Kunst Nationale Ballet heeft première l? 99 397?* Zomernachtzonder echte betovering Laatste kans voor nieuw Korte Stukken-festival Freek de Jonge fabuleus in programma 'Losse nummers' Begenadigde musici in afstandelijk concert voor halfvolle Muzenhof Maandag 3 februari 1992 Redactie: 071-161400 CEES VAN HOORE ANNEMIEK RUYGROK JAN RUSDAM SASKIA STOEUNGA Eindredactie: NIEK FAAS Vormgeving: SIMON DE GRAAF 5 NIEUWSLIJN Tweede in etnografische film-serie LEIDEN In de serie (van acht) etnografische films die het Rijksmuseum voor Volkenkunde vertoont is woensdagavond 5 februari 'Harvest Festival in Sahu' te zien. In de Sahu cultuur in het oostelijk deel van Indonesië neemt de teelt van droge rijst een belangrijke plaats in. Na de oogst wordt de oude cyclus afge sloten en de nieuwe cyclus ingeluid met een twee dagen en nachten durend feest. Aanvang 20 uur. Meer publiek naar Filmfestival ROTTERDAM Het 21ste Filmfestival Rotterdam heeft 25.000 betalende bezoekers meer getrokken dan vorig jaar. Het Filmfes tival heeft door dit succes een recette geboekt van 530.000 gul den tegen 400.000 gulden vorig jaar. Met alle gasten en journa listen meegerekend kwamen er 200.000 bezoekers naar de Maasstad. Vorig jaar waren dat er 150.000. Ook de belangstelling van de buitenlandse pers voor het internationale filmprogram ma in Rotterdam steeg. Persprijzen naar VS en Taiwan ROTTERDAM 'Five girls on a rope' van de Taiwanese regis seur Ye Hung-wei en Thank you and good night' van de Ameri kaanse Jan Oxenberg zijn de winnaars geworden van de pers prijzen van het 21e Film Festival Rotterdam. 'Five girls on a ro pe' is bekroond voor de prachtige manier waarop een drama tisch verhaal met sterke sociale implicaties, de zelfmoord van vijf jonge vrouwen, is weergegeven. THEATER WUNAND ZEILSTRA Zomernacht naar 'A Midsummernights- dream' van William Shakespeare. Spel: 't Gebroed vzw uit Antwerpen. Bewerking- Hugo Claus. Regie: Jan Dedeir. Als je naar foto's van eerdere Midderzomemachtsdroom- voorstellingen kijkt, dringt het besef pas goed tot je door hoe onbeperkt de keuzemogelijkhe den bij dit stuk zijn. Alleen al in de vormgeving lopen de voor stellingen ongelofelijk sterk uit een. Menselijke liefdesperikelen raken hier gedurende één nacht volledig in de war. Voor een groot deel komt die verwarring voor rekening van elfenkoning Oberon die nog een appeltje te schillen heeft met elfenkoningin Titania. Realiteit en droomwereld ra ken hier in elkaar verstrikt. En het is nu maar bijvoorbeeld net de vraag, hoe feeëriek of hoe bedreigend je die wereld van het bovennatuurlijke wilt weer geven. Van welke vertaling wil je uit gaan, en hoe vul je de veelal gebruikelijke - cjubbelrollen in? Laat je bijvoorbeeld de rol len van de Atheense hertog Theseus en diens verloofde Hippolyta en die van Oberon met zijn Titania door dezelfde acteurs vertolken? Als dat het geval is, suggereer je een spie gelbeeldige verhouding tussen de 'realiteit' in Athene en de 'sprookjeswerkelijkheid' in het nabijgelegen woud. Menig regisseur zal van al die keuzes lichtelijk wanhopig ra ken, omdat hij of zij nu eenmaal keuzes moet maken. JCiezen is punt één, alle beperkingen ten gevolge van een eenmaal ge maakte keuze zijn punt twee. En dan maar hopen dat de toe schouwer in die keuzes kan en wil meegaan. Eerlijk gezegd kost dat bij de regie van Jan Decleir af en toe wel eens wat moeite. Binnen het stuk zit nog een extra verhaallijn die vaak als clowneske, commedia dell'arte- -achtige intermezzi wordt geïn terpreteerd. Het gaat hier om de groep handwerkslieden die een toneelstuk repeteren (de tragi sche liefdesgeschiedenis van Pyramus en Thisbe) ter gele genheid van de bruiloft van her tog Theseus. Filmprijs voor Wim Verstappen AMSTERDAM GPD Wim Verstappen kreeg vrijdag uit handen van Sylvia Kristel in het Nederlandse Filmmuseiim de eerste Dutch Filmmuseum Award. De prijs bestaat uit een geldbedrag van 10.000 gulden. Verstappen kreeg de prijs vanwege zowel zijn films als zijn bijdrage aan het Europese film klimaat, met andere woorden om zijn markante persoonlijk heid. Het is nog niet duidelijk of er een tweede Dutch Filmmuse um Award volgt, omdat de prijs zonder jury en zonder duidelijk vastgestelde criteria of aanlei ding is toegekend. De prijs is in gesteld door de European Aca demy for Film and Television. Hier raken regisseur en spe lers hun maatgevoel even kwijt. Ze pakken wel erg kluchtig uit. Natuurlijk is dat een kwestie van smaak, maar de grens van kinderachtige, melige ongein komt wel angstvallig dichtbij. Afgezien daarvan halen deze fragmenten veelal de vaart uit de voorstelling die er in zou kunnen zitten. Oberon en Theseus worden niet door een en dezelfde acteur gespeeld. Geen enkel bezwaar. Regisseur Decleir combineert de rollen van Theseus en één van de handwerkslieden. Dat geeft praktische problemen als de handswerklieden hun to neelstukje voor de hertog mo gen opvoeren. Dat wordt dan heen en weer gehol, waardoor het toch al zo hilarische sfeertje nog eens te meer wordt ver sterkt. Waarom? Theseus is in een 'tijdloze neutrale mantel gekleed, Obe ron draagt een eigentijds kos tuum en oogt met zijn twee kof fers als een bereisde moderne zakenman. Dat past zeker bij de nuchterheid en de eigentijdse elementen die in deze voorstel ling over de gehele linie zijn doorgevoerd. Maar ligt er ook een diepere betekenis aan ten Hommage-programma Balanchine Het Nationale Ballet heeft sinds zijn oprichting een re pertoire met 23 stukken van de Amerikaans-Russische choreograaf George Balanchine opgebouwd. Het gezel schap vervult zo een centrale rol bij het doorgeven van het werk van deze balletvernieuwer, die naast Martha Graham wordt beschouwd als de belangrijkste choreo graaf van deze eeuw. Op 10 februari gaat in Het Muziek theater opnieuw een hommage-programma in première, waarvoor de keus dit keer is gevallen op klassiekers als 'Brahms-Schönberg kwartet' en 'The four tempera ments'. AMSTERDAM FRANCOISE LEDEBOER Hoe groot de bewondering van Nationale Ballet-choreografen Hans van Manen en Rudi van Dantzig voor George Balanchi ne (1904 - 1983) was, bleek bij diens dood in 1983. „Het verlies van Balanchine is even groot als dat van Picasso en Strawinsky, want in dat rijtje van 20ste- eeuwse genieën hoort hij thuis. Ik ben zo bevooroordeeld dat ik niet in staat ben iets van hem slecht te vinden, hooguit is iets niet helemaal gelukt", zei Van Manen toen. Van Dantzig noemde hem ondanks zijn hoge leeftijd de jongste choreograaf „omdat hij zich altijd vernieuwde, altijd met nieuwe vormen en andere benaderingen van de dans kwam en altijd weer verblufte." Hij was volgens Van Dantzig „een architect die constructies bouwde die meer dan vijftig jaar kunnen staan, zonder een enkel zwak punt, omdat het de hecht doortimmerde werken zijn van een groot vakman". Georgi Balantsjivadze begon zijn carrière als danser bij het Maria Theater in St. Petersburg en verhuisde in de jaren twintig naar het Parijse gezelschap Bal lets Russes van Serge Diaghilev. Zijn ballet 'Le chant du rossig- nol' op muziek van Strawinsky was de aanleiding voor zijn aan stelling als balletmeester en choreograaf bij deze groep. De reputatie van Balanchine was in die jaren al zo groot dat de bal letleider- en historicus Lincoln Kemstein alle mogelijke moeite deed hem naar de Verenigde Staten te halen. Hun vruchtbare samenwer king leidde vanaf 1934 tot de oprichting van de nog steeds befaamde School of American Ballet, verschillende eigen ge zelschappen en tenslotte het New York City Ballet in 1948. Balanchine bouwde met dit ge zelschap aan een repertoire dat wereldwijd roem oogstte door zijn structurele vernieuwing van het dansreperoire. Verrijking Geïnspireerd door onder meer de jazz- en showdans verrijkte de zeer muzikale Balanchine de academische dans door er dy- Scène uit 'Brahms-Schönberg kwartet' van Balanchine, uitgevoerd door leden van Het Nationale Ballet namische en flitsende impulsen aan te geven. Voor Balanchine hoefde een ballet geen verhaal, stemming of emotie uit te beel den: de visuele logica van zijn danstaal, met vaak een geome trisch lijnenspel, was voor hem een verhaal in zichzelf. Hij werd zo een inspiratiebron voor vele choreografen die 'de dans om de dans' centraal stellen. De balletmeester eiste on voorwaardelijke toewijding aan zijn streven steeds de lichame lijke grenzen te verleggen. Zo creëerde Balanchine een nieuw type danser: slank, atletisch en technisch zeer virtuoos. Tanquil Leclerq, Jacques d' Amboise, Suzanne Farrell en Peter Martins zijn er veelgeprezen voorbeelden van. Tientallen Verwarring alom, en zo hoort het ook in zekere zin. Waar schijnlijk moet je een en ander beslist niet te rationeel benade ren. Voorwaarde is dan echter wel dat je een beetje aangesto ken wordt door de betovering van het stuk. En dat lukt dit ge zelschap uit Vlaanderen maar matig. Vioolprijs voor Floortje Schilt en Arwen Terlou DEN HAAG ANP Floortje Schilt (13) uit Amstel veen en Arwen Terlou (15) uit Utrecht hebben zaterdag een gedeelde eerste prijs gewonnen in de categorie B (13 tot 15 jaar) tijdens de lordense Viooldagen in Den Haag. Eerste in de jong ste categorie, van tien tot twaalf jaar, werd de 12-jarige Daniël Torrico uit Delft. De lordense dooidagen is een concours voor jonge violis ten van tien tot vijftien jaar uit heel Nederland. Het werd voor de zevende maal in het Konink lijk Conservatorium in Den Haag georganiseerd. Winnaars van de B-categorie komen in aanmerking voor inschrijving voor het Davina van Wely Con cours, dat in 1993 weer wordt gehouden. Floortje Schilt uit Amstelveen aan het werk tijdens de zevende lordense Viooldagen in Den Haag. Zij zou de eerste plaats delen met Arwen Ter lou. FOTO ANP Volgens de organisatie van de lordense Viooldagen zijn het de jonge winnaars van dit con cours, die later bij het Oscar Bacq Concours of het Davina van Wely Concours hoge ogen gooien. Tweede in de B-categorie LEIDEN SASKIA STOEUNGA Is er nog behoefte aan een Korte Stukken- festival in Leiden? Op de laatste oproep die maar liefst in 80-voud naar allerlei culturele instanties in Leiden en omstreken is ge stuurd, is ternauwernood gereageerd. Toch heeft organisator Henk van Oers de hoop niet opgegeven, „Als je er met mensen over praat zijn ze Allemaal heel enthousiast". Vrijdag 10 januari is geruisloos voorbij gegaan. Op die dag geen toeschouwers en geen deelnemers voor het Korte Stukken- festival in het Microtheater in Leiden. Wat is er aan de hand? Henk van Oers houdt het op verwarring. „Na het tiende festival is be kend gemaakt dat de organisatie, wegens andere drukke werkzaamheden, ermee op hield. Kort daarna is er binnen de toneel vereniging Imperium een nieuwe groep ge vormd, die een soortgelijk festival wilde gaan organiseren. En dat is ook gebeurd". Waarom die moeite? „Omdat de vorige festivals wel succesvol waren. Het is voor amateurs een ervaring om ook eens echt op de planken te staan. Om publiek te hebben. We doen dit overigens in samenwerking met de Stichting Plot. Plot is een organisatie die helpt bij het ontplooien van initiatieven op het gebied van amateuristische kunstbe oefening. In overleg met de kandidaten stellen we het programma samen, verzor gen we de persberichten en helpen bij de opbouw van het decor." Wanneer is er een nieuw festival gepland? „Vrijdag 12 juni staat het Micro theater weer vruchten- PUNTEN yoghurt <aKIWIS RUNDER- SET 6 KUIPJES 10 V0°R fé&PtyS ELDERS.245BIJONS ELDERSY45ÏIJONS ELDERS49rBIJONS 500 gram showballetten en een polka voor circusolifanten buiten be schouwing gelaten, heeft Balan chine ongeveer 150 balletten op zijn naam staan. Voor ongeveer een vijfde daarvan gebruikte hij composities van de door hem zeer bewonderde Igor Strawins ky. In het nieuwe hommage programma zit dit keer geen ballet op muziek van Strawins ky, maar wel van Tsjaikovsky, met wie Balanchine eveneens een grote verwantschap voelde. Op het vierde en laatste deel uit de Suite nr. 3 maakte de bal letmeester in 1947 'Theme and variations', een duidelijk eerbe wijs aan grobtmeester Marius Petipa. Hij paste daarin op bril jante wijze de klassiek gewor den passen en dansthema's toe die zijn vermaarde Russische voorganger verwerkte in sprookjesballetten als 'The sleeping beauty'. Het stuk wordt in de reeks Voorstellingen afge wisseld met 'The four tempera ments' op muziek voor piano en orkest van Paul Hindemith. Balanchine liet in dit ballet uit 1940 de hoekige en abrupte be wegingsthema's en getoomde lichaamshoudingen van Martha Graham geheel versmelten met de tradities van het academi sche ballet. Het Brahms-Schönberg Kwartet dateert uit 1966 en is gezet op het eerste pianocon cert van Brahms in een or kestratie van Arnold Schönberg. Ook daarin greep Balanchine terug op de 19e-eeuwse erfenis FOTO JORCE FATAUROS GPD van Petipa. 'Episodes' (1959, op vier werken van Webem) laat opnieuw zien hoezeer Balanchi ne een perfecte synthese bereik te van de academische techniek en de verworvenheden van de moderne dans. De muzikale be geleiding is zoals altijd in han den van het Nederlands Ballet orkest onder leiding van Roelof van Driesten. Voorstellingen van het Ba- lanchine-programma zijn van 10 februari tot en met 4 maart te zien in Het Muziektheater (Waterlooplein, Amsterdam). Op 6 en 7 maart verder in het AT T Danstheater in Den Haag en op 10 en 11 maart in de Rotterdamse Schouwburg. CABARET werd dit jaar Laura Oomens (13), leerlinge van Herman Krebbers. Tweede in de jongste categorie eindigde de 10-jarige Mariene Hemmer uit Utrecht, derde de 13-jarige Frederieke Saeys uit Den Haag. Er namen dit jaar 54 kinderen deel aan de Viooldagen. open voor podiumkunsten in de breedste zin van het woord: toneel, cabaret, muziek, zang, ballet, volksdans, mime, voordrach ten, acrobatiek, clownerie, film, dia's en vi deo-presentaties. De voorstellingen moeten langer dan één minuut duren en beslist niet langer dan 20 minuten." Zijn er ooit mensen doorgestoten naar de top na een optreden op dit festival? "Op het eerste festival, in '88, trad Jan ten Hoope op. Een half jaar daarna was hij een bekende Nederlander." Belangstellenden uit Leiden en omstre ken kunnen zich aanmelden bij Paul Schaminée: 071-133363 of een briefje schrijven naar Microtheater Imperium, postbus 208,2300 AE Leiden. RECENSIE JACQUES D'ANCONA Nieuwe theatershow Freek de Jonge. Pro gramma: Losse nummers. Teksten: Freek de Jonge. Chef licht en aankleding: Hella de Jonge. Decor Freek en Hella. Muziek: Jagger, Hawkins, Lennon and McCartney, Breuker, Piazzolla, Japanse Zen Monniken en anderen. Gezien: op 29 januari in De Klinker, Winschoten. Te zien: vanaf vanavond in Nieuwe de la Mar-theater, Amsterdam, daarna tournee Terug in de theaters. Freek de Jonge. The one and only, maar volkomen ontstegen aan de de magogie van de machthebber waarmee hij zich aan het einde van 1988 manifesteerde in de Goeroe en de Dissident. Ik weet nog waarom ik dat geen sterk programma vond. Freek had in die tijd kennelijk besloten het succes schaamteloos lichtvaar dig via een portie vluggertjes binnen te halen. Hij distantieer de zich toen niet meer van zijn kracht om alles wat-ie maar wil de te manipuleren: applaus, weerstand en ontroering. Het is een belevehis hem weer aan het werk te zien. Nieuw en vernieuwend. Een stuk of veertien acts op een titel die niets verhult en alles zegt: Losse nummers. De filosoof in Freek is niet afgestorven, maar het model voor zijn show be slaat ditmaal geen groot thema of een avondvullend verhaal. Wie zal hem verhinderen naar welke werkelijkheid ook te kij ken? Niemand. Maar er is ook niemand die hem die verplich ting op kan leggen. Hij is de lacfidwang voorbij, absoluut aan de top. Fascinerend, fabu leus en subliem, juist omdat hij subtiliteit, tederheid en stilte aandurft en beheerst. Binnen een constructie van stokken, lichten, palen, attribu ten, doeken en een stel ringen uit de turnzaal is Freek de Jonge een prachtig theatermaker. Dit maal meer dan ooit in de ge daante van de conferencier. De symboliek gaat schuil in een fantastisch bedachte en geac- teerde'nonverbale finale. In de rest van zijn programma heeft de verteller zijn plek afgestaan aan de cabaretier. Hij gaat in zijn grappen dol, vurig en onstuimig tekeer, magnifiek in de omgang met tekst en taal. Pijlsnel en flitsend in zijn associaties, absurdistisch in de overgangen, waanzinnig knap in zijn tempowisselingen. En toch heeft hij afstand geno men van de scoringsdriftige en tertainer. Freek weet wat hij wil zeggen, zonder toe te geven aan showachtige behaagzucht. De actualiteit verwerkt hij in een zeer persoonlijke, af en toe be vlogen visie op de geest van de ze tijd. Natuurlijk neemt hij zijn toe vlucht tot flauwe gymnastische kunstjes, maar als de bijval op klinkt mag zijn publiek wel even vernemen dat hij zich heel wat tekst had kunnen besparen als het zo gemakkelijk gaat... En een parodie in de trant van een clownesk goochelnummer ont breekt ook nu niet. Laat hem. Freek de Jonge slijpt het hout van de stokvech- ter. Komisch, mild, warm en niettemin meedogenloos. RECENSIE WILFRED SIMONS Sjef Weijers, saxofoon en Ben Hurrel- brinck, plano, met werken van Giovanni Paul Creston. Gezien: 2/1, Muzenhof, Leiderdorp Een klein ensemble dat in een grote (en in dit geval ook nog halflege) zaal moet spelen, moet doen alsof de zaal klein is. Het moet de toeschouwers als het ware wenken, in het spel zeg gen: kom eens dichterbij, kom eens kijken wat ik doe? Als de musici dat niet doen, blijft de afstand te groot en lijkt het haast alsof de luisteraars in de verte iets horen galmen. De muziek is er wel, maar trekt de aandacht niet. Vooropgesteld, Ben Hurrel- brinck en Sjef Weijers zijn be genadigde musici. Hurrelbrinck is een echte begeleider: be scheiden en betrouwbaar, tech nisch steeds precies en zeer ge voelig voor het saxofoonspel van Weijers. Bovendien bleef hij onverstoorbaar: de vleugel van de Muzenhof mag wel eens een bezoekje krijgen van de piano stemmer, maar Hurrelbrinck deed of hij de ongerechtigheden van het instrument niet merkte. Ook Weijers maakte indruk met zijn prachtige, heldere klank. Zijn spel kent zeer veel nuances; nu weer dromerig en loom, dan weer fel en pregnant en steeds op onnadrukkelijke wijze virtu oos. Het probleem zit hem dan ook niet in het spel van het duo, maar in de presentatie. Die twee keurige, bescheiden heren waren zoveel beter tot hun recht gekomen in een lief klein zaaltje, waar ze met hun bemin nelijke optreden beslist iets in tiems hadden kunnen creëren. In plaats daarvan speelden ze in de Muzenhof, die met zo weinig publiek meer weg kreeg van een ongastvrije spelonk dan van een concertzaal. Onder die omstan digheden kreeg hun optreden iets afstandelijks. Ook het programma ademde die bescheiden sfeer. Stuk voor stuk waren het juweeltjes uit de kamermuziek. Vooral de Sonate Sportive van Alexandre Tche- repnine was voor mij een open baring, zowel het stuk zelf als de interpretatie die het duo ervan gaf. Ik zou er een lief ding voor over hebben om het in een meer intieme ambiance nog eens terug te horen; bij voor beeld in een Leiderdorpse door zonwoning of tussen de schuif deuren in een huis van de Leid- se professorenwijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1992 | | pagina 5