Feiten Belfast tussen wanhoop en vrees Snoode met talent pleegden geweldige schooierije guijten polijste sprekers op het scherm hun mede leven betuigen met de nabestaanden. John Major heeft volgens de BBC-commentator een belangwekkende verklaring afgelegd: de premier wil in hoogst eigen persoon probe ren de politieke partijen in Ulster weer om de tafel te krijgen. De aanwezigen halen hun schouders op. „Wat heeft het voor zin om met de politieke leiders te praten?" zegt Patrick nuchter. „Zij. zijn het niet die achter de moorden zitten. Ik denk dat er voor ons probleem gewoon geen oplossing is. We zullen er mee moeten leren leven." Sceptisch De inwoners van Ulster zijn sceptisch ge worden. Is er nog hoop voor Noord-Ierland, of alleen wanhoop? Steeds meer Noordie ren vrezen dat hun provincie zich wel nooit meer aan de greep van de historie zal kun nen ontworstelen. Die geschiedenis begon in 1921. Het room se Ierland werd na een twee jaar lange guerrilla-oorlog onafhankelijk, terwijl het noorden zijn band met Engeland behield. Ruim veertig jaar lang zouden de protes tantse partijen er alle verkiezingen winnen, eenvoudigweg omdat er meer protestanten dan katholieken waren. Aan het eind van die vier decennia alleen heerschappij was er in Noord-Ierland een maatschappij ontstaan waarin katholieken tweederangs burgers waren. In de steden Londonderry en Belfast kwam een burger rechtenbeweging op gang die in 1972 in een kogelregen werd gesmoord. Sinds die dag, 'Bloody Sunday", hebben terroristen van beiderlei geloof de wind in de zeilen. Er werd van alles geprobeerd. Het (protes tantse) Noordierse parlement werd ontbon den en de provincie onder rechtstreeks ge zag van Londen geplaatst. De beruchte pa Het leven van een wetenschap per gaat niet altijd over rozen. Florike Egmond (^9) levert het bewijs. In haar Amsterdamse huis vertelt ze tussen overvolle kaartenbakken en stapels map pen haar verhaal. De ontelbare archiefkaarten en dikke dossiers heeft ze allemaal met de hand geschreven. Onlangs promoveerde de histo rica op een onderzoek naar de georganiseerde misdaad in de zeventiende en achttiende eeuw. In Bad Company, organi zed crime in te Dutch countrysi de during the 17th and 18th centuries heet het proefschrift. Tot haar verassing bleken de Nederlandse juridische archie ven vol te zitten met de span nendste strafzaken, vonnissen en verhoren over bendes die Holland en Brabant tussen 1650 en 1800 onveilig maakten. Tweëeneenhalf jaar lang snuf felde ze door deels vergane en soms moeilijk leesbare verho ren en rechtbankvon nissen van ongeveer driehonderd plaatse lijke rechtbanken uit die tijd. Het bleek een haast onontgon nen gebied. „Er was wezenloos weinig aan gedaan" vertelt ze. „Er was niet veel méér bekend dan enkele verhalen 'Van een spectaculaire overval in dit of dit jaar in gehucht zus of zo'." Ze beperkte haar onderzoek tot bendes in Holland en Brabant. „Heel Nederland was te veel, dan had ik nog eens achthon derd rechtbankarchieven moe ten napluizen. Geldgebrek, zoals vaak wordt gedacht, is niet de enige reden dat mensen in die tijd besloten bandiet te worden. Egmond: „De veronderstelling dat het ar me mensen waren, die alleen vanwege geldgebrek uit stelen gingen, klinktheel logisch. Dat is echter geen afdoende verkla ring. Het blijkt dat juist de stij- - ging van georganiseerde mis daad in de door mij onderzoch te periode weinig samenhang Zaterdag 8 februari 1992 EN MENINGEN De Britse premier John Major heeft donderdag de leiders van vier politieke partijen uitgenodigd voor overleg over de veiligheid in Noord-Ierland. Ais het aan Major ligt zal het overleg, waar voor nog geen datum is vastgesteld, begin volgende week plaatshebben. Voor het overleg zijn uitgenodigd de Democratische Unionisten en de Ul ster Unionisten, beide protestante partijen die voor het Britse bestuur in Noord-Ierland zijn, de Sociaal-Demo cratische en Labourpartij, de grootste katholieke partij van Noord-Ierland, en de niet-sectarische Alliantiepartij. Deze vier partijen waren ook betrok ken bij het kortstondige overleg dat vorig jaar plaatshad over de situatie in Noord-Ierland. Sinn Fein, de legale po litieke vleugel van het Ierse Republi keinse Leger (IRA) is niet uitgenodigd. Sinn Fein liet in een verklaring weten dat onderhandelingen waaraan niet door alle betrokken partijen wordt deelgenomen nooit de basis kunnen vormen voor enige oplossing. PDIMIMAI ITCIT williimanhi I tl I Georganiseerde misdaad is van alle tijden. Om dat te bewijzen, moest de Amsterdamse historica Florike Egmond jaren in stoffige archieven door brengen. Maar het resul taat is er naar. Uit haar laatste proefschrift blijkt dat Holland al in de ze ventiende en achttiende eeuw te maken had met een primitief soort on derwereld. Het laatste deel van de serie crimi naliteit in Nederland. Over 'enorme en afgrij- selijcke forfaiten' en 'in fame personen'. vertoont met periodes van ver arming, hongersnoden of slech te oogsten." „Terwijl in andere periodes die niet als crisistijd bekend ston den, wèl veel bendes actief wa ren. Ik heb de redenering omge draaid. Ik vroeg me af waarom precies deze mensen dit deden. Wat waren hun talenten in plaats van hun tekortkomingen? Flet blijkt dat zij wel degelijk be paalde vaardigheden bezaten die onmisbaar waren voor hun misdaadprofessie: organisatie vermogen, goed kunnen sa menwerken en handelsrelaties kunnen onderhouden met bij voorbeeld helers. Dat vergt wel degelijk talent." Dus niet iedereen kon zomaar 'snoode guijt', 'boeffgesel', 'in faam persoon' of'spitsboef worden. Het plegen van 'gewel dige schooierije' en 'enorme en afgrijselijcke forfaiten' was niet voor de eerste de beste arme sloeber weggelegd. Gerrit Claeszoon Rubon had wel voldoende talent. Hij maak te deel uit van de 'Rabonus- groep', die tussen 1755 en 17C>5 zeer actief was. Een rondtrek kend gezelschap van ongeveer 35 tot 50 mannen en vrouwen. „Het was duidelijk een samen levende groep mensen die een subcultuur vormden, met een eigen taal en prachtige bij namen", vertelt Egmond. Gerrit bijnaam Gerrit de Koe was de meest illustere ban diet van dit gezelschap. Vanuit onder meer Amsterdam be raamde hij met companen in braken in grote delen van het huidige Noord- en Zuid-Hol land. Egomond stuitte in een archief in Alkmaar op een vonnis, uit gesproken door het 'Hof van Holland en Zeeland' in Den Haag, dat het einde inluidde van Gerrits carrière Verkrach tingen, plunderingen, het 'zo maar doodsteken' van een boe renknecht, roofovervallen, in braken en diefstallen in geheel Holland leverden de 27-jarige bandiet op 1 februari 1720 de strop op. Vermeerderd 'met het afkappen van de rechterhand voor het plegen van onnodige wreedheden.' Ook zijn vriendin Nel Pieters, alias 'Spooksel' ein digde aan de galg. Haar rechter hand mocht ze behouden. Het betreffende vonnis geeft, naast de wreedheden een lange lijst van inbraken en insluipin gen. Daaruit blijkt dat Gerrit cum suis meer dan eens toch zeer omzichtig te werk gingen. Met Jantje Hackenreijs, An- dies Willemzoon van den Velde alias de Meijdt en Kleijne of Jon ge Yerse Dean rond dezelfden tijd nog huisbraak aan de Sant poort buiten Haarlem. Jantje stal daar doos kandysuiker. Hij wilde meer goed stelen en heeft een theebus omgegooid. De be woners werden wakker en het uiertal nam de vlucht." En: „..Te Krommenie. Inklim men op zondagmiddag in een wevershuis. Stelen zakje met dertig gulden uiteen kast". Geen doden, slacht- of knokpartijen. Want geweld was in Holland bijna nooit het doel, en maar af en toe een middel. Uit het onderzoek van Egmond blijkt dat er wat dat betreft een groot verschil bestond tussen de bendes die in de zeventiende en achttiende eeuw in het verste delijkte Holland opereerden en de bandieten die het dunbe volkte Brabantse platteland on veilig maakten. De afstanden tussen dorpen en steden in Holland was niet groot. Er waren geen uitgestrek te heuvels of bossen. Het zou niet verstandig zijn als bandie ten in een dergelijk Hollands landschap deuren van huizen zouden openrammen, veel la waai zouden maken, de tijd zouden nemen om een huis te plunderen en de bewoners te martelen, wetende dat de buren op 'schreeuwafstand' woonden en een haastige aftocht door zo veel getuigen zou worden opge merkt. De Hollandse bendes hielden zich dan ook grotendeels in le ven via straatroof, winkeldiefstal en insluipingen. Zij beraamden hun plannen meestal in drank gelegenheden. Na een gelukte insluiping of roof werden de spullen snel doorverkocht. Zo was tussen 1680 en 1795 het Franse Pad, een steeg in de Am sterdamse Jordaan, dè plek waar Hollandse boeven hun buit verkochten. De grotere en beter bewa pende Brabantse bendes gin gen echter een stuk bruter te werk. De geïsoleerde hoeves in westelijk Brabant vormden daarbij een geliefd doelwit. Ze leenden zich uitstekend voor massale bestormingen. Berucht in die streken was on der meer de Zwartmakersben- de. In een van de vele vonnissen staat dat zij in januari 1695 het eigendom van een 60-jarige boer bestormden. „De mannen met zwartgemaak te gezichten dreigden hem in de buik te schieten als hij niet ver telde waar het geld was. Hij wei gerde en werd geslagen met een bijl, terwijl zijn vrouw aan de haren naar de kelder werd ge sleept. Toen de boer bleef weige ren, gooiden de mannen heet kaarsvet op zijn gezicht en edele delen. De hoogschout een soort hoofd-officier in 's Hertogen bosch klaagde in 1694 dan ook dat „het afkeurenswaardig is dat de plattelandsbevolking niet rustig kunnen slapen en zelfs overdag kans loopt te worden mishandeld." Straffen waren, helemaal naar de huidige maatstaven, in die tijd meedogenloos, vertelt Eg- mond. „Ze dienden vooral als een afschrikwekkend voorbeeld. De schepenen huidige rech ters probeerden verdachten publiekelijk af te schilderen als moreel verwerperlijke figuren, semi-dierlijke en losbandige ty pes." Een bandiet in die tijd kreeg van de schepenen bij zijn vonnis zo ongeveer alle slechte eigen schappen toebedeeld. Die wer den vlak voor het openbaar uit- voeren van de straf hardop voorgelezen. Na een executie werden in veel steden de lijken van de bandieten opgehangen aan de zogeheten buitengaJgen. Tot ze vergaan waren, hingen ze daar. Als waarschuwing. AMSTERDAM ALTAN ERDOGAN De pub aan de overkant was de vorige keer al opgeblazen. Nu is het hotel zelf ook getroffen. Achter de gebloemde gordijnen hebben platen hardboard de plaats van het glas ingenomen. Het meisje van de receptie had tevoren ge waarschuwd: ,,We hebben alleen nog maar kamers met hardboard." hun automatische wapens kwamen. Vijf vonden er de dood, de anderen raakten zwaar gewond. Voordat de 15-jarige James overleed, had hij nog tegen een gewonde man gezegd: „Vertel mamma dat ik van haar houd." Het bookmakerszaakje lag aan Ormeau CORRESPONDENT Niet dat het uitzicht groots zou zijn ge weest. De IRA heeft ook alle omliggende panden laten dichtspijkeren. Een paar kilo semtex waren eind vorig jaar voldoende om het aanzien van de binnenstad drastisch te veranderen. De meeste kantoorkolossen hebben nu 'kamers met hardboard'. In Noord-Ierland lijkt de geschiedenis zich te herhalen. In het 'topjaar' 1972, toen er dagelijks bloed vloeide, eiste de godsdienst oorlog bijna 500 levens. Twintig jaar later kleuren de straten van Belfast andermaal rood. In de eerste vijf weken van dit jaar werden 27 mensen gedood. De politie heeft weer controleposten op de doorgaanswe gen, en ook de sluipschutters hebben hun plaats weer ingenomen. Op de stoep voor het gebouwtje van een bookmaker in Zuid-Belfast liggen 24 bossen bloemen. Een meisje staart ernaar, een klei ner broertje aan de hand. Haar ogen zijn betraand - éen van de slachtoffers was een klasgenoot. Ze leest een briefje op een van de bossen: „God, geef ons de kalmte om de dingen te accepteren die we niet kunnen veranderen. Geef ons de moed om de dingen te veran deren die we wel kunnen veranderen. Geef ons de wijsheid om het verschil daartussen te begrijpen." Haar vriendje had gewoon pech. Hij was op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. Met 14 anderen stond hij binnen toen de mannen met hun bivakmutsen en Nabestaanden van één van de slachtoffers van de aanslag bij het Sinn Fein-hoofdkantoor in Belfast troosten elkaar tij dens de begrafenis. foto ap Road, een katholieke straat. De moorde naars maakten geen geheim van hun mo tief. Hun slachtoffers vielen niet omdat zij banden zouden hebben gehad met de IRA. Zij werden neergemaaid omdat ze katholiek waren. De eerste reactie in Ormeau Road was verbijstering, daarna kwam de angst. Siddering Een siddering gaat door de pub als de on bekende binnenkomt, daarna weet hij veler ogen op zich gericht. Patrick legt later uit waarom. „U was een onbekend gezicht. Dat betekent dat u een moordenaar had kunnen zijn. Bovendien hield u steeds een hand in uw zak. Dat is verdacht. En u zette uw tas op de grond. In tassen zitten hier soms bommen." De pub ligt naast de plek waar de dag tevoren de massa-execu tie plaatsvond. „Ik was hier gis teren ook", zegt Patrick. „Het drong eerst niet tot ons door dat het geluid dat we hoorden, schoten waren. Het leek eerder vuurwerk. Toen ik buiten ging kijken, zag ik zag twee mannen wegrennen en in een blauwe Escort stappen. Uit het book makersgebouwtje klonk het ge gil van mensen in doodsnood. Het was verschrikkelijk. Overal lagen lichamen; ik kon nauwe lijks naar binnen komen." Terwijl Patrick spreekt, toont de televisie beelden van het Britse Lagerhuis. Vanuit de loopgra ven in Belfast gezien lijkt Lon den een onwerkelijke wereld. De stamgasten zien premier Major, minister Brooke voor Noordierse zaken en andere ge ramilitaire B-Specials werden opgeheven. Er kwamen wetten die een einde moesten maken aan de discriminatie van katholie ken. Zelfs werd de regering in Dublin een stem gegeven in het Noordierse kapittel. Maar dit alles vermocht de IRA niet te bre ken. Het Ierse Republikeinse Leger bleef nieuwe leden recruteren uit de katholieke gemeenschap, en groeide uit tot een goed- geoliede terreurbeweging met vertaktóngen naar verschillende landen. De protestanten beantwoordden dit alles met hun eigen terreurorganisatie: de UFF (Ulster Freedom Fighters). Het waren leden van deze organisatie die deze week de slachting aanrichtten in Zuid-Belfast en daarmee ironisch genoeg nog meer katho lieken in de armen van de IRA dreven. Een nieuw element in de oorlog tussen IRA en UFF is de toenemende gewetenloosheid. De IRA houdt nog de schijn op een oorlog te voeren tegen de 'Britse bezetting' door slachtoffers te tóezen die op enigerlei wijze voor leger of politie werken. De UFF, die volgens de politie onder een verjongde en veel agressievere leiding is komen te staan, doet zelfs geen pogingen meer tot schijn heiligheid. Doelwitten zijn domweg alle ka tholieken. 'Begraven' „Ik zie geen oplossing meer voor Noord- Ierland", verzucht priester Brendan Murray, „zelfs niet op papier". Vader Murray ziet de leden van de IRA alleen in zijn kerk „als ze begraven moeten worden", maar hij kent hun drijfveren. „Ze willen maar een ding: Ierland en Noord-Ierland herenigen. In hun ogen moeten die paar duizend Britse solda ten hier weg, en het probleem is opgelost. Maar dat is onzin. Het gaat niet om de Brit se soldaten, het gaat om die miljoen pro testanten die willen dat Noordierland Brits blijft." De priester schildert de IRA af als een stelle tje cynici dat van terreur zijn beroep heeft gemaakt. „De Britse regering heeft gepoogd om de katholieken betere kansen op werk te bieden. Werkgevers mogen niet langer discrimineren, en veel katholieken hebben banen gevonden in de horeca en winkels. Maar de IRA wil geen tevreden katholieken. Dus wat blazen ze op? Hotels, restaurants en winkels!" Het is ook dankzij de IRA dat het politie korps nog steeds overwegend protestants is, zegt priester Murrey. „De politie heeft ge tracht katholieken te recruteren. Maar een katholiek die zich aanmeldt, wordt onmid dellijk een doelwit voor de IRA. Ze deinzen nergens voor terug. In het verleden zijn zelfs priesters afgetuigd die zich afkeurend over hun geweld hadden uitgelaten." Praten met de IRA heeft geen zin, meent de geestelijke, maar de terroristen interneren werkt ook averechts. „De protestantse lei ders beschouwen internering (zonder vorm van proces) nu als het ei van Columbus. Maar dat ligt hier heel gevoelig. In de jaren zeventig was er ook internering, en de ka tholieke gemeenschap is niet vergeten dat zij daar als enige slachtoffer van is gewor den. Honderden onschuldigen werden toen opgesloten. Katholieken werden geslagen en soms zelfs gemarteld. Eén van mijn pa rochianen werd geblindoekt uit een heliko per gegooid; ze hadden hem gezegd dat het boven zee was maar het was in werkelijk heid enkele meters boven de grond. De in ternering heeft zulke wonden in de katho lieke gemeenschap achtergelaten, dat de dag waarop ze werd ingevoerd nog altijd wordt herdacht." „Ik denk dat d^JRA geen bezwaar zou heb ben tegen een nieuwe periode van interne ring", zegt Murrey. „Dat zou haar een hoop nieuwe recruten opleveren." Britse troepen en politieagen ten bij het hoofdkwartier van de Sinn Fein, de legale partij die de IRA steunt, waar eind ja nuari drie ka tholieken wer den vermoord. foto ap Florike Egmon

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 2