Feiten Tanzania wil af van Nyerere' s erfenis Vrede Zuid-Amerika verzwakt positie leger Bolkestein voert slechte oppositie Grieken en hun dieren Vrijdag 7 februari 1992 Redactie: 023-150225 JANINE BOSMA ALTAN ERDOGAN RONALD FRISART (chef) ONNO HAVERMANS PATRICK VAN DEN HURK HANS JACOBS JOLANDA OUKES JAN PREENEN SJAAK SMAKMAN Vertalingen: MARGREET HESUNGA LUUTJE NIEMANTSVERDRIET Vormgeving: WIM ENT1US 2 EN MENINGEN Hervormingen leveren gewone man weinig op STANDPLAATS ATHENE „Kostas, hou op die hond te pesten, zie je niet dat er toeristen in de buurt zijn". Dat hoorde ik lang geleden een vader roepen toen ik een jongetje te recht wees dat stenen gooide naar een zwerfhond. Die heten hier overi gens 'adéspoto', letterlijk: 'zonder despoot', zonder baas. Het was in de tijd dat ik me dagelijks verbaasde hoe vijandig, of op z'n best onverschillig, de Atheners waren te genover dieren. Kinderen die een poes wilden aanhalen, werden tot de orde geroepen. Dat was gevaarlijk, het beest zat immers vol ziektekiemen. Toen ik een Griek eens vroeg waarom zijn landgenoten zo weinig van dieren hielden, zei hij: „Omdat we van men sen houden". Het woord voor dieren is 'zoa', letterlijk: levende wezens, niet minder maar vooral ook niet meer. Een andere Griek zei: „Ze interesse ren ons niet. We hebben ook geen stieregevechten of hanengevechten en nauwelijks dierentuinen. Dat is toch mooi?" Sindsdien is er, vooral in Athene, en waarschijnlijk onder Europese in vloed, heel wat ten goede veranderd. Het is best mogelijk dat zelfs Kostas nu een hond of een poes heeft. Het aantal huisdieren in Athene evenaart dat van menige Westeuropese stad en overal is honden- of kattenvoer te krijgen en zijn dierenwinkels verre zen. Onlangs is een jarenlange strijd over de vraag of dieren in flatwonin gen mochten worden gehouden ten gunste van de dierenbezitters beslist. Ook voor de 'adéspoto' is het wat be ter geworden. Verscheidene clubs van dierenvrienden houden zich met hen bezig, maar ze zijn fel gebeten op de al heel oude 'Maatschappij ter be scherming van dieren' die gesubsidi eerd wordt door het ministerie van landbouw. De kritiek geldt de praktij ken op het door deze maatschappij onderhouden en sterk verouderde Hondenasiel aan de Heilige Weg, waar zwerfhonden worden opgebor gen die van straat zijn gepikt na klachten van burgers. Als een dier daar niet binnen veertien dagen is op geëist, wordt het 'in slaap geholpen'. De clubs vinden dit barbaars en plei ten voor hondenreservaten buiten de stad (ook voor ezelreservaten trou wens), maar volgens de Maatschappij is dat sentimenteel en onuitvoerbaar. Zij is in 1916 opgericht in reactie op de manier waarop dieren toen wer den afgemaakt, met vergif gewoonlijk, maar ze wordt nu zelf van wreedheid beschuldigd. Ooit bezocht ik het dorp Monoklisia in het uiterste noordoosten van het Tand, waar één dag in het jaar de vrouwen feest vieren en de mannen het huishouden doen. Een jongen zei me vertrouwelijk: „We hebben nóg een gebruik. Elke Zuivere Maandag, de eerste dag van de Vastentijd, han gen we de honden op. Niet om ze te doden, maar om te kijken hoe ze rea geren. Na een tijdje maken we ze weer los. Maar het mag niet meer van de marechaussee". En nog deze winter vond ik in de krant Avriani een vrolijk verhaal waar in met instemming wordt beschreven hoe in het dorp Anöpoli op Kreta de bewoners eens per jaar de honden stenigen: een gebruik dat door de plaatselijke priester wordt gesanctio neerd. „Het is niet barbaars, maar juist'ethisch", schrijft de krant Het is dan ook een anti-Turkse cere monie. In 1896 kwamen de Turkse bezetters van Kreta in dit dorp, moordden een aantal bewoners uit en verdreven de anderen. Toen die vele dagen later terug keerden, vonden ze de lijken aangevreten door de hon den. Die moeten daarvoor symbolisch worden gestraft. Waar blijft de mare chaussee? FRANS VAN HASSELT CORRESPONDENT De democratisch gekozen rege ringen in Zuid-Amerika zijn hard bezig hun grensconflicten op te lossen. Daarmee hebben ze de afgelopen jaren al enkele successen geboekt. De Zuidamerikaanse militairen kunnen zich hierdoor rïlinder gemakkelijk beroepen op grens conflicten als rechtvaardiging voor hun grote legers en hoge defensie-uitgavèn die ze decen nia-lang genoten. Dat veel militairen daar niet zonder slag of stoot aan willen toegeven, bleek de afgelopen dagen nog eens bij de mislukte coup in Venezuela. De rebelle rende militairen kwamen onder meer in het geweer tegen de onderhandelingen met Colom bia over de Golf van Venezuela. Nationalistische elementen in het leger vrezen een „nationale uitverkoop" van de olierijke baai aan het buurland. „Over het zelfbeschikkingsrecht wordt niet gediscussieerd", zeg gen zij. „De hele Golf behoort Venezuela toe." Spanningen tussen beide buur landen ontstaan ook regelmatig door de smokkel van cocaïne door Colombianen naar Vene zuela. Het Venezolaanse leger werd enkele jaren geleden nog in verhoogde staat van paraat: heid gebracht na gevechten bij de grens met Colombiaanse guerrillastrijders. Ook met Brazilië bestaan al ja ren spanningen door de activi teiten van Braziliaanse goud zoekers op Vcnezolaans grond gebied. Enkele weken geleden nog kondigde Venezuela aan dat het hard tegen de goudzoe kers, die voor de.zoveelste keer het indianenreservaat van de Yanomani's binnengedrongen waren, zou optreden. Het reser vaat ligt aan weerszijden van de grens en is voor de goudzoekers verboden terrein. Zuidpool Elders op het continent zijn Zuidamerikaanse buurstaten hard bezig hun grensgeschillen op te lossen. Erfvijanden Argen tinië en Chili sloten vorig jaar augustus ruim een eeuw geru zie af met een verdrag dat het verloop van de 5000 kilometer lange grens op 23 punten vast legde. Al eerder hadden de twee landen na pauselijke bemid deling -— slepende geschillen over het Beagle Kanaal en het Het ziet er vredig uit in het Boliviaans-Argentijnse grensstadje Villazon. Het stadje wordt vooral bevolkt door zogeheten 'dragers' die in dit belas tingvrije paradijsje goederen van het ene naar het andere land vervoeren. foto afp Zuidpoolgebied bijgelegd. Bolivia en Peru volgden twee weken geleden met een volgens hen „sensationeel en histo risch" akkoord. Het geeft Boli via na meer dan 120 jaar weer een directe verbinding met de zee, via een corridor naar de Zuidperuaanse havenstad Ho, en het recht vrijelijk overzeese handel te bedrijven. Als tegen prestatie heeft Bolivia toege zegd de handelswegen met het oostelijke buurland Brazilië te verbeteren en Peru een vrije doorgang te verlenen. Voor Bolivia betekent dit het einde van een nationaal trau ma, dat een gevolg was van het verlies van olie- en salpeterrijke gebieden en de toegang tot de zee in de Pacifische Oorlog (1879-1884) tegen Chili. Armoe de en onderontwikkeling wijt het land aan het gemis van een eigen zeehaven, dat al die jaren de nationale hartstochten be heerste. Telefoonboek Jaarlijks wórdt tijdens openbare manifestaties en op schoolfees ten op de „Dia del Mar" (Dag van de Zee, 23 maart) opgeroe pen tot de „herovering van de zee". Het motto „De zee be hoort ons toe. Het is onze plicht haar te veroveren" staat zelfs nu nog op de rug van telefoonboe ken en andere documenten. Voor dit doel hield het land er zelfs een eigen marine op na, die enkel op het Titicaca-meer kon ronddobberen. Het akkoord met Peru heeft dan ook een zekere euforie veroor zaakt in La Paz. Het Spaanse dagblad El Pais peilde onlangs de stemming en schreef: „Voor het eerst in hun leven zijn Boli viaanse kinderen naar het strand geweest en hebben ze de zee gezien." Peru wil nog dit jaar zijn grens conflicten met Ecuador en Chili oplossen, al spreken nationalis tische en militaristische ele menten in alledrie landen nu al van „verraad". Om te laten zien dat het hem ernst is bracht de Peruaanse president Fujimori onlangs een bezoek aan Quito. Zijn Ecuadoraanse collega Rodrigo Borja stelde deze „dap pere daad" zeer op prijs, maar concrete afspraken hebben bei de heren nog niet gemaakt. Overeensteming bestaat wel middeling door het Vaticaan. Vijandschap De Peruaanse minister van bui tenlandse zaken, Augusto Blac ker Miller, meent dat als de meeste grensconflicten in La- tijns-Amerika zijn opgelost, alle landen hun militaire uitgaven fors zullen terugbrengen. Miller wil Ecuadoraanse schepen bij voorbeeld de gelegenheid geven te gaan varen op het Peruaanse deel van de Amazonerivier. Een eventueel akkoord tussen Ecuador en Peru kan een eind maken aan hun jarenlange vij andschap. In 1941 maakten Peruaanse militairen na een korte oorlog de helft van het Ectfadoraanse grondgebied buit. Veertig jaar later, in 1981 brak er opnieuw een vijfdaagse oorlog uit. Een derde oorlog in vijftig jaar tijd werd vorig jaar augustus op het nippertje voorkomen, toen hon derd Ecuadoraanse soldaten al op Peruaanse grondgebied doorgedrongen waren. Peruaanse toeristen die een be zoek wilden brengen aan de be roemde Galópagos-eilanden Ecuadoraans grondgebied werden onlangs op een bijzon dere manier geconfronteerd met de traditionele vijandschap tussen beide landen. Ze moch ten hun fotocamera's niet mee nemen en werden gedwongen hun paspoorten af te geven. Oorlog Volgens El Pais streeft 90 pro cent van de Ecuadoranen naar een snelle oplossing van het conflict, maar ontbreken de ge luiden niet die pleiten voor een nieuwe oorlog met Peru. Met verkiezingen voor de deur (mei 1992) kunnen de anti-Peruaan- se sentimenten wel eens aan kracht winnen, waarschuwt de krant, die overigens ook bij de Peruaanse strijdkrachten stro mingen ontwaart die niets van een definitief vredesakkoord willen weten. De zeer slechte staat waarin de wegen verkeren. Dat is het eerste wat opvalt bij een bezoek aan Tanzania. Het gaat vaak sneller als je naast de officiële weg gaat rijden. Toch heeft het verbeteren van het wegennet onder president Ali Hassan Mwinyi duidelijk een grotere prioriteit gekregen dan onder zijn voorganger Julius Nyerere, die vanaf 1962 tot 1985 aan de macht is geweest. MWANZA FRANS VAN DEN HOUDT CORRESPONDENT Maar Tanzania is een immens groot land en de meeste wegen ook de internationale doorgangsroutes zijn zo lang zo sterk verwaarloosd dat hét nog jaren zal duren voordat het land over een goede infrastruc tuur zal beschikken. I let doorvoeren van veranderingen op politiek en economisch gebied was de belangrijkste taak waar Mwi nyi zich voor geplaatst zag toen hij in 1985 het presidentschap overnam van Nyerere. Precies 25 jaar geleden legde laatstgenoemde met de be faamde Arusha-verklaring de basis voor Tanzania's socialisme dat onder andere in progressieve kringen in Nederland veel lof verwierf, maar bij de Tanzaniaanse bevolking zelf al snel in ongenade viel. Nyerere wilde gelijkheid voor ieder een, stond niet toe dat de een zich verrijkte ten koste van de ander en richtte de zogenaamde Ujamaa-dor- pen op waarin gemeenschappelijk heid centraal stond. Hij wilde de l anzanianen met eigen middelen hun land laten opbouwen en ont wikkelen zonder sterk te leunen op westerse hulp. De praktijk stelde echter teleur: efficiëntie en persoon lijke inzet lieten sterk te wensen over, bureaucratie en corruptie na men toe terwijl de infrastructuur snel verslechterde en meer en meer transportmiddelen kapot langs de weg kwamen te staan. „Nyerere is erin geslaagd van de Tanzaniaanse bevolking een hechte eenheid te maken", zegt politicus Shaaban Khamis Mloo. „Hij heeft van Kiswahili een echte nationale taal gemaakt en veel aandacht be steed aan de gezondheidszorg en het onderwijs. Maar veel van zijn poli tiek is ten koste gegaan van gewone arme Tanzanianen. Zij zijn met ge weld uit hun dorpen gedreven als ze zich op sociaal en economisch ge bied onvoldoende ontwikkelden. De boeren werkten alleen maar ten bate van de coöperaties die al hun ver diensten opslokten en zelf hielden ze er nauwelijks wat aan over." Hervorming De komst van president Mwinyi be tekende het einde van Nyerere's Afri kaanse socialisme. Mwinyi sloot on middellijk een overeenkomst met het IMF en besloot de economie drastisch te hervormen. Nyerere, die aanbleef als de voorzitter van de Re volutionaire Partij van Tanzania (CCM), sputterde aanvankelijk tegen, maar er was geen houden meer aan. „Tanzania is bezig het socialisme van zich af te schudden ten gunste van een meer markt-gerichte econo mie", schreef het Tanzaniaanse weekblad Business Times onlangs. Een dergelijk proces kost echter tijd, zeker in Tanzania, en niet iedereen is daar even gelukkig mee. „Dit land is nog steeds niet.serieus als het om in ternationale handel gaat", drieste de voorzitter van de Tanzaniaanse Ka mer van Koophandel onlangs omdat zijn organisatie niet vertegenwoor digd was op de internationale land- bouwbeurs in Berlijn. Voor de gemiddelde Tanzaniaan hebben alle hervormingen nog wei nig verlichting gebracht. De voor heen lege winkels zijn nu weliswaar gevuld met luxe artikelen, kleding, schoenen en huishoudelijke produk- ten. Maar de prijzen zijn hoog en de salarissen van de meeste mensen schrikbarend laag. Ook op politiek gebied nemen de Tanzaniaanse autoriteiten de tijd. Over de vraag of het land een meer- partijenstelsel moest krijgen, werd een jaar lang in alle geledingen van de samenleving gediscussieerd. Dat vorige maand uiteindelijk het ja woord viel, komt volgens een lokale journalist alleen maar vanwege de snelle veranderingen in de buurlan den Zambia en Kenya. Aan de oppositie, onervaren en ver deeld, nu de zware taak zich te orga niseren en een machtsbasis op te bouwen. De Burgerbeweging en de Tanzaniaanse Democratische Allian tie zijn twee politieke groeperingen die zich reeds hebben aangediend om te vechten voor de vrijheid van meningsuiting en pers en gerechtig heid. Tanzania's reputatie als een democratisch land met respect voor de rechten van de mens heeft het af gelopen jaar een flinke deuk opgelo pen met het bekend worden van ge vallen van marteling en brute behan deling van politieke gevangenen. Nyerere's CCM-partij heeft het op dit moment druk met het organiseren van feestelijkheden rond het 15-jarig bestaan. Het lustrum wordt deze week op uitbundige wijze gevierd met toespraken, een vrije dag en een groot feest, want zegt een lokale journalist, „de partijbonzen beseffen maar al te goed dat dit de laatste ge legenheid is om ophef over de partij te maken en dat het feest snel over zal zijn". Voor de ge middelde Tan zaniaan heb ben de hervor mingen nog maar weinig goeds ge bracht. De we gen zijn slecht, de dorpen zijn aan een op knapbeurt toe en de luxe arti kelen in de winkels in de stad te duur. foto ar chief DEN HAAG HENRI KRUITHOF Oppositie voeren is een vak. Om een coalitie met een hecht doortimmerd regeerakkoord uit elkaar te spelen, moet je behal ve over een enorme dossierken nis ook nog over politiek inzicht en debatteertechniek beschik ken. Aan ten minste twee van die drie eisen voldoet de leider van de grootste oppositiepartij, Frits Bolkestein, niet. De WD'eris niet in staat een flitsend debat te voeren, hetgeen hij overigens zelf toegeeft. Ook dossierkennis is niet zijn sterkste punt. Enig politiek inzicht kan hem soms niet worden ontzegd, maar ook op dat punt scoort hij niet ho ger dan een zes-min. Deze week ging de liberale lei der zelfs op alle drie de punten onderuit in een nota bene door hem zelf aangevraagd debat. Het kabinet had begin deze week inkomenscijfers verstrekt, waarin de gevolgen van allerlei overheidsingrepen werden be schreven. Eerder al had Bolke stein gevraagd om per 1 april het plan-Simons terug te draai en, omdat dit te ernstige gevol gen zou hebben voor de inko mens van vooral de midden groepen. Uit de door het kabinet ver strekte cijfers bleek, dat het daar nu juist niet aan lag. Wel aan andere door de overheid vastge stelde premies, maar vooral aan het feit dat de particuliere ziek- tekostenverzekeraars weigeren vVD-fractieleider hun premies te verlagen. Dus had Bolkestein er verstandiger aan gedaan een toontje lager te zingen. Tijdens het debatje kwam hij niet veel verder dan het debiteren van duidelijk van tevoren ingestu deerde grapjes, het uiten van hier en daar onge fundeerde kritiek op het kabinet en CDA-fractie- voorzitter Brinkman en zijn PvdA-collega Wölt- gens. Wat Bolkestein echter naliet, was in de toespraak die Brinkman maandag op Texel had gehouden, aanknopingspunten te vinden voor een toekom stige coalitie tussen CDA en WD. Die punten wa ren er genoeg. Alom is deze week de 'Texelse re de' omschreven als een verhaal dat meer bij de WD dan bij de PvdA paste. Op die manier zoii Bolkestein het CDA naar zich toe hebben kunnen trekken en zo verwijderen van de PvdA De WD-leider betichtte het kabinet van wanbe leid. Dat is het goed recht van de grootste opposi tiepartij. Maar in plaats van het aftreden van het kabinet te eisen, vroeg hij de coalitiepartijen CDA en PvdA een nieuwe start te maken. Een voor de oppositie volstrekt onbegrijpelijke wens. Hij dien de een motie in met het verzoek een nieuw re geerakkoord te maken, zodat er meer lastenver lichting voor de burgers kan worden gerealiseerd. Maar omdat hij om een nieuw regeerakkoord vroeg, verdween het punt van de verlaging van belastingen en premies volstrekt in het niet. Een tactische blunder van formaat. Want Bolkestein had ook kunnen aansluiten bij de Texelse rede van Brinkman. Deze had name lijk op vrij hoge toon van het kabinet, maar vooral van de PvdA, geëist dat de belastingmeevaller van twee miljard gulden niet zou worden uitgegeven, maar zou worden teruggegeven aan de burgers. Precies wat Bolkestein ook beoogt. Als hij zich tijdens het debatje gisteren daarop had geconcentreerd, zou hij het Brinkman nog vrij lastig hebben kunnen maken. Niet dat dat di rect tot grote moeilijkheden zou hebben geleid in de coalitie, maar oppositie voeren is een geleide lijk proces. Het zou de verschillen tussen CDA en PvdA weer ietsje duidelijker hebben gemaakt. De WD-leider heeft een prachtige kans om echte oppositie te voeren, laten liggen. Hij zou zich eens moeten realiseren dat de enige kans voor de WD om in de toekomst weer te regeren, ligt bij het CDA. Het klinkt afgezaagd, maar de oppositie heeft behoefte aan een man als Hans Wiegel. De ze was als geen ander in staat verschillen tussen regeringspartijen bloot te leggen. Hij deed dat bo vendien op een manier die grote groepen mensen aansprak. Het is pijnlijk voor de WD, maar Bol kestein is niet de leider die deze partij nodig heeft.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 2