld - het was niet zomaar een orkestje, die jazzband van Nick LaRocca. Schreef Louis Armstrong later in zijn memoires niet: 'His orchestra had only five pieces, but they were the hottest five pieces that had ever been known before'? En Satchmo was lang de enige niet. Daar hebben we bijvoorbeeld Harry James, de man met wie het goed beschouwd allemaal is begonnen. Harry, eigenaar van een kroeg in Chicago, was op 15 december 1915 naar Or leans gereisd om daar Pete Herman aan te moedigen in een gevecht om de wereldtitel boksen vedergewicht. Dat Pete zijn opponent in een 'thrilling four-round knockout' zonder ook maar een seconde in de problemen te zijn gekomen tegen het canvas timmerde, deed James deugd, maar zeker zo plezierig vond hij het dampende optreden van de band van Nick LaRocca vóór en na de wed strijd. ,Als jullie eens naar Chicago kwamen?' Totaal nieuw Het begin van een nieuw muziektijdperk, dat Victor Bronsgeest nog wel eens wil vergelij ken met de opkomst van The Beatles in de jaren zestig. „Want die kwamen ook met iets totaal nieuws". De muziek die Nick LaRocca en zijn trawanten met zichtbaar genoegen uit hun instrumenten stampten, had niet eens een naam. Totdat een fan in Chicago de band tussen twee slokken whiskey door be gon op te hitsen met de kreet: „Jass it up boys, jass it up". Bronsgeest: „Jass is zo'n ob sceen vier letterwoord waarvan ze er in Ame rika wel meer hebben. Maar Johnny Stein, die toen nog leider was-van het orkest, vond het wel leuk. De volgende dag heetten ze plotseling Stein's Dixie Jass Band." Waarna het feest pas echt begon. Heel Chi cago liep uit om die vijf 'punks' uit The Deep het feit dat er die eerste avond maar twee nummertjes mochten worden gespeeld. „Net toen die jongens wat op toeren waren, kon den ze weer inpakken. En bovendien was het nog maandag ook." Maar ook op de daarop volgende avonden kregen Nick LaRocca de New Yorkers niet in beweging. Wat nu? Einde van een band die in advertenties werd omschreven als 'the latest craze that is sweeping the nation like a musi cal thunderstormLaten we ze nog een kans gevèn, vond Max Hart bij wie de volgepropte danszalen in Chicago nog altijd op het net vlies stonden gebrand. Een kans die - want zo gaat dat nu eenmaal in dergelijke verhalen - de Original Dixieland Jazz Band met beide handen greep. Victor Bronsgeest: „Ze moesten het nieuwe danspaleis van Reisenweber's openen en ze mochten spelen wat ze wilden. LaRocca vond het wel aardig om met de Tiger Rag te begin nen, want dat nummer had hij zelf geschre ven. Goed, hij geeft met z'n voet het ritme aan en vanaf dat moment werd het publiek gek. Tenminste, dat vertelden de mensen die erbij zijn geweest. Ze hebben de tent de vol gende ochtend pas om acht uur kunnen slui ten. En toen stonden die jongens nog steeds te spelen." Contract Een verhaal voor een film bijna, een film die later trouwens ook zou worden gemaakt: 'March of Time'. Maar eerst diende er als de wiedeweerga een grammofoonplaat lp wor den gemaakt. Bij Columbia, dat bij geruchte iets had gehoord over het weergaloze succes van die vijf 'wildemannen' bij Reisenweber's. en dat in de concurrentiestrijd met Victor (dat de Michael Jackson van de eeuwwisse ling, Enrico Caruso, onder contract had) best een top-attractie kon gebruiken. Nog in de uit z'n voegen barstende New Yorkse uit- gaanderij werd het kwintet gecontracteerd. Ze zouden 250 dollar krijgen voor twee opna men: 'Darktown Strutters' Ball' en 'Indiana'. Bronsgeest: „Die nummers hadden ze nog nooit gespeeld. Het is ze even op de piano voorgespeeld en daarna zijn ze in de bus ge stapt. Neuriënd omdat ze bang waren dat ze anders de melodieën zouden vergeten. Alleen Edwards kon muziek lezen, maar dat werd zorgvuldig geheim gehouden. Het was voor het imag<p van de band beter dat er net werd gedaan of ze allemaal op het gehoor speel den. Dat stond lekker ruig. Het is natuurlijk ontzettend stom van Columbia geweest dat ze de band niet gewoon twee eigen stukken hebben laten spelen: de Tiger Rag of de Ost rich Walk bijvoorbeeld. Nu kregen ze iets vol strekts onbekends voorgeschoteld en die op nametechnicus wist ook niet wat-ie ermee aan moest. Ze moesten met z'n allen tegelijk voor die hoom gaan staan. Die plaat Idinkt echt ont-zet-tend." Dat werd anders toen platenmaatschappij Victor drie weken later wraak nam op de concurrent. LaRocca en zijn mannen, die in Reisenweber's ondertussen al een gage van 1000 dollar per week inden, werden door Vic tor uitgenodigd de Livery Stable Blues (ook wel Barnyard Blues genoemd) en de Dixie land Jazz Band One-Step op de plaat te zet ten. Op 26 februari arriveerden ze in de stu dio, waar een technicus de instrumenten zo opstelde (de piano tegen de hoorn aan, de drums op negen meter afstand en de rest daar tussenin) dat er gerelateerd aan de mo gelijkheden een glasheldere opname ont stond. Een opname die op 7 maart in de win kels verscheen en die (Victor Bronsgeest zegt het nog maar eens) hetzelfde explosieve ef fect had als de eerste hits van de Beatles in 1963. Bronsgeest: „Lang niet alle mensen had den toen een draaitafel, en toch werden er een miljoen platen van verkocht. Als je nou weet dat Amerika omstreeks die tijd half zo veel inwoners had als nu en dat een groot heid als Caruso nooit verder was gekomen dan honderdduizend exemplaren, dan kun je je ongeveer voorstellen wat er allemaal ge béurde. Er zijn historici die beweren dat met de plaat van The Original Dixieland Jazz Band de definitieve doorbraak van de gram mofoonplatenindustrie werd bewerkstelligd. En dat wil ik eigenlijk best geloven." Teloorgang En verder? Het klassieke verhaal. Columbia bracht de eerste opname alsnog haastig uit, het succes werd almaar groter, er volgde een daverende toernee naar Londen en wijde omgeving... en uiteindelijk, uiteindelijk volg de dan toch de onvermijdelijke teloorgang. Drugs, sex and rock roll, toen al. Ene Lord Harrington die zich er met een rokend jacht geweer in de haven van Southampton met eigen ogen van ging vergewissen df 'die vilei ne vriendjes van z'n mooie dochter' inder daad Engeland hadden verlaten'; gages die werden uitbetaald met de pistolen in de aan slag; de smartelijke dood van pianist Henry Ragas (Spaanse griep); de sluimerende herrie tussen LaRocca en Edwards en de opkomst van grote orkesten als die van Paul White- man en Nat Shilkret („Charleston, Charles ton...") - zelfs de succesmachine van The Ori ginal Dixieland Jazz Band bleek er ten slotte niet tegen bestand. Nog één keer kwamen ze terug, de vijf: in 1936. Vertederende foto's van oude mannen die het glimlachend nog eens proberen. Met redelijk succes zelfs. Pas in het vroege voor jaar van 1938 viel het doek voorgoed. De eerste jazz-grammofoonplaat echter is nog altijd te koop en op de muziek - noot voor noot gekopieerd - kan nog steeds in Ne derlandse lokaliteiten worden gedanst. Victor Bronsgeest, 46 en trombonist sinds zijn 17de: „Ik ben zo verzot geraakt op die jongens en hun muziek dat ik een band heb samenge steld die hun nummers exact naspeelt, Vtva LaRocca. Eerst deden we het helemaal voor onszelf, maar langzamerhand is er steeds meer vraag naar ontstaan. We spelen nu bij na elk weekeinde wel ergens in het land. Ze vragen me wel eens: wordt het je allemaal niet te veel, elke vrijdag of zaterdag op stap? Nou, nee dus. Die jongens waren zo ontzet tend goed en ze speelden zulke leuke mu ziek... Voorlopig kan ik er. niet genoeg van krijgen." heb nu een band gehoord, you've just got to dance when you hear it." Hart had zulke ver halen natuurlijk al vaker gehoord, maar toch schafte hij zich maar een retourtje Chicago aan en was onmiddellijk verkocht. Niet om dat hij 'die ketelmuziek' zo mooi vond, maar veel meer omdat er zo'n enorme rij voor de ingang van de Casino Gardens in de kou stond te kleumen. Tweehonderdvijftig dollar per week offreerde hij de heren ter plaatse en dat was - om in maffia-terrrïen te spreken - een aanbod dat Nick LaRocca en zijn mak kers niet konden weigeren. Zat The Big Apple te wachten op dat 'wilde dierengehuil' (recensent in The New York Ti mes) uit Louisiana? Niet direct, naar het leek. Op maandag 15 januari 1917 trad de band voor het eerst op in Margaret Hawkesworth's 'Paradise'. De lokaliteit stond bekend als de 'smartest, most beautiful and most modern ballroom in America', dus daaraan zal het fliet hebben gelegen. Dat 'The Jasz Band', zoals het orkest nu weer werd genoemd, desalniettemin nauwelijks indruk maakte op het verveelde publiek moet volgens Victor Bronsgeest veel meer hebben gelegen aan Bladmuziek van de Barnyard Blues (ook wel de Livery Stable Blues genaamd), zoals die op 26 febru ari 1917 door The Original Dixieland Jazz Band op de plaat werd gezet.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 41