Feiten o Muqdisho, de poort naar de hel Ambtenarenpensioenen: bladgoud mi'AAISi Hebben pensioenfondsen wel of geen overschot? Dinsdag 4 februari 1992 EN MENINGEN WIM STEVENHAGEN Van onze Sport redactie -In bet openingsnummer van de Winterspelen 1992, dat onverwacht in Paws' plaatsvond zijn de eerste- medailles gewonnen in cte Slalom opklad ijs zonder Stuurman door hst Nederlandse "tea,m"... Abdullhai Hassan Ahmed en zijn vrouw Mariam be schouwen zichzelf als gelukkig. „Sommige mensen heb ben geen huis en geen eten. Ze liggen op straat te ster ven, jong en oud. Wij hebben geluk gehad. Soms hebben we twee maaltijden per dag - soms", zegt Mariam. Ondersteund door kussens zit Abdullhai in zijn bed in het Ba- nadir Ziekenhuis in de Somali sche hoofdstad Muqdisho. Zijn been is verbrijzeld, maar hij houdt zich groot. Eerst moet het vlees van zijn been genezen en pas dan kunnen de doktoren de breuk zetten. Abdullhai is een vriendelijke, nadenkende man van ongeveer 50 jaar. Mariam is knap en kordaat. Ze is goed lachs en ziet er uit als iemand van ongeveer 25 jaar, maar haar oudste kind is al 20. Ze bivakkeert samen met haar zeven kinderen op de gang, sa men met talloze andere gezin nen die voor gewonde familiele den zorgen. Aan het eind van de gang gapen twee grote gaten in de muren, waar een tankgra naat vijf muren doorboorde zonder tot ontploffing te ko men. „Toen ik opgroeide, leerde ik de roep van de verschillende vogels kennen", zegt Abdullhai. „Mijn kinderen leren het geluid van de verschillende geweren." Mariam en Abdullhai hebben wat reservekleding en een paar potten en pannen - en Mariams koffer in de Kenyaanse hoofd stad Nairobi. Dat is alles wat ze hebben kunnen redden van hun ooit relatief welvarend be staan in Muqdisho. Mariam was een vooraanstaand inspectrice bij de kinderafdeling van de ge zondheidsdienst. Abdullhai werkte voor een handelsfirma. „Toen was het leven goed", zeg gen ze. Bombardementen „Het begon allemaal te veran deren op 29 december 1990, een zondag geloof ik", vertelt Abdullhai. „We waren naar het huis van de directeur van de fir ma gegaan om de geboorte van zijn zoon te vieren. Toen we om drie uur 's middags de maaltijd hadden afgesloten, hoorden we in de verte het geluid van ont ploffende bommen. Het was bij de Villa Somalia (het presiden tiële paleis). De bombardemen ten hielden negen dagen aan. Toen trokken de strijders van generaal Aideed (de leider van het Verenigde Somalische Con- gres) Muqdisho binnen en ver anderde alles snel. De mensen liepen over naar generaal Ai- deed en op 26 januari vluchtte president Barre." Miriam was in India voor een les- en trainingswerkgroep: „We hoorden dat er werd gevochten, maar niemand wist precies wat er aan de hand was. Ik ging naar de Hoge Commissaris van Vluchtelingen van de VN en iei 'Ik moet naar huis, ik moet naar mijn kinderen'. Ze zeiden 'ga met de auto naar Nairobi' en ze regelden ons vertrek. Op 28 fe bruari vertrok ik in een klein vliegtuigje uit Nairobi, waar ik mijn bagage moest achterlaten. Ik dacht dat mijn hele familie was omgekomen. Op het vlieg veld had ik het geluk iemand te Zelfs kinderen doen mee aan de bloedige strijd in Somalia. Abdullhai: „Toen ik opgroeide, leerde ik de roep van de verschillende vogels. Mijn kinderen leren het geluid van de verschillende geweren." foto ap vinden die een auto had. Mijn Muqdisho door de oorlog was kinderen waren thuis en mijn verlamd. Er was geen elektrici- huis was niet beschadigd. Ieder-teit en niemand ging naar het een huilde." werk. Miriam kreeg een baantje Miriam zegt dat het leven in bij de hulporganisatie 'Save the Children Fund'. Er was niet ge noeg geld om het gezin te on derhouden, maar haar zus hielp met eten en geld. „Miriam en de kinderen trok ken bij een familielid in en ik bleef alleen achter in ons huis", vertelt Abdullhail. „Op 5 januari dronk ik om tien uur 's och tends in een café thee met vrienden toen een mortiergra naat insloeg. De vier vrienden werden op slag gedood. Ik werd naar het ziekenhuis gebracht. Miriam kwam naar me toe. Twee dagen later werd ons huis geplunderd. Ze namen alles mee: meubels, kleding, onze ra dio, alles. Het huis werd hele maal schoongeveegd, net als deze vloer. Een paar dagen later landde een granaat op het dak, waarbij de zoon van een vriend van mij werd gedood. Het huis is totaal vernield." Hechte familieband Nu woont het gezin in het zie kenhuis. Miriams zus brengt hen af en toe eten. Abdullhai benadrukt het belang van een hechte familieband: de familie zou eerder de laatste kruimel delen dan een familielid van honger laten omkomen. Op de vloer in een hoek in de gang ligt een oude man, gewik keld in een vunzige deken. Hij heeft niemand. De verpleegster zegt dat hij binnenkort van honger zal omkomen. Hij heeft geen familie, niemand die hem kan helpen. Abdullhai en Miriam hebben inderdaad geluk gehad. Tot nog toe zijn geen directe verwanten omgekomen. Jama, een voor malige kok bij de Amerikaanse ambassade, heeft zijn vrouw, zijn twee dochters en twee zoons verloren. Niemand weet hoeveel mensen zijn omgekomen in de oorlog in Muqdisho. De schattingen lo pen uiteen van 5.000 tot 10.000. De ziekenhuizen hebben op hun terreinen begraafplaatsen ingericht, maar die zijn inmid dels vol en de graven hebben de plaatsen bereikt waar familiele den van gewonden kamperen, 's Nachts graven hongerige wil de honden de lijken op. In steegjes in de stad zijn de graven te zien van strijders die door hun kameraden zijn be graven. Twee weken geleden haalden ziekenhuismedewer kers 628 lijken op in de straten van het zuidelijke deel van de stad. In het noorden van Muq disho zou de situatie nog erger zijn. Daarom blijven Miriam en Abdullhai in het ziekenhuis - „totdat het vlees weer is aange groeid rond het bod zodat ze kunnen opereren", legt Abdull hai uit. „Als we tenminste niet eerst door een mortiergranaat worden geraakt", waarschuwt Miriam. De oorlog woedt tussen de stammen en onderstammean van twee mannen, generaal Ai- deed en Ali Mahdi, de niet er kende interim president. De Verenigde Naties en andere in ternationale organisaties slagen er niet in vrede te bewerkstelli gen. De enige hoop, zeggen niet-Somaliërs, is dat de Soma- liërs de zaak onderling oplos- De internationale hulporgani- saie Artsen zonder Grenzen, die het afgelopen jaar meer dan 110 vrijwilligers naar Somalia heeft gestuurd, noemt de situatie in dit land een hel op aarde. „Ik kan geen woorden vinden om de wanhoop te beschrijven van een volledig vergeten bevol king", aldus één van de arts- vrijwilligers. het ambtenarenpensioen heid de salarissen en het daaraan bestaan hardnekkige misver- gekoppelde pensioen in de jaren standen. Het zou een goudge- tachtig vaak heeft bevroren en rande voorziening zijn, die bedrijven in de eenmaal (in 1984) zelfs met drie j marktsector tot lichtend voorbeeld strekt. procent heeft verlaagd. De glans van het overheidspensioen is anno In de marktsector daarentegen 1992 slechts een kwestie van 'bladgoud', stegen pensioenen tussen 1979 menen topmedewerkers van het in Heerlen en 1989 met 25 tot 40 procent, gevestigde Algemeen Burgerlijk Pensioen- zodat de betrokken gepensio- fonds (ABP)dat de regeling uitvoert. neerden die vroeger in het be- Tot het eind van de jaren zeventig konden drijfsleven werkten hun koop ambtenaren met recht trots zijn op hun kracht behielden of nog iets za- aanvullende pensioenvoorziening. Sinds gen toenemen, die tijd is er echter een hoop veranderd. In de jaren zestig en zeventig Veel regelingeij in het particuliere bedrijfs- hebben talloze bedrijven een leven zijn aanzienlijk verbeterd. Op de pen- pensioenregeling tot stand ge- sioenregeling voor de ambtenaren is door bracht, waarbij de al veel langer achtereenvolgende CDA-WD kabinetten bestaande ambtenarenregeling fors beknibbeld. tot voorbeeld strekte. In de jaren De resultaten zijn ernaar. Een ambtenaar tachtig bleek die goudgerande re- die 28 jaar voor zijn pensioen heeft betaald, geling voor de overheid evenwel en die bij zijn pensionering bruto 60.000 te duur te worden. De onvermij- gulden per jaar verdient (wat overeenkomt delijke kortingen op de ambtelij- met netto 3200 gulden.per maand), krijgt ke pensioenen lijken een voorbo- behalve zijn aow bruto bijna 15.000 gulden de te zijn van wat alle Nederland aanvullend pensioen. Wie 28 jaar bij een se bejaarden in de volgende eeuw ziekenhuis of in een bejaardenoord werkte te wachten staat. Door de gelei en daar pensioen opbouwde, krijgt bijna delijke vergrijzing van de bevol- 19.000 gulden aanvullend pensioen (naast king dreigt de aow op den duur zijn aow). Bij grote bedrijven en in bedrijfs- onbetaalbaar te worden. Het is takken met een behoorlijke pensioenrege- voorstelbaar, dat in de volgende ling zijn gepensioneerden doorgaans even- eeuw alle 65-plussers net zulke eens honderden tot duizenden guldens per koopkrachtverliezen lijden als de jaar beter af dan deelnemers aan de ABP- overheidsgepensioneerden in de regeling. jaren tachtig voor hun kiezen kregen. In de Heerlense pensioenburcht kent men deze cijfers ook. In het jaarverslag over 1990 vergelijkt het ABP de eigen regeling met een aantal andere. Het ambtenarenpensioen bevindt zich "ergens achteraan in het pelo- gulden, netto 1700 gulden per maand is Het hoofdkantoor van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds in Heerlen. Basisvoorziening De aow voor een echtpaar bruto 1900 Geldontwaarding De regeling behoort dan mis schien niet langer tot de beste, maar de ambtelijke pensioenen zijn toch beschermd tegen de geldontwaarding? Ook gepen sioneerde ambtenaren profite ren toch mee van de algemene welvaartsstijging? Neen, ook de veelgeroemde welvaartsvast heid van het ambtelijke pen sioen werd in de jaren tachtig het slachtoffer van Haagse be zuinigingsdrift. ABP-topman H.J. van Aalst pakt er het meest recente jaarverslag van zijn fonds bij. Tussen 1979 en 1989 werd het leven 33 pro cent duurder. De ambtenaren- pensioenen gingen daarentegen in deze periode soms omlaag, en in het beste geval slechts ne gen procent omhoog. Hierdoor verloor een ABP-pensioen in tien jaar tijd ten minste een vijf- i basisvoorziening. De regeling kost nu al meer dan dertig miljard gulden per jaar; halverwege de jaren negentig loopt dat op tot veertig miljard gulden per jaar. Elk jaar wordt het voor de uitkeringen benodigde i die nog geen 65 zijn. Zij moeten 14,3 procent aow- premie betalen, ten hoogste over 48.000 gulden. De opgebrachte premies gaan niet in een spaarpot. De premie-opbrengst wordt meteen weer uitgekeerd aan de bejaarden. Alle aow-premies die iemand in de loop van zijn leven heeft betaald, zijn dus in het ver leden al uitgekeerd aan de bejaarden van dat moment. Dat geld is weg! Gaan de hui dige premiebetalers in de toekomst zelf met pensioen, dan moeten ze maar afwachten of de volgende generatie werkenden bereid zal blijven de dan benodigde premies op te brengen. Het aantal bejaarden (nu twee miljoen) zal tot het jaar 2030 meer dan ver dubbelen, terwijl de premiebetalende wer kende bevolking (nu zes miljoen) hooguit in omvang gelijk blijft. De vergrijzing dwingt tot premieverhogingen die knagen aan de koopkracht van komende generaties. Zijn werkenden in de volgende eeuw niet be reid om premieoffers op het altaar van de solidariteit te plengen, dan wordt het on vermijdelijk om de koopkracht van de aow-uitkerihgen aan te tasten. Pensioenfonds Wie bij een pensioenfonds zit, kan de toe komst met iets minder zorg tegemoet zien. Anders dan voor de aow is voor de financiering van de aanvullende pensioe nen wél een spaarpot gevormd. Werkge vers en werknemers storten tijdens de ac tieve periode premies bij het pensioen fonds dat de toevertrouwde middelen zo rendabel mogelijk belegt. Wanneer ie mand 65 wordt, is dat geld beschikbaar voor zijn aanvullende pensioenuitkering. Deelnemers in een pensioenfonds bou wen dus een individueel recht op, groten deels los van de solidariteit die toekomsti ge generaties willen opbrengen. Voor dat veilige gevoel is vereist dat er ge noeg geld in het fonds zit. Het ABP, het op een na grootste pensioenfonds ter wereld, bezat op 1 januari 1991 een belegd ver mogen van 163 miljard gulden. Toch den ken de fondsbeheerders twintig miljard gulden tekort te komen om in de toe komst aan alle verplichtingen te kunnen •foto archief voldoen. Dat tekort ontstaat door de ma nier waarop de toekomstige lasten (pen sioenuitkeringen) en de nog te ontvangen baten (premies en beleggingsopbrengsten) worden gewaardeerd. In 1991 en 1992 neemt dit tekort verder toe. Bij een andere, in de wereld van de pen sioenfondsen eveneens gebruikelijke ma nier van rekenen, heeft het ABP voldoende middelen in huis om alle opgebouwde aan spraken te kunnen honoreren. Volgens deze methode had het ABP op 1 januari 1991 he lemaal geen tekort, maar zelfs een over schot van zestien miljard gulden. Zouden - - Fi.ii' de Kam Frans Nypels Dit jaar staan tegenover elke honderd werkenden negentien bejaarden. In het jaar 2030 moeten honderd werkenden de aow van bijna veertig bejaarden opbrengen. Ons basispensioen dreigt onbetaalbaar te worden. Werkgevers willen nu al stoppen met vervroegde pensionering (de vut). Het vroeger goudgerande pensioen van de ambtenaren staat op de tocht. Flip de Kam en Frans Nypels met berichten uit pensioenland. Pensioenfondsen kunnen op verschil lende manieren bepalen of zij over vol doende vermogen beschikken om alle aanspraken van gepensioneerden te honoreren. Het aanwezige vermogen is soms ruim voldoende ('overschot') of te weinig ('tekort'), afhankelijk van de gebruikte rekentechniek. De Verzekeringskamer houdt toezicht op alle pensioenfondsen in Nederland. Zij kijkt of het op een bepaalde datum feitelijk aanwezige vermogen voldoen de is om de tot dat moment reeds door werknemers opgebouwde rechten na te komen (opgebouwde-rechten de deel van zijn koopkracht. Dat thode). Volgens deze minimumnorm kwam vooral, doordat de over- had het ABP (belegd vermogen 163 miljard) eind 1990 een overschot van zestien miljard gulden. Het pensioen fonds van werknemers in de zorgsector (PGGM), met een belegd vermogen van ruim 36 miljard gulden, had daar van zelfs twaalf miljard over. Het ABP en het PGGM rekenen anders. Zij besommen hoeveel pensioen tot in de verre toekomst moet worden uitbe taald aan alle deelnemers van dit mo ment. Daar tegenover stellen de fond sen het aanwezige vermogen plus alle tot in de verre toekomst nog van deel nemers te ontvangen premies. Volgens deze lasten-min-baten methode kwam het ABP eind 1990 juist twintig miljard tekort. Het PGGM berekende een te kort van ongeveer vier miljard gulden. Bij de opgebouwde-rechten methode stijgen de kosten van de pensioenrege ling sterk naarmate werknemers ouder worden. De laatste pensioenloodjes wegen het zwaarst. De geleidelijke ver grijzing van de beroepsbevolking zal de toekomstige pensioenpremies dus op stuwen. Daarom hebben pensioen fondsen vaak een voorkeur voor de las ten-min-baten methode, waarbif de pensioenlasten gelijkmatig in de tijd worden gespreid. Beide rekentechnieken zijn verant woord, anders zou de Verzekeringska mer uiteraard de opgebouwde-rechten methode niet accepteren. Een nadeel van de lasten-min-baten methode is dat hierbij toekomstige pensioenlasten naar het heden worden gehaald. Dit leidt anno 1992 tot nodeloos hoge ar beidskosten voor bedrijven, wat slecht is voor de werkgelegenheid. De lasten- min-baten methode leidt voorts tot een nodeloos grote fiscale aftrekpost (premies zijn immers aftrekbaar voor de belasting). Hoe meer aftrekposten, hoe hoger de tarieven moeten zijn om de schatkist voldoende te vullen. No deloos hoge belastingtarieven berokke nen de Nederlandse economie, moge lijk grote, schade. Uitgaande van de in middels opgebouwde rechten, hebben beide pensioenfondsen van werkne mers in de collectieve sector samen een overschot van 28 miljard gulden (eind 1990). Geen wonder, dat bezuini- gingsmoede ministers regelmatig hun oog op de vleespotten in pensioenland laten vallen. Deze overschotten nemen af. De Verzekeringskamer zal boven dien nooit accepteren dat het gehele bedrag bij de fondsen wórdt wegbezui- nigd. Een pensioenfonds moet een ze ker overschot hebben, als reserve voor kwade tijden. Voor zover een verlaging van pen sioenpremies op dit moment verant woord is, betekent zo'n ingreep overi gens onherroepelijk dat de pensioen premies in de volgende eeuw extra omhoog moeten, tenzij de aanspraken van werknemers en gepensioneerden minder royaal worden gemaakt (zie deel 2). alle ambtenaren- het fonds verlaten en de volle waarde van hun opgebouwde rechten meenemen naar hun nieuwe baan, dan blijft er in Heerlen zestien miljard gulden over, waarop niemand aanspraak kan ma ken. Tussenoplossing Terwijl het bestuur van het ABP er in Den Haag regelmatig op hamert dat de premie (nu 8,8 procent) omhoog moet, om het te kort van twintig miljard gulden in de ko- mende jaren weg te werken, menen ambte naren van het ministerie van fi nanciën dat de nood niet zo hoog is. Den Haag en het ABP praten op dit moment met el kaar over een tussenoplossing, in het jargon aangeduid als het 'synthesemodel', dat recht doet aan beide rekentechnieken. Het synthesemodel staat ter dis cussie in een werkgroep van de overheid, vakbonden en ABP, die de financiële positie van het fonds in kaart moet brengen. Is er een tekort, dan zal de over heid dat moeten aanzuiveren, voordat het ABP op eigen benen verder kan. En dat is het plan. Een tweede werkgroep bekijkt de juridische kant van die ver zelfstandiging. Een derde werk groep studeert op de bestaande pensioenaanspraken van amb tenaren. Pas tegen de zomer van 1992 zal het resultaat van al dit denk werk bekend worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 2